D1RKA Zondag 8 Mei 1910 5 centiemen per nummer 64sle Jaar 4255 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. ledereen gelijk aan den dijk. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De tabak in België. Een groot proces DITJES en DATJES. Spaansche Oproerlingen van 1576 te Aalst DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- Kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goomens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d# bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen hij accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. CU1QUE 8UUM. Vela», T Mei 1910. Ja, iedereen gclyk aan den dijk, i. a. w. iedereen gelyk stemrecht. Veel wordt er weer geschermd met het gelijk stemrecht voor iedereen alle man gelijke rechten dat klinkt toch zoo schoon en 't zou zoo aangenaam zijn te kunuen zeggen aan den nederigen werkman dat hy gelijk is aan zijn rijken of welhebbendeu gebuur, dikwerf zijn huismee-ter. Dat is de blinkende zijde van het stelstel en ware liet anders niet, ik weel niet waarom men aan iedereen dit gelijke recht zou weigeren. Maar er valt te ouderscheiden. Do samenleving is niet alleen eene verzameling van persoonlijkheden, 't is niet alleen de belangen van dezen of genen persoon die in de weegschaal moeten gelegd worden, maar wel de aangelegenheden van de verschillige maatschappelijke standen de werkers- stand, de middenstand, de hoogere stand zyn de drij groote groepen welke, door hun onderling verstand de samenleving uitmaken. Het welzijn der maatschappij voreischt dat deze drij lidmaten welvarend zijn, dat zij samenwerken en verbroederen. De rechtvaardigheid in staatszaken vereischt dat alle drij op politiek gebied met gelijkheid behandeld worden dien rechtvaardigheidszin betracht de kalho lieke Partij in hare overtuiging door het meervoudig stemrecht men moet beletten dat in kieszaken de eene stand gansch overrompeld worde door den anderen men moet de verschillige standen gelyke macht verleeuen bere kend volgens hunne getalsterkte. Het zuiver algemeen stemrecht, - alle man een stem - zou de volledige over machtgeven aan de handarbeidersstand, waartegen een karlel van den midden stand met den hoogereu stand nicls zou vermogen en deze almacht van den eenen stand zou noodlottig wezen voor de anderen. Onbetwistbaar ware liet na korten tijd de oudergang, de dood van den mid denstand, van de klein burgerij in 't alge meen, de klein handelaars en klein nijveraars, de neriugdoeuers en am bachtslieden. Wij hebben in andere landen al voor beelden gezien van zulke droevige samenleving waar de middenstand ver dwenen is. Gij, middenstanders, klein-burgers, moet uit eigen belang, ja, wij herhalen hetuit eigen belang vijandig zyn aan 't zuiver algemeen stemrecht, omdat het OiiveimijuelljK. du dood van uwe klas, van uwen stand voor gevolg zou hebben en uwen ondergang zou verwekken. Gij, werklieden zelf, moet het zuiver algemeen stemrecht verstooten het verdwijnen van den middenstand zou voor u den weg afsnijden om u to ver heffen op het maatschappelijke ladder.. Men betwiste het niet, wij kennen tal van bekwame en neerstige arbeiders en ambachtslieden welke door hunnen aan leg welhebberidi klein burgers zijn ge worden en zell's rijke lieden. Neemt de klein burgerij in onze Stad van Aalst, niet eene voorname plaats in?. En hebben wij niet reeds vele werklieden den weg der lotsverbetering zien opgaan Men late zich dus niet om den tuin leiden door dien schijn van gelijkheid die liberalen en socialisten roodec en groene voorspiegelen. 't Is maar zinsbegoocheling eene gelijkheid die maareonigo oogenblikken duurt den tijd om te gaan stemmen, maar die u inderdaad meer kwaad zou berokkenen, die u voor altijd zou belet ten tot werkelijke gelijkheid van wel stand op te klimmen Belang en teeltwijze. Er wordl meer en meer tabak in ons land geplant Builen de streken reeds lang om hunnen fijnen tabak vermaard als Appelterre, Oburg, Semois, Wer- vicq, hebben landbouwers uit andere gewesten deze teelt beproefd, o. a. Lede, Munkzwalm, Templeuve, Wodecq, enz. Men schat dat er jaarlijks meer dan 3000 hectaren tabak geplant worden voor den verkoop, zonder rekening te houden van de duizende kleine per- ceelen, die in Vlaanderen en elders voor eigen gebruik bestemd zijn. De meest geteelde variëteiten zyn de groene Draak, de Philippijnsche en de Burlets. Onlangs heeft M Miserez, staatsland- bouwkundige te Aalst, die sedert eenigo jaren een groot gelal proeven gedaan heeft op tabak, eene zeer belangrijke voordracht gegeven over deze winstge vende teelt indeLandbouwmaatschappij te Brussel. Ue achtbare spreker heeft vooral gesteund op de beste kuituur- wijzen en de oordeelkundigste bemes ting om tabak van fijne kwaliteit te winnen. Want bier geldt het meer de hoeda nigheid, dan de hoeveelheid. Inderdaad, in het zuiden van West-Vlaanderen, zoowel als in de teelten voor persoonlijk verbruik, bekomt men soms tot 3000 kilos per hectare maar die hooge op brengst verkrijgt men gewoonlijk l«n nadeele der hoedanigheid die tabak bevat te veel nicotine, brandt soms slecht veroorzaakt draaiïogen in 't hoofd, bijt in mond en keel, enz., gebreken die men alleszins moet tegenwerken en ver mijden. Dit kan men door eenen goeden keus van variëteit en meststoffen en door voor die plant geen vruchtafwisse ling te volgen, maar haar gedurende verschillende jaren achterelkaar op het zelfde land te telen. Al de planters zijn het eens om te erkennen dat die laatste doenwijze vooral den grootsten invloed heeft op do fijnheid, op de brandbaar hoid en op den geur. Wat de bemesting aangaat, deze wordt meestal verkeerd begrepen. Ge woonlijk maakt men een te groot ge bruik van stalmest en beir. Die twee meststoffen bevatten niet zelden te veel chloor, wat de hoedanigheid ton zeer ste tegenwerkt. Men zal dus een matig gebruik maken van beir en stalmest, maar integendeel een oordeelkundig gebruik maken van scheikundige meststoffen. Onder dezo laatste vermelden wij het amraoniak- sulfaat, superfosfaat en potaschsulfaat als de voordeeligste. Bij de laatste omploeging werke men eeno mengeling in den grond van 150 kilos ammoniaksulfaat, 500 kilos super fosfaat en 100 kilos potaschsulfaat. Eene maand na het planten, 't is te zeggen, vooraleer tabak aan te aarden, strooio men nog 100 kilos sodanitraat. Deze bemesting zou ongeveer 150 fr. per hectare kosten en in de meeste ge vallen eenen goeden uitslag verze keren, zoo onder opzicht van opbrengst als van kwaliteit. William. in zake Boerenbonden. M. Schollaert, Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw, to zamen met zijne mede-kandidaten voor de kie zing van 22 Mei, in bet arrondissement LeuvenMM. de Wouters d'Oplinter en Van den Eynde, komen een proces in te spannen tegen 't liberaal laster- bladDE WACHT, van Tüieneu, om betaling aan elk van eene som van 5ooo frank als schadevergoeding, plus 2o inlasschingen in verschillige bladen, uit hoofde van een artikel over kiespo- lemiek, onlangs iD dat blad verschenen onder titel De Boerenbonden of de grootste geldklopperij onzer eeuw. In dit artikel heeft men de hevige propaganda nageaapt welke de liberalen en socia listen voeren tegen de Boerenbonden, wier vooruitgang en onnoembare weldaden in België en vooral in de buitengemeenten van Leuven, de woede.bij onze tegenstre vers Ueblieu ontstoken. Daar zij deze schoone instellingen niet rechtstreeks kunnen aanvallen, zijn de cartellisten zoo laag gevallen dat ze overgegaan zijn tot de lastering, en niet achteruitwijken voor beschuldigingen van persoonlijke voordeelen, van uit buiting en zelfs van woeker, waartegen het karakter en het verleden onzer vrien den prolesteeren. Deze hebben geoordeeld dat hot hun plicht is, aantijgingen in 't licht te stellen die, verspreid op duizenden exemplaren in gansch liet arrondissement Leuven, door de omstandigheden een moedwillig en vooral nadeelig karakter daarstellen. Wij kunnen onze vrienden niet ge noeg geluk wenschen over deze daad van zuivering der slechte en lage kies- propaganda. Deze polemiek die lang genoeg geduurd heeft, stootte tegen het hart der eerlijke lieden van alle par tijen. Eene school voor verminkte meisjes. Te Erwetegem nabij Sotte- gem, is het Vlaamsch Zwitserland, in een klooster waar men, buiten meer andere instellingen van maatschappe lijk belang, ook eene school heeft voor verminkte meisjes,dat is, voor kinderen die -loor een ongeluk een arm of been, hand of voet verloren hebben, of wel gebrekkelijk ter wereld komen. Men leert er die ongelukkigen een ambacht volgens huune geschiktheid. Er zyn, verzekert men, in de pro vincie Oost-Vlaanderen een 80-tal van die kinderen. Zoodra die kinderen 14 jaar oud zijn, worden zij kosteloos in die school aangenomen op vertoon van eene verklaring van den burgemeester aan den heer gouverneur bevestigende dat het kind gebrekkig is en naar de school van Erwetegem wil. gaan. Voorwaar eene schoone menschlie- vende instelling Het algemeen stemrecht wordt door de liberalen wier brein door hun nen haat niet is beneveld, volkomen afgekeurd. Zoo schryft het liberale Carillon van Oostende, op Dynsdag 26 April 1910 Wat eene dwaasheid zoude wezen, 't ware 't bewind te geven iu de hau- den van onwelenden, van dezen die niels bezitten, van dezen die er geen n belang bij hebben dat degenen die werken hun zuur gewonnen goed be- d houden d Heden ten dage bestaat er geen onkel verstandig werkman die geen sport hooger kan klimmenn op het maatschappelijk ladder. n Maar het zuiver algemeen stem- recht toekennen aan allen, 't is ge it d wee den rug buigen voor de socia- listische heethoofden die leven op de dwaasheid der onwetende massas Zoo is het inderdaad De Godsdienst, is het goed van 't volk zij is het goed van den Staat. Twijfelen aan de waarheid van den Godsdienst, is eene persoonlijke dwa ling, Zo bevechten is een aanslag tegen de maatschappij. Montesquieu. Belastingen. De liberale pro pagandisten pogen de kiezers op te vijzen dat wij, Belgen, meer onrecht- streeksche belastingen betalen dan an dere volkeren. Dit is de waabheid miskennen om niet te zeggen, 't is gelogen. Wij willen het bekennen er bestaan accijnsrecliten op sommige waren bij voorbeeld op alcohol en tabak die toch niet onmisbaar zijn om te leven. Maar op levensmiddelen liggen hier in België het minst onrechtstrceksche belastingen. Men vergelijke wat men in Frankrijk betaalt mei 't gene mon in België uitgeeft aan onmisbare levensmiddelen, ja, in Frankrijk, waar, volgens de liberalen, ons, Belgen, voorbeelden worden gege ven die hier zouden dienen nageleefd te worden. Men betaalt in Frankrijk in België voor een brood (1) 0,90 0,50 kilo koffie 5,10 2,00 zout 0,10 0,05 zeep 0,70 0.35 tabak 4,50 1,60 i cigar*1 12,50 4,00 liter petrol 0,50 0,18 eenedoos stekjes 0,20 0,01 een spol kaarten 1,50 0,10 enz. enz. (1) Brood van gelijk gewicht. Men oordeele nu waar de levensmid delen het minst belast zijn. Eindelijk hebben de Fransche werklieden de ponsioenwet. De Com bisten hadden 1 frank per dag beloofd, de Belgische liberalen beloven dat ook in kiestijd. Wilt ge nu de schikkingen kennen van die langverwachte pen sioenwet Ooren open zulleElke werkman is verplicht elk jaar negen franken te storten voor zijn eigen, 7 fr. voor zijne vrouw en 4,50 voor elk kind. De baas waar de werkman werkt, moet ook 9 frank per jaar bijleggen. En als dat zoo 30 jaar geduurd heeft, dan zal het fameus liberaal-socialistisch gou vernement van Frankrijk bij den intrest aan dewelke de werkman recht heeft voor zyn gestort kapitaal, alle jaren de som van 60 frank bijleggen. Hebt g'het goed verstaan, lezer 60 frank pensioen OF DE DOOR Petuus VAN NUFFEL. I I Tijdens den inval der Spaansche muiters lag Dirka, des toren wachters dochter, in een zachten sluimer. Een hemelsche glimlach dartelde om haren fijngesneden koraalkleurigen mond een zweem van engelachtige schoonheid overtoog haar blank maagdenwezen Zeker moest een droom van heil en zalig genot beur van de aarde wegrukken, haar de dagen van rampspoed en lijden doen vergeten. Buiten danste de regen op de ruiten, ratelde de donder, slingerde de bliksem.... Plots schoot zij wakker, opende de oogen sidderend aanschouwde zij het laaie hemellicht, verliet het bed, deed kleeren aan en knielde godvruchtig voor het beeld van den gekruisten Hei land, dat daar, aan den wand, sinds zooveel jaren hetzelfde plekje sierde. Goede vader - suisde dc deerne. Moge God u voor alle onheil behouden, u tijdens het onweder beschutten Ach, wat duurt hy lang, die bange nacht, hoe traag verloopen de uren.... Bereid om beneden te gaan, bleef zij getroffen met de hand aan de deur staan de noodklok klepte Brand Brand gilde ze, en op een omzien had zij eenen doek over de schouders geworpen en was de straat ingesprongen. Alree stond liier alles overhoop. Men verdrong elkaar om te weten wat er gaande was, om achterna te komen welke bediedenis het luiden der klok hebben kon. Elks nieuwsgierigheid was echter spoe dig bevredigd gauw had men de verzekering, dat de verwachte Spanjaard, zijne bedreiging gestand houdende, de stad kwam in te nemen, uogenbiik van algemeeue verslagenheid- Vluchten Vluchten klonk het alom, want reeds rukte het gespuis aan. Menig poorter bereikte zijne haardstede slechts dan wanneer zij door eene roofgierige bende omsingeld en bezet was, nadat er ver- pieling en plundering voorgoed had aanvang genomen. En Dirka Eveneens onderhevig aan een doodelijken angst, vluchtte ze naar de ouderlijke woonst. Zij toog erbinnen, en, zon der het bewustzijn te hebben de deur te sluiten, stormde zij hare slaapkamer op. Vader, Vader weende ze waar blijft ge om uw kind te helpen Heilige Moeder Gods, wat gaat er geschie den Groot gerucht deed haar de ooren spitsen zware voet stappen dreunden heneden in den gang met afgrijselijk gerucht vloog de voordeur in het nachtslot. Het meisje hoorde hoe heur het hart in den boezem klopte, hoe een soldaat alle kamers bezocht en hoe zijn zwaard tegen vloer en meubels kletterde. Een kreet van afgrijzen versmachtte in hare keel en zij vloog op den zolder. De soldenier bemerkte hare vluchtzij was ontdekt. Weldra stond hij aan den ingang van den zolder. Wie daar schreeuwde hijIndien ge poogt te vluchten, worstelt gij met den dood zeiven Rijs op Niet uw bloed verg ik, neen Geld, goud, moet ik hebben, omdat ik rijk en gelukkig wil zijn Rijs op! Wat vreest ge Mijn zwaard Onnoodig! Ik ben Vlaming, zooals gij, en pleng het bloed des landgenoots niet... Niets roerde. De roover deed eenen stap vooruit. Alsdan verliet Dirka haren schuilhoek, liep tot den indringer en en de armen smeekend opgeheven viel zij schreiend aan zijne voeten Wie gy ook zijt, o spaar mij het leven Spaar het leven eener zwakke vrouw, het licht, den steun eens grijsaards Zie, ik kruip voor u op de knieën vraag ons alles wat wij bezitten, maar dood mij niet, dood mij niet- De krijger onthutste en een gevoel van medelijden greep hem aan. Sta op, zei hij minder norsch Is sergeant Reygerman woest en wreed, toch blijft hij Nederlander... Misschien kan ik voor u iets doen. Edoch, verklaar mij waarbij komt het, dat ge hier gansch alleen zyt Waar is uwe moeder - Hierboven in den Hemel. Dood.... En vader Vader is torenwachter en thans op zijnen post. - Torenwachtermompelde de huurling Dat is jammer... Niemand dan hij kon dus de stormklok doen luiden, en... alle ver weer, alle wederspanuigheid, moet in het bloed van den opstande ling gefnuikt. Er heerschte eene wijl stilte tusschen de jonge lieden. Dirka ver loor zich in allerlei gissingen nopens hetgeen haar te wachten stond. Reygerman keek somber voor hem. Van lieverlede aan do duister nis gewend wordende, verkregen hunne gelaatstrekken voor elkaar een meer duidelijken omvang en vorm. Zulks was de krijgsman niet ontgaan en de schoonheid der maagd had hem bedwelmd en veroverd. Juist goot de maan heur zilverachtig licht door heteenig ruitje der dakvenster, en allebei stonden in volle klaarte tegenover een. De sergeant beefde. Uw naam Zeg mij uwen naam Dirka... Dirka Welnu, ja, ik wil en zal uw redder zijn. Eene mij voorheen onbekende gewaarwording bevangt mijn gemoed... Ik ook heb eene teedero moeder gehad, ik ook bezit nog eenen vader, eenen vader, die van verdriet wegkwijnt en dagelijks bittere tranen stort, tranen van schaamte en grievende zielesmart om het losbandig ge drag van zijnen Jeroom Ach, Dirka, wist ge wat ik soms lijd Maar kom, ge zoudt het toch noQit begrijpen Het meisje poogde troostend zijne hand te vatten. Neen kreet de soldaat, in vervoering Raak deze hand nieter kleeft menschenbloed aan besmet uwe lelieblanke handen niet aan deze van een ontaarden, een stamverrader. Moest het dag zijn, ge zoudt dit Spaansch uniform besmeurd zien. dit zwaard bot- gekapt, dezen helm gescheurd, de vederbos verlept.... O, wat brandt mij dit alles aan het lichaamKon ik tot mijn vader terugkeeren.- Uw hart is nog niet bedorven, - suisde de maagd. Heb dank, Dirka. En de grove hand van den muiter gleed werktuiglijk in deze zijner gezellin. De soldenier hernam bitter. Ik was vroeger zoo gelukkig in Zierikzee! Wat lacht ze mij van hier vriendelijk toe, onze kleine hut, op de zeekust... Gedoemde dag, toen ik, door de nieuwe leer meegesleept, de valsche geloof verkon digers naliep Gevloekt zij de dag, wanneer ik, verzot op de jacht naar geluk en rijkdom, bij do Spaansche troepen werd ingelijfd En toch haatte ik dat ras Dan, de maat is vol. Ik wil uwen vader zien. hem spreken en de verzekering geven, dat de arm eens be- rouwhebbenden booswichls u beiden beschermen zal. - (Wordt voortgezet). nadat zij den werkman verplich hebben 30 jaren lang eene som van 9 franken te storten. Ziedaar, werklieden, hoe de kartelmannen van België ook met u zuilen Handelen, als gij met uwe stem men die kerels laat meester worden van de regeering. Godsdiensthaters. Zij, die er mochten aan twijfelen dat vele liberalen en socialisten godverloochenaars en godsdiensthaters zyn, die, moesten zij hier meester worden, den godsdienst oorlog zouden doen woe Ion, overwegen het volgende Er bestaat een almanak, uitgegeven voor 1910 door den nationalen bond voor liberale propaganda, en gedrukt by M. V. Feron, te Brussel. In dien almanak lozen wij op blad zijde 18 Van kerkuil en kwezelaar krielt het hier thans, Zijn huizen en kluizen vergeven. Hun kelders vol wijn en hun autaars vol glans, Waar't volk nog met moeite kan leven... Watg-eeft dit aan 't heilig gespuis, Al mangelt er brood in den werkman zijn huis Al heeft hij geen 'bed om te slaper, f Hij vuile zijn maag met het teeken des kruis Dat krijgt hij voor niet van de papen. Door paters en nonnen wordt de almoes geschooid En ineniger erlnis gestolen, En kloosters en krochten in haasten voltooid, Al lag hun het vuur aan de zolen... Patiëntie Elk kwaad heelt een beteren kant Die heilige forten bewaren voor 'tland, Al schatten om later ie rapen Eens deelen we samen wijl 't vreugdevuur brandt, Dien spaarpot van broerkens en papen... Op bladzijde 27 staat het volgende De massa zij niet langer Der slavernij ten buit Ruk 't onkruid alom krachtig Met stam en wortel uit Ons kroost, die hoop der toekomst, Blijv' wars van valsche deugd DE PRIESTERS UIT DE SCHOLEN, Rein blijv' de geest der jeugd Twijfelt nu nog, lezers, als gij durft Recht ex Vrijheid, 't orgaantje der roode wiukelpolitiekers der Saskaai, slingert ons, Katholieken, de volgeude snoode beleediging naar 't hoofd Van hoog tot laag, in het klerikaal regiemis er verrotting 't Is altijd onvoorzichtig gehandeld steenen te werpen iu een andermanshof want men werpt ze meest altijd terug en dan Maar wij willen geene sleenen terugwerpen; neen, wij willen integen deel een spiegelt je aan wijzen verveerdigd door Armand Simoens, go wezen Secre taris der Meenonsclie socialististen- kliek, oudopsteller van Vooruit en Volksrecht... In bedoeld spiegeltje zal de roodo schrijvelaar kunnen oordeelen over de verrotting der roode kliek die Armand Simoens aanklaagt in zijn werk Mijn afscheid van de socialistische par tij. Bladz. 5. Ter zake dus Ik beweer en houd staan dat het ook beter, ja duizend maal boter is eene poli tieke partij te verlaten, wanneer men dag aan dag moet bestatigen.dat al hare handelingen, of liever al de daden barer zoogezegde overston heel en al, in strijd zijn met haar program en haar ideaal wanneor men ziet, dat alle edele ge voelens, alle sublieme hartstochten, alle zelfstandige neigingen, alle verzuchtin gen naar Hecht en Waarheid, onmee- doogend worden vertrappcld, door een handsvol gewetenlooze, sluwe bedrie gers, mannen zonder karakter, bij wie het laatste greintje menschelyk gevoel uit het hart is gebannen. Eerloozo gasten die er een stiel van gemaakt hebben, de armen op te ruien, door het schelden op de plezioren der rijken, om langs dien weg zelf kapitalist te wordeD. Opgeblazen creaturen, die de lage hartstochten, het dierlijko in den raensch mot welbehagen streelen en de domste begeerten der massa opwek ken, om hunne eigene persoonlijke ambities te voldoen... Voetlikkers en maat verklik kers staan er het meest in aanzien.... Nergens zijn er zooveel ver raders en lafliartigaards... 't Was me onuitstaanbaar, zoozeer gevoelde ik er me toe verplicht eens klaar en duidelijk mijn gedacht te zeggen over al hetgeen ik hoorde en zag in de socialistische partij pardoö Over alles niet, want de raenschen zouden veel dingen niet willen lezen, omdat ze te proper zijn Eu let wel op, ik zal steunen op onwe- derlegbare feiten... niets zullen de

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1910 | | pagina 1