1
■Si
65"e Jaar 43r>
Dl mm VAN SALOMON.
Zondag 19 Maart 1911
5 centiemen per nummer
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad on 't Arrondissement van Aalst.
Wetsontwerp
Lager Onderwijs.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
van hervorming van ljet
De Wortel.
De prijs van den koffie.
Slad Aalst.-Werkbeurs
Socialisten aan 't werk.
Zondagrust.
Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
tening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
•indigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
viingen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in by C. Van de Putte-Gooasens, Korte Zoutstraat, N' 31
•n in alle Postkantoren des Lands.
X
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3d" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen hij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren ota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
CU1QUK aUUM.
Aelst, 18 Maart 1911.
Dijnsdag 11. heeft de heer Schollaert,
Kabinetshonfd en Minister van Kunsten
en Wetenschappen, een wetsontwerp
van hervorming der bestaande wetge
ving op't lager onderwijs ten Bureele
der Volkskamer neêrgelegd.
Des voor middags, om 10 1/2 ure
hielden de Rechterzijden van Senaat en
Volkskamer eene vergadering in de
dewelke het Kabinetsboofd kennis gaf
van het wetsontwerp tot hervorming
van 't lager onderwij».
De nieuwe wetgeving heeft tot doel
1. Het lager onderwijs te ontwikke
len door bijvoeging van een 4' graad,
van beroepsaard, en het bezoek der
scholen te verzekeren.
2. Den toestand der onderwijzers ver
beteren, in opzicht van jaarwedde en
pensioenen.
Het ontwerp verwezenlijkt het doel
door eene reeks gematigde, rechtvaar
dige en nationale maatregelen.
De kwestie der schoolsoep-kleeding,
enz., behoort niet tot het domein dezer
wet
Er is een voorstel van M. Woeste
waarover reeds verslag is ingediend
en dat de Kamer kan stemmen zoo zy
wil.
De minister stelt eerst, den toestand vast
der lagere scholen in 1884 en in 1900.
In 1884 waren er 4,810 scholen be
vatende 8000 klassen, met eene bevol
king van 324,(*00 leerlingen-
In 1900 waren er 5527 scholen met
20,000 klassen en 929,347 leerlingen.
Men heeft aan deze wetgeving ver
schillende gebreken ten laste gelegd.
Vooreerst worden de scholen niet vol
doende bezocht
Ten minste verlaat men de school te
vroeg in het algemeen na de Eerste
Communie.
Het kind gaat te vroeg naar het.
werkhuis. Toen men de we? maakte op
den arbeid van het kind beeft men ziet»
gehouden aan 12 jarigen ouderdom,
omdat het denkbeeld dien te verschui
ven tot 14 jaar, te veel reclamaties uit
lokte.
Art. 1 van de nieuwe wet verbiedt
dus het aannemen in dienst van kinde
ren van minder dan 14 jaar, en laat
dion van 13 jaar slechts toe wanneer zij
een certificaat van lager onderwijs
hebben.
Art. 1 beveelt, dat het onderwijs gra
tis is in aangenomen en aanneembare
gemeentescholen, die den schoolboD
aannemen.
2e Vervolg.
Die Evans nu vertelde mij toen van de
bouwvallen van eene stad, door hem ver
in 't binnenland ontdekt, en die hij hield
voor de overblijfselen van een der steden
uit den bijbel. Ik luisterde, dit herinner ik
mij goed, met open ooreri, want ik was
toentertijd nog jongde mededeelingen
omtrent eene oudere beschaving en de
schatten der ouders van joden en Phenicïërs,
die de hulpbronnen dier streken reeds lang
voor ons ontdekten en gebruikten werkte
levendig op mijne verbeelding, ik peinsde
er over, toen Evans mij plotseling vroeg
llebt ge w el eens gehoord van de Salomon-
bergen in liet noordwesten van Juzhuku-
lumbweland
Nooit, zegde ik.
Zoo, ging hij voort. Nu, daar is het
dat Salomon zijne mijnen had zijne diamant
mijnen, meen ik.
Hoe weet ge dat vroeg ik.
Eene oude Isasuni, die zoo wat toovc-
liares is m Manicaland. heeft, mij er alles
van verteld- Zij zegde, dat liet volk daar
over de bergen een stam van Zoeloes is
taaar slanker gebouwd en grooter er zijn
ook grootc toovenaais onder hen, die hunne
kufitt leerden van Wïunenscheu toen
Dit is erkenning in de wet van een
bestaanden toestand, want de kiuderen
betalen ook geen schoolgeld.
Vandaag zijn het de kinderen der
welstellende klassen die daarvan genie
ten, daar de Weldadigheidsburelen
betalen voor de andere.
Art. 3 houdt dat elk jaar het gemeen
tebestuur aan de ouders der kinderen
van 6 tot 14 jaren een schoolbou aflevert.
De bons zullen thuis moeten uitgo.
dceld worden, eu ontvangstbewijs zal
moeter. gegeven worden door bet fami
liehoofd.
De houder van den bon zal er mee
doen wat hij wil. De gemeenten zijn ver
deeld in vier reeksen, voor de waarde
van de schoolbons.
Hij heeft 30 fr. waarde voor de vier
de serie, 32 voor de derde, 34 voor de
tweede, 36 voor de eerste.
Deze tarief is berekend op het mini
mum van jaarwedde van den onderwij
zer, plus 2 fr. voor de jongens en 3 fr.
voor de meisjes.
Inwelke verhouding, zegt de minister
dan, moeten staat en gemeente tusschen
komen De Regeering heeft hai r best
gedaan om zoo min mogelijk de ge
meente-fin anciën te belasten.
Volgens het nieuw stelsel zullen om
trent 7ü0/0der gemeenten bevoordeeligd
zijn. De staat zal tusschen komen voor
6 tienden, de provincie voor een tiende
en de gemeente voor drie tienden.
De verhooging van lasten van den
Staat zal nogal groot zijn, maar dank
aan den goeden finaneieelen toestand, zal
het niet noodig zijnnieuicelasten te heffen.
De last der provincie zal ook wat
verhoogd worden. Wat de gemeenten
betreft, zij zullen de ontlasting die zij
zullen genieten, moeten gebruiken, om
het onderwijs te verbeteren.
Eene commissie zal benoemd worden
om de verdeeling te regelen. Zij zal
bestaan uit zeven leden, twee genoemd
door de gemeente en twee gekozen uit
het provinciebestuur, twee uit het mid
denbestuur en de zeveude zal door den
koning benoemd worden.
Vandaag klaagt men ook dat de klas
sen te veel bevolkt zijn. Het nieuw ont
werp voorziet hierin. Het maximum
van elke klas zal op 50 leerlingen be
paald zijn, om in eene naaste toekomst
tot een maximum van 40 te komen.
Deze vaststelling kan het voorwerp
zijn van een koniuklijk besluit.
Er zal ook aanleiding bestaan om de
schoolgeldvoorwaardon te regelen voor
de niet normalen, voor de tuc' *zen,
voor de kinderen die te v«r, wem uan 4
kilometers van de school wonen, voor
de kinderen, van ouders die bedrijven
uitoefenen welke veel verplaatsing
ei sc hen.
De vader, die zijn kind niet naar de I
school zendt, zal voorden vrederechter
moeten verschijnen. De straffen zullen
zijn de verwittiging, de berisping en
de beele wereld nog barbaarsch was, en
die het geheim bevitten van eene wonder
volle mijn, vol schitterende steenen.
Zoo vertelde Evans. Hoewel de historie
mij veel belang inboezemde, lachte ik er
toch om, want de diamantvelden waren
toen nog niet ontdekt. Zooals ik reeds zegde
werd de arme Evans kort daarop gedood
en twintig jaar lang dacht ik niet meer aan
Juist twintig jaar later en dat is
een lange tijd, heeren een olifantsjager
behoudt niet dikwijls twintig jaar 't leven
in zijn beroep hoorde ik wat meer be
paalds omtrent Salmon's mijnen en 't land,
dat daar achter ligt. Ik was toen in Mani-
caland, op eene plaats, Satanda's kraal ge-
heeten, eene ellendige plaats, want er was
haast geen eten te bekomen en de handel
gaf er ook niets.
Ik had een aanval van koorts en maakte
het over 't algemeen alles behalve goed.
Op zekeren dag kwam daar een Portugees,
die tot eenig geleide een neger had. Ik ben
niet erg gesteld op die Portugeezen uit
Delagoabaai, maar dat was tóch een andere
type, dan ik gewoon was te ontmoeten.
Hij was welgebouwd, had levendige
oogen, en gedroeg zich zeer beleefd. Wy
spraken wat samen, want bij kende gebro
ken Ëngelsch t n ik dito Portugeesrh. Hy
vertelde mij dat hij José da Silv< stre heette
en eene bezitting had bij de Delagoabaai.
Toen hy den volgenden morgend met zijn
gesel vertrok, nam hy heel deftig zyn houd
het aanplakken.
Art. 10 regelt de instelling van een
vierden graad, van beroepsaard. Er zul
len 2000 klassen hiervoor moeten inge
richt worden.
Het volgende deel van het ontwerp
betreft de verbetering van den toestand
der onderwijzers Die van de onderwij
zers der eerste en tweede reeks zal niet
veranderd worden.
De minimums zijn inderdaad 2400
en 1800 fr. plus 800 en 600 fr. schade
loosstelling voor woon.
Maar de ondermeesters en onderwij
zers der vierde reeks worden onvol
doende betaald.
Zij beginnen met 1200 fr. voor den
onderwijzer en 1000 voor den hulpon
derwijzer. Dezo n ekszou dus afgeschaft
worden. De vierde reeks zou al de
gemeenten van 1 tot 5000 inwoners be
vatten. De onderwyzer dezer reeks zou-
denl4o0fr. krijgen plus 300fr. voor woon.
De hulponderwijzers 1300 fr. en de
hulponderwijzeressen 1200 fr.
De derde reeks zou de gemeenten van
5000 tot 40,000 inwoners bevat en. De
onderwijzers van deze reeks zouden
minimum 1600 frank trekken.
Het wetsontwerp voorziet nog in eene
toestand waarover veel geklaagd wordt,
namelijk, het gob rek aan onderwijzers
in zekere centrums.
De onderwijzer wordt inderdaad dik
wijls to vroeg gepensioneerd, gewoon
lijk. op 60 jaar.
Maar h i kan het ook worden op 50
jaar. Om hem aan te zetten zoo laat
mogelijk zijn pensioen te nemen, zal
het ontwerp drie nieuwe verhoogingen
van 300 fr. aannemen, plus eene scha
de loosstelling van 100 fr. voor woon.
Eindelijk voorziet het ontwerp ook
de misbruiken, die zouden kunnen ge
maakt worden van den school bon en de
drukking waartoe deze zou kunnen
aanleiding geven.
Om er in te voorzi'n zouden er straf
fen zijn van 100 en 150 fr. boete, en zoo
de overtreding door een ambtenaar
gepleegd werd. straffen van 8 dagen tot
eene maand gevangenis.
Dat te vroeg in dienstneming van
kinderen, zou ook gestraft worden.
Overgangs-maatregelen voorzien dat
Art. 1 eerst in 1914 zou van kracht
worden en dat op 1 Januari 1917 niet
meer zullen aangenomen worden als
onderwijzer, tenzij Belgische en gedi
plomeerde jongelieden.
De vergadering die zeer talrijk was,
100 tot 120 leden, heeft deze mededee-
ling toegejuicht.
M. Verhaegen heeft de regeering
geluk gewenscht over haar initiatief.
M. Van Reeth deed opmerken dat er
misschien uitzonderingen zullen moeten
gemaakt worden, voor de kinderen die
in steenbakkerijen werken.
MM. de Ghelliuck, Carton de Wiart,
af en zegde
Goeden dag, senor. Als wij elkaar
wear ontmoeten, zal ik do rijkste man der
wereld zijn en u goed bedenken.
Ik lachte zacht ik miste de kracht om
bard te lachen en zag hem vertrekken
naar de groote woestijn in 't westen ik
was er wel nieuwsgierig naar wat hem
daarheen dreef en wat hij daar dacht te
vinden.
Er ging een week voorbij en met mijne
koorts ging het veel beter. Op eenen avond
zat ik op don grond voor do kleine tent die
ik bij mij had, 't laatste beentje kluivend
van een ellendigen vogel, dien ik van een
inlander gekocht had voor een stuk
laken, dat wel twintig van die beesten
waard was. Ik zag naar de zon, die in de
woestijn onder ging, toen ik daar plotse
lings eene gedaante zag opkoemen, oogen-
schynlijk een Europeaan, want hij droeg
een frak. De man kroop zoo wat driehon
derd meters van mij af, maar dan viel hij
weer en kroop verder. Ziende dat hij hulp
behoefde, zond ik een van mijn jagers tot
hem. Nu was hij spoedig bij mij, en wien
donkt gy dat het was.
José da Silvestre, natuurlijk zegde do
kapitein.
Juist José da Silvestre, of liever zijn ge-
ra.unte met eene dunne huid. Zijn gelaat was
geel en zijne oogen puilden uit zijn verma
gerd hoofd, dat wel van perkament scheen.
Water l In 's Hemelsnaam water zeg
de hy met heesche slem en ik zag dat zijne
Limburg Stirum, Seghers en DeVolder,
hebben beurtelings het ontwerp ge
steund en M. de voorzitter Simonis
sloot de zitting, met het vaststellen van
de volledige eensgezindheid der meer
derheid van Senaat en Kamer, de hoop
uitdrukkende dat dit nieuw wetsont
werp wel zal onthaald worden door het
land en voor goed tot schoolbevrediging
zal leiden.
De zitting werd geheven ten 12 1/4
ure, te midden van algemeene voldoe
ning.
De wortels mogen als een der gezond
ste groenten aanzien worden, die overal
en door iedereen worden geteeld.
Heden willen wij eenige inlichtingen
geven aangaande de kweek der hof-
wortels.
Men zal den voorkeur geven aan den
half langen wortel van Nantes ofschoon
de korte wortelen als de vroegste mo
gen aanbevolen worden.
De eerste is eene goede variëteit die
meer opbrengt dan de andere, maar zij
komt wat later. De halve lange wortel
moet dus op den korten vroegen wortel
volgen.
Deze plant vraagt een lossen, wel
bemesten grond maar de landbouwer
moet wel opletten dat versche stalmest
nadeelig is, om reden dat de wortel
alsdan verstikt.
Men gebruike dus zoo tot 300 kgr.
stalmest per are, ondergepluegd tijdeus
den Herfst.
Verder moet men hulpmeststoffen
aanwenden, want de landbouwkundigen
zijn van gevoelen dat de wortels dez-lf
de behoeften hebben als de voeder-
beeten.
Aan de landbouwers die geene stal-
vetteu hebben gebruikt, raden wij aan
per are 4 tot 5 kgr. superphosphaat te
strooien, 2 tot 3 kgr. chloorpotasch
deze mesten zullen zoo vroeg mogelijk
met den ploeg ondergewerkt worden.
Voor het zaaien zal men 3 tot 4 kgr.
zwavelzuren ammoniak bij middel van
de eg goed inwerken.
H-t spreekt van zelfs dat deze hoe
veelheden scheikundige mesten mogen
verminderd worden ingeval men zijne
toevlucht tot den stalmest heeft geno
men. In dat geval gebruikt men slechts
2 tot 3 kgr. ammoniakzout.
Dat de landbouwer niet uit het oog
verlieze dat men door het gebruik van
potaschzouton en zwavelzuren ammo
niak grootere opbrengsten en betore
hoedanigheid bekomt.
Men vergete niet dat vloeimesten, in
de Lente toegediend, ook goede uitsla
gen geven.
Willy.
lippen gebarsten waren en zijno tong zwart
en gezwollen was.
Ik gaf hem water en melk en hij dronk
het met groote slokken achter elkaar uit.
Toen kreeg de koorts weer de overhand
op hem hij viel neer en bejon in onsa
menhangende woorden te spreken ovor de
Salomons bergen, da diamanten en de
woestijn.
Ik bracht hem in mijne tent en deed
voor hem wat ik doan kon wat h"el
weinig was, maar ik zag wel dat 't haast
met hem gedaan was.
Togen elf ure werd hy rustiger on legde
ik my neer om te slapen. Met 't aanbre
ken van den dag werd ik wakker en zag
in 't schemerlicht den Portugees rechtop
zitten, starend in de Woestijn. De eerste
straal der zon schoot over de wijde vlakte
en bereikte in de verte een der hoogste
toppen van de Salomons-bergen, meor dan
honderd mijlen ver.
Daar is hel riep de stervende in 't
Portugeesch, en wees er heen, met zyn
langen dunnen arm, maar ik zal het nooit
bereiken, nooit. Niemand zal hot ooit be
reiken.
Plotselings hield hij op hij scheen een
besluit te nemen.
Vriend, sprak hij, zich tot mij wen
dend. Zyt gij daar Mijn oog verduistert.
Ja, antwoordde ik. Ga nu liggen en
rust.
Ach, zeide hij, ik zal spoedig rusten.,
voor Eeuwig. Luister. Ik ben, stervende.
Men weet dat de Braziliaansche Sta
ten, die de vier vijfden van den koffle-
oogst van gansch de wereld opbrengen,
er in gelukt zijn den prijs van den
koffie, die in 1906 aanzienlijk gedaald
was tengevolge der overvoortbrengst,
terug te doen stijgen, dank aan de tus-
schenkomst van verschillige bankhui
zen van Londen, Brussel, Parijs, Berlijn
en Weeneu. Die banken hadden aan de
koffieplanters verscheidene miljoenen
voorgeschoten, gewaarborgd door de
voorhanden zijnde voorraad koffie. De
koffieplanters waren alzoo niet meer
verplicht hunne koopwaren kost wat
kost aan den man te brengen. Zij hielden
hunnen voorraad grootendeels achter,
verminderden de voorlbrengst en ge
lukten er aldus in den prijs van den
koffie weer te doen klimmen. Men
heette dat de valorisatie van den
koffie.
Dit alles geschiedde tot groot nadeel
van de verbruikers, vooral van de min
dere klas, want 't was vooral de koffie
van geringe hoedanigheid die in even
redigheid het meest in prijs opsloeg. In
de Vereenigde Staten begint men nu
daartegen op te komen, zooals wij reeds
gemeld hebben, inderdaad M. Norris
vroeg dat de regeering maatregelen zou
nemeu om dien kunstmatigen opslag te
beletten.
In Duitschland wordt er nu ook ge
weldig tegen de i valorisatie gepro
testeerd, te meer daar de invoerrechten
op de koffie or onlangs nog verhoogd
zijn, en de prijs van den volksgeliefden
drank al meer en meer klimt. Terwijl
vroeger de halve kilo koffie in Duitsch
land 35 k 40 centiemeu kostte, is de
prijs nu opgeslagen van 60 tot 70 cen
tiemen.
Het verlies, door de koffieverbruikers
geleden sedert de valorisatie, wordt er
geschat op ongeveer 125 millioen frank
's jaars. Men is er vooral hevig opge
hitst legen de bankiers, die voor 50 mil
lioen frank valorisatie, akties op de
beurzen van Berlijn, Frankfort en Ham
burg aan den man gebracht hebben. De
bezitters dier weerden trekken wel den
intrest dier 50 millioen, doch de koffie
verbruikers mogen die met 125 millioen
'3 jaars betalen.
Men hoopt nu algemeen dat er in de
Vereenigde Staten doeltreffende maat-
egelen zullen genomen worden tegen
den koffietrust, ep dat dan ook den prijs
van deu koffie in Europa wat zal
afslaan.
Worden gevraagd door de Patroons
1 Loodgieter, vollegast.
1 Letterzetter, halvegast.
Vragen der Werklieden
1 Kuiper, vollegast.
1 Koetsier, vollegast.
Werklieden van allen aard.
Gij zijt goed voor mij geweest. Ik zal u het
geschrift geven, misschien zult gij er ooit
komen, door de woestijn heen, die myn
armen bediende en mij gedood heeft.
Hij taste toen in zijn kleederen en haalde
iets te voorschijn, dat ik hield voor een
een tabakzak, zooals de boeren die maken
van de huid van een antilope. Het was vast
gemaakt met een lederen riemke dat hij
trachtte los te maken maar hij had er de
kracht niet toe. Hij overhandigde het mij
zeggei'de
Maak het open.
Ik deed het en haalde een rolleke geel
geworden linnen te voorschijn, waarop een
en ander geschreven stond. In de rol was
een stuk papier.
Daarop ging mijn gezel met zwakke en
verdrietige stem voort
Op bet papier staat alles, wat ook op
het linnen staat. Het heeft mij jaren gekost
om het te ontcijferen, Luister mijn voor
vader, een politiek u tgewekene van Lissa
bon en een van de eerste Portugeezen, die
op deze kusten landden, schreef het toen
hij stervende neerlag aan de andere zijde
van die bergen ginds, toen nog nooit door
den voet van een blanke betreden. Hij
bette José da Silvestre en leefde drie hon
derd jaar geleden. Zijn slaaf die aan deze
zijde van de bergen hem wachtte, vond hem
dood en bracht het stuk linnen mee naar
Delagoa. Sindsdien is het in de familie ge
bleven, maar niemand heeft het ooit gele
zen tot ik het deed. Ik heb er mijn levon
Hoort ge een socialist op eene mee
ting, 't is altijd 't zelfde lieken
De werkman wordt bestolen Met
zijn zweet zuipen en mesten de heeren
zich vet.
't Is wraakroepend, voor een stukje
brood dat hem wordt toegeworpen,
vullen de aandeelhouders, de bestuur
ders en andere dikke koppen hunne
brandkasten.
Dikwijls hebben wij bij dat zeggen
ongeloovig geglimlacht en nochtans ten
onrechte.
Inderdaad, wij hebben voor ons de
eindrekening van de socialistische sa
menwerkende maatschappy van Brussel.
De winst voor 't verloopen jaar be
draagt fr. 365,189,50.
Dat is precies geen rot ei.
Drij honderd vijl' en zestig duizend
honderd negen en tachtig frank 50 cen
tiemen, in ronde cijfers 1000 fr. per
dag, dat is kadée... en dat is al voor den
werkman...
Dag Jan de werk man.
Eerst de aandeelhouders, de dikke
koppen, die slijpen er van onder met de
202,000 fr.
Dan komen de kosten van propaganda
voor de pionnen kosten voor mijn-
heerkens die huilen gaan op de meetin
gen of beestigheden vertellen in een
rood blad 34,171,86.
Nu dat de oogen van de soep zijn, nu
mag 't werkvolk zijnen buik vullen
met klaar water en zijne tanden stuk
bijten aan de afgeknaagde beenen.
Fr. 9129,75 schiet er over voor hen.
En nu wij dat alles bestatigen in de
roode papieren zelf, nu geven wy gelyk
aan do socialistische redenaars.
Ja, de werkman wordt bestolen, met
zyn zweet zuipen en mesten de heeren,
de aandeelhouders, de bestuurders en
andere dikke koppen zich vet. Maar
die heeren, die aandeelhouders, die
bestuurders, dio dikke koppen, dat zijn
de socialistische kopstukken, zij schrij
ven het zelf. Wie zou er nog kunnen
aan twijfelen
Moesten de roode winkelpolitiekers
der Saskaai ook de eindrekening hunner
samenwerkende maatschappij bekend
maken hoeveel oogen zouden er niet
geopend worden, om te zien wie met
de vette brokken weggaat, en schoon
weder schuifelt zelfs te midden der
Maartsche buien
Van 'smiddags tot middernacht, eenige
dienstdoende Apotheker, op Zondau 19
Maart 1911, M. Meirschaüt, Korte
Zoutstraat.
door verloren, maar een ander msg de
vruchten er van plukken en de rijkste man
der weleld worden... De rijkste man der
Wereld. Maar geef het aan geen ander
senor. Ga zelf.
Toen begon bij weer te ijlen en binnen
't uur was hij dood. God hebbe zijne ziel.
Hij stierf zeer kalm en ik begroef hem diep
met zware steenen op zijn lichaam, opdat
de jakhalzen hem niet zouden kunnen op
graven. Entoen vertrok ik.
Maar het document vroeg sir Henry
met groote belangstelling.
Ja, hot document Wat is daarvan f
voegde de kapitein er aan toe.
Wel hoeren, als gij dat gaarne hoort
wil ik het u wel vertellen. Ik. heb het nog
nooit aan iemand getooDd, behalve aan
eenen dronken Portugees, die het mij ver
taalde en er den volgenden dag al alles van
vergeten was. De oorspronkelijke kaart en
de vertaling van den armen Don José zijn
in mijne woning in Durban, maar de Engel-
sche overzetting en een copie van de kaart,
als het ten minste een kaart mag genoemd
worden, heb ik in mijn portefeuille. Hier
zijn ze.
Eerst las Sir Henry en kapitein Good de
de vertaling van Don José's brief
Wordt Voortgeiet.