1 ■Si 65"e Jaar 43r> Dl mm VAN SALOMON. Zondag 19 Maart 1911 5 centiemen per nummer Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad on 't Arrondissement van Aalst. Wetsontwerp Lager Onderwijs. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. van hervorming van ljet De Wortel. De prijs van den koffie. Slad Aalst.-Werkbeurs Socialisten aan 't werk. Zondagrust. Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- tening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving •indigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- viingen zyn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in by C. Van de Putte-Gooasens, Korte Zoutstraat, N' 31 •n in alle Postkantoren des Lands. X Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen hij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren ota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. CU1QUK aUUM. Aelst, 18 Maart 1911. Dijnsdag 11. heeft de heer Schollaert, Kabinetshonfd en Minister van Kunsten en Wetenschappen, een wetsontwerp van hervorming der bestaande wetge ving op't lager onderwijs ten Bureele der Volkskamer neêrgelegd. Des voor middags, om 10 1/2 ure hielden de Rechterzijden van Senaat en Volkskamer eene vergadering in de dewelke het Kabinetsboofd kennis gaf van het wetsontwerp tot hervorming van 't lager onderwij». De nieuwe wetgeving heeft tot doel 1. Het lager onderwijs te ontwikke len door bijvoeging van een 4' graad, van beroepsaard, en het bezoek der scholen te verzekeren. 2. Den toestand der onderwijzers ver beteren, in opzicht van jaarwedde en pensioenen. Het ontwerp verwezenlijkt het doel door eene reeks gematigde, rechtvaar dige en nationale maatregelen. De kwestie der schoolsoep-kleeding, enz., behoort niet tot het domein dezer wet Er is een voorstel van M. Woeste waarover reeds verslag is ingediend en dat de Kamer kan stemmen zoo zy wil. De minister stelt eerst, den toestand vast der lagere scholen in 1884 en in 1900. In 1884 waren er 4,810 scholen be vatende 8000 klassen, met eene bevol king van 324,(*00 leerlingen- In 1900 waren er 5527 scholen met 20,000 klassen en 929,347 leerlingen. Men heeft aan deze wetgeving ver schillende gebreken ten laste gelegd. Vooreerst worden de scholen niet vol doende bezocht Ten minste verlaat men de school te vroeg in het algemeen na de Eerste Communie. Het kind gaat te vroeg naar het. werkhuis. Toen men de we? maakte op den arbeid van het kind beeft men ziet» gehouden aan 12 jarigen ouderdom, omdat het denkbeeld dien te verschui ven tot 14 jaar, te veel reclamaties uit lokte. Art. 1 van de nieuwe wet verbiedt dus het aannemen in dienst van kinde ren van minder dan 14 jaar, en laat dion van 13 jaar slechts toe wanneer zij een certificaat van lager onderwijs hebben. Art. 1 beveelt, dat het onderwijs gra tis is in aangenomen en aanneembare gemeentescholen, die den schoolboD aannemen. 2e Vervolg. Die Evans nu vertelde mij toen van de bouwvallen van eene stad, door hem ver in 't binnenland ontdekt, en die hij hield voor de overblijfselen van een der steden uit den bijbel. Ik luisterde, dit herinner ik mij goed, met open ooreri, want ik was toentertijd nog jongde mededeelingen omtrent eene oudere beschaving en de schatten der ouders van joden en Phenicïërs, die de hulpbronnen dier streken reeds lang voor ons ontdekten en gebruikten werkte levendig op mijne verbeelding, ik peinsde er over, toen Evans mij plotseling vroeg llebt ge w el eens gehoord van de Salomon- bergen in liet noordwesten van Juzhuku- lumbweland Nooit, zegde ik. Zoo, ging hij voort. Nu, daar is het dat Salomon zijne mijnen had zijne diamant mijnen, meen ik. Hoe weet ge dat vroeg ik. Eene oude Isasuni, die zoo wat toovc- liares is m Manicaland. heeft, mij er alles van verteld- Zij zegde, dat liet volk daar over de bergen een stam van Zoeloes is taaar slanker gebouwd en grooter er zijn ook grootc toovenaais onder hen, die hunne kufitt leerden van Wïunenscheu toen Dit is erkenning in de wet van een bestaanden toestand, want de kiuderen betalen ook geen schoolgeld. Vandaag zijn het de kinderen der welstellende klassen die daarvan genie ten, daar de Weldadigheidsburelen betalen voor de andere. Art. 3 houdt dat elk jaar het gemeen tebestuur aan de ouders der kinderen van 6 tot 14 jaren een schoolbou aflevert. De bons zullen thuis moeten uitgo. dceld worden, eu ontvangstbewijs zal moeter. gegeven worden door bet fami liehoofd. De houder van den bon zal er mee doen wat hij wil. De gemeenten zijn ver deeld in vier reeksen, voor de waarde van de schoolbons. Hij heeft 30 fr. waarde voor de vier de serie, 32 voor de derde, 34 voor de tweede, 36 voor de eerste. Deze tarief is berekend op het mini mum van jaarwedde van den onderwij zer, plus 2 fr. voor de jongens en 3 fr. voor de meisjes. Inwelke verhouding, zegt de minister dan, moeten staat en gemeente tusschen komen De Regeering heeft hai r best gedaan om zoo min mogelijk de ge meente-fin anciën te belasten. Volgens het nieuw stelsel zullen om trent 7ü0/0der gemeenten bevoordeeligd zijn. De staat zal tusschen komen voor 6 tienden, de provincie voor een tiende en de gemeente voor drie tienden. De verhooging van lasten van den Staat zal nogal groot zijn, maar dank aan den goeden finaneieelen toestand, zal het niet noodig zijnnieuicelasten te heffen. De last der provincie zal ook wat verhoogd worden. Wat de gemeenten betreft, zij zullen de ontlasting die zij zullen genieten, moeten gebruiken, om het onderwijs te verbeteren. Eene commissie zal benoemd worden om de verdeeling te regelen. Zij zal bestaan uit zeven leden, twee genoemd door de gemeente en twee gekozen uit het provinciebestuur, twee uit het mid denbestuur en de zeveude zal door den koning benoemd worden. Vandaag klaagt men ook dat de klas sen te veel bevolkt zijn. Het nieuw ont werp voorziet hierin. Het maximum van elke klas zal op 50 leerlingen be paald zijn, om in eene naaste toekomst tot een maximum van 40 te komen. Deze vaststelling kan het voorwerp zijn van een koniuklijk besluit. Er zal ook aanleiding bestaan om de schoolgeldvoorwaardon te regelen voor de niet normalen, voor de tuc' *zen, voor de kinderen die te v«r, wem uan 4 kilometers van de school wonen, voor de kinderen, van ouders die bedrijven uitoefenen welke veel verplaatsing ei sc hen. De vader, die zijn kind niet naar de I school zendt, zal voorden vrederechter moeten verschijnen. De straffen zullen zijn de verwittiging, de berisping en de beele wereld nog barbaarsch was, en die het geheim bevitten van eene wonder volle mijn, vol schitterende steenen. Zoo vertelde Evans. Hoewel de historie mij veel belang inboezemde, lachte ik er toch om, want de diamantvelden waren toen nog niet ontdekt. Zooals ik reeds zegde werd de arme Evans kort daarop gedood en twintig jaar lang dacht ik niet meer aan Juist twintig jaar later en dat is een lange tijd, heeren een olifantsjager behoudt niet dikwijls twintig jaar 't leven in zijn beroep hoorde ik wat meer be paalds omtrent Salmon's mijnen en 't land, dat daar achter ligt. Ik was toen in Mani- caland, op eene plaats, Satanda's kraal ge- heeten, eene ellendige plaats, want er was haast geen eten te bekomen en de handel gaf er ook niets. Ik had een aanval van koorts en maakte het over 't algemeen alles behalve goed. Op zekeren dag kwam daar een Portugees, die tot eenig geleide een neger had. Ik ben niet erg gesteld op die Portugeezen uit Delagoabaai, maar dat was tóch een andere type, dan ik gewoon was te ontmoeten. Hij was welgebouwd, had levendige oogen, en gedroeg zich zeer beleefd. Wy spraken wat samen, want bij kende gebro ken Ëngelsch t n ik dito Portugeesrh. Hy vertelde mij dat hij José da Silv< stre heette en eene bezitting had bij de Delagoabaai. Toen hy den volgenden morgend met zijn gesel vertrok, nam hy heel deftig zyn houd het aanplakken. Art. 10 regelt de instelling van een vierden graad, van beroepsaard. Er zul len 2000 klassen hiervoor moeten inge richt worden. Het volgende deel van het ontwerp betreft de verbetering van den toestand der onderwijzers Die van de onderwij zers der eerste en tweede reeks zal niet veranderd worden. De minimums zijn inderdaad 2400 en 1800 fr. plus 800 en 600 fr. schade loosstelling voor woon. Maar de ondermeesters en onderwij zers der vierde reeks worden onvol doende betaald. Zij beginnen met 1200 fr. voor den onderwijzer en 1000 voor den hulpon derwijzer. Dezo n ekszou dus afgeschaft worden. De vierde reeks zou al de gemeenten van 1 tot 5000 inwoners be vatten. De onderwyzer dezer reeks zou- denl4o0fr. krijgen plus 300fr. voor woon. De hulponderwijzers 1300 fr. en de hulponderwijzeressen 1200 fr. De derde reeks zou de gemeenten van 5000 tot 40,000 inwoners bevat en. De onderwijzers van deze reeks zouden minimum 1600 frank trekken. Het wetsontwerp voorziet nog in eene toestand waarover veel geklaagd wordt, namelijk, het gob rek aan onderwijzers in zekere centrums. De onderwijzer wordt inderdaad dik wijls to vroeg gepensioneerd, gewoon lijk. op 60 jaar. Maar h i kan het ook worden op 50 jaar. Om hem aan te zetten zoo laat mogelijk zijn pensioen te nemen, zal het ontwerp drie nieuwe verhoogingen van 300 fr. aannemen, plus eene scha de loosstelling van 100 fr. voor woon. Eindelijk voorziet het ontwerp ook de misbruiken, die zouden kunnen ge maakt worden van den school bon en de drukking waartoe deze zou kunnen aanleiding geven. Om er in te voorzi'n zouden er straf fen zijn van 100 en 150 fr. boete, en zoo de overtreding door een ambtenaar gepleegd werd. straffen van 8 dagen tot eene maand gevangenis. Dat te vroeg in dienstneming van kinderen, zou ook gestraft worden. Overgangs-maatregelen voorzien dat Art. 1 eerst in 1914 zou van kracht worden en dat op 1 Januari 1917 niet meer zullen aangenomen worden als onderwijzer, tenzij Belgische en gedi plomeerde jongelieden. De vergadering die zeer talrijk was, 100 tot 120 leden, heeft deze mededee- ling toegejuicht. M. Verhaegen heeft de regeering geluk gewenscht over haar initiatief. M. Van Reeth deed opmerken dat er misschien uitzonderingen zullen moeten gemaakt worden, voor de kinderen die in steenbakkerijen werken. MM. de Ghelliuck, Carton de Wiart, af en zegde Goeden dag, senor. Als wij elkaar wear ontmoeten, zal ik do rijkste man der wereld zijn en u goed bedenken. Ik lachte zacht ik miste de kracht om bard te lachen en zag hem vertrekken naar de groote woestijn in 't westen ik was er wel nieuwsgierig naar wat hem daarheen dreef en wat hij daar dacht te vinden. Er ging een week voorbij en met mijne koorts ging het veel beter. Op eenen avond zat ik op don grond voor do kleine tent die ik bij mij had, 't laatste beentje kluivend van een ellendigen vogel, dien ik van een inlander gekocht had voor een stuk laken, dat wel twintig van die beesten waard was. Ik zag naar de zon, die in de woestijn onder ging, toen ik daar plotse lings eene gedaante zag opkoemen, oogen- schynlijk een Europeaan, want hij droeg een frak. De man kroop zoo wat driehon derd meters van mij af, maar dan viel hij weer en kroop verder. Ziende dat hij hulp behoefde, zond ik een van mijn jagers tot hem. Nu was hij spoedig bij mij, en wien donkt gy dat het was. José da Silvestre, natuurlijk zegde do kapitein. Juist José da Silvestre, of liever zijn ge- ra.unte met eene dunne huid. Zijn gelaat was geel en zijne oogen puilden uit zijn verma gerd hoofd, dat wel van perkament scheen. Water l In 's Hemelsnaam water zeg de hy met heesche slem en ik zag dat zijne Limburg Stirum, Seghers en DeVolder, hebben beurtelings het ontwerp ge steund en M. de voorzitter Simonis sloot de zitting, met het vaststellen van de volledige eensgezindheid der meer derheid van Senaat en Kamer, de hoop uitdrukkende dat dit nieuw wetsont werp wel zal onthaald worden door het land en voor goed tot schoolbevrediging zal leiden. De zitting werd geheven ten 12 1/4 ure, te midden van algemeene voldoe ning. De wortels mogen als een der gezond ste groenten aanzien worden, die overal en door iedereen worden geteeld. Heden willen wij eenige inlichtingen geven aangaande de kweek der hof- wortels. Men zal den voorkeur geven aan den half langen wortel van Nantes ofschoon de korte wortelen als de vroegste mo gen aanbevolen worden. De eerste is eene goede variëteit die meer opbrengt dan de andere, maar zij komt wat later. De halve lange wortel moet dus op den korten vroegen wortel volgen. Deze plant vraagt een lossen, wel bemesten grond maar de landbouwer moet wel opletten dat versche stalmest nadeelig is, om reden dat de wortel alsdan verstikt. Men gebruike dus zoo tot 300 kgr. stalmest per are, ondergepluegd tijdeus den Herfst. Verder moet men hulpmeststoffen aanwenden, want de landbouwkundigen zijn van gevoelen dat de wortels dez-lf de behoeften hebben als de voeder- beeten. Aan de landbouwers die geene stal- vetteu hebben gebruikt, raden wij aan per are 4 tot 5 kgr. superphosphaat te strooien, 2 tot 3 kgr. chloorpotasch deze mesten zullen zoo vroeg mogelijk met den ploeg ondergewerkt worden. Voor het zaaien zal men 3 tot 4 kgr. zwavelzuren ammoniak bij middel van de eg goed inwerken. H-t spreekt van zelfs dat deze hoe veelheden scheikundige mesten mogen verminderd worden ingeval men zijne toevlucht tot den stalmest heeft geno men. In dat geval gebruikt men slechts 2 tot 3 kgr. ammoniakzout. Dat de landbouwer niet uit het oog verlieze dat men door het gebruik van potaschzouton en zwavelzuren ammo niak grootere opbrengsten en betore hoedanigheid bekomt. Men vergete niet dat vloeimesten, in de Lente toegediend, ook goede uitsla gen geven. Willy. lippen gebarsten waren en zijno tong zwart en gezwollen was. Ik gaf hem water en melk en hij dronk het met groote slokken achter elkaar uit. Toen kreeg de koorts weer de overhand op hem hij viel neer en bejon in onsa menhangende woorden te spreken ovor de Salomons bergen, da diamanten en de woestijn. Ik bracht hem in mijne tent en deed voor hem wat ik doan kon wat h"el weinig was, maar ik zag wel dat 't haast met hem gedaan was. Togen elf ure werd hy rustiger on legde ik my neer om te slapen. Met 't aanbre ken van den dag werd ik wakker en zag in 't schemerlicht den Portugees rechtop zitten, starend in de Woestijn. De eerste straal der zon schoot over de wijde vlakte en bereikte in de verte een der hoogste toppen van de Salomons-bergen, meor dan honderd mijlen ver. Daar is hel riep de stervende in 't Portugeesch, en wees er heen, met zyn langen dunnen arm, maar ik zal het nooit bereiken, nooit. Niemand zal hot ooit be reiken. Plotselings hield hij op hij scheen een besluit te nemen. Vriend, sprak hij, zich tot mij wen dend. Zyt gij daar Mijn oog verduistert. Ja, antwoordde ik. Ga nu liggen en rust. Ach, zeide hij, ik zal spoedig rusten., voor Eeuwig. Luister. Ik ben, stervende. Men weet dat de Braziliaansche Sta ten, die de vier vijfden van den koffle- oogst van gansch de wereld opbrengen, er in gelukt zijn den prijs van den koffie, die in 1906 aanzienlijk gedaald was tengevolge der overvoortbrengst, terug te doen stijgen, dank aan de tus- schenkomst van verschillige bankhui zen van Londen, Brussel, Parijs, Berlijn en Weeneu. Die banken hadden aan de koffieplanters verscheidene miljoenen voorgeschoten, gewaarborgd door de voorhanden zijnde voorraad koffie. De koffieplanters waren alzoo niet meer verplicht hunne koopwaren kost wat kost aan den man te brengen. Zij hielden hunnen voorraad grootendeels achter, verminderden de voorlbrengst en ge lukten er aldus in den prijs van den koffie weer te doen klimmen. Men heette dat de valorisatie van den koffie. Dit alles geschiedde tot groot nadeel van de verbruikers, vooral van de min dere klas, want 't was vooral de koffie van geringe hoedanigheid die in even redigheid het meest in prijs opsloeg. In de Vereenigde Staten begint men nu daartegen op te komen, zooals wij reeds gemeld hebben, inderdaad M. Norris vroeg dat de regeering maatregelen zou nemeu om dien kunstmatigen opslag te beletten. In Duitschland wordt er nu ook ge weldig tegen de i valorisatie gepro testeerd, te meer daar de invoerrechten op de koffie or onlangs nog verhoogd zijn, en de prijs van den volksgeliefden drank al meer en meer klimt. Terwijl vroeger de halve kilo koffie in Duitsch land 35 k 40 centiemeu kostte, is de prijs nu opgeslagen van 60 tot 70 cen tiemen. Het verlies, door de koffieverbruikers geleden sedert de valorisatie, wordt er geschat op ongeveer 125 millioen frank 's jaars. Men is er vooral hevig opge hitst legen de bankiers, die voor 50 mil lioen frank valorisatie, akties op de beurzen van Berlijn, Frankfort en Ham burg aan den man gebracht hebben. De bezitters dier weerden trekken wel den intrest dier 50 millioen, doch de koffie verbruikers mogen die met 125 millioen '3 jaars betalen. Men hoopt nu algemeen dat er in de Vereenigde Staten doeltreffende maat- egelen zullen genomen worden tegen den koffietrust, ep dat dan ook den prijs van deu koffie in Europa wat zal afslaan. Worden gevraagd door de Patroons 1 Loodgieter, vollegast. 1 Letterzetter, halvegast. Vragen der Werklieden 1 Kuiper, vollegast. 1 Koetsier, vollegast. Werklieden van allen aard. Gij zijt goed voor mij geweest. Ik zal u het geschrift geven, misschien zult gij er ooit komen, door de woestijn heen, die myn armen bediende en mij gedood heeft. Hij taste toen in zijn kleederen en haalde iets te voorschijn, dat ik hield voor een een tabakzak, zooals de boeren die maken van de huid van een antilope. Het was vast gemaakt met een lederen riemke dat hij trachtte los te maken maar hij had er de kracht niet toe. Hij overhandigde het mij zeggei'de Maak het open. Ik deed het en haalde een rolleke geel geworden linnen te voorschijn, waarop een en ander geschreven stond. In de rol was een stuk papier. Daarop ging mijn gezel met zwakke en verdrietige stem voort Op bet papier staat alles, wat ook op het linnen staat. Het heeft mij jaren gekost om het te ontcijferen, Luister mijn voor vader, een politiek u tgewekene van Lissa bon en een van de eerste Portugeezen, die op deze kusten landden, schreef het toen hij stervende neerlag aan de andere zijde van die bergen ginds, toen nog nooit door den voet van een blanke betreden. Hij bette José da Silvestre en leefde drie hon derd jaar geleden. Zijn slaaf die aan deze zijde van de bergen hem wachtte, vond hem dood en bracht het stuk linnen mee naar Delagoa. Sindsdien is het in de familie ge bleven, maar niemand heeft het ooit gele zen tot ik het deed. Ik heb er mijn levon Hoort ge een socialist op eene mee ting, 't is altijd 't zelfde lieken De werkman wordt bestolen Met zijn zweet zuipen en mesten de heeren zich vet. 't Is wraakroepend, voor een stukje brood dat hem wordt toegeworpen, vullen de aandeelhouders, de bestuur ders en andere dikke koppen hunne brandkasten. Dikwijls hebben wij bij dat zeggen ongeloovig geglimlacht en nochtans ten onrechte. Inderdaad, wij hebben voor ons de eindrekening van de socialistische sa menwerkende maatschappy van Brussel. De winst voor 't verloopen jaar be draagt fr. 365,189,50. Dat is precies geen rot ei. Drij honderd vijl' en zestig duizend honderd negen en tachtig frank 50 cen tiemen, in ronde cijfers 1000 fr. per dag, dat is kadée... en dat is al voor den werkman... Dag Jan de werk man. Eerst de aandeelhouders, de dikke koppen, die slijpen er van onder met de 202,000 fr. Dan komen de kosten van propaganda voor de pionnen kosten voor mijn- heerkens die huilen gaan op de meetin gen of beestigheden vertellen in een rood blad 34,171,86. Nu dat de oogen van de soep zijn, nu mag 't werkvolk zijnen buik vullen met klaar water en zijne tanden stuk bijten aan de afgeknaagde beenen. Fr. 9129,75 schiet er over voor hen. En nu wij dat alles bestatigen in de roode papieren zelf, nu geven wy gelyk aan do socialistische redenaars. Ja, de werkman wordt bestolen, met zyn zweet zuipen en mesten de heeren, de aandeelhouders, de bestuurders en andere dikke koppen zich vet. Maar die heeren, die aandeelhouders, die bestuurders, dio dikke koppen, dat zijn de socialistische kopstukken, zij schrij ven het zelf. Wie zou er nog kunnen aan twijfelen Moesten de roode winkelpolitiekers der Saskaai ook de eindrekening hunner samenwerkende maatschappij bekend maken hoeveel oogen zouden er niet geopend worden, om te zien wie met de vette brokken weggaat, en schoon weder schuifelt zelfs te midden der Maartsche buien Van 'smiddags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondau 19 Maart 1911, M. Meirschaüt, Korte Zoutstraat. door verloren, maar een ander msg de vruchten er van plukken en de rijkste man der weleld worden... De rijkste man der Wereld. Maar geef het aan geen ander senor. Ga zelf. Toen begon bij weer te ijlen en binnen 't uur was hij dood. God hebbe zijne ziel. Hij stierf zeer kalm en ik begroef hem diep met zware steenen op zijn lichaam, opdat de jakhalzen hem niet zouden kunnen op graven. Entoen vertrok ik. Maar het document vroeg sir Henry met groote belangstelling. Ja, hot document Wat is daarvan f voegde de kapitein er aan toe. Wel hoeren, als gij dat gaarne hoort wil ik het u wel vertellen. Ik. heb het nog nooit aan iemand getooDd, behalve aan eenen dronken Portugees, die het mij ver taalde en er den volgenden dag al alles van vergeten was. De oorspronkelijke kaart en de vertaling van den armen Don José zijn in mijne woning in Durban, maar de Engel- sche overzetting en een copie van de kaart, als het ten minste een kaart mag genoemd worden, heb ik in mijn portefeuille. Hier zijn ze. Eerst las Sir Henry en kapitein Good de de vertaling van Don José's brief Wordt Voortgeiet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1