Donderdag 10 Maart 1910 5 centiemen per nummer (>4sle Jaar 4258 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van ds Stad en 't Arrondissement van Aalst. Spel en vermaken. Booze Geest. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. STAD AALST. Opvoeringen der PASSIESPELEN gedurende den aanstaanden Vasten, op Zondagen 13, 20 en 27 Maart en Maandagen 14, 21, en 28 Maart 1910. In hel vuur. Groote Prijskamp voor vet Vee, DE VRIJHEID!! Het onzijdig onderwijs. Zondagrust. EEN EX ANDEll. lit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ïing van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal tor week voor Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes anden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving digt mot 31 Docember. De onkosten der kwittantiën door de Post ont» ï^en zijn ten laste van den schuldenaar. len Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31 in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3*B bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen Lij accoord. Niet opgenr.mon handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten buroele van dit blad. cuique suuaa. O Maart IÖ10. 1 Onder dezen titel lezen wij, in Aver- 'jodes Weekblad, het volgende schoone artikel Sedert eenigen tijd is er als een ware perzolheid op sport en vermaken bij het volk te bespeuren. Niet enkel de mindere standen zijn door die uitzinnige sport-liefhebberij ïangetast, maar de hoogore, de leidende kringen geven niet zelden de slechte Voorbeelden. I Niemand zal het euvel duiden, dat iefiige, eerlijke volksvermaken worden ingerichtdoch hot is de overdrijving, welke wij beoordeelen als noodlottig roor alle goede betrachtingen. Dat men de sport beoefene tot uitspan- ïiüg en verzet, zelfs ter ontwikkeling Ier lichamelijke kracht, is te verstaan; naar dat de geesten er zoodanig door Opgezweept worden datalleandere goede neigingen op den achtergrond raken, sulks valt te betreuren en dient derhalve ,krachtdadig tegengewerkt. Een volk, dat nog slechts bewondering aver heeft voor de lichamelijke kracht van een kampioen en enkel zijne vol doening vindt in diens roekeloosheid, 'welke soms aan doodsverachting- grenst zulk volk is noodzakelijk ten val 'gedoemd, daar het aldra onmogelijk zal blijken, deszelfs zedelijke vermogens te ontwikkelen. liet oude Rome was zijnen .ouderdom nabij, toen liet volk aldaar 'nielsmeer vroeg dan Brood en Spelen". Toen is die natie, welke eens de wereld overwon, gestikt in hare zedeloosheid. Die overdreven verheorlijking der lichamelijke kracht kan dan ook niets anders dan ons volk ontzenuwen, ja verdierlijken, en de zielen onvatbaar maken voor hoogere gedachten. De buitensporigheden op het gebied der sport dienen derhalve met krachtige hand beteugeld to worden, wil men de noodloltigste gevolgen vermijden niet enkel op zedelijk, maar ook op stoilelijk gebied. Niet de edele geestesgaven verwekken inog de bewondering der volksmenigte niet diegenen worden geëerd en ge roemd, die door talenten, door hunne kunst hot volk verzedelijken en geeste lijk verheffen maar wel worden als helden gevierd zij, die in uitspattingen van allen aard roekeloos huu eigen leven wagen. Droevige geestestoestand, voorwaar, der volksmenigte Want het is niet enkel de verheerlij king der lichamelijke kracht en der behendigheid, die de menigte naar de schouwspelen lokt het is vooral de geprikkelde bewondering voor het doodsgevaar, dat de kampioenen trot seeron, welke de volksmenigte aanhitst.. De vele doodelijke ongevallen, door die schouwspelen reeds veroorzaakt, zou den nochtans ons volk het onzedelijke dier vertooningen moeten doen beseffen en het terugleiden tot een beter begrip van 't schoone en hot goede in zijne uilspanningen en vermaken. Vooral voor onze jeugd ligt in die overdreven lust naar spel en vermaken een groot gevaar besloten. Inderdaad, de jeugd verwaarloost van lieverlede al wat hare geestesontwikke ling kan bevorderen letterkundige of wetenschappelijke genoegens vinden geenen toegang meer in de jeugdige zielen alle wilskracht om zich op te wekken tot hoogere menscheo, wordt in de harten der jongelieden versmoord. Slechts eene zenuwachtige gejaagdheid dryft hen vooruit naar sport en spel, welko zelfs niet altijd de lichamelijke kracht ontwikkelen, maar integendeel soms, door overdrijving, schadelijk zijn. Alle mooie idealen, welke het leven der jeugd veraangenamen en versieren en later onze jongelingen moeten aan sporen tot grootsche en edelmoedige daden, worden in liet hart dor jeugd uitgedoofd, om de plaats te ruimen voor louter zingenot. Dit is een ernstig gevaar, dat de maat schappij bedreigt, terwijl deze meer dan ooit behoefte beeft aan werkdadige krachten. Zingenot en onzedelijkheid tech houden gelijken tred en hebben steeds do grootste onheilen aande samen leving berokkend. Dat eenieder dan, die het welzijn der maatschappij wil behartigen, in de mate zijner krachten het zijne bijbrenge om den uilzinnigen trek naar spel en vermaken bij de volksmenigte te bestrij den en het volk het besef zijner zedelijke eigenwaarde terug te schenken Werken wij derhalve om den geest vau ons volk te ontwikkelen on te ver edelen en vatbaar te maken voor eene betere eu hoogere levensopvatting BERT VAN WEERT. Dit is de geschiedenis van eene vrouw die jaren lang geslaafd had en gewerkt, en het brood uit haren mond had ge spaard voor hare kin leren. Edele moeder Aldus had zij twee duizend negen honderd franken bijeongekregen en daarvoor had zij negen- en twintig stads- loten gekocht, Die stadsloten had zij zeer zorgvuldig weggestoken, opdat tiaar man zo niet zou vinden. Waarom dat Omdat hij een vuile dronkaard was, en verteerde al wat lnj vast kon krijgen. Ongelukkig, hij vond het geld. En hij begon te zuipen dag en nacht. Dat deed de vrouw achterdocht krij gen. Zij ging naar haren schat zien. Twee stadsloten waren reeds ver dwenen. Jn hare gramschap wierp zij de ove rige in het vuur. Dwaze vrouw 1 Zeker, als gij moest kiezen tusschea zo in het vuur werpen en zo te laten opdrinken, dan was het eerste te ver kiezen. Maar, waarom het geldt niet op de Gij weet toch wel, dat de wet u het recht geeft een spaarboekje te bobben, waar uw man niet aankan. Stad i^kelsl. Oj» Zaterdag 19 Maart a. 8e vervolg. Over haar theetasken heen zag zij met groote oogen naar den clubman, en bo- Bpeurde weer op zijn gezicht de merkwaar dige uitdrukking.En toen zij zich afwendde, zag zij in de oogen van zijne zuster ook weer dienzclfden stommen, veelzeggendcn blik. En plotseling begreep zij hot. Over deze ouderwetsehe, behaaglijke, aan de stormen der wereld onttrokken woning zweefde eene groote leugen, eene heilige leugen, die allen kenden bchalven ééne. Want zij gold haar, de vriendelijke kleine oude dame in don rolstoel. Die geloofde aan haron zoon, rotsvast. Die zou ieder, die haar de oogen had willen openen, uitgelachen en de deur gewezen hebben. Dit gevoelde jonkvrouw von Wac- kerode duidelijk, en haar hart werd al zwaarder van een vaag en bang besef, dat de inrichting van de wereld toch niet zoo eenvoudig was, als zij hot zich dezen mor- gend nog op hare reis naar Berlijn had voorgesteld. Inmiddels was er nog een lid van de familie binnengetreden, een jonge man in de uniform der keizerlijke marine en Horst stelde hem voor als In de Fransche Kamer heeft men de begrooting van oorlog besproken. Een framasson heeft hem niet geschaamd, in openbare zitting, te vragen dat men, in de benoemingen van officieren, zou re kening houden van hunno politieke denkwijze, in andere woorden dat de officieren die naar do kerk gaan of zulk aan hunne vrouw en kinderen niet verbieden zouden verstoken en uitge sloten worden. De framassons werpen hun masker afwat ze, tot nu toe, bedekt, in hunne donkere holen deden, vragen ze nu in het openbaar. Te Bordeaux had het examen voor de toekomende officieren plaats in de fra- massonslogie Achmoest men in België alzoo te werk gaan mot de officierou die fra masson zijn, hoevelen zouden er mogen van ondertrekken En onze liberalen noemen dan Frank rijk het land der vrijheid Gij hebt God verbannen uit de school en daardoor de kinderen van alle zedenleer ontroofd. Wie heeft dat gezegd Maurits Allard, socialist, in de Fransche Kamor, den 20 Januari 1910. o Da kinderen behooren den Staat al- vorens de Kerk te behooren. Wie heeft dat gezegd Socialist Hubin, in de Kamer van volksvertegenwoordi gers, den 15 Februari 1910. o— In de scholen moet men de kinde- ren het katholiek geloof, het geloof hunner vaderen onderwijzen. Wie heeft dat gezegd G. Gompayré, lid van het Fransch instituut. o— Het onzijdig onderwijs bestaat niet, eeu onderwijs is godsdienstig of god- deloos. Wie heeft dat gezegd M. Aulard, professor in de Parïjsche lioo- geschool. o— De onzijdigheid der scholen is eeu hersenschim, de onzijdigheid van on- derwijs is slechts een woord om het volk niet te verschrikken.Wie heeft dat gezegd Payot, rector der academio, opziener van het lager onderwijs. o— Waarom nog sprekon van onzijdig- lieid in 't ouderwijs Wij weten ge- noeg dat ons onderwijs goddeloos is en dat een onzijdig onderwijs niet kan bestaan. Wie heeft dat gezegd M. Viviani, minister van Arbeid in Frank rijk. o Wij willen in alle steden, in alle dorpen het onzijdig onderwijs. Wie zegt dat Al de liberalen en socialisten van België. o Wij willen voor onze kinderen een kristelijk onderwijs. Wie zegt dat Al de katholieken van België. Mijn neef de zoon van mijn over ledene zuster. En met een nadruk,dien zij wel begreep, vervolgde hij Binnen acht dagen vertrekt hij naar West iDdie. Iloc verder van Berlijn, hoe beter De adelborst zette zich aan tafel en at en dronk en mevrouw von Henning knoopte het gesprek weer aan. Gij komt zeker naar Berlijn om eens naar hartelust te dansen vroeg zij vrien delijk. En toen Anne-Marie treurig het hoofd schudde, vervolgde zy, op veranderlijken toon Of ik wil toch niet hopen, lieve jonkvrouw,, dat u iets onaangenaams hier heen gebracht heeft Helaas ja mevrouw antwoordde Anne-Marie met een strakke blik op den vijand tegenover haar. Een broer, die zich slecht gedraagt Och, hemelscho goedheid, wat doet hij dan De oude grimmigheid kwam weder over haar. Hij speelt, die deugniet zegde zij vol eerlijke verontwaardiging, met hare diepe altostcm. Aan hot plotseling zwijgen om haar hoen bemerkte zij dat zij iets had gezegd, waar over hier in huis liever niet gesproken werd. Op Horst zelf kon dit evenwel geen betrekking hebben want die stond voor zijne moeder buiten verdenking. Maar eene pijnlijke stilte hcersclite aan de tafel, tot eindelijk de oude mevrouw von Henning zich tot haren neef wendde en met zacht trillende stem zegde Nu ziet gc weer eens, Paul, waar het spel toe leidt. Vergeet nooit, dat ge aan uwen oom Horst uw woord van eer go- geven hebt, nooit eene kaart te zullen aan raken - Neen. Dat vergeet ik natuurlijk niet, antwoordde de adelborst ernstig, en hij zag van zijnen telloor op eerbierdig naar zijnen oom Horst von Ilenning. Anne-Marie had moeite een schamperen lach te onderdrukken. Die zat daar steed3 met zijn halven spotachtigen glimlach,, die schoen te zeggen wij zijn allemaal zon daars 1 En hij, die speler, liet zich door een jon geling, over wien hij den voogd uithing, het ecre woord geven van levenslang de groene tafel te zullen mijden. En hij, die booze geest, verschafte hier aan zijne moe der, door een vrome leugen, een genoege- lijken levensavond En hij do roover,zorgde voor zijne zuster. En heel deze kleine, onschuldig vroolijke kring van mcnschon leefde van hem en van zijn spel. En een adem van behaaglijk heid doortrok deze ouderwetsehe kamers een droomerige vrede, zooals anders slechts een eerlijk bestaan en goed go weten brengen kunnen... Do kleine grijze dame wae tevreden, in Van's middags tot middernacht, eenige iienstdoende Apotheker, op Zondag 13 Maart 1910, M. Bonner,Bisschopstraat. Liberale slimmerik. M. Cocq, liberale volksvertegenwoordiger van Mechelen, beweerde in de Kamer, dat de Broeders der christelijke scholen niet op de hoogte zijn van het onderwijs, 't Was reeds dom genoeg zoo iets te be weren dat wist de kerel wel. Maar hij wilde aan zijne dommigheid het uiter lijke van een bewijs geven. Wat doet hij Hij haalt oen boekje uit den zak en leest de regels voor die de Broeders worden voorgeschreven voor het onderwijs. Ongelukkiglijk werd bewezen dat het boekje dat. M. Gocq daar las, gedrukt was in.... 1720 Over bijna twee honderd jaar Hetgene den slimmerik niet belette uit te roepen En ziedaar hoe die Broe ders nog achteruitzijn en er NIET bij te voegen dat de regels van 1720 noch voor Bro3ders-onderwijzers, noch voor leeken-onderwijzers in voege zijn in 1910. 't Is maar altijd het gebod van Vol taire nagekomen Liegt maar, jongens Z. H. Paus Pius X geeft in eene bro- chuur van 52 bladzijden, verslag over de uitdeeling der sommen door de katho lieke wereld ter zijner beschikking ge steld ten voordeele der slachtoffers van de vreeselijke aardbeving, die in 1908 Messina eu andere plaatson verwoest beeft. Do totale ontvangsten bedroegen frs. 6,849,998,54, .die besteed ziju geworden aan het inrichten van schuilplaatsen voor de slachtoffers, woezenhuizen, ge stichten, alsook aan het heroprichten van de vernielde kerken en seminaries. Wanneer zal het gouvernement van Italië verslag geven over de bjsteding van de sommen door hom ontvangen 1 Ondertusschen luiden de berichten dat er weer eene aardbeving is ontstaan in Italië. 't lsgewooalijk op dit tijdstip dat Si cilië en Galabrië door aardbevingen go- troffen worden, zoodanig dat de streek mettertijd als onbewoonbaar en onvoilig zal worden aanzien. Opslag.—Er zij a geruchten in omloop als zou de jaarlijksche vergoeding der volksvertegenwoordigers worden ge bracht, van 4000 op 6000 fr. De herziening der grondwet is hiertoe noodig, zooals men weet. hare eenzaamheid weer eens eene nieuwe toehoorderos voor hare oude herrinneringen te hebben. Zij babbelde gedurig, en al drukker en onophoudelijkcr, hoe stiller, in radeloos gepeins verloren dat jonkvrouw von Wackerode daar naast haar zat. In hare jeugd was zij hofdame geweest, ergons in eene kleine Saksische residence. Daarover praatte zij onvermoeid over personen en families, die reeds sinds men- sehengeheugenis in den grafkelder sliepen; over oudjufferlijke princessen, van wien geen sterveling meer iets wist; over hof maarschalken en liofjagermeesters, cere dames en kamerheeren, die al sedert eene halve eeuw onder de groene zoden lagen eene verzonken en vergane kleine heer lijkheid, die nog slechts in die warme schemerige kamer in de herinnering eener oude vrouw voortbestond. En hoe meer zij vertelde van al die dooden, des te meer verlevendigde zich haar fijn kindergezicht mot de zilveren lokjes en het witte mutske or op. Zij dwaalde al verder en verder weg in den doolhof van het verlcdeno in het opkomen en vergaan van de deftige families van toenmaals. En eensklaps schoot haar te binnen ja, ja, zeker wel er was toen ook een Wackerode ten hove voorge steld geworden, de vrouw van een hoofd officier, die zijnerzijds weer met haren man zaliger in den tweeden graad vermaag schapt was geweest. Ja, ja, zoo was het 1 Dus wel beschouwd, waren eigenlijk de Wackcrode's en do Hcnnings nog met elkaar verwant j Nu, nu toch wel een weinig héél ver, moederke viel haar zoon lachend in. Ilij had al dien tijd in een donkeren hoek van do kamer in een leunstoel bij eene fiesch wijn gezeten, nu en dan heimelijk geeuwend, en tusschendoor mot diepe be langstelling. den goudigen weerschijn be ziende die het lamplicht spelen liet op Anne-Marie's blonde hoofd. Nu stond hy op en schonk zich een tweede glas in. Weet ge ook iets van die fabelachtigo nicht, jonkvrouw von Wackerode vroog hij. Niet Het zal toch wei waar zijn, want in dergelijke dingen vergist moedor zich nooit... Nu laat ons dan op onze goede verwantschap eens klinken En Anne-Marie deed gedwee wat hy wilde, en raakte met den rand van haar glas aan het zijne. En terwijl zij dronken, zochten over den donlterrooden wijn hunne oogen elkander en bleven in elkaar rusten. Ilij ledigde het glas tot op den bodem. En zij deed hetzelfde. En zij dacht daarbij, met spijtige, hulpelooze bitterheid. Daarom dus hen ik naar Berlijn gekomen, om met dezen verdervcr van mijne familie aan tafel to zitten en goodo kameraadschap te houden en bijna aan zyn welzijn te drin ken I En dit kwam alles zoo van zelf, zonder haar toedoen, tegen haren wil eenvoudig alsof het zoo wezen moest. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1910 | | pagina 1