Donderdag 21 April 1910 5 centiemen per nummer 64stfc Jaar 4250 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan ran de Stad en Arrondissement van Aalst. Booze Geest. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Goddeloosheid en misdaad. DE De nieuwe wet op de Werkrechtersraden. De onzijdige School. Laud- en Tuinbouw. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- :ening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor le Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes naanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving jindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- rangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putle-Goosaens, Korte Zoutstraat, Nr 31 jn in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen Lij accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. CUIQUB 8UUH. Aelat, «O April 1910. Geen dag bijna gaat voorbij of men ziet met schrik het getal misdaden ver meerderen. Velen vragen zich met verwondering af waaruit spruit dit akelig aan groeien van moorden, zelfmoorden, brandstichtingen, diefstallen enz. voort Wie zijne oogen in het ronde werpen wil, zal weldra zonder moeite of twijfel de oorzaak er van ontdekken. Bestrijdt men dan niet onverpoosd en met helsche hardnekkigheid de chris- tene of godsdienstige leerstelsels Men houdt den mensch voor dat het leven hier op aarde alles is voor hem, dat er hem hiernamaals noch belooning, noch straf te wachten staat. Is het dan te verwonderen dat vele menscheu den vollen teugel aan hunne driften geven daar men niet alleen de bekrachtiging der wet, maar de grond vesten zelve der wet vernietigt Immers het kan niet anders eens zulke gedachten in den geest des menschs gedrongen, en hij zal geen dwang meer erkennen hij zal maar eene zaak in de wereld als echt en waar aanzien genot en niets dan genot In God alleen ligt de roden van plicht en zedeleer en men loochent God en zijne almachtige voorzienigheid. De kracht der waarheid lokt soms merkweerdige bekentenissen uit, zelfs door dezen die verre verwijderd zijn van alle godsdienstige gedachten. Soms herken non zy dat het aangroeien der misdadigheid is toe te schrijven aan het verlaten van den Godsdienst, aan godde- looze schriften die de zeden bederven, de driften aanvuren, den mensch voor stellen als een dier dat daar leeft om zijne zinnen te voldoen. Wij vinden onder andere, in een tijd schrift, eene bekentenis van den maar al te beruchten Zola, bekentenis, die ons het pijnelijk tafereel van onzen tijd voorstelt en het hart doet toeprangen daar het ons de vruchten van de zede loosheid on der misdadigheid klaar voor oogen brengt Nooit, zegt Zola, scheen het leven lastiger om dragen Na de groote maat- schappelijke omwentelingen zag men dikwijls dezen afkeer van het leven, dat verlangen tot de rust in den schoot der aarde. Het is een slechte wind, wiens adem de dood voert. De besmetting der zelf moord vertoont zich als eene pest, men weet niet waaruit voortgesproten.Nooit heeft de besmetting der dood zoovele slachtoffers gemaakt Men verlaat het leven in massa, van afkeer, met het verlangen alleen der goede rust op het kerkhof, als de Mei zon de grafsteden verwarmt. En daarbij ziet men nog het bloed der vermoorden de straten bezoedelen Men doodt zich en men wordt vermoord. De eenen slaan, door drift voor de dood de andoren huilen van schrik onder den dolk der moordenaars. Allon gaan heen en gaan liggen op den vloer der doods- huizen. Altijd bloed, dat het met schrik of vreugde vloeie. Men moordt, men zelfmoordt zich omdat men het leven beu is. Maar is het te verwonderen als men in het leven niets anders ziet dan ge nieten Geloof en hoop kunnen alleen het menschdom uit dien afgrond redden met hem iets grootér en verhevener te toonen. Een leven hierna van heilig ge luk en bovenal de plicht zich te onder werpen aan Dengene welke ons uit den niet trok, en noch strijden en lijden onbeloond zal laten 1 P. T. De wet op de Werkrechtersraden die nu geheel afgemaakt is door de Senaat, gaan we in korte trekken voor onze lezers schetsen. Men weet dat die wet nog door de Kamer van Volksvertegenwoordigers moet gestemd worden, doch dit zal niet veel tijd vergen, daar de Kamer reeds de voornaamste bepalingen ervan stemde. 1De bevoegdheid. De Werkrechtersraden zijn ingesteld om, hetzij in der minne, hetzij anders door een vonnis, de geschillen op te lossen, over den arbeid ontstaan, hetzij tusschen bazen van den eenen kant, en hunne werklieden of bedienden, van deü anderen kant, heizij tusschen de werklieden of bedienden zelf. Zij zijn er ook meê belast maatregelen te nemen om den eigendom der plannen en mo dellen te vrijwaren, en mogen door de regeering geraadpleegd worden over de arbeidskwesties. 2. Wat zijn bazen Door bazen verstaat de wet al dege nen, die voor een bandels- of nijver- heidsboroep een of meer werklieden of bedienden gebruikenook de apothe kers, de hoveniers eu de barbiers ver der de eigenaars on reeders van schepen voor de zeevischvangst, en in 't algemeen al degenen, die, tegen een overeengeko men prijs, in geld of in natuur, het ge bruik van lokalen, werkgereedschap of drijfkracht aan werklieden afstaan. De wet op de werkrechtersraden wordt dus toepasselijk op een grooter getal beroe pen en bedrijven dan vroeger. 3. Wat zijn vjerklieden f Onder den naam van merklieden ver staat de wet degenen, die gewoon zijn voor een baas handenarbeid te verrich ten. Met de werklieden worden gelijk gesteld de leerjongens, de werkhuis- meesters, de ploegbazen, meesterknech ten, opzieners, dienaars, concierges, kantoorloopers, bewakers, dienstlieden, de ambachtslieden voor eigen rekening werkend, de schippers en visschers, enz. 4. Wat zijn bedienden Onder den naam van bedienden wor den verstaan al degenen, die gewoon zijn voor rekening van een baas eeni- gen geestesarbeid te verrichten, onver schillig welke hunne jaarwedde zij de beheerders en bestuurders worden er niet onder begrepen. 5. Wie valt er niet onder de toet De wet is niet toepasselijk op de open bare besturen, die voor eigen rekening eene onderneming drijven ook niet op de personen, die werken voor rekening van een familielid, bij wien zij inwonen evenmin op de eigenlijke dienstboden en huisknechten en meiden. 6. Samenstelling der werkrechtersraden. Elke werkrechtersraad zal in twee kamers kunnen verdeeld worden, eene voor de werklieden en de andere voor de bedienden. Hij mag ook gesplitst worden in bijzondere kamers voor be paalde nijverheden of handelsbedrijven. 7. De verkiezingen. De leden worden voor de helft geko zen uit de bazen en voor de helft uit de werklieden en bedienden. Zijn kiezers al de werklieden, bedienden en bazen, hooger aangeduid, die 25 jaren oud zijn eu sedert ten minste één jaar hun be drijf in het gebied van den raad uitoefe nen. Zij zijn verkiesbaar, wanneer zij den ouderdom van ton volle 30 jaren bereikt hebben op den dag der stem ming. De vrouwen zijn kiezers en kies baar zoowel als de mannen. 8. De griffiers. Als griffiers wordt aan deze raden toegevoegd een advokaat voor het rechtskundig gedeelte. Deze griffier zal nu Vlaamsch moeten kennen, ook in het Walenland. De officieele Hollandsche onderwijzers stonden tijdens hun kongres te Leiden op Kerstdag gehouden de wel bepaalde onzijdige school voor. Een liberaal Duilsclie orgaan dec Kol- nische Zeitung zegt dat do officieele Hollandsche onderwijzers de ergste afbrekers zijn der onzijdige school in Holland. Dat ingezien, zegt het blad, mogen de godsdienstige partijen zich gerust onthouden van alle propaganda. Het zijn de onzijdige onderwijzers zei ven die de leerlingen uit huDno school jagen, en de godsdienstige scholen be volken zelfs de liberale familiën staan op tegen de scholen in dewelke huDne kinderen overgeleverd zijn aan socialis tische propagandisten Baron Von Wei deren, liberaal lid van de Staten Generaal heeft als volgt do zienswijze der liberale familiën uitgedrukt: lk heb de onzij dige school bijgewoond, mijne kinderen ook, maar mijne kleinkinderen zullen ze niet meer bijwonen. De katholieke scholen en de kalvinis- tische aanvaarden met open armen de kinderen die in massa de onzijdige scho len ontvluchten. Hot is natuurlijk dat zulks de open bare besturen ontroerd heeft: de stad Rotterdam heefi beslist dat alle onder wijzer welke openbaar belijdt socialist te zijn, zal afgesteld worden, en dat geen enkele onderwijzor nog bij eene openbare school zal benoemd worden indien hij geene voldoende waarborgen geeft van antisocialistische overtuiging. Het liberaal Duitsch orgaan keurt dus do beslissing van den Rotterdamsche Gemeenteraad onvoorwaardelijk goed. Zoo gaat het in Holland. Doch in België gaat het er anders toe. Men sticht hier Normaalscholen om onzijdige of geuscho onderwijzers te kweeken. In vele steden lijk Antwer pen, Brussel, Bergen, enz. kan men tot het ambt van onderwijzer niet benoemd worden als men geen certificaat van socialism of geuzerij bezit. 14* vervolg. Als ik u verzoeken mag, bemoei u met uwe eigen zaken Neemt go de bank aan? Ja. Horst von Ilenning was eigenlijk over tuigd dat hij thans verliezen zou. Maar hij wilde de zaak tot het einde doorzetten. Eenmaal neem ik bet aan, zegde hy. En hij zag bedaard toe, hoe de surnume rair naar de wijnkaart greep, haar in twee stukken scheurde en op de achterzyde van de eene helft mot bevende vingers het cyfer 60,000 en zyn naam krabbelde. De kaarten ritselden en twee minuten later was alles afgeloopen. Met een gebaar van walging alsof hij iets vuils had aange raakt, smeet Benno zijn spel op de tafel. Hy was verloren 1... Eerst stond hy wankelend op, alsof hy heen wilde gaan. Maar toen ging hij eens klaps weer zitten, greep naar de andere helft van do wijnkaart en wilde opnieuw gaan schrijven. Maar Horst maakte eeno afwijzende beweging. De bank past, zegde hij Zoo dat is wat nieuws Volstrekt niet. Ik heb bet reeds voor den laatsten coup aangekondigd. En waarom, als ik u vragen mag Redenen behoef ik u niet te geven, antwoordde Horst hoffelijk maar kort. En Benno von Wackerode begon nu zelf to begrijpen dat het genoeg was. Onmoge lijk zou hy binnen vier-en-twintig uren al het geld bijeen kunnen brengen, waarvoor hij op al deze smerige snippers zich met zijne handteekening, met zijne eer, dus, bad verborgd. En tot Ostermeier zegde von Henning Als gy tijd hebt, kom dan tegen vier ure eens bij von Wackerode. De advokaat knikte toestemmend en antwoordde Ja, ja, we mootcn dat varken zien te wasschen. Ge zult blij mogen zyn mijn waarde Henning als ge do helft van het geld in comptant geld binnenkrijgt. Hij bezit het oenvoudig niet meer Zoo'n aap I)at verspeelt nutteloos het goed van zyn vaderen 1 Nu, tot wederziens dus Toen Horst von Henning om vier ure bij Benno von Wackerode aanklopte lag bet manneke nog in diepen slaap. En toen Horst hem zachtjes gewekt had. greep hij met de hand naar zyn hoofd, staarde eerst wezenloos rond, scheen zich toen het ge beurde van den vorige nacht te herinneren, word nog bleeker dan hy reeds was, en stotterde met zware tong Zoo Is 't al tijd Moet ik er al uit Bah ik bleef liever liggen voor goed 1 Welk een ongeluk gisteren, hé Ja, men moet maar stoeffen Maar 't alles door die lieve zuster van mij Had die mij met rust gelaten, dan zou de hcele historie niet voorgevallen zijn Ik wacht hier naast tot ge uw toilot gemaakt hebt, zegde Horst von Henning. Hij voelde eene walging van den blon den aap, dio de schuld zijner dwaasheid nu nog op zijne zuster wilde schuiven. Wre velig ging bij in de aangrenzende stu deerkamer van den surnumerair, en wachtte tot het ventje zich zou hebben aangekleed. Maar weldra trok iets anders zijne aan dacht. Eerst een bellen aan de deur, en toen een diepe, welluidende meisjesstem, die met nadruk tot den huisknecht sprak. Hij trad vlug naar buiten en, jawel, daar was zij groot en slank en knap, en met eene kleur van verontwaardiging op do lakei neerziende. Bij zijn verschijnen kon zij eeno bewe ging van blijdschap niet onderdrukken. Goed dat go daar zijt, mijnheer von Henning Die man hier maakt zwarighe den Ik zal mij toch wel mogen veroorlo ven, met mijn broer to komen spreken wanneer het my past, zonder naar het oor deel van meneer den huisknecht te vragen Kom hier maar binnen zegde Horst en leidde haar in de kamer. Daar zag hy dat haar gelaat ontsteld was en dat zij een brief in de hand had. Wat hebt ge daar vroeg hij. Hier, loos zelf maar eens 1 Daarmeê werd ik dezen morgend vroeg verrastDe deugniet hoeft zeker weer domme streken uitgezet kolossale Ik voel hot 1 Zij gal hem het papier en las Lieve Anne-MarieIk had gisteren een paar onvoorziene uitgaven. Go moet ray dus voor vier-en-twintig uren aan een weinig geld helpen. Morgen krijgt gij het stellig terug, met een schoon geschenk. Leen mij dus uw reisgeld dat ge by u hebt, en zeg aan oom dat ge niet genoeg hebt. Dan leent hij u ook, en ge geeft het aan mij. Maar zeg hem niet dat liet voor my is. Misschien kunt ge ook wel een juweel tot morgen leenen Hoe meer hoo beter Ik Veevoeding. Alweer eene nieuwig heid. De landbouwwetenschap gaat zichtbaar vooruit. Is 't misschien omdat hedendaags alles in de snelheid gelegen is velo's, auto's, bloctreinen en vlieg- machieuen Bijna dagelijks komen er nieuwigheden iu planten- en dieren- voeder. Nu weerspreekt men van soja- boonen en sojakoeken. Wat is dat Soja is een peulgewas, vreemd aan onzen grond, waarvan de boonen zeer rijk aan olie zijn. Deze boonen worden niet als veevoeder aangewend zij worden in de olieslagerij geperst, brengen koeken en meel voort.Wordt de olie er bij mid del van den stoom uitgetrokken, zoo bekomt men een soort grof, korrelig poeder, sojapoeder genaamd, dat met het sojakoekmeel niet mag verward worden. Nu, er worden pogingen aan gewend om die koekeu en meel als vee voeder in den handel te brengen, maar tot heden loopt dit nog niet op rolletjes. Het vakblad De Veldbode maakt er zijne lezers opmerkzaam op, in de volgende woorden Bij de ruime keuze van voedermid delen die wij reeds bezitten, weze men voorzittig bij den aankoop van wat nieuws. De ervaring leerde,dat de boter bij de voeding van hoogergenoemd kraclitvoeder,een olieachtigen en zoeten smaak kreeg 't Valt nu ook to zien of hetzelfde voeder ook den gewenschten smaak aan vet en vleesch geeft, bij de daarmede gemeste dieren. Neen, de veehouder weze nooit te haastig. Hij geve nog steeds de voor keur aan het gekende suikervoeder, merk sucrema dat best geschikt is om boter, vet en vleesch vau eerste hoe danigheid te leveren. kom in den namiddag by u. Uw trouwe broer Benno. Alsof ik hem niet kendo zegde Anne-Marie, met bevende hand den brief terugnemend. Natuurlijk beeft hij, om mij te tarten, gisteren dadelijk al zyn beschik baar geld verspeeld en nu zou ik goed genoeg wezen hem nieuw geld te verschaf- fon 1 Is liet niet zoo, M. von Henning Gij moet dat toch wel weten Henning aarzelde even en antwoordde vastberaden Neen, het is niet zoo. Hot is erger. Nog erger Hoe dan In zoover, dat men niet alleen mot comptant geld maar ook op eerewoord spelen kan, en daarmeê heeft uw broer, om het u maar in eens te zeggen, jonk vrouw von Wackerode, deze nacht eene som van honderd twintig duizend mark verloren. Zij hoorde dit cijfer stil aan. Zy begreep het blijkbaar niet zoo opeens. Toon zegde zjj, met groote oogen Maar zooveel hebben wij niet.... Dat vrees ik ook. Maar, dat is niet mogelijk... Hoeveel zegt ge 1 Hondcrd-twintig-duizend mark. Zij sprong met een gil op. Nu begreep zij het. Dus, in één woord, wij zijn geruï neerd I Benno hoeft nu voor goed zichzelf en ons tot bedolaars gemaakt Alios is verloren Het ligt er aan, wie gowonnen heeft, zegde Henning kalm. En wie is dat dan Ik. Hierop volgde eeno stilte. Anne-Marie trad bij het venster. Henning kon haar ge zicht niet zien. Hij merkte enkel hoe zij over het gansche lichaam beefde. Eindo- lijk zegde zij dof. O fooi 1 Daar hy niets antwoordde herhaalde zij, diep ademend O foeiDat had ik niet van u gedacht Zij wendde zich langzaam om en zag hem strak in hot aangezicht. Groote tra nen rolden over hare wangen. Op het ongeluk zelf, daarop was ik al voorbereid. Ik heb het zien aankomen, sinds weken al. Liever de zekerheid van het ergste, dan die slapelooze nachten van die bange stemming... Maar dat gij, die my gisteren nog beloofdet mij te zullen hel pen, dat gij... O, dat nijpt mij de keel dicht Ik moet toch wel dom zijn, dat ik my zoo in iemand kon bedriegen. Wat heb ik u dan beloofd zegde Horst von Henning. Ik wilde verhinderen dat uw broer zich ruïneerde en dat is my, dank zijn blinde speelwoede, ook gelukt. Hij heeft niets meer, en kan dus in 't ver volg niets meer verspelen. Zij werd van toorn bleeker. Wilt ge my ook nog bespotten Wat behoort mij dan toe Niets Dat weet ik niet, jufvrouw, ant woordde haar vijand bedaard. Ach, daar is uw broer Wees niet bard tegen hem, hij ziet er jammerzalig uit 1 De kleine surnumerair was een beeld van jamraerlykheid, toen hij binnenkwam. Hij zag angstig naar zijne zuster, die hem den rug toekeerde. De uittardende stem ming, in welke hij 's morgens dien brief aan haar geschreven had was verdwenen. Hy was geheel vernietigd, viel op een stoel en brak in tranen los. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1910 | | pagina 1