Donderdag 16 Slaart 1911 S centiemen per nummer
63"" Jaar 4318
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van do Stad an Arrondissement van Aalst.
De zaak van lisysen.
Onze Onderwijzers.
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Vrouwenbond
Constance Teicljmaqij.
Zondagrust.
De dwaasheid vat]
't anti-clericalisnje,
NDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
soning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
hingen z\jn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31
u en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heereu otaj
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsiag e i vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele T«n
dit blad.
CUIQUE 8KJUM.
rt-elsü, IS» Miiari B 1? B 1.
Dijnsdag der verledene week werd
de ondervraging over de zaak van
Muysen ter Volkskamer voortgezet,
Het is ons onmogelijk over deze zaak
met af-en-dependenliën te handelen en
wij zijn dus verplicht zoo kortbondig
mogelijk te wezen.
Er is vooral kwestie van eene kloos
terzuster die de kap over de haag heefi
Bedoelde zuster was met hare mede
zusters onderwijzeres iu de gemeente
school, gevestigd in de klooslergebou
wen toebehoorende aan den E. II.
Pastoor der parochie, welke zo gratis
ten dienste van 't Gemeentebestuur had
Er is natuurlijk hierdoor eene groote
opschudding in de Gemeente veroor
zaakt.
Wanneer de kloosterlingen getrouw
blijven aan hunne beloften, dan hebben
liberalen en socialisten niets anders dan
haat, verachting en misprijzen voor hen
over't is ze gelieele dagen lasteren,
beleedigen, bespotten en uiischeldeu...
Maar zoodra een kloosterling valt,
zijn beloften verbreekt, i, a. w. de kap
over de haag smijt, oh seffens wonü
hij, in do oogender geuzen den achtbaar-
ste, den eerlijkste,den deftigste,den beste
der menschen...
Dat is wel juisl geen wonder, want
de vijanden van God en Kerk zijn nog
altijd de zelfden gebleven gelijk too
tijdo van onzen Zaligmaker het geval
der non-is daarom het te bewijzen.
De heer Schollaert, Minister van
Kunsten en Wetenschappen, heeft de
zaak uiteengedaan gelijk ze waarlijk
bestaat hij deed bemerken dat de ge
beurtenissen te Muysen geeue verant
woordelijkheid aan 'l Ministerie ten
laste leggen, maar wel aan 't Bestuur
der Gemeente.
Eene treffende en onwederlegbare be
merking werd door onzen achtbaren
Volksvertegenwoordiger, M. Woeste,
gemaakt, hij zegde Die juffer werd
onderwijzeres benoemd omdat zij een
zuster in 't klooster was en nu dat zij
uit 't klooster is geloopen,zou zij baai-
ontslag hebben moeten geven... Maar
de geuzen roepen haar toe Neen
Neen blijft
M. Wauwermans, Katholieke Volks
vertegenwoordiger voor Brussel, sprak
44® Vervolg.
Mevrouw Nethercombe's oogen sperden
zich met eene woeste uitdrukking open. Zij
drukte haar zakdoek tegen hare lippen.
Ik kan niet, riep ze uit. Zij zat plot
seling rechtop.
Ik kan niet ik kan niet. Ik heb
het allemaal voor Margarerha gedaan.
Ik heb alles om harentwille gedaan ik
ben dwaas geweest heb mij zelf geruïneerd
en mij zelf ter wille van haar in uwe
macht geleverd, en nu nu is alles
vergeofsch. Oh, Margarctha mijn arm
klein meiske.
Zij zonk met het hoofd op de armen voor
over.
Gedurende een oogenblik bleef Lord
Crowley koud, oplettend zitten. Toen keer
de hij zich snel om.
De deur was open gegaan, en Margaretha
stond op den drempel.
Het volgende oogenblik snelde zij vooruit,
Moeder, riep ze, moeder, wat is er
Mevrouw Nelherhcinbo hief het hoofd op
Margaretha lag met bleek gelaat, met
angstig open gosperde oogen, geknield
naast haai'.
ook over de zaak. Onder andere zegde
hij Ja, de kloosterbeloften van vrijwil
lige armoede, zuiverheid en gehoor
zaamheid zijn soms lastig om dragen
sommigen kunnen het niet uithouden
en werpen de kap over de haag.
Een tempeest ontstond daar op dat
hooren en zien verging. Liberalen en
socialisten scholden en verweten M.
Wauwermans dat hij een v rouw en be
leed iger, een lafaard, enz., enz. was...
Eu zoo verre dreef het socialist Hubin
dal hij ilaar M. Wauwermans toeliep
en hem in 't aangezicht spuwde.
De gemeinste straaileiren handelen
ook zoo.
M. Wauwermans werd bierdoor niet
uit, zijn lood geslagen, hij bleef kalm
het hoofd bieden aan die blauwe en
roo.de woede.
De daad van M. Hubin zegde M. Wau
wermans, is mij persoonlijk onverschil
lig maarzij zal voor hem verachting
verwekken bij alle deftige lieden
En inderdaad, om zoo iets uit te
steken in volle Kamer van Volksverte
genwoordigers moet men alle eerlijk
schaamtegevoel verloren hebben.
Natuurlijk wordt de ploertenstreek
van gezel Hubin door de socialisten
goedgekeurd en ze juichten er uitbundig
aan toe, terwijl de liberalen ze min of
meer vrschoonen. Groene Pie zwemt
tusschen twee waterkens
T Spijl u;is er niet verder te hebben
kunnen over uitwijden.
De bijzondorheden welke thans aan
't licht komen nopens den toestand der
onderwijzers, zijn waarlijk hartver
scheurend. Jaren lang hebben die
ambionaars bun wee verkropt en in
stilte geleden, immers hopende op beter
nis. Eilaas te vergeefs. Nu spreiden
zij hunne miseries ten toon, en veroor
loven eenieder een kijkje te doen in
't huiShöudelijkö val hun bestaan.
Dat moet nu hard vallen, maar de
nood overstemd het fiorheidsgevoel, en...
't is mogelijk nog hel beste middel om
eene-algemeene beweging te hunnen
gunste ia laven te roepen.
Dat die beweging bestaal en eiken
dag uitbreiding neemt, valt niet te be
twijfelen. De organen der katholieke
drukpers, eensgezind, raag men zeggen,
zetten hun kolommen breed open voor
de onderwijzers, die hun grieven en
verlangens willen uiteen doen. Eéusge-
Moeder, riep ze uit, wat is er gebeurd?
Waarom zijt ge zoo opgewonden
Ze keek achterom naar Lord Crowley.
Hij was opgestaan, en stond in afwachten
de houding, en iets op zijn gelaat deèd haar
versneld adem halen en weer naar Mevrouw
Nothercombo kijken.
Het is niets zei deze met onvaste stem
- niets bijzonders. Ik... ik ben niet heel
wel... hoofdpijn...
Dit was geen leugen. Hot hamerde tus-
schen hare oogen. Gloeiende scheuten door
boorden haro slapen. Zij bracht de hand
naar het voorhoofd en keek Lord Crowley
hulpeloos aan.
Gij moest oen weinig gaan liggen,
Mevrouw Nethercombe, zei hij, en ik houd
u op. Ik ga nu heen, en morgen...
Hij hield hare hand in de zijne Zijne
hardvochtige, doordringendeoogen dwongen
haar.
Morgen, herhaalde hij, zal ik komen
vragen hoe gij het maakt, en wellicht komt
gij en Mej. Margaretha dan eon ritje door
het park met mij doen
Zij verlangde er vurig naar, hem een
weigerend antwoord te kunnen geven.
Ik ik weet niet, of ik wel gaan
kan, begon zo. Ik moet eerst mijne visito-
lijst eens nakijken.
Ik donk wel, dat het gaan zal, Me
vrouw Nethercombe, zei hij beslist, en ik
zal precies om drie uren hier zijn. Ik heb
een nieuw rijtuig gekocht, en ben er op
zind ook veroordeelen zij dio grieven en
steunen zij die wenschen.
Ook onze politieke mannen zijn thaDS
de oogen geopend. Nooit hebben zij
vermoed dat het zoo treurig gesteld was
met liet lot der verdienstelijkste
onder alle ambtenaars, en zijn hunne
verklaringen rechtzinnig wij vinden
geene reden om er aan te twijfelen
dan zullen zij or op tijd en stond voor to
vinden zi jn om de belangen van 't onder
wijzerskorps dapper to verdedigen.
Zo zullen terzelfder tijd een lans
breken voor den vooruitgang van
't onderwijs. Want zooals thans de
boeken liggen, zal die vooruitgang wel
niet wezen wat hij zou kunnen zijn. Om
de school vruchten te doen dragen is, er
van wege den onderwijzer veel opof
fering en toewijding noodig nu, waar
geestdrift ontbreekt en ontmoediging
heerscht, verflauwt van eigen de toewij
ding. Dat is menschelijk, dus onvermij
delijk.
Wel zegt men dat er verandering op
handen is Wij willen 't gelooven en zijn
overtuigd dat de verbetering van 's on
derwijzers lot een der voornaamste
doeleinden is welke minister Schollaert
in 't oog houdt, bij 't opstellen van zijn
wetsontwerp, al zoo dikwerf aangekon
digd en met. zoo'n spanning te gemoed
gezien. Niettemin, er mag niet gerust
worden. Het ijzer is heet, dat men het
smeed. Dat de onderwijzers al luider en
.luider hun stem doen hooren, weerdig
maar met kracht de katholieke bevol
king staat nevens on achter hen om te
eischen dat de wet ditmaal de opvoeders
der volksjeugd een treffelijkbestaan ver-
zekere, en dat ze niet. langer de slachtof
fers zijn van de slecht begrepen zuinig
heid sommiger gemeentebesturen.
BERT.
Talrijk waren do vrouwen die den
oproep van den Bond beantwoordden
om do eerste algemeene vergadering
van 6 Maart bij te wonnen. Er waren er
gekomen diep uit West-Vlaanderon,
Oost-Vlaanderen, Brabantheel het
Vlaamsche land was er tegenwoordig.
De algemeene voorzitster van den
Bond, Mejuffer Belpaire, sprak een
gemoedelijken welkom lot de leden en
gaf dan het woord aan de schrijfster.
Mejuffer Vau Riel, die het verslag der
stichliugsvei'gadering las. Daarna kwam
gesteld dat gij er hot eerst gebruik zult van
maken.
Zij stamelde iets, en toen boog Lord
Crowley zich met een laatsten blik op haar
bleek, ontsteld gelaat, over haro hand heen.
Toon hij vertrokken was, keerde Marga
retha zich om.
Oh. moeder, waarom beloofdet gij dat
riep ze uit. Ik heb er volstrekt geen zin in
om mee to gaan. Ik houd niet van Lord
Crowley. Waarom hebt gij dat beloofd
Gedurende een oogenblik gaf Mcvaouw
Nethercombe geen antwoord. Zij keerde
zich om, en behalve hare lievige hoofdpijn
voelde zij ook nog een andere pijn, die veel
smartelijker was.
Met ontvasten tred begaf zij zich naar
haar bureau. Daarin lag het bewijs barer
schande, het bewijs van hare schuld
Verondersteld, dat zij zich naar hem niet
wilde voegen Verondersteld dat zij wei
gerde Margaretha te verkoopen en hei
ergste over hunne hoofden brengen liet
Haar hoofd duizelde Zo lichtte de hand
op en drukte die tegen haar voorhoofd.
Hare gedachten gingen slechts langszaam.
doch één gedachte kwam telkens en telkens
weer scherp en duidelijk terug. Zij kon het
niet I Indien hij Margaretha wensehte te
trouwen, zou hjj het doen ook. Want hoe
zou ze Lord Nethercombe ooit durven be
kennen, dut zijne vrouw een schriftverval-
sclier, een dief was Hoe zou ze dat ooit
durven
In gedachten zag zo zijn gelaat voor zicli.
Mejuffer Gheys, voorzitster der provin
cie Antwerpen, bestuurster der Vlaam-
sche Normaalschool van Herenthals,
aan het woord. Zij zou de standregelen
van den Bond verklaren, maar kweet
zich van die taak op zulke schitterende,
alhoewel eenvoudige wijze, dat ieder
eene opwekking, een vruchtbaar ge
dacht. uit die kléine voordracht meenam
en ook klaar begreep het drievuldig doel
van don Bond, dat beantwoordt aan de
drievuldige behoefte van het volledige
wezen de stoffelijke, de verstandelijke
en do zedelijke verheffing van de vrouw
Deze, werd er al lachend gezegd, is toch
zeker ook een volledig wezen.
Hoe zal de werking van den Bond in
alle provinciën doordringen? Dit vraag
stuk loste de schrijfster gedeeltelijk op.
Als eerste punt geldt overalzich op de
hoogte stellen van de toestanden en om
standigheden, van de bestaande werken.
2° Overal zou men kunnen stichten eene
verzameling van vrouwen die men na
keuze noemen kan, 't zij Gilde of Ver
bond, er. dat verbond zou maar werk
zaam zijn op zedelijk gebied om iu zich
te vereenigen de vrouwen uit allo stan
don der maatschappij. Nevens die Gilde
zouden dan iu zoo ver de noodwendig
heid zich doet gevoelen ziekenkassen,
mutualiteiten en andere maatschappe
lijke werken gesticht worden, niet door
den Vrouwenbond Constance Teich-
mann, maar door leden uit de Gilde, die
in eenen studiekring de zaken zullen
overlegd hebben.
Aan do tegenwoordige vrouwen werd
tot studie en nadenken voorgelegd het
zoo gewichtig problemaHoe zal
christelijke liefdadigheid in onzen tyd
opgevat worden
De tegenwoordige dames werden ver
zocht hunne gedachten desaangaando
vóór Paschen in te zenden naar het
Secretariaat, De Bomstraat, 11,Antwer
pen. Dat verzoek wordt ook gericht tot
de vrouwen die belet waren te komen.
Toen wij na de vergadering dat
honderdtal vrouwen van goeden wil uit
de zaal zagen treden om ieder in haar
kring het goede zaad te zaaien, hetzij
vau eene gedachte, hetzij van een daad,
kwam ons onwillekeurig inden geest
het woord des dichters
Vlaand reus diep vernederd oorden
Vragen, daden, maar geen woorden,»
Van 'smiddags tot middernacht, eenigo
dienstdoende Apotheker, op Zondag 19
Maart 1911, M. Meirschaut, Korte
Zoutstraat.
Zo scheen het te zien veranderen, zooals
het veranderen zou. Indien hij alles wist.
Hoe kon ze hoe durfde ze het te vortel-
len Hij was trots. Zijn eer ging hem bijna
boven alles, zooals het by alle Nethercom
be's geweest was. Het was een krachtig,
edel geslacht, op welks naam geen smet
kleefde. Nog nooit had een Nethercombe
den geslachtsnaam onteerd nog nooit was
hij veracht en verguisd nog nooit be
halve nu
Moeder, moeder, zeg mij wat u hin
dert Oh, zeg het mij
Margaretha was op haar toegetreden en
had de armen om tiaar heen geslagen, ter
wijl haar lief gezichtje dicht hij haar schou
der was. Mevrouw Nethercombe rilde. Hoe
kon ze haar kind verkoopen
Het is niet alleen hoofdpijn, die u
hindert, zei ze. Ik weet, dat er nog iets
anders is. Kunt gij het mij niet zeggen moe -
der Heeft het iets met Lord Crowley te
maken Is dat de reden, waarom gy be
loofdet morgen een ritje met hem te zuilen
gaan doen
Mevrouw Nethercombe's lippen bewogen
zich, doch ze vermocht geen woord uit ie
brengen. Nogmaals bracht zij de hand aan
haar pijnlijk hoofd, en een zachte kreet
ontsnapte haar.
Oli, moeder, moeder, riep Margaretha
i'it, wat is er Is het de schuld van Lord
Crowley oh, het moet wel met hem in
verband staan, is 't met?
Langzaam koek mevrouw Nethercombe
De volgende geschiedenis betreft een
kruis, een eenvoudig ijzeren kruis, dat
zich verheft aan den ingang van het
dorp Bourgogne, op een steenen voet
stuk.
Sedert eenigen tijd, schrijft men aan
den Echo de Paris, was den spijker uit
den linkerarm van het Christusbeeld
verdwenen, en de linkerhand hing er
droevig hij....
De pastoor gaat den burgemeester
opzoeken en vraagt hem verlof, op zijne
kosten, een spijker te mogen slaan in de
hand van den Christus on de burge
meester geeft toestemming daartoe.
De burgemeester had die toestemming
onmiddelijk gegeven, spontaan, zonder
er ernslig over nagedacht te hebben...
Maar daarna begint hij na te denken,
het kruis is gemeente eigendom, is hij
niet op den gevaarlijken weg door verlof
te ge ven, dat men er eon spijker inslaat?
ïs hij niet buiten zyn bevoegdheid ge
gaan en zouden zijn anti-clericale
gemeenteraadsleden hem dit niet terecht
heftig kunnen verwijten
In ieder geval, hot voorzichtigste is,
de meening in te winnen van den ge
meenteraad, en niet alleen den last van
een zoo zware verantwoordelijkheid te
dragen...
De gemeenteraad wordt daarom
spoedeischend by elkaar geroepen en
de kwestie wordt behandeld.
Het kruis, dat aan den ingang van
het dorp staat, is gemeente-eigendom
er ontbreekt daar een spijker aan een
particulier persoon stelt ons voor op
zyn kosten dien spyker te herstellen
moeten wij zijn voorstel aannemen
Nooit van z'n leven antwoorden
in koor de vrije geesten van den gemeen
teraad, een kruisechter maken... maar
dat zou zooveel beteekenen als de dom-
perigheid versterken
Ondertussclien had de pastoor, sterk
door liat eerste verlof, dat de burgemee
ster hem had gegeven, reeds den linker
arm doen vasthechten.
Maar dat gaf niets... Het besluit van
den gemeenteraad vernietigde het eerste
verlof van den burgemeester, het
Christusbeeld was vastgespijkerd, men
zou het opnieuw losmaken
Eu zoo geschiedde hot ook
En de arm van het Christusbeeld
hangt weer los omlaag...
haar aan, en Margaretha kromp een weinig
ineen toen, ze haar gelaat zag.
Ja, het staat in verband met Lord
Crowley, zei ze, en ik.... en ik... durf hom
niet te weigeren.
Margaretha's oogen sperden zich van
verbazing en schrik en verontwaardiging
wyd open.
Durft gy dat niet riep ze.
SstMevrouw Nethercombe hief snel
den vinger op. Oh, stil, Margaretha. Neen
ik ik durf niet.
Maar waarom niet riep Margaretha
na eene lange stilte eindelijk uit Kunt gij
mij niet zeggen waarom niet
Mevrouw Nethercombe's keel werd als
dicht geknepen.
Neen dat kan ik u niet zeggen, zei
ze, nu niet, doch het is van veel gewicht
het is noodzakelyk noodzakelijk, dat
wij hem niet beleedigen. Wij moeten hem
ten koste van alles tot vriend houden.
Deze woorden, op schorren toon door
Mevrouw Nethercombe geuit, verschrikten
Margaretha. Haar gelaat werd bleek.
Margaretha, het zou uw vaders dood
zijn als hij het wist. Ik ik ben Lord
Crowley geldschuldig, en ik kan het niet
terug betalen. Ik weet niet wanneer ik in
staat zal zijn, het hem terug te geven. Ik
had het nooit moeten leenen, maar ik ver
keerde in moeilijkheden, en die zijn nu
nog toegenomen.
Wordt Voortgeiet,