1RKA Zondag 50 October iOIO 5 centiemen per nummer 64ale Jaar 43 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Pombal. Bokkenrijdersfeest. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Allerheiligen-Allerzielen, Allerzielen. Spaansche Oproerlingen van 1576 te Aalst Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- &ening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij G. Wan de Putte-GootRens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3«* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen Lij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzeadingen doen, uiterlijk tegen den dynslag vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën lit blad. uit vreemde landen rich te wenden ten bureele van CUIQIJB 8UUM. ilnl8l,29 October 191 O. Hoe verheven en schoon,hoe troostend en opbeurend is toch het geloof Allerheiligen Zegedag De strij dende kerk juicht en jubelt zij her denkt hare kinderen die met het teeken des kruis voorafgingen en zegevierden.. 't Zijn plechtige stonden wanneer de klok heinde en verre hare jubbeltouen uitgalmt, als wilde zij den lof der hemelingen verkonden 't Zijn plechtige stonden wanneer het klokkengelui, over berg en dal, door bosch en beemd, den christen bij roept om zich te verheugen in 't eindeloos geluk van alle heiligen Ter kerke is alles in feestgewaad gedost, en in de breede beuken dreunen statig en grootsch de orgeltonen, 't Is feest, 't is feest Eene rij priesters verschijnen, in heldor witte koorhemden gehuld en met goud belegde kazuivels, on geloovigen en priesters brengen hulde en lof aan hen, die roemvol worden gekrooDdinde hemelpaleizen En priesters en geloovi gen smeeken den zegen af van die onze machtige voorsprekers zyn bij 'sHeeren troon. Juicht, christene scharen, want milde zegeningen dalen nu neder op dou sterveling door de handen der heiligeD, lijk door beken en stroomen het water der bronnen naar de diepte heen vloeit, en boomen en planten en velden be vochtigd en voedt... Hoezee 't Is feestgetij Nauwelijks is het zegelied onder de wijde gewelven onzer kathedralen, onzer domkerken, onzer nederige stad- en dorptempols weggestorven, of kla gend en weemoedig klinkt de angstkreet der lijdende kerk... Miseremini mei Hebt medelijden 1 Allerzielen Rouwdag Akelig doodsch is bet ter kerke Ziet die zwarte wimpels met tranen be sproeid; ziet dit rouwfloers en rouwge waad Hoe die rouwklachten en treur liederen door den alouden tempel zuchten Allerzielen Rouwdag Waarom slaat die zoon den weg naar het kerkhof in Rust daar vader misschien, rust daar moeder Vader Moeder! te ras aan de liefde hunner kinderen ontruktMoeder Is zij het die klagend roept Ter hulp Hebt medelijden Waarom richt die vrouw hare stap pen kerkhofwaarts, naar dat met bloe men en groen versierd grafterpje Rust daar wellicht een aanbeden kindje Rust daar die zoon die, wanneer alles sprak van leven, van genieten, van toekomst, door de onverbiddelijke zei zen der dood werd weggerukt Waarom staat dio jongeling daar te turen voor dit pas gesloten graf Rust daar, onder 't oog van het tengere treur- wilgje dat met afhangende takken over de graftombe helt, rust daar misschien eone beminde, die met hem de wereldzee ging overvaren Allerzielen Rouwdag met zijne hartbrekende herinneringen Troost volle dag voor ons, christenen Oh hadde ik nooit de weldaden beseft die het geloof dadelijk verschaftwas de geest des twijfels of der verloochening bij mij, zooals bij velen eilaas, binnen gedrongen, oh zie, op allerzielen, wou ik toch mij aansluiten bij die meDigto die, in 't herte geroerd en bedroefd, ja, maar ook getroost door de hoop van het weerzien, de duurbaren herdenken die rusten in den killen schoot der aarde, onder het kruis... Want voor den christen is don eere- dionst der dooden iets meer dan eene eerebetuiging aan den niet, aan een handvol stof zonder beduidenis; voorden christen blijft eriets meer over de ziel. Door den tijd en ruimte heen, drukt hij de hand aan hen die uit ons midden werden weggemaaid, en gelaten prevelt hij een gebed... Hoe troostend het geloof toch is... 'n Dikke mist, in rouwgewaad Het dorp hult fallen kant En met n' tranenvloed besproeit Den killen dakenrand. Ter kerke, gaat de dichte drom In stille en droeve bèe, Waar fsmeekend doordebeuken jaagt Hun ziele ruste in vrêe O Heere geef hem de eeuwige rust Mijn vader, moedor mijn. Vergeef myn vrienden, Jezus zoet Verlos hen van de pijn. Verlos do zielen, lieve Heer Die snakken naar bet woord Dat al bun lijden stillen zal Hun op'uen Sionspoort. Zoo stijgt er uit eenieders hert Met diepe smart gepaard Een droeve zucht ten hemel op, Ter kerke op dees aard. En troostend valt het rouwgezang Der klokken snikkend neer Op 't eenzaam kerkhof, stille rust Van hen die zijn niet meer. Met de onwenteliug van Portugal verschijnt die naam van Pombal nu wederom in de gazetten. Wie was die kerel Ziehier hoe een fransch, antikatho liek blad Le Journal des Débats, hem afschildert Half haten, dat kon Pombal niet. Zoolang Joseh I, koning van Portugal leefde, 20 jaren lang, wist Pombal uit gelezens slachtoffers le leveren aan ?1 de gevangenissen van de hoofdstad. Gaoscli Portugal scheen in een onmete lijk gevang herschapen. 't Gevang van St. Juliaan was zoo rijk in ratten cn wormen, dat liet bed van Pater Laurent Gaulen ervan kriel de en dat zij zijn droog brood opknaag- den. Pater Przikril had Diets tenzij eene» rotten strooizak en zijnen brevier dien de hem tot oorkussen, De slechte behan - delingen deden I'ater Malagrida liet verstand verliezen en men veroordeel de hem als ketter om verwurgd en dan verbrand te worden De Ooslenrijk- sche afgazanten Lebzeltern, die aan die tormenten niet w ilde gelooven zonder ze gezien te hebben, zag ze en schreef naar Kaunitz die verfijnde wreedhe den zijn weerdig van de wildon. Twee Augustijner Paters wierdeu te samen opgesloten eeu hunner wierd aangetast door rotte kortsen. Zijn ge zel had schoon hulp te vragen men luisterde niet eens. Hij riep De Pater sterft... de Pater is dood... Niemand kwam. En met zijne nagels moest hij in den natten grond eenen put scharten, om het lijk te kunnen begraven... Pombal wilde meester spelen over iedereen. Zelfs waren er eenige heiligen die hem niet aanstonden en hij ontroof de aan sommigen hunnen titel van heilige Woedend tegen Paus Clemens XIII riep hij uit Een koning heeft het recht zyn volk den godsdienst te doen aanvoerden dien hy goedvindt. Als Joseph 1 op sterven lag, wilde Pombal nog de laatste uren van zijne oppermacht gebruikeD om kwaad te doen. Hamel do Breuil schrijft in de Revue Historique dat de beul naar het gevang gezonden wierd en dat nog vier hoofden afgestegen wierden. Hij zocht graaf Obidos verdoken in de duisternis. Hier ben ik, zei de graaf, maar richt wel uwe bylslag a Als de koning dood was, moest hij tegen wil en dank de gevangenis laten openen. Men verhoopte dat men de verrijzenis der dooden n zou zien be ginnen. Maar allen keerden niet terug uit de gevangenissen vier duizend op negen duizeDd waren bezweken Een zoon van markgraaf Tayora, in 't kot geworpen eer hij vijf jaar oud was, had de spraak en 't verstand ver stand verloren. Don Miguel geleek aaD een geraamte, met langen witten baard, spijts zijne jonge jaren. Het volk riep wraak men beledig de den markgraaf de Pombal en men wierp met steenen naar zijne familie. Men rukte zijn bronzen borstbeeld van den voet van 't standbeeld des konings en te midden oorverdovend geschreeuw, sprong men op zijn beeld om het ver trappen en te bezoedelen. De markgraaf de Pombal, bijna 80 jaar oud moest in ballingschap rust gaan zoeken. Niemand wilde hem her bergen en hij, die korten tijd te voren op zijne reis naar Coïmbre, in triomf gedragen wierd, was genoodzaakt den nacht over te brengen langs wegen cd straten. Zoo schrijft datdagblad. Leve Pombal roepen onze framassons. Wij laten de eerlijke menschen oordeel strijken en vragen hun of zij ook zulk een Pombal in België zouden wenschen Onze framassons kunnen er leveren in alle landen die er begeeren. Verleden Maandag her dacht de Maatschappij de Bokkenrijders de 44® verjaring barer stich ting. Om 10 ure 's morgends werd het Heilig misoffer ter St. Martinuskork tot lafenis ran de zielen der overledene rijders opge dragen, door de leden, talrijk bijge woond. 's Avonds had het avondmaal plaats in de ruime bovenzaal van den Katho lieken Kring ter Groote Markt. Bij 't nagerecht gaf de heer Achille Eeman, schrijver-schatbewaarder der Maatschappij 't volgende verslag over den politieken toestand van 't arrondis sement, dat herhaaldelijk en geestdriftig wierd toegejuicht. Mijnheeren, In zijn verslag van 1909 deed uw Komiteit, met het oog op de alsdan aanstaande Kamerkiezing uitschijnen den voorspoed en den vooruitgang op alle gebied door ons Land verworven gedurende de 25 jaren van het Katholiek Bestuur. En ods daarop steunende, voorzegdeu wij dat de Katholieke Partij den uitslag der Kamerkiezing van 1910 met volle vertrouwen mocht afwachten. Onzo hoop is niet teleurgesteld ge weest. Nooit pleegden onze vereenigde vijan den moer geweld om aan het bewind te komen. Deze maal, bazuinde zij uit, was er geen twijfel meer Onze neder laag was onvermijdelijk, het Katholiek Besluur was veroordeeld, zijne laatste uur was geslagen. Ja, liberalen en socialisten waren reeds aan twisten voor het verdoelen onder elkaar der verschillige ministeriën Maar zij hadden gerekend zonder de wijsheid van het kiezerskorps De kiezers weten, door het droevig voorbeeld van een naburig land, wat België mag verwachten van een mon- sterbestuur, samengesteld uit liberalen en socialisten Wauordo, uitbuiting van het volk, schooloorlog, kerkver volgingen in één woord, den ouder gang op korte jaren van ons nu zoo voorspoedig en vreedzaam Vaderland. En dat heeft het kiezerskorps niet gewild En ondanks alle geweld, ondanks laster en smaad jegens ons Katholiek Bestuur, ondanks de walgelijkste om- koopery in het Walenland gepleegd, blijft het Bestuur van 't land opnieuw toevertrouwd aan de Katholieke Party. Mijnheeren, welhaast zullen de Ka mers hunne werkzaamheden hernemen. Onze vijanden smeden hunne plannon om het Katholiek Bestuur aan te vallen, om het trachten te beletten zyn eigen programma uit te voeren, en het te dwingen wetten te laten stemmen waar aan de overgroote meerderheid der Katholieke deukwyze vyandig is,zooals verplichtend onderwijs, zuiver alge meen stemrecht, enz., wetten die, ondor voorwendsel van vooruitgang en van gelijkheid, voor doel hebben de volks kinderen ongodsdienstig op te voeden, en het land in de klauwen te doen val len van geuzen en socialisten. Laat ons hopen dat de Katholieke Meerderheid eendrachtig die plannen onzer vijanden zal verijdelen en de uoo- dige wetten zal stommen om voldoening te geven aan de Katholieke denkwijze en namelijk, dat zij de schoolkwestie zullen oplossen ten voordeele van het vrij onderwijs. Om dit heilzaam werk te helpen ver richten, rekenen wij op onze gekozenen van liet Arrondissement Aalst, en vooral op onzen gevierdeu Staatsminister M. Woeste. Lang hebben de Katholieken van ons Arroudissement en van geheel het land in angst en bekommernis ge leefd, ten gevolge van den ziekelyken toestand van onzen uitmuntenden Staats man. God zij geloofd, zijno kostelyke gezondheid is teenemaal hersteld. Eu onze Woeste die door zijn verheven DOOR Petrus VAIM MJFFEL. 30e vervolg. De straat was goed bevolkt en eeno boute mengeling van hel leemen en houten harmonisch karakter. Beantwoordden diti leaner.en aouien geveltjes niet al te strikt aan ^e reg dat veie van'echten en gestrenge bouwkunde, het belette mevordienstrliken kunstsmaak getuigden en peïtige kunstonaars verried. Het was een vcinm windwijzers, trapgevelkens met vaantjes of vogelen P vensters met in kunstig geslagene uitliangplaten, boogvo g waarop de lood omvatte ruitjes, de breede, rntgeien de buren, bij vredigerdagen, ^kandei k hilderachlige klee- gebeurtenissen van den dag bespraken, tnnnjiank derdracht der ambachtslieden a9Jlt®r ^attestraat Sinds onheug- Iet. raadselachtig geschiedde m ^wandeling lyke tijden trof men er eene tapp J andere huizen, de PxUterie geheetenin tegenstrijd met de anoere^ potdicht gesloten stond zijberopen waarvan de termeuw opschrift In den Prince Welke sierVeling gulden letters de stralen der zon ),ji dc onbezou- had zulk stout bestaan aangeduitd ds haat in |lct hart ncn, die openlijk blijken gal, desSp J die de partij van te dragen I Hoe heette hy, de me X dorst v00rstaan Willem den gelukzoeker voor^elks «W J,ieinllijk toolwit te St°frUri!irVaL»zo1dirveelerbandeg,ssingen ons tot gecDe oplossing leiden, ware het niet, dat wij met het zonderling persoontje konden kennis maken. Juist staat do nieuwe bewoner in zijne gelagkamer, den rug naar de deur gekeerd, do oogen strak gevestigd op een beschreven vel papier. Terwijl hij in zijne lezing verzonken blijft, is liet ons vergund, liem van ter zijde op te nemen. Boomsterk van leden is hij en, ondanks de eenige peper- en zoutkleurige haartjes, die zich om zijne slapen krullen, schijnt hij in don vollen bloei des levens. Allerkoddigst van samenstelling is zijne kleederdracht dikke wollen muts van zeegroene kleur, tot op den draad versleten wammes en wijde vloeren soldeniersbroek met strikken en linten benaaid... Maar hoe langer onze blikken op den onbekende rusten, hoe meer wij overtuigd worden, hem ergens meer te hebben gezien. En, waarachtig, wij vergissen ons niet het is onze smid Bartel Wordt hij dan stapelgek Hoe kwarn hij er toe, de rustige smidse te verlaten en eene kroeg te openen Tot hiertoe kunnen wij enkel zeggen, dat Barters muizennesten, die sedert eenigen tijd in zijn brein speelden, eindelijk tot een ontwerp waren gerijpt. Ja, hij had een plan gesmeed, hetzelve aan Reygerman voorgelegd, met de bewering, dat slechts in het ba men des gevaars alles le winnen lag en het door listen en berekende lagen om doen was, het einddoel huns levens te bereiken. Jeroom had hem woord voor woord aanhoord en ten slotte, met een warmen handdruk, het zegel zijner goedkeuring aan Bartel's koen opzet gehangen. Eens zoo ver, had de smid zonder verwijl in 't werkhuis het onmisbare verzameld en er mede de onbewoonde Pulterie betrokken, om de kansen zijner waaghalzerij te beproevenin den nacht, wanneer elkeen rustig sliep, bracht hij er op zijne beurt den ouden torenbewaker, waar deze eene geheime, ongenaakbare bergplaats wachtte. En zie Een drietal dagen nadien bevond Bartel zich in zijne nieuwe woon' volkomen te zynent en stond in de gelagplaals alles ter ontvangst vaardig. De tinnen kannen glommen als zilverwerk op den rek, de maten blonken met wit-blauwen glan6, de bontkleurige wijnkannen lonkten u aan lokkend toehet was er krakendnet de vloer lag geboend, de tafels stonden hagelwit geschuurd. Gilbert Jooris had een onbegrensd betrouwen in het doen en laten zijner vrienden wel had hy in den beginne gehuiverd wie zou het niet hij de veronderstelling, dat dit roekeloos waagstuk, zooals hij het noemde, alles kon bederven, maar de smid toonde hem zóo klaar en vatbaar het nuttige zijner doenwijze, dat Jooris op den duur met zijnen vriend tot akkoord kwam. - Een waard, - zóo vermeende Bartel hoort, ziet en weet allesde gasten komen binnen, bestellen oen pot, vinden den drank naar hunnen smaak, vragen een tweede gelag, bekeren immer aan en... de tong geraakt los en slaat dubbelde hopmans zelf wauwelen en tateren en razen over zaken, welke zij best zouden dienen te zwijgen de tapper, hij ook drinkt al een maatje op de gezondheid der verbruikers, doch hij blijft bloednuchter, luistert, bespiedt en onthoudt nog heter... Nu, den dag te voren was de ontvangst ruim geweest en had de waard met behagen in de welgevulde tooglade geblikt. Het blijkt eene onomstootbare waarheid de mensch, vooral nieuwsgierig van aard, was bestendig gretig naar nieuwigheden het aantal stervelingen, van dezen stelregel afwijkend, is zeer beperkt. Soldados en schuimloopers, van de heropende taveerne hoorende gewagen, kwamen er elkaar vinden. En, wonder geen hunner durfde Bartel, den reuzensterken veertiger, rekening vragen over zijne geheimvolle doenwijze't was alleen onder gedempt gegiegaag, bedekten jok, onderdrukt geginnegab, dat men zich wederzijds vermaakte. Dan de goedkoops nectar liep zoet door de keel, de soldeniers zopen zich een ferm stuk in den kraag en toen... was het Bartel's keer om te mallen en peinsde hy 't Zal wel gaan 1 Buitendien, de hospes was hoffelijk en voorkomend met alleman, deze mocht hopman, sergeant of eenvoudige voetknecht zyn, wanneer hij van zijnen kant maar wat toegeef lijk was kortaf noemde hij zich Oranjegezind, zonder omwegen laakte hij der Spaansche belegeraars wandaden, die echels en leekon ofschoon dergelijke streken hem niet beletteden, van tijd tot tijd eens in den zin der onverlaten te spreken. Alleen stoutheid, ziedaar zijn winnekegel Zijn durven overwon op twee dagen tijds aller schroom, de rechtschapenheid zijner inborst verworf hem eensieders vertrouwen en meer dan een krygsman had tot zijnen maat gevezeld, liever Daar den Prince van Oranie te komon dan zich nog langer door die helleveegen van marketensters als kiekens te laten pluimen anderen bekenden ronduit den tapper heel wel te kunnen lijden.,, (Wordt voortgezet). Verboden nadruk. karakter, door zijne belangloosheid, zyn onverschrokken moed, de bewondering en den eerbied afdwingt, zelf van zijne hevigste en overtuigdste tegenstrevers, is bereid, kloeker en strijdvaardiger dan ooit, in de Kamer den strijd to hernemen die hij er sedert zoolange jaren voert voor onzen Godsdienst,voor onzo rechten en voor onze duurbare vrijheden I Mijnheeren, ons Arrondissement is erg beproefd geweest door het afsterven van onzen betreurden Volksvertegen woordiger Mijnheer Piéraert. M. Piéraert was een rondborstig man, om zijne rechtzinnigheid en zijn min zaam karakter alom geprezen, geacht en bemind. Helaas eene onverbiddelijke ziekte belette hem sedert lang zijn ambt zooals hij het begeerde waar te nemen, en op '2 Augusti 1910, is hy aan de liefde van zijne achtbare familie en aan onze gene genheid ontnomen De opvolger in het Parlement van onzen diepbetreurden vriend Piéraert is de eerste plaatsvervanger M. Romain Moyersoen. MM. sinds lang hebben wij onzen nieuwen Volksvertegenwoordiger aan 't werk gezien In den Provincialeoraad had M. Moyersoen door zijne kennissen en zijne workzaamheid eene eervolle plaats ver worven en zijne aftrediDg wierd er algemeen betreurd. Als lid van den Gemeenteraad, en als Schepene der stad, verdedigd hij mot de meeste bezorgdheid, iever en bevoegd heid do gewichtige belangen die hom zijn toevertrouwd. Alles laat ons dus vorhopen. ja, geeft ons de verzekeriug dat onze 'Partij en de Katholieke belangen in M. Moyersoen eenen dapperen en warmen verdediger zullen vinden, dat hy do schreden zal volgen van zijne uitmuntende en alom geachte collegas, staatsminister Woeste en M De Saedeleer, en dat hij ons Arrondissement weerdig en met eer in het Parlement zal vertegenwoordigen. MM. in October 1911, wordt het man daat van de helft der Gemeenteraads leden vernieuwd. In 1903 zijn eenige liberalen er in gelukt langs het poortje der Evenredige Vertegenwoordiging in onzen Gemeen teraad te sluipen. Ze gingen alles veranderen, en Aalst in een luilekkerland herschapen I Helaas, onze bevolking heeft die libe rale helden aan 't werk gezien, en wel dra bestatigde men dat zij, ondanks al hun gezwets, geeno de minste kennis bezitten van bestuurzaken, dat zij zich zelf de moeite niet geven, de stadszaken ernstig te onderzoeken en te bespreken, zij houden zich niet op dan met klein geestige beknibbelingen. Het was dan ook niet te verwonderen dal reeds in 1907 de Aalstcrsche kiezers aan onze liberale tegenstrevers met eene verpletterende meerderheid beteekend hebben, dat hun rol uit is en dat zy iiun matten mogen oprollen. Wy zijn verzekerd, MM. dat, indien wij, zoo als in de laatste gemeentokie- zing, met eensgezindheid en moed ten strijde trekken, het kiezerskorps van Aalst in October 1911, zyn werk van 1907 zal voltrekken en onze liberale lo lden voor goed 8fdaoken En wij, Bokkenrijders, wij nemen hier de plechtige verbintenis van geene moeite te sparen, om den Katholieken zegepraal in de aanslaande gemeente- kiezing to vorzekeren. Leve de Bokkenrijders Leve de Katholieke Partij De lieer Romain Moyersoen bedankte M. Eeman voor zijne welgemeende woorden en zegdo dat hy, uil al zijne krachten zich zal weerdig toonnn van 't vertrouwen dat men in hem stelt. Zeggen wij ter loops dat het muzikaal gedeelte ieders goedkeuring verwierf en dat het programma allerbest was ge kozen. Echte broederlijklieid en gulhartig heid heerschte op het feest en iedereen keerde hoogst voldaan huiswaarts, ver heugd zoo'u aangenamen avond doorge bracht te hebben.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1910 | | pagina 1