1RKA
Zondag 16 October iOf0
5 centiemen per nummer
64sle Jaar 4302
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van do Stad on 'I Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Belgische Handel
en Nijverheid,
Overvloed van goud.
Zondagrust.
Onze Boomkweekerijen.
DITJES en DATJES
Spaansche Oproerlingen van 1576 te Aalst
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
«.ening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schryft in bij C- Van de Putte-GooMena, Korte Zoutstraat, N* 31
en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3"8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsiag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
CUIQUB 8UU1
A»U(I 2» Oct ober I SI 1 O.
In algemeen cijfer opgenomen, be
kleedt België den 5den rang van alle
landen der wereld voor zijne handels
verrichtingen.
Het staat verre aan de spits der vol
keren in verhouding zijner bevolking,
want, in 1909, beliep de handel aan in-
en uitvoer, tot 881 fr. per hoofd, terwijl
Engeland,die machtige handeldrijvende
mogendheid op België volgt met 511 fr.
per hoofd
Het is Diet noodig diegroote cyfersta-
tistiek in handen te nemen om de nijve-
rigo bedrijvigheid van ons volk te
bemerken men ziet overal 't gewoel en
't gewemel van bedrijvige menschen
die te lande, in kleine en belangrijke
steden, vol drukke bezigheid van den
morgend tot den avond, gedurig weg
en wederspoeden, arbeiden steeds, on
ledig en onrustig, hunno zware dagtaak
vervullen.
De nijverheden van allen aard groeien
en gedijen on leveren hunnen weelderi-
gen oogst aan deD dagelijkschen handel
die er 't zijne van maakt, de markten,
magazijnen en winkelhuizen volstapelt
eu weer laat leegloopen in de handen
van begeerige koopers.
't Is een drukte van bedrijvige men
schen langs straten en wegen die elkan
der stooten, voorbij loopen en weêr in
gehaald worden, die werken om te
zeerst en om te meest om elkander weêr
telkens boven te steken in driftige
wed y vering.
't Is een lust om aanschouwen hoe
ons volk zijne gezonde leden, zijne sterke
geestkracht rept en roest in duizend
voudige bedrijvigheden,
Een gezond volk, een krachtig volk
woont op den Belgischen grond, in 't
platlelandsche Vlaanderen en 't heuvelig
Walenland, in dorpen cn steden
hier woont een volk dat met zijne
struische leden onvermoeid aan den
arbeid staat de heelen langen dag van
alle dagen te herbeginnen aan hetzelfde
noestig werk
hier woont een volk dat met zyn hel
deren geest die ingewikkelde nijverhe
den schept en voortdrijft en zijn veel-
voudigen handel opvoert tot eene ver
bazende hoogte
hier woont een volk dat met sterke
wilskracht bezield is, dat lust vindt
in den gestadigen arbeid
hier woont een volk dat, in vrede,
een welstand heeft doen geboren wordeD
door zijne taaie werkkracht, dat een
welstand geniet, welke andere landen
ons benijden, en dat er fier opgaat, met
recht dien welstand verwekt te hebben
door zyue eigene gezonde, kloeke leden
en geest.
Die zucht naar arbeid is ons volk
eigen, en spruit hij voort uit zijne
levenskracht, hij wekt ook van don
anderen kant gedurig klimmende le-
vensdadigheid.
Vooruit, mijn België, houd u kloek.
Blijft volharden in de levensopvatting
welke gij u zelf hebt voorgesteld; be
waar uw gezonden geest eu een gezon
den leest
Sedert 27 jaren leeft België onder een
katholiek Staatsbestuur dat, uit het volk
gesproten, ook doordrongen is van
dezelfde werkdadigheid als 't Belgische
volk, mcè arbeidt onverpoosd en onver
moeid aan de algemeen» bedrijvigheid
dor menschen die het bestuurt, om dezer
nijverheid cd haDdel ten top te voeren.
Mijn België, houdt u kloek
(G. v. L.)
Overal hoort men klagen dat alles
peperduur is en vooral de levensmidde
len men zoekt naar de oorzaak, maar
men vindt ze niet.
Die duurto schijnt niet begrijpelijk
daar nu beden alles op de goedkoopste
wijze mogelijk wordt voortgebracht.
Een Fransche Staatshuishoud k uudige,
den heer J. Arren, heeft do zaak door
grond en er eene studie over geschreven
in welke hij de heerschendo duurte toe-
sclirijtt aan de groote voortbreugst van
goud in deze laatste jaren.
Hoe, zal men zeggen, kan het leven
duurder worden omdat er te veel goud
in omloop is Het schijnt dat hel tegen
deel zou moeten waar zijn
Het is omdat men vergeet dat het goud
maar eene waar is gelijk eene andere
het goud is de koopwaar-standaard ge
worden onder den vorm van munt
deze aan welke men al de andere verge
lijkt en welke den prijs vaststelt, zoodat
wij gewoon geworden zijn zijne waarde
als onveranderlijk te beschouwen.
Daar is de dwaling.
Als men zegt dat liet graan duurder
geworden is, beteekent dAt, dat men
meer goud moet geven voor hetzelfde
gewicht graan.
Men zou in andere woorden kunnen
zeggen dat, het goud in waarde is ge
daald, en het zou meer nauwkeurig zijn.
Wij zijn sedert eenige jaren getuigen
van eene waarde-vermindering van dat
metaal.
Die waarde-vermindering was onver
mijdelijk. Iedereen weet dat door de
werking van vraag en aanbod, de prijs
van eene koopwaar stijgt als ze zeld
zaam is, en daalt als ze overvloedig is.
Nude goudvoortbrengst vermeerdert
op eene wonderbare wijze.
In 1848 bracht men 55,000 kilos goud
voortin 1S90 was het 200,000 kilos
350,000 kilos in 1897 573,000 kilos in
1905 608,000 kilos in 1906, dus voor
meer dan 2 miljards.
Daar de sleet in goud zeer klein is,
vermeerdert de voorraad alle jaren
merkelijk.
Gedurende de lien laatste jaren is er
meer goud voortgebracht dau van 1492,
toen Amerika ontdekt werd, tot 1850.
Er is nu 5 maal zooveel goud in de
wereld als er was in 1850 er is nu dub
bel zooveel als in 1890.
Het is tengevolge van eene verbeter
de behandeling der goudertsen dat men
nu veel meer goud voortbrengt, niet
omdat het getal goudmijnen is vermeer
derd. Die groote goudopbrengst ver
mindert de waarde van het goud. Een
stuk van 20 franks is nu minder waard
dan over 20 jaren, het is te zeggen men
kan er zoovtel niet meer voor koopen,
omdat de omloop der stukken van 20 fr.
verdubbeld is en dat de opbreDgst van
graan, groeusels, vleescli, niet in dezelf
de mate is aangegroeid.
Men moet dus meer goud of geld
geven voor dezelfde hoeveelheid andere
waren wij noemen dat duurte.
Voor zekere gefabrikeerde warén zijn
de prijzen niet opgeslagen, omdat de
fabrikanten nieuwe uitvindingen en
verbeteringen hebben benuttigd en zoo
hunne voortbrengst hebben vermeerderd
evenals die van het goud.
Maar de meeste jaarwedden, loonen
en inkomsten, zijn vertegenwoordigd
door het zelfde getal goudstukken als
over 20 jaarvan daar de huidige
krisis.
Veel waarheid kan er zijn in hetgeen
de heer Arren zegt. Hoogst opmerkelijk
bemerkt Het Fondsenblad i>; zijn
echter de laatste regels, uit dewelke hel
blijkt dat het niet juist do overloed van
goul is, welke de krisis veroorzaakt,
maar de ongelijke verdeeling van dien
overvloed.
De eigenaars van goudmijnen, de
trustmannen van Amerika,de overvoort-
brengst der fabrieken houden het goud
of bet geld te veel in handen van enke
len terug.
Van 'smiddags tot middernacht, eenige
dienstdoende Apotheker, op Zondao 16
October 1910, M. Bonner, Bisschop
straat.
De fruitboomen brengen veel op,
wanneer zij wel verzorgd eu goed ge
voed worden maar om hierin te ge
lukken en gezond en overvloedig fruit
te winnen, is het volstrekt noodzakelijk
slechts gezonde en kloeke hoornen te
planten.
Daarom is het ook Doodig dat de
landbouwer diensaangaande grondige
kennissen bezitte, 't is te zeggen, dat hij
de onmisbare begrippen hebbeopgedaan,
om fruitboomen op eene doelmatige
wijze te kweeken, en deze met kennis
van zaken te bemesten.
Het zal dus van geeu belaDg ontbloot
zijn aan onze lezers eenige inlichtingen
te geven nopens fruitboomteelt in de
kweekerij, want zooals wij het hier vo
ren zeggen, van de hoedanigheid der
jonge hoornen hangt de goede uitslag af.
Men geve deu voorkeur aan een wel-
vcrluchten grond, rijk aan humus, tot
op eene diepte van 0.70 m. omgewerkt,
met doordringbaren ondergrond.
Bij het doorbreken van den bodem zal
men er voor zorgen de bebouwbare laag
aan de oppervlakte te laten.
Bij deze bewerking zal men eene
goede dosis stalmest, compost of stal
mest (30000 kgr. per hectare) toedienen
en tijdens den groei komen, begietingen
met beir, aangelengd met water, wel
te pas.
Ten einde de boomen spoedig te doen
doorschieten, is het noodzakelijk per
are 10 tot 12 kgr. ijzerslakken le ge-
bruikeu 5 tot 6 kgr. kaïniet en 3 tot 4
kgr. zwavelzuren ammoniak.
IJzerslakken en kaïniet en 1/3 vao don
zwavelzuren ammoniak zullen in den
Herfst aangewend worden de eerste
moeten met de ploeg of met de spade
ingewerkt worden, terwijl do siikstof-
meststof op het omgewerkt land wordt
uitgestrooid cn met deeg onderwerkt.
Het overige deel vao den zwavelzuren
ammoniak zal men slechts, op dezelfde
wyze, in de daarop volgende Lente ge
bruiken.
In de kweekerijen, waar boompjes
groeien van ten minste ljaar oud, zal
men met goed gevolg in de Lente 2 tot
3 kgr. zwavelzuren ammoniak per are
aanwenden. Deze meststof kan men bij
middel van de hak of de rijf in deu
grond werken.
Aan kernen en steonon moet men ook
zijne aandacht besteden; men zal slechts
volkomen volwassen en rijp fruit nemen
voortkomende van goede, veelopbreu-
gende variëteiten die vrij zijn van ziek
ten en men zal den voorkeur geven aan
de zwaarste, dikste en gezondste kernen
uit volledige rijpe vruchten.
Later mag men niet verwaarloozen
zorgvuldig te wieden en den grond op
to hakken. Veritas.
Voor de duivenlief
hebbers. Uil Laur-
rence-Mass. (Ver.Sf.).ge-
dagteekend 4 September
1910, meldde meri aan
M. Gigot, een onzer gekendste duiven-
liefhebbers
Ik meen u nuttig to wezen door u
een feit aan te wijzen dat hier niet
ongewoon is.
Zekeren dag kwam een mijner
vrienden mij vinden, zeggende dat hij
lust had eenige duiven te koopen, maar
dat hij nooit duiven had gehouden hij
verlaugde dat ik hem zou vergezellen,
om uit den hoop enkele duiven voor
hem le koopen.
Door een Canadees hebbende hooren
zeggen dat er op zekere plaats duiven te
koop waren, ging ik er heen op zijne
aanvraag. Wij gingen tot bij Boston,
maar daar stelde ik vast dat er, onder
een opgehoopt, duizenden duiven waren,
zoo wat aller rassen reisduiven, pauw
staarten, enz. Ik ondervroeg een werk
man en vernam dat al die duiven uit
Belgen land kwamen.
Hy antwoordde mij een tiendui
zendtal Hy zei mij dat er soms twin
tig duizend waren. Die duiven werden
verkocht tegen eon dollar zeventig eens
het koppel, wat bij ons 8,50 fr. zou
wezen.
Ziedaar waar dn duiven heeogaau.
Wij kozen de volgende duiven, zegt
de briefwisselaar eone geschelpte (ring
Sport. Herve, 623, 1907), zeer schoone
duif geschelpte (Antwerpen, 5175,
1908j, zeer schoone duifgeschelpte
witte pen (Club, Cliêtelet, 4768, 1907)
geschelpte (Antwerpen, 20387, 1908)
bleeke (Antwerpen, 21001, 1902); ge
schelpte (A'f, Laken, 3665, 1909 ge
schelpte (Antwerpen, 125128, 1909yge
schelpte (Bond, -11170, 1909).
Tydens eene maand kwamen er daar
eens 5500 Belgische duiven toe.
Eene proefneming. Eugeen
Fourniére, socialist en leeraar bij de
Polytechnische school vau Parys,
schrijft
Voor onze eigene rekening en voor
rekening van al de Europoesche natiën
die verlangen naar de politieke vrijheid
en de maatscliappelyke rechtvaardig
heid, doen wij, in Frankrijk, eene onge
hoorde proefneming
Wij willen de politieke, maatschappe
lijke en zedelijke orde vestigen op de
rede, de wetenschap en de beraadsla
ging-
Wij hebben al de overleveringen
verbrijzeld, we zijn meer ontlast en
ontbloot van alles dan de eerste bescha-
vers van Amerika, die ten minste hun
nen bijbel medegenomen hadden.
OF DE
DOOR
PlïTHlls VAIN! NUFFEL.
28c vervolg.
Van oudsher behoorde hel kasteel aan het g™'»®'1'
denzelfden naam, tot dat liet, door do trZZ£ Alicé
aan het stamhuis van Gavere verviel; m 1303 tronwdo AUoe
van Gavere, dochter van Philip van Gavere, heer van
en Breda, met Geeraard, heer van Rassengen en Leuzera
Henegouw, die do heerlijkheid als bruidschat kreeg. (1) van
Gestel schrijft dat de sterkte alreeds m zijne J |0„
hare schoonheid verloren had, daar zij dikwyls, j (lajj
en onlusten, bezet was geworden, en nu doo -
door de ónderen bestormd. (2) „„«„WpiH Men
Liedekerke had zich tot zelfverdediging caauten
waakte dag en nacht. Uit de schietgaten ,vaj-ers
de geladen vuurmonden, van de transen loerd
in schuren en stallen zaten verkenners. OTondeebied
Niet zoohaast had de vijand den voet op het grondg^
der gemeente gezet, of een hagel van musk g eeVolg
rond de ooren. Deze onverwachte tegeustóndhad voog c,
dat de Spanjaards eene wijl bedremmeld bleven staan, maar
aangewakkerd door hunne oversten ljjk m00rdend
tiental voortrukkende rabauten, vielen alk g J verwoede
schroot trotseerend, in het dorp. Hier eCIn de in
kamp. De landslieden verdedigden ^ich als leeuw
de wapens geoefende krijgsbende van Philip o
(1) Sanderus, idem, III® boek, II® deel, bl. 77. Van Gestel,
(2) Hist, sacra et profana Arob. Mechl., Decanatus Alostanus. - an Gestel,
II® deel, bl. 165.
vlegels, braken en zeisens duchtig op los, staken met rieken,
gaffels en pieken overal waar het maar treffen kon. De komst
des graven van Rceux, vergezeld der lot den tand uitgeruste
wachten des burchts, deed de rebellen rechtsomkeer maken en
in de velden vluchten, waar de dorpelingen lien nog ver
achtervolgden.
't Was een roemrijke dag voor Liedekerke.
VI.
Tuk op eene bloedige wederwraak, was de aftocht van
Liedekerke door de muitors aangevangen. De smadelijke afros
sing, hun door graaf van Roeux toegediend, lag zoo zwaar op
hunne lever, dat ze bij hoog en laag zwoeren, hunne woede
te zullen koelen op alles wat binnen Aalst nog gaaf en
gespaard was gebleven.
In het begin der maand Augusti overrompelde de bezetting
een destijds wereldberucht klooster, ten huidigen dage slechts
bij naam gekend. Wij bedoelen het gesticht der Williolmieten
of Sterheeren. Alhoewel het geenszins in ous bestek valt, hier
van eene omstandige monograpliie te geven, toch zal het
mogelijk niet teeneinaal overbodig wezen, ten minste eencn
blik te slaan in het verleden van die roemvolle instelling, lieden
met zoovele andere in den kolk der tijden verzwonden en waar
van de geschiedenis voor den oningewijden der oude oorkonden
immer met een ondoordringbaren sluier blijft omhuld. De
Wilhelmijnen hadden hunnen oorsprong te danken aan Margarcta
van Vlaanderen, dochter van Boudewijn van Constantinopel. (i)
Het convent werd opgericht ten jare 1268, op cenen grond,
dicht tegen de Kaltestraatpoort, alwaar de kloosterlingen leefden
volgens den regel van den H. Benedictus. De vrome paters
smaakten er evenwel die kalme, ongestoorde toewijding aan
God niet, zooals zij ze wenschtcn meermaals hadden zij met
(1) Ziehier de akie der stichting, gelijk zij voorkomt in Descriptio A los tan a van
den Aalstenaar Romaan De Visscbor (1732) Marguerite Conitesse de Flandre el de
Haynau aux Uailliy et Echevins d'Alost salut. Nous vous faisons a scavoir que nous
motton» nostre octroy A ce que Les Fréres de L'ordre de S.' Guillaume vienneul
manoir a 3.' Ursmar ès Le dit Alost pour sorvir a nostre Seigneur, par le temonaige
de ces Lettres qui feurent domuien L'au de L'incarnation mil deux cent et soixante
buict Le vendredi aprè» La magdelaine.
vele moeilijkheden en tegenslag te kampen, moesten zij met
taai geduld, edele zelfopoffering, ellende en tegenspoed het hoofd
bieden. Deswege bleven zij er niet lang. De Gentenaars, die
hun alrec in 1348 veel last hadden berokkend, kwamen in 1380
terug en staken het prachtig gebouw aan <le vier hoeken in
vlam en vuur. Gedwongen eene andere schuilplaats te zoeken,
hielden de monikken zich geruimen tijd schuil in den omtrek,
en waarschijnlijk onder de bescherming, van het beruchte kasteel
van Aalst, gelegen op den zoom des Donders en in 1128 den
eigendom van graaf Iwein. Omstreeks het jaar 1428 bouwden
de paters, met bijzondere vergunning des Pauzen, een nieuw
klooster in de Pontstraat, datgene wat wij, in de dagen waarin
ons verhaal zich beweegt, ontmoeten. Van daar af noemde men
hen Religieux de l'éloile, dit naar den naam hunner kapel,
toegewijd aan O.-L.-Vr.-ter-Sterreu. (1) Een tijdperk van roem
en luister was geopend. De instelling nam van jaar lot jaar
in voorspoed en ontwikkeling toe zij verbaasde de ganscho
geleerde wereld door het vormen der uitmuntendste geleerden,
het opleiden van groote geniën, waaronder, stellig op den voor
rang, België's eerste letterprinter, een Silvius eu Grapheus,
dienen worden opgesomd een benijdenswaardige welstand,
welke weldra tot aanzienlijken rijkdom overging, viel de Ster
heeren ten deel. Kunststukken, geschenken van vorsten en
graven, in hun bezit, kende men eene onschatbare waarde toe
de schabben der boekerij bogen onder het gewicht der lijvige
folianten, pennevruchlen der grootste schrijvers, of de onver
kochte werken vail Diederik Martens, die er, drie en dertig
jaren vroeger, was overleden. (2)
(1) Het eerste convent stond nabij de stadsvestingen, ongeveer Ier plaatse waar
heden ik- standplaats van den ijzeren spoorweg oprijst. Het tweede besloeg het
beluik van 't huidige begijnhof en oen deel gronds, nu bebouwd met huizen, toebe-
hoorende aan bijzonderen. - Inlichtingen ontleend aan A.-F. Van Iskohem's
Biographic de Thierry Marlens Il«hoofds bi. 9, 10 en 11.
(2) Het klooster dor Sterheerm werd voor goed afgeschaft onder jloaef fl, den
tweeden Zondag van Paschen in 't jaar 1784 Over eenige jarep ojntgraafde men, bij
aardewerken in do Sterrestraat, verscheidene geraaiqtnn, die naar bet kerkhof zijn
overgebracht.
Verboden nadru^.
(Wordt voortgezet).
Onze school is zonder God, en
onze dorpen zijn zonder priester.
Wij liebb»o voor eenigen regel hel per
soonlijk geweten, open voor alle be
knibbeling en voor eenigen regelaar het
strafwetboek.
Dat is te zoggen wij hebben alles
gedaan wat mogelijk is om God uit het
maatschappelijk loven te bannen.
Dat is inderdaad de waarheid.
Maar de gevolgen Die zyn dat de
apachen in Parijs heerschen, dat men
in die stad eiken dag twee menschen
vermoordtdat kinderon van 16 en
17 jaar sluipmoordenaars et dieven
worden.
I>a Ktizern. Te Ant
werpen, waar men best van al weet
wat de kazern is en wat er kan verbe
terd worden, daar is er een grieven-
komiteit tot stand gekomen, en 'tis
de kring De Kleine Burgerijdie dit
komit«it heef! ingericht. De inrichting
van dit komiteit, wordt aangekondigd
door een vertoog waarin wij het volgen
de lezen
Voor de eerste maal, zijn ook onze
burgerszonen naar de kazern. Onder
d'oude wet, zouden de burgers het
brood uit bunnen mond gespaard
hebben om hunne zonen vry te koopen.
«Nu moeten ook de burgerszoon soldaat
word on.
De bestaande militaire kringen zijn
eeno allerbeste inrichting, om de
mannen treffelijk verzet eu goede ge-
zeischap te verschaffen. Doch er out-
brak iets. Do soldaat moet weten
tot wien bij zich kan richten, als hij
te klagen heefthij moet weten by
wien hij de misbruiken der kazern
kan aanklagen.
Daar heeft De Kleine Burgerij voor
gezorgd, en een bestendig grieven-
komitet is ingericht, waar men in
volle vertrouwen, zijue klachton kan
a meêdeelen. Het geheim is beelemaal
verzekerd.
Er moet in het leger regeltucht zyn,
zeker maar rechtveerdigheid mag
er ook niet ontbreken. Soldaten en ook
d'huisvaders, kunnen zich tot het
grieven-komiteit wenden.
Het komiteit zeteld eiken Vrijdag,
van 8 1/2 tot 10 ure 's avonds, in hot
a lokaal DE ZWAAN, Korte Gasthuis-
straat, nummer 18, Autwerpen.»
Ter overweging
aan de nijdigaards en kwaadsprekers.
Vertel niet voort
Al wat gy hoort
Want onbedachte praat
Doet al te dikwijls kwaad.
Willem Bilderdyk.
Gepast te spreken is oen zware taak
Gepast te zwygen nog een zwaarder zaak.
Jan Ferguut.
Gy toont u zelden goed, beleefd on wel-
[gezind
Men hoort u niets dan zure en bitse woor-
[den sproken
Gij ziet zoo diep cn scherp in andermans
[gebreken,
En gij verwondert u, dat niemand u be-
[mint.
S. M. Coninckx.
Gij hebt twee ooren maar één mond.
Dat, vriend zij u een toeken,
Om veel te hooren en niet veel
te spreken
Gij hebt twee ongen maar één mond.
Bedenk dat, u ten zegen
Vel moet gij zien, en zeer veel dient
gezwegen I
P. A. de Genestet.
De nijdigaard blikt op naar 't zonnelicht:
Dit straalt hem blijde in het gezicht
Zyn oog kan zooveel schoonheid met
[verdragen
Hij keert met norsch gegrom
Zich om.
Daar vindt hij stof tot klagen
Wijl hij zijn schaduw op den grond go-
[worpen ziet.
Schreeuwt hij om wraak voor 't ongelijk
(dat hem geschiedt 1
Jan Ferguut,