DIRKA Zondag 10 Juli 1010 5 centiemen per nummer 649le Jaar Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Gulden Sporenslag. Gevaar bij Onweder GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. 11 JULI, 1302. DITJES en DATJES. Spaansche Oproerlingen van 1576 te Aalst DE DENDERBODE. 4^Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- soning van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Gooaaens, Korte Zoutstraat, N' 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 34e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureole van dit blad. CUIQDB SLUM. Aelst, 9 «Juli 1 OIO. Heilde Julizon, dio de elfde Scheen in dertien-honderd-twee Heil nog zegent zij hetzelfde Vlaamsche volk, in dorp en steê 't Zelfde volk aan haard en outer. Vast, door blijdschap heen en rouw En als toen, op Groening skauter Tot den dood den Leeuw getrouw. 2. Steek op Kerke-en Halletoren, Vlaamsche volk, de Leeuwenvlag ZiDg van riddertrots en sporen, Klauwaartsmoed en goedendag Burgerhuis en workmanswoning, Prachtpaleis en steen bevlagd Jan Borluut en Pier De Coninck Saam in 't roemend lied herdacht Reed aan 's vreemden Konings zijde Menig Vlaamsche koningsknechten, Jan Borluut met Grave Gwijde Steunden 't volk en 't goede recht, En dat volk van christen braven. Trotsch op keure en gildenmacht, Stond getrouw, in dienst des Graven, Voor hun beider recht op wacht. Ghistel, Goethals, Lichlervelde. Gavre, Heyne, Raveschoot, 't Puik der edellieden snelde 't Poortersvolk ter hulp in nood. Koen en kloek, in Kortrijks beemden. Vatte Jan van Namen stand Tegen list en macht van vreemden, Waal en Vlaming hand in hand. Werkvolk, burgerij en adel, Door der vrijheid gloed verhit, Streên, te voet of in den zadel, Oogend op hetzelfde wit. Pijl en goedendag der vaders Mikte op helmgoud noch blazoen Naar het hart van volksverraders En van roovers was 't om doen. Neen, geen haat gerechte wrake Stak hun ziel in laaien gloed Dies, ter heerlijk grootsche take, Staalde God hun heldenmoed. Blijf der vadren zin indachtig, Vlaamsche volk, door eeuw aan eeuw Recht en rond, geschaard eendrachtig Om uw vlag met Kruis en Leeuw. Eischt ge, rijken en geringeD, Eigen recht, met minne en maat, 't Groeningslied moogt ge immer zingen Op het graf van dwang en haat. Door de zwartsto, zwaarste vlagen Breekt Gods zon en zegen door En, waar 't Onrecht ligt verslagen, Raapt ge roem en gulden spoor Kan. Eüg. De Lepeleer. Doordat vele menschen lichamelijk en geestelijk, sterk onder den invloed ko men van de atmosferische storingen, die aan elk onweer voorafgaan, maken ze zich voor de gevaren, die eraan verbon den kunnen zijn, veel te bezorgd. Dr Oscar Wegene, verklaart, in een verhandeling over dit onderwerp, dat het gevaar gering is, en dat het steeds geringer wordt, naarmate het aantal telegraaf en telefoonpalen toeneemt. Ook water- en gasleidingen helpen mee om de elektrische ontlading in den grond af te leiden. Daardoor is dan ook het gevaar in de steden veel geringer dan op het platte land, in 't bijzonder in de groote steden met hun aaneengesloten huizerijen. Maar ook stilstaand en stroomend water en hoog grondwater, zijn goede aflei ders. Wanneer men op het vrije veld door een onweder wordt overvallen, is 't gevaar natuurlijk grooter, maar ook hier is het zeer afhankelijk van de land streek. Absoluut uitgesloten is het gevaar op kalkgrond, zeer gering op de klei, iets minder op zandgrond, en nog geringer op leemgrond. Op een berg is het gevaar grooter dan in een dalbijzonder gevaarlijk is het gedurende een onweer by alleenstaande huizen of hoornen te gaan staan. Het gevaar is echter lang niet bij alle boomen even groot. Een oud Duitsch rijmpje zegt Voor de eiken moet ge wijken, voor de pijnboomen moet gij vluchten, ook de wil gen moet ge mijden, maar de beuken moogt ge zoeken. En inderdaad dit oude sprookje is bevestigd geworden door jarenlange nauwkeurige waarnemingen in de bos- schen van Lippe Dilmoud. Deze zyn zoo rijk aan beuken, dat op elke tien boomen ongeveer 7 beuken voorkomen, en toch is daar in de laatste elf jareD geen enkel beuk door den bliksem getroflen gewor den, terwijl dit by 86 eiken, 20 pijn boomen en 4 deunen, wel het geval is geweest. De oorzaak ligt vermoedelijk in een verschil in de inwendige struc tuur der verschillende boomsoorten. Heeft men echter geeno keuze op het oogenblik, wanneer men door een onweersbui wordt overvallen en is men genoodzaakt in de nabijheid v«i boomen te blijven, dan zoeke men liefst groepen van boomen op, wier takken in elkaar groeien. Bij alleenstaande boomen zorge men steeds, zich eenige meters van de tak ken verwijderd te houden. Op den vlakken weg of in het veld blijve men niet staan, tijdens het onweer en even min loope men hard weg. Het beste is, languit op den grond te gaan liggen, of zieh in de richting van den wind langzaam te bewegen. Binnen in een huis blijve men zooveel mogelyk in het midden der kamer, op een afstand van de muren en de pijpen van gas en andere leidingen, en vooral zoo ver mogelijk van de groote spiegels die met hu» groote massa kwikzilver licht den bliksem aantrekken, wanneer er werkelijk gevaar voor is, dat die inslaat. Dat dit echter gewoonlijk niet het geval is, bewijst ons de statiestiek die in duidelijke getallen verkondigt dat de menschen veel meer blootstaan aan andere gevaren overreden worden bv., en andere ongelukken op straat dan aan dat, van door den bliksem ge troflen te worden Daarboven meemt dit gevaar van jaar tot jaar af, terwijl dat voor andere ongelukken vermeer dert. Men kan by voorbeeld gerust als vast staand aannemen, dat bij heldere lucht de menschheid aan veel meer gevaar is blootgesteld, dan bij dreigende onweers- luchten (onder ander aan zonnesteek.) N De nieuwe wet op het verkeer. Wij roepen de aandacht onzer lezers op de nieuwe wet die den 15 Juli in voege zal treden. Ziehier de bijzonderste schikkingen De snelheid der automobiel rijtuigen mag in volle veld de 40 kilometers niet overtreffen, 15 kilometers in dorpen en wijken, op de bruggen en in de omtrek ken waar de baan bochten maakt. De geleider moet minstens 150 meters voor zich zien. Men gaat altijd voort met links af te steken en rechts te kruisen. De automobielen en de ry wielen moe ten voorzien zijn van een waarschu wend toestel, bestaande io a) Voor de aulomobielrijtuigen van een jachthoorn met zwaar geluid, dat men ten minste op 150 meters afstand kan hooren. b) Voor de motocycletten van een jachthoorn met schel geluid, dat ten minste op 150 meters kan gehoord wor den. c)Voor de rijwielen, van eene rinkel bel of veerbel, die minstens 50 meters ver kan gehoord worden. Voor automobielen is het gebruik van sirenen en koperen pijpers altijd toege laten buiten de dorpen on buiten de wij ken. De motocyclisten mogen onder geen voorwendsel de rijwielpaden gebrui ken. Eindelijk zullen alle ry tuigen van valavond tot 's morgens, moeten verlicht zijn en wel met eene lantaarn die het licht in alle richtingen verspreidt en niet alleen vóór. De nieuwe Militiewet. Eerlang zal de nieuwe wet in werking treden onze oudste zonen zullen den dienst aanvangen. Beveiligt uwe zonen zoo vermanen de Belgische Bisschoppen, on versterkt hen vooraleer ze naar de kazerne trekken De federatie der Katholieke Kringen (Lier, 2 April 1910) drukt den wensch uit, dal jaarlijks retraiten worden inge richt voor de deftige jongelingen die onder de vaandels geroepen zyn. De eerste retraite voor mjlicianen zal beginnen te Gent den 17 Juli aanstaande en eindigen den dinsdag 19 Juli. Dt?, bedroefde ouders die met angst hunne kinderen naar hel leger zien ver trekken, zullen alles in 't werk stellen om hun deze groote gunst der geestely- ke afzondering te bezorgen. Voor inlichtingen en inschrijvingen zich wenden tot den E. H- Pastoor zy- ner parochie of tot P. Van Acker, Bestormstraat, 32, Gent. **4 De heer Woeste, onze zoo ver- dienstryke geachte Volksvertegenwoor diger, is, gelijk onze achtbare lezers het hebben vernomen, naar Lausanna in Zwitserland vertrokken om er een be roemd geneesheer te raadplegen over eene ongesteldheid der maag en er eene volstrekte rust te nemen welke hij zeer noodig heeft. Liberale en socialistische organen, brengen te dezer gelegenheid hulde aan de kloeken en koenen strijder, en ver bergen hunne bewondering niet, omdat hy, hoewel door de ziekelijkheid neer gedrukt, toch op zijnen post blijft in 't katholieke leger. Wij wenschen zeer rechlxinnig, zegt de liberale Indépendance, deze vol doening op den strijdpost te kun nen blijven, aan dezen tegenstrever van Zaterdag, van Zondag e» van Maandag, welke de opperbeste voldoening is van al de monschen welke de edele liefde van den stryd bezitten, en die weten dat enkel de strijd groot is in het leven Zulke hulde van een tegenstrever doet de waarde van den man kennen die er het voorwerp van is. Overigens dit wreekt hem ook over al de vischwijfschebelee- digingen, versmadingen en vuige laste ringen die Groene Pie hem sedert 16 jaren byna wekelijks naar 't hoofd heeft geslingerd I 4% Aleoolische familiën Hooglee raar Pelmann van d*1 Hoogeschool van Bonn, heeft het geduld gehad op eene zeer belangwekkende manier de ver woestingen te bestudeeren, door het alkoolism veroorzaakt. Hij heeft het leven nagegaan van eene vrouw geboren in 1740, en gestor ven na een leven van diefstallen, land- looperij en nagenoeg bestendige dron kenschap, alsook haar nakomeling schap. In den loop van bijna een eeuw en half heeft deze nakomelingschap bestaan uit 843 personen en hoogleeraar Pelmann is er in gelukt to leven van elk dezer personen te besehrijven. Van die 843 werden er 106 buiten huwelijk geboren, 142 zyn bedelaars geweest, 64 worden opgenomen in de weldadigheidsgestichten 171 vrouwen hebben geen bepaald bedrijf gehad 76 personen werden verwezen voor ver schillende misdrijven en 7 voor moord. Die familie heeft aan den Staat meer dan zes millioen frank gekost aan onderstand, onderhoud in de gevange nissen en schade veroorzaakt aan den eigendom.- 4% Voorspoed van België. Do liberale Gazette van Brussel schrijft De bladzijden 30 en 31 der Alge meens Tafel van den handel en den uitvoer bevatten eene zegepralende samenvatting Het is deze van den handel met de vreemde landen van 1831 tot 1909. Het is voldoende de cijfers van vertrek en van aankomst aan te stippen. Onze invoer beliep in 1831 alge- meeDe en bijzondere handel samengesteld tot 188 millioen franks en de uitvoer tot 200 millioen. De doorvoer bereikt 8 millioen. Wij hebben nu, het is waar, eene bijna verdubbelde bevolking. Maar hoever staan wij niet Bijna 10 mïljards tien duizend millioen voor den invoer bijna 8 miljards voor den uitvoer. Een door voor van meer dan 2 miljards. De laatste cijfers zijn verbazend zij toonen aan dat wij onzen handel bijna verdubbeld hebben in de lien laatste jaren. Inderdaad 't is prachtig 't is zoo prachtig dat de heele wereld over de OF DE DOOR Petrus "VAIM NUFFEL. 14« vervolg. Alles is loofstil in den tuin van Jan de Luu's erf... Geen windje labbert, geen blaadje ruischt... De nacht kampt met den ontluikenden dageraad. Plotseling brak de zon, die groote schilderes der natuur, door de nevels en tooverde, met een enkelen penseeltrek, eene lichtgrijze schets, maalde allengskens met liaar zevenkleurig verveninengsel het heerlijkste tafereel. De morgendauw parelde in den kelk der rozen bloemen van rijke kleurschakeenng, in de edelste karmonij saamgegroeid, werden door dc glanzende licktmoeder liefdevol geminnekoosd en opengekusttallooze planten van het liefelijkste groen staken, in welige tier, hunne kopjes naar het diepblauw azuur en schenen den Schepper te danken. De nachtegaal kweelde in verrukkeiyke liedereneene menigte gevlerkte zangers tjilpten hem na, zongen hun schoonste lollied, den God van Hemel en Aarde ter eere. In eene kamer van het eerste verdiep, welke op den uitgestrekten lusthof uitzicht gaf, waren de venstergordijnen half nedergelalen en beletten derwyze het. binnendringen van 't koesterend daglicht. Niets bleek hier aangeroerd, niets van plaats veranderd sinds het verdwynen zijner voormalige bewoners. De goede smaak, er heersckend, de opschik, er tronend, spraken zoo met van overdreven praalzucht, dan toch van groote weelde. Lazuurkleurige wanden en waiergroeu verwelf waren van gouden starren doorstippeldBoven den wijden schouwmantel prijkte een beeldwerk van zuiver albast, de intrede van Philip 11 binnen Aalst voorstellende. Rijke, uit palissander gebeeldhouwde stoelen en eene zwaargepikkelde, mahoniehouten tafel, waarop eene langhalzige vaas, met verwelkten bloemtuil, stonden in 't midden der plaats. Een tapijt van Oostersch weefsel verdoofde den stap op den berden vloer, deed den voet in het zachtste dons wegzinkenEdoch, vergeefs al dezen opsmuk vergelijken hij den daarbuiten liggenden tuin Iets akeligs doet onwillekeurig griezelenhet is alsof de koude adem des doods van de straat hier was binnengewaaid, alsof lijden en vervolging aan ieder voorwerp hun zegel van druk en wee hadden gehecht, op alles den stempel van treurnis en kommer geprent. Bij de tafel bevond zich een meisje, rank van leest, zwak en tenger van leden. Krullende kaartressen omgolven een beeldschoon gelaat. Onbeweeglijk tuurde zij naar een en hetzelfde punt der kamer en zonder het op- en neergolven der borst, door pijnlijke ademhaling teweeggebracht, hadde men gedacht een levenloos wezen voor zich te zien. In die kranke gevangene vinden wij Dirka, Jooris' kind weer... De kersroode blos der jeugd is de welgevormde koonen ontvloden, het koraalrood van de lippen verdwenen... Arme, pas ontlokene bloem, zoo zeer reeds geknakt, zoo vroeg van den stengel gerukt en ontbladerdArm meisje, honderdvoudig beklagenswaardiger dan al degenen, die voor u den tol aan de natuur betaalden Zwak, onnoozel kind, ontrukt aan hem, wiens heul en troost ge waart en blijven moest!... Vloek over uwe beulen, de harlelooze vandalen, dio heden, onder dreunende mokerslagen, alles vernietigen, die bezig zijn met eene bloeiende vesting tot braakliggenden grond om te roeren Vermaledijding over hen, die gansch eene vreedzame bevolking tot den bedelzak doemen (1) Eene stuiptrekking deed Dirka trillen. Goede yaderkermde zij uwe dochter gaat sterven, u verlaten zonder een enkelen zoen, zonder uwe zegening te ontvangen Mijn God thans voel ik hoe kort de weg is, welke mij van het graf scheidt uitgeput van krachten, zijn mijne ledematen verlamd, mijn hart gebroken. Gansch den nacht gijlde ik naar den dood, en telkens haar beeld voor mij oprijst, bevangt mij (,1) ln stille eenzaamheid, niet weemoed en benepen hart, heb ik vaak onze van spinrag omhangen handvesten, dagteekenende van dc jaren op deze gebeurtenissen Tuigende, kunnen raadplegen. De stadsrekeningen der XV* eeuw getuigen van den dringenden nood, waarin de poorters verkeerden. De stad kon niets van hare schulden betalen, moest ieening op leeiling aangaan en dikwerf van verscheidene belastingen werden enthevtn. *«n ^ang gevoel, worstel ik tegen ongenaakbare spookgeesten. Misschien is dit alles de voorbode van mijn afsterven, datgene wat het verscheiden der ziel voorafgaat... Koortsig sloeg zij do handen voor de moegekreten oogen en heete tranen sijpelden door hare vingers... Tranen verlichten Maar eensklaps, als door eene geheime veerkracht bewogen, rees zij zenuwachtig op, daar vlammende toorn zich op haar wezen afschetste. - In van Navarese's macht kreet zij. Ik bevind my in de macht van dien liederlijken boef, dit vuig ondier, dat zich durft vermeten mij van liefde te komen spreken, kruipend om mijne gunst vrijt en wedermin durft cischen Waarom scheurt de hel niet open, dergelijke wangedrochten in haren afgrond verzwelgende? Waarom sloeg God s bliksemflits hem, in den nacht der bestorming, niet met lamheid O, hoe haat, veracht en verafschuw ik u, van Navarese vcrgruizer myns levensheils, verleider van Jeroom, moordenaar mijns vaders 1... Uw blik alleen doet mij van woede popelen, van afgrijzen het bloed in de aders stollen, enverdwaasd wendde zij de blikken in alle richtingen der kamer geen middel om van hier weg te geraken, geen uitweg tot vluchten... - Daar knarste een sleutel in het slot der deur. Geheimzinnig werd het vertrek ontsloten en eene vrouw Yolanda, de verloofde des Spanjaards sloop ter gluip binnen. Nyd en afgunst, trots en misprijzen hadden op haar gelaat plaats gemaakt oor een stralenden lach van deernis en goedheid. Op de punten barer voeten kwam zij tot de tafel, bij de gevangene ondernandscli bracht zij een geruiten omslagdoek van onder hare mantille en sloeg hem Dirka over de schouders. Dan sloot zij hare mededingster in de armen, drukte een lange zoen op het schoon voorhoofd, tilde haar mee en vluchtte tot de deur. Een kreet van doemenis, een vloek, ontvloog de signora; Gilbert's dochter gleed uit hare armen. Aan den uitgang was de eletto verschenen, de armen op de borst gekruist, het gelaat doodsbleek. Geen stap verder bulderde hij. Zoo dan, heel mijn ver trouwen, gansch mijne liefde offerde ik aan eene bedriegster, eone huichelaarster, die ik met weldaden overlaadde, in wiens oogopslag ik de minste barer begeerten las Ik koesterde en voedde eone slang aan den boezem Meineedige, maak u gereed gij gaat sterven J Vbrbobbn nadruk. (Wordt voortgezet). handelskracht van België verbaasd staat en hare verwonderingen uitdrukt. En nochtans, zegt de katholieke Courrier de Bruxelles, wy leven sedert 26 jaren onder een katholiek gouver nement. De geuzen voorzegden, over 26 jaar, dat het Katholiek Gouvernement het land naar den ondergang zou leiden, en zij herhaalde dat nog, maar toch minder luid, voor de laatste kiezingen. Er is nog al wat verschil tusschen den voorspelden ondergang eD dec voorspoed dien wy genieten, God zy dank 4*4 Sluit uwe ooren voor de rode voeringen der kwaadsprekers. Toon huu even veel afkeer als deze er /;öu hebben van wien men kwaad spreekt. H. Joannes Chrysostontu*. 4*» Telegrammen. Ter algemeo- ne kennis wordt gebracht, dat alle tele grammen, zonder uitzondering, voor taan met postzegels mogen gefrankeerd worden. Dienaangaande wordt herin nerd, dat gefrankeerde telegrammen zonder kosten naar het kantoor van af zending mogen gezonden worden, als volgt A. Gesloken in de daartoe bestemde bussen bevestigd aan de tramwegen in de groote steden B. Gestoken iu de brievenbussen aan sommige treinen der buurtspoorwegen C. Medegegeven aan de op boodschap zynde telegrambestellers of aan de op rondo zyadelandelyko brievenbestellers. Telegrammen, in die voorwaarden verzonden, moeten steken in een geslo ten omslag waarop aeer duidelijk het opschrift Over te seinen telegram staat. Met het oog op de mededeelingen, welke het telegraafkantoor aan den af zender zou kunnen moeten sturen bij voorbeeld kennisgeving van niet- bestelling is het wenschelyk dat het adres van den afzender voorkome onder aan het telegram, als niet te overseinen aanwyzing. De bepalingen en pryzen van toepas sing op de telegrammeu komen voor in de Guide de la correspondance télégra- phique, die in de voornaamste kantoren verkocht wordt. De prijzen voor het binnenland en de voornaamste prijzen voor de Euro- peesche landen staan ook in het Offici eel treinboekbladz. 224, tabel 740. (Moniteur). 4*4 Het bloempje der koningin. In de natuur is 't bloempje een engel 't verblijdt het oog door vorm en kleur, Het groeit en bloeit op zynen stengel, 't Verspreid een frisscheu, lieven geur. Het zegt ons God is machtig, En God is wys, en Hy is goed, Dewijl Hij toch zoo lief en prachtig, Het bloempje voor ons groeien doet. Onze eed'le en goede Koninginne Heeft u, mijn kind, een bloem bereid, Die, uit het hart van die Vorstinne, In 't land een frisschen geur verspreidt, Zij smeekt u lief om medelijden, Zij roept u toe: Wees vroom, wees goed, Wil hen die lijden, wat verblijden, Naar 't voorbeeld der VorstiD, zoo zoet. De geur der Koninginne bloeme, Die frisch zich over 't land verspreidt En 't land verstrekt tot eere en roeme, Heet lieflyk De Weldadigheid. Tongeren, Juni 19JL0. Jos. Libot. 4*4 De godsdienstige grondstelsels zijn duizendmaal noodzakelijker aan de volkeren, dan al de wetboeken en poli tieke instellingen. Victor Cousin. 4*4 Hij heeft het gevonden I Broeder Goblet d'Alviella, senator en Grootmeester der Vrijmetselaarslogiën van België, heeft nu ontdekt waarom de geuzen op 22 Mei het onderspit gedol ven hebben We zyn geklopt geworden schrijft hij in de Revue de Belgique, oindat het land voorspoedig is en dat liet zich met onrust de vraag heeft gesteld welke re geering hem de linkerzijden zoude aau- brengen in plaats van de huidige regee ring. Laat ons hier aanstippen dat M.Goblc t d'Alviella vaststelt, dat het land voor spoedig is. Vóór de kiozingen hebb-d,» geuzenbladen hun uiterste best ge laar om de menschen te doen geloove» da liet land niet voorspoedig is en dat het om zeep ging. De kristen demo- kraten bladen deden daarin meê.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1910 | | pagina 1