DIRKA
Zondag 10 Juli 1010
5 centiemen per nummer
649le Jaar
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Gulden Sporenslag.
Gevaar bij Onweder
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
11 JULI, 1302.
DITJES en DATJES.
Spaansche Oproerlingen van 1576 te Aalst
DE DENDERBODE.
4^Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
soning van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Gooaaens, Korte Zoutstraat, N' 31
en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
34e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureole van
dit blad.
CUIQDB SLUM.
Aelst, 9 «Juli 1 OIO.
Heilde Julizon, dio de elfde
Scheen in dertien-honderd-twee
Heil nog zegent zij hetzelfde
Vlaamsche volk, in dorp en steê
't Zelfde volk aan haard en outer.
Vast, door blijdschap heen en rouw
En als toen, op Groening skauter
Tot den dood den Leeuw getrouw.
2.
Steek op Kerke-en Halletoren,
Vlaamsche volk, de Leeuwenvlag
ZiDg van riddertrots en sporen,
Klauwaartsmoed en goedendag
Burgerhuis en workmanswoning,
Prachtpaleis en steen bevlagd
Jan Borluut en Pier De Coninck
Saam in 't roemend lied herdacht
Reed aan 's vreemden Konings zijde
Menig Vlaamsche koningsknechten,
Jan Borluut met Grave Gwijde
Steunden 't volk en 't goede recht,
En dat volk van christen braven.
Trotsch op keure en gildenmacht,
Stond getrouw, in dienst des Graven,
Voor hun beider recht op wacht.
Ghistel, Goethals, Lichlervelde.
Gavre, Heyne, Raveschoot,
't Puik der edellieden snelde
't Poortersvolk ter hulp in nood.
Koen en kloek, in Kortrijks beemden.
Vatte Jan van Namen stand
Tegen list en macht van vreemden,
Waal en Vlaming hand in hand.
Werkvolk, burgerij en adel,
Door der vrijheid gloed verhit,
Streên, te voet of in den zadel,
Oogend op hetzelfde wit.
Pijl en goedendag der vaders
Mikte op helmgoud noch blazoen
Naar het hart van volksverraders
En van roovers was 't om doen.
Neen, geen haat gerechte wrake
Stak hun ziel in laaien gloed
Dies, ter heerlijk grootsche take,
Staalde God hun heldenmoed.
Blijf der vadren zin indachtig,
Vlaamsche volk, door eeuw aan eeuw
Recht en rond, geschaard eendrachtig
Om uw vlag met Kruis en Leeuw.
Eischt ge, rijken en geringeD,
Eigen recht, met minne en maat,
't Groeningslied moogt ge immer zingen
Op het graf van dwang en haat.
Door de zwartsto, zwaarste vlagen
Breekt Gods zon en zegen door
En, waar 't Onrecht ligt verslagen,
Raapt ge roem en gulden spoor
Kan. Eüg. De Lepeleer.
Doordat vele menschen lichamelijk en
geestelijk, sterk onder den invloed ko
men van de atmosferische storingen, die
aan elk onweer voorafgaan, maken ze
zich voor de gevaren, die eraan verbon
den kunnen zijn, veel te bezorgd.
Dr Oscar Wegene, verklaart, in een
verhandeling over dit onderwerp, dat
het gevaar gering is, en dat het steeds
geringer wordt, naarmate het aantal
telegraaf en telefoonpalen toeneemt. Ook
water- en gasleidingen helpen mee om
de elektrische ontlading in den grond af
te leiden.
Daardoor is dan ook het gevaar in de
steden veel geringer dan op het platte
land, in 't bijzonder in de groote steden
met hun aaneengesloten huizerijen.
Maar ook stilstaand en stroomend water
en hoog grondwater, zijn goede aflei
ders.
Wanneer men op het vrije veld door
een onweder wordt overvallen, is
't gevaar natuurlijk grooter, maar ook
hier is het zeer afhankelijk van de land
streek. Absoluut uitgesloten is het
gevaar op kalkgrond, zeer gering op de
klei, iets minder op zandgrond, en nog
geringer op leemgrond.
Op een berg is het gevaar grooter dan
in een dalbijzonder gevaarlijk is het
gedurende een onweer by alleenstaande
huizen of hoornen te gaan staan.
Het gevaar is echter lang niet bij alle
boomen even groot. Een oud Duitsch
rijmpje zegt
Voor de eiken moet ge wijken, voor de
pijnboomen moet gij vluchten, ook de wil
gen moet ge mijden, maar de beuken
moogt ge zoeken.
En inderdaad dit oude sprookje is
bevestigd geworden door jarenlange
nauwkeurige waarnemingen in de bos-
schen van Lippe Dilmoud. Deze zyn zoo
rijk aan beuken, dat op elke tien boomen
ongeveer 7 beuken voorkomen, en toch
is daar in de laatste elf jareD geen enkel
beuk door den bliksem getroflen gewor
den, terwijl dit by 86 eiken, 20 pijn
boomen en 4 deunen, wel het geval is
geweest. De oorzaak ligt vermoedelijk
in een verschil in de inwendige struc
tuur der verschillende boomsoorten.
Heeft men echter geeno keuze op
het oogenblik, wanneer men door
een onweersbui wordt overvallen en is
men genoodzaakt in de nabijheid v«i
boomen te blijven, dan zoeke men liefst
groepen van boomen op, wier takken in
elkaar groeien.
Bij alleenstaande boomen zorge men
steeds, zich eenige meters van de tak
ken verwijderd te houden.
Op den vlakken weg of in het veld
blijve men niet staan, tijdens het onweer
en even min loope men hard weg. Het
beste is, languit op den grond te gaan
liggen, of zieh in de richting van den
wind langzaam te bewegen.
Binnen in een huis blijve men zooveel
mogelyk in het midden der kamer, op
een afstand van de muren en de pijpen
van gas en andere leidingen, en vooral
zoo ver mogelijk van de groote spiegels
die met hu» groote massa kwikzilver
licht den bliksem aantrekken, wanneer
er werkelijk gevaar voor is, dat die
inslaat.
Dat dit echter gewoonlijk niet het
geval is, bewijst ons de statiestiek die
in duidelijke getallen verkondigt dat de
menschen veel meer blootstaan aan
andere gevaren overreden worden
bv., en andere ongelukken op straat
dan aan dat, van door den bliksem ge
troflen te worden Daarboven meemt
dit gevaar van jaar tot jaar af, terwijl
dat voor andere ongelukken vermeer
dert.
Men kan by voorbeeld gerust als vast
staand aannemen, dat bij heldere lucht
de menschheid aan veel meer gevaar is
blootgesteld, dan bij dreigende onweers-
luchten (onder ander aan zonnesteek.) N
De nieuwe wet op het verkeer.
Wij roepen de aandacht onzer lezers
op de nieuwe wet die den 15 Juli in
voege zal treden.
Ziehier de bijzonderste schikkingen
De snelheid der automobiel rijtuigen
mag in volle veld de 40 kilometers niet
overtreffen, 15 kilometers in dorpen en
wijken, op de bruggen en in de omtrek
ken waar de baan bochten maakt.
De geleider moet minstens 150 meters
voor zich zien.
Men gaat altijd voort met links af te
steken en rechts te kruisen.
De automobielen en de ry wielen moe
ten voorzien zijn van een waarschu
wend toestel, bestaande io
a) Voor de aulomobielrijtuigen van
een jachthoorn met zwaar geluid, dat
men ten minste op 150 meters afstand
kan hooren.
b) Voor de motocycletten van een
jachthoorn met schel geluid, dat ten
minste op 150 meters kan gehoord wor
den.
c)Voor de rijwielen, van eene rinkel
bel of veerbel, die minstens 50 meters
ver kan gehoord worden.
Voor automobielen is het gebruik van
sirenen en koperen pijpers altijd toege
laten buiten de dorpen on buiten de wij
ken.
De motocyclisten mogen onder geen
voorwendsel de rijwielpaden gebrui
ken.
Eindelijk zullen alle ry tuigen van
valavond tot 's morgens, moeten verlicht
zijn en wel met eene lantaarn die het
licht in alle richtingen verspreidt en
niet alleen vóór.
De nieuwe Militiewet.
Eerlang zal de nieuwe
wet in werking treden onze
oudste zonen zullen den dienst
aanvangen. Beveiligt uwe
zonen zoo vermanen de
Belgische Bisschoppen, on
versterkt hen vooraleer ze
naar de kazerne trekken
De federatie der Katholieke Kringen
(Lier, 2 April 1910) drukt den wensch
uit, dal jaarlijks retraiten worden inge
richt voor de deftige jongelingen die
onder de vaandels geroepen zyn.
De eerste retraite voor mjlicianen zal
beginnen te Gent den 17 Juli aanstaande
en eindigen den dinsdag 19 Juli.
Dt?, bedroefde ouders die met angst
hunne kinderen naar hel leger zien ver
trekken, zullen alles in 't werk stellen
om hun deze groote gunst der geestely-
ke afzondering te bezorgen.
Voor inlichtingen en inschrijvingen
zich wenden tot den E. H- Pastoor zy-
ner parochie of tot P. Van Acker,
Bestormstraat, 32, Gent.
**4 De heer Woeste, onze zoo ver-
dienstryke geachte Volksvertegenwoor
diger, is, gelijk onze achtbare lezers het
hebben vernomen, naar Lausanna in
Zwitserland vertrokken om er een be
roemd geneesheer te raadplegen over
eene ongesteldheid der maag en er eene
volstrekte rust te nemen welke hij zeer
noodig heeft.
Liberale en socialistische organen,
brengen te dezer gelegenheid hulde aan
de kloeken en koenen strijder, en ver
bergen hunne bewondering niet, omdat
hy, hoewel door de ziekelijkheid neer
gedrukt, toch op zijnen post blijft in
't katholieke leger.
Wij wenschen zeer rechlxinnig,
zegt de liberale Indépendance, deze vol
doening op den strijdpost te kun
nen blijven, aan dezen tegenstrever van
Zaterdag, van Zondag e» van Maandag,
welke de opperbeste voldoening is van
al de monschen welke de edele liefde
van den stryd bezitten, en die weten dat
enkel de strijd groot is in het leven
Zulke hulde van een tegenstrever doet
de waarde van den man kennen die er het
voorwerp van is. Overigens dit wreekt
hem ook over al de vischwijfschebelee-
digingen, versmadingen en vuige laste
ringen die Groene Pie hem sedert 16
jaren byna wekelijks naar 't hoofd heeft
geslingerd I
4% Aleoolische familiën Hooglee
raar Pelmann van d*1 Hoogeschool van
Bonn, heeft het geduld gehad op eene
zeer belangwekkende manier de ver
woestingen te bestudeeren, door het
alkoolism veroorzaakt.
Hij heeft het leven nagegaan van
eene vrouw geboren in 1740, en gestor
ven na een leven van diefstallen, land-
looperij en nagenoeg bestendige dron
kenschap, alsook haar nakomeling
schap.
In den loop van bijna een eeuw en
half heeft deze nakomelingschap bestaan
uit 843 personen en hoogleeraar Pelmann
is er in gelukt to leven van elk dezer
personen te besehrijven.
Van die 843 werden er 106 buiten
huwelijk geboren, 142 zyn bedelaars
geweest, 64 worden opgenomen in de
weldadigheidsgestichten 171 vrouwen
hebben geen bepaald bedrijf gehad 76
personen werden verwezen voor ver
schillende misdrijven en 7 voor moord.
Die familie heeft aan den Staat meer
dan zes millioen frank gekost aan
onderstand, onderhoud in de gevange
nissen en schade veroorzaakt aan den
eigendom.-
4% Voorspoed van België. Do
liberale Gazette van Brussel schrijft
De bladzijden 30 en 31 der Alge
meens Tafel van den handel en den
uitvoer bevatten eene zegepralende
samenvatting
Het is deze van den handel met de
vreemde landen van 1831 tot 1909. Het
is voldoende de cijfers van vertrek en
van aankomst aan te stippen.
Onze invoer beliep in 1831 alge-
meeDe en bijzondere handel samengesteld
tot 188 millioen franks en de uitvoer
tot 200 millioen. De doorvoer bereikt
8 millioen.
Wij hebben nu, het is waar, eene
bijna verdubbelde bevolking. Maar
hoever staan wij niet
Bijna 10 mïljards tien duizend
millioen voor den invoer bijna
8 miljards voor den uitvoer. Een door
voor van meer dan 2 miljards.
De laatste cijfers zijn verbazend zij
toonen aan dat wij onzen handel bijna
verdubbeld hebben in de lien laatste
jaren.
Inderdaad 't is prachtig 't is zoo
prachtig dat de heele wereld over de
OF DE
DOOR
Petrus "VAIM NUFFEL.
14« vervolg.
Alles is loofstil in den tuin van Jan de Luu's erf... Geen windje
labbert, geen blaadje ruischt...
De nacht kampt met den ontluikenden dageraad.
Plotseling brak de zon, die groote schilderes der natuur, door de
nevels en tooverde, met een enkelen penseeltrek, eene lichtgrijze
schets, maalde allengskens met liaar zevenkleurig verveninengsel
het heerlijkste tafereel. De morgendauw parelde in den kelk der
rozen bloemen van rijke kleurschakeenng, in de edelste karmonij
saamgegroeid, werden door dc glanzende licktmoeder liefdevol
geminnekoosd en opengekusttallooze planten van het liefelijkste
groen staken, in welige tier, hunne kopjes naar het diepblauw
azuur en schenen den Schepper te danken. De nachtegaal kweelde
in verrukkeiyke liedereneene menigte gevlerkte zangers tjilpten
hem na, zongen hun schoonste lollied, den God van Hemel en Aarde
ter eere.
In eene kamer van het eerste verdiep, welke op den uitgestrekten
lusthof uitzicht gaf, waren de venstergordijnen half nedergelalen
en beletten derwyze het. binnendringen van 't koesterend daglicht.
Niets bleek hier aangeroerd, niets van plaats veranderd sinds het
verdwynen zijner voormalige bewoners. De goede smaak, er
heersckend, de opschik, er tronend, spraken zoo met van overdreven
praalzucht, dan toch van groote weelde. Lazuurkleurige wanden en
waiergroeu verwelf waren van gouden starren doorstippeldBoven
den wijden schouwmantel prijkte een beeldwerk van zuiver albast,
de intrede van Philip 11 binnen Aalst voorstellende. Rijke, uit
palissander gebeeldhouwde stoelen en eene zwaargepikkelde,
mahoniehouten tafel, waarop eene langhalzige vaas, met verwelkten
bloemtuil, stonden in 't midden der plaats. Een tapijt van Oostersch
weefsel verdoofde den stap op den berden vloer, deed den voet in
het zachtste dons wegzinkenEdoch, vergeefs al dezen opsmuk
vergelijken hij den daarbuiten liggenden tuin Iets akeligs doet
onwillekeurig griezelenhet is alsof de koude adem des doods van
de straat hier was binnengewaaid, alsof lijden en vervolging aan
ieder voorwerp hun zegel van druk en wee hadden gehecht, op alles
den stempel van treurnis en kommer geprent.
Bij de tafel bevond zich een meisje, rank van leest, zwak en
tenger van leden. Krullende kaartressen omgolven een beeldschoon
gelaat. Onbeweeglijk tuurde zij naar een en hetzelfde punt der
kamer en zonder het op- en neergolven der borst, door pijnlijke
ademhaling teweeggebracht, hadde men gedacht een levenloos
wezen voor zich te zien.
In die kranke gevangene vinden wij Dirka, Jooris' kind weer...
De kersroode blos der jeugd is de welgevormde koonen ontvloden,
het koraalrood van de lippen verdwenen... Arme, pas ontlokene
bloem, zoo zeer reeds geknakt, zoo vroeg van den stengel gerukt
en ontbladerdArm meisje, honderdvoudig beklagenswaardiger
dan al degenen, die voor u den tol aan de natuur betaalden Zwak,
onnoozel kind, ontrukt aan hem, wiens heul en troost ge waart en
blijven moest!... Vloek over uwe beulen, de harlelooze vandalen,
dio heden, onder dreunende mokerslagen, alles vernietigen, die
bezig zijn met eene bloeiende vesting tot braakliggenden grond om
te roeren Vermaledijding over hen, die gansch eene vreedzame
bevolking tot den bedelzak doemen (1)
Eene stuiptrekking deed Dirka trillen.
Goede yaderkermde zij uwe dochter gaat sterven, u
verlaten zonder een enkelen zoen, zonder uwe zegening te
ontvangen Mijn God thans voel ik hoe kort de weg is, welke
mij van het graf scheidt uitgeput van krachten, zijn mijne
ledematen verlamd, mijn hart gebroken. Gansch den nacht gijlde ik
naar den dood, en telkens haar beeld voor mij oprijst, bevangt mij
(,1) ln stille eenzaamheid, niet weemoed en benepen hart, heb ik vaak onze van
spinrag omhangen handvesten, dagteekenende van dc jaren op deze gebeurtenissen
Tuigende, kunnen raadplegen. De stadsrekeningen der XV* eeuw getuigen van den
dringenden nood, waarin de poorters verkeerden. De stad kon niets van hare
schulden betalen, moest ieening op leeiling aangaan en dikwerf van verscheidene
belastingen werden enthevtn.
*«n ^ang gevoel, worstel ik tegen ongenaakbare spookgeesten.
Misschien is dit alles de voorbode van mijn afsterven, datgene wat
het verscheiden der ziel voorafgaat...
Koortsig sloeg zij do handen voor de moegekreten oogen en heete
tranen sijpelden door hare vingers... Tranen verlichten Maar
eensklaps, als door eene geheime veerkracht bewogen, rees zij
zenuwachtig op, daar vlammende toorn zich op haar wezen
afschetste.
- In van Navarese's macht kreet zij. Ik bevind my in de
macht van dien liederlijken boef, dit vuig ondier, dat zich durft
vermeten mij van liefde te komen spreken, kruipend om mijne gunst
vrijt en wedermin durft cischen Waarom scheurt de hel niet open,
dergelijke wangedrochten in haren afgrond verzwelgende? Waarom
sloeg God s bliksemflits hem, in den nacht der bestorming, niet met
lamheid O, hoe haat, veracht en verafschuw ik u, van Navarese
vcrgruizer myns levensheils, verleider van Jeroom, moordenaar
mijns vaders 1... Uw blik alleen doet mij van woede popelen, van
afgrijzen het bloed in de aders stollen, enverdwaasd wendde
zij de blikken in alle richtingen der kamer geen middel om van
hier weg te geraken, geen uitweg tot vluchten... -
Daar knarste een sleutel in het slot der deur.
Geheimzinnig werd het vertrek ontsloten en eene vrouw
Yolanda, de verloofde des Spanjaards sloop ter gluip binnen.
Nyd en afgunst, trots en misprijzen hadden op haar gelaat plaats
gemaakt oor een stralenden lach van deernis en goedheid. Op de
punten barer voeten kwam zij tot de tafel, bij de gevangene
ondernandscli bracht zij een geruiten omslagdoek van onder hare
mantille en sloeg hem Dirka over de schouders. Dan sloot zij hare
mededingster in de armen, drukte een lange zoen op het schoon
voorhoofd, tilde haar mee en vluchtte tot de deur.
Een kreet van doemenis, een vloek, ontvloog de signora; Gilbert's
dochter gleed uit hare armen. Aan den uitgang was de eletto
verschenen, de armen op de borst gekruist, het gelaat doodsbleek.
Geen stap verder bulderde hij. Zoo dan, heel mijn ver
trouwen, gansch mijne liefde offerde ik aan eene bedriegster, eone
huichelaarster, die ik met weldaden overlaadde, in wiens oogopslag
ik de minste barer begeerten las Ik koesterde en voedde eone
slang aan den boezem Meineedige, maak u gereed gij gaat
sterven J
Vbrbobbn nadruk. (Wordt voortgezet).
handelskracht van België verbaasd staat
en hare verwonderingen uitdrukt.
En nochtans, zegt de katholieke
Courrier de Bruxelles, wy leven sedert
26 jaren onder een katholiek gouver
nement.
De geuzen voorzegden, over 26 jaar,
dat het Katholiek Gouvernement het
land naar den ondergang zou leiden,
en zij herhaalde dat nog, maar toch
minder luid, voor de laatste kiezingen.
Er is nog al wat verschil tusschen
den voorspelden ondergang eD dec
voorspoed dien wy genieten, God zy
dank
4*4 Sluit uwe ooren voor de rode
voeringen der kwaadsprekers. Toon
huu even veel afkeer als deze er /;öu
hebben van wien men kwaad spreekt.
H. Joannes Chrysostontu*.
4*» Telegrammen. Ter algemeo-
ne kennis wordt gebracht, dat alle tele
grammen, zonder uitzondering, voor
taan met postzegels mogen gefrankeerd
worden. Dienaangaande wordt herin
nerd, dat gefrankeerde telegrammen
zonder kosten naar het kantoor van af
zending mogen gezonden worden, als
volgt
A. Gesloken in de daartoe bestemde
bussen bevestigd aan de tramwegen in
de groote steden
B. Gestoken iu de brievenbussen aan
sommige treinen der buurtspoorwegen
C. Medegegeven aan de op boodschap
zynde telegrambestellers of aan de op
rondo zyadelandelyko brievenbestellers.
Telegrammen, in die voorwaarden
verzonden, moeten steken in een geslo
ten omslag waarop aeer duidelijk het
opschrift Over te seinen telegram
staat.
Met het oog op de mededeelingen,
welke het telegraafkantoor aan den af
zender zou kunnen moeten sturen
bij voorbeeld kennisgeving van niet-
bestelling is het wenschelyk dat het
adres van den afzender voorkome onder
aan het telegram, als niet te overseinen
aanwyzing.
De bepalingen en pryzen van toepas
sing op de telegrammeu komen voor in
de Guide de la correspondance télégra-
phique, die in de voornaamste kantoren
verkocht wordt.
De prijzen voor het binnenland en de
voornaamste prijzen voor de Euro-
peesche landen staan ook in het Offici
eel treinboekbladz. 224, tabel 740.
(Moniteur).
4*4 Het bloempje der koningin.
In de natuur is 't bloempje een engel
't verblijdt het oog door vorm en kleur,
Het groeit en bloeit op zynen stengel,
't Verspreid een frisscheu, lieven geur.
Het zegt ons God is machtig,
En God is wys, en Hy is goed,
Dewijl Hij toch zoo lief en prachtig,
Het bloempje voor ons groeien doet.
Onze eed'le en goede Koninginne
Heeft u, mijn kind, een bloem bereid,
Die, uit het hart van die Vorstinne,
In 't land een frisschen geur verspreidt,
Zij smeekt u lief om medelijden,
Zij roept u toe: Wees vroom, wees goed,
Wil hen die lijden, wat verblijden,
Naar 't voorbeeld der VorstiD, zoo zoet.
De geur der Koninginne bloeme,
Die frisch zich over 't land verspreidt
En 't land verstrekt tot eere en roeme,
Heet lieflyk De Weldadigheid.
Tongeren, Juni 19JL0. Jos. Libot.
4*4 De godsdienstige grondstelsels
zijn duizendmaal noodzakelijker aan de
volkeren, dan al de wetboeken en poli
tieke instellingen. Victor Cousin.
4*4 Hij heeft het gevonden I
Broeder Goblet d'Alviella, senator en
Grootmeester der Vrijmetselaarslogiën
van België, heeft nu ontdekt waarom
de geuzen op 22 Mei het onderspit gedol
ven hebben
We zyn geklopt geworden schrijft
hij in de Revue de Belgique, oindat het
land voorspoedig is en dat liet zich met
onrust de vraag heeft gesteld welke re
geering hem de linkerzijden zoude aau-
brengen in plaats van de huidige regee
ring.
Laat ons hier aanstippen dat M.Goblc t
d'Alviella vaststelt, dat het land voor
spoedig is. Vóór de kiozingen hebb-d,»
geuzenbladen hun uiterste best ge laar
om de menschen te doen geloove» da
liet land niet voorspoedig is en dat het
om zeep ging. De kristen demo-
kraten bladen deden daarin meê.