y
londerdag 50 Maart 1911 5 centiemen per nummer
65"" Jaar 4549
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
E3
<>i,
\r>
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
Hoogeschool van Gent.
Nog wat tuinbouw.
Vrede op Aarde
iGÓ.j
Haanslaan.
EEN EN ANDER.
Wan
n met
sterk
en Wij
en ze
len ver-
2 als dit
»rond ini
rbreukj
hij mag
lieid in
hij mag
aden en
trouwen
de eene
)e Llec-
eenigc
an.
end van
gemelde
:n, dank
wakslen
ben wij
en wij
n zieke
:n door
rullen U
kunnen
jenezen,
en oefe-
roortref-
te fabri-
len toe-
en onze
ter.ieder
iestel te
acht, en
haam te
nieuwe
iwe :oe-
ïrhinde-
aneker.
iUR.
5 FR? j
NDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
enirn? van den volgenden dag. De prijs ervan is: tweemaal ter week voor
l Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
aanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
adigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
mgen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bi) C. Van de Putte-Goosaen», Korte Zoutstraat, Nr 81
j in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen ep
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu ota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dyns-ag vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen xich te wenden ten bvreele vin
dit blad.
CU1QUB eVJUM*
ilst.
Aelst, «9 Maart 191 1.
VERVLAAM^CHIiVG
der
Wij laten, op verzoek, het ontwerp
van wet volgen dat in de Kamer zal
neêrgelegd worden en waarvoor nu, in
gansch het Vlaamsche land eene groote
volksbeweging is in gang gestoken
gewordsn
Wetsontwerp over het taalgebruik
aan de Staatshoogescholen.
Art. i. De lessen worden gegeven
in het Fransch ter Hoogeschool van
Luik, in het Vlaamscli ter Hoogeschool
van Gent.
Art. 2. Het invoeren van het
Vlaamseh als voertaal zal aan do Hoo
geschool van Gent met het academisch
jaar 1916-1917 beginnen an dan traps
gewijze van jaar tot jaar, aanvangend
met de leergangen van het eerste studie
jaar, in de verschillende faculteiten en
scholen worden voortgezet.
Art. 3. De voor afkondiging der
wet ter Hoogeschool van Gent aange
stelde lioogleeraar6 of docenten worden
verzocht, naarmate de bepalingen van
art. 2 in werking treden, hunne lessen
in het Vlaamseh te geven. Verkiezen zij
dit niet t« doen, dan wordt naast den
Franschen een leergang in hetVlaamsch
ingericht en hebben studenten, ook voor
het eiaam, tusschen beide de keus.
Hoogleeraren en docenten benoemd
na de afkondiging der wet, geven
hunne lessen in de taal door art. 1 en 2
bepaald.
Art. 4. De leergangen van Fran-
iche letterkunde en van Romaansche
taalkunde worden aan beide Hoogescho-
lsn iD 't Fransch gegeven.
Germaansche en andere levende talen
kunnon in die talen onderwezen worden.
In elke faculteit en elke bijzondere
school ter Hoogeschool van Gent worden
door koninklijk besluit een of meer niet
verplichtende leergangen ingericht ten
einde de studenten gelegenheid te geven
xich in het gebruik der Fransche taal
te bekwamen.
Art. 5 Aan de Hoogeschool te
Luik worden toegevoegd de leergangen
noodig voor het onderwijs der burger
lyke bouwkunde (graad van ingenieur
eu burgerlyke bouwkunde).
Art, 6. Aan de Hoogeschool te
Gent worden toegevoegd
1. De leergangen noodig voor het
onderwijs der mijnwetenschap (graad
van burgerlijk ingenieur der mijnen).
2. Een hoogere land- en tuinbouw
school.
3. EeD veeartsenijschool.
Krachtens de hier voorgaande bepa
ling, nieuw ingerichte leergangen wor
den van den datum hunner inrichting
in het Vlaamseh gegeven.
Art. 7. De scholen en leergangen
voorzien bij art. 5 en 6, worden niet
later ingericht dan met liet begin van
het Academisch jaar 1916-1917.
Art. 8. Er wordt geen afbreuk
gedaan aan het recht voor de Staatsjury
ingesteld bij art.34 der Wet van 10 April
1891, eiaam af te leggen hetzij in het
Fransch, in het Vlaamseh, onverschillig
de Hoogeschool waar oaderwijs werd
genoten
Art 9. De regeering neemt de
noodige maatregelen tot vrijwaring van
alle aan thans aangestelde hoogleeraren
en docenten toekomende voordeelen van
stoffelijken aard.
Wie eenige bemerkingen in te
brengen heeft, laat ze ons geworden.
Onlangs hebben wij bewezen dat de
vooibreiding des gronds, de verdeeling
of opeenvolging der groenten en de
bemesting, heel belangrijke punten zijn
voor het wellukken in hovenierdery.
Eu dat die punten nog al te weinig
gekend en in praktyk gesteld worden,
bewijst de dagelijksche ondervinding.
Daarom komen wij er beden op terug
en willen thans in eenige uitleggingen
treden nopens het aanwenden en ge
bruiken van scheikuudige meststoflen in
den tuin.
Al de groenten behooren niet tot
de zelfde familie, wel integendeel, zij
bieden heel verschillende kenteekens en
eigenschappen aan en bijgevolg hebben
zy ook dezelfde behoeften niet.
Er zijn groenten die men voor de
bladeren kweekt salade, kooien, spi
nazie andere worden voer de wortels
en knollen gekweekt aardappels, wor
tels, ajuin, suikerij van nog andere eet
men hot zaad erwten, boonen. Men
begrijpt nog eens gemakkelijk dat daar
door ook de behoeften gewijzigd wor
den.
Overzien wij dus eene samen de bij
zonderste groenten en onderzoeken wij
wélke scheikundige meststoffen hun
best passen.
De blad gewassen moeten sterk bemest
worden om groote en malsche vruchten
te bekomen. Boren stalmest en beir, zal
men benevens fosfoorzuur en potasch
eene goede dosis stikstof geven. De
volgende bemesting zal men hier dus
voordeelig aanwenden 3 tot 4 kgr. am-
mouiaksulfaat, 5 kgr. superfosfaat en
2 kgr. chloorpotasch.
De aardappels vragen ongeveer 2 kgr.
ammoniaksulfaat, 2 kgr. potaschsulfaat
en 4 kgr. superfosfaat.
De planten gekweekt voor de wortels
vragen geen stalmest maar wel vloei-
mest. Daarenboven geve men 2,5 kgr.
ammoniaksulfaat, 1,5 kgr. chloorpot
asch en 3 kgr. superfosfaat.
Wat de vlinderbloemige planten aan
gaat, erwten, princessen, boonen, deze
planten familie eisclit eene sterke dosis
minerale meststoffen en min stikstof,
omdat deze groenten, evenals de kla
vers, de eigenschap hebben de vrije
stikstof der lucht aan te eigenen. Noch
tans kan eene kleine dosis ammoniak
sulfaat, b. v. 1 kgr. per are, de wasdom
in den beginne merkelijk begunstigen.
Als minerale meststoffen gebruike men
3 kgr. chloorpotasch en 6 kgr. super
fosfaat.
Al deze hoeveelheden zyn per are
berekend.
In de meeste gevallen mogen deze
meststoffen in mengeling samen ge
bruikt worden, eenige dagen voor het
zaaien of planten. Voor do ajuinen,
salade, spinazie, enz., behoude men een
deel van het ammoniaksulfaat om, hetzij
als overbemesting na het uitkomen, b.
v. voor het braken, hetzij opgelost in
water, er de groenten mede te overgie
ten. Nochtans moet men zeer voorzichtig
zyn om de planten niet te verbranden.
Daarom doe men het niet binst dat de
zon schijnt, maar liefst des avonds of
bij overtrokken weder. Desnoods kan
men de bladeren eens afgieten met zui
ver water.
William.
"Vlaamsche land De Blindgeborene
opgevoerd, een stuk van den zelfden
schrijver, en overal behaalde het hoo-
gen bijval. De tooneelvertooningen van
Maria's Leveniets in den aard der Pas
siespelen van Oberammergau. die ver
leden jaar duizenden en nog duizenden
toeschouwers naar Hal lokten, waren
insgelyks zijn werk.
Vrede op Aarde staat niet minder hoog
dan De Blindgeborene en Maria's Leven.
Wel integendeelZooals de titel het
aanduidt heeft de schrijver zijne stof
ontleend aan de verhevene gebeurtenis
van den Kerstnacht. In vers en tooneel
heeft hij al het grootsche en dieptreflen-
de der geboorte van onzen Goddelijken
Zaligmaker weten te leggen, alles
werkt samen om op den toeschouwer
den diepsten indruk te maken. De Ver
schijning der Engelen en de Aanbidding
der Herders behooren tot die tooneelen
welke men, eens aanschouwd, nooit
meer vergeet.
De prachtige decors van den heer
Jos. Gornelis, en de lieve, zoo wel pas
sende, muziek van den heer Maurice
Hendrick, kunnen niet anders dan den
indruk van het spel van den E. H. Wal-
graeve nog merkelijk verhoogen. Voe
gen wij het er bij dat de naam van de
uitvoerende maatschappij, De Maria-
kring van Gent, een waarborg is voor
de degelijke opvoering van het stuk
herhaaldelijk heeft die kring bewijzen
geleverd van zyn hunnen in zake van
tooneel.
De twee vertooningen zullen plaats
hebben in de prachtige zaal van den
St-Jozef8kring, Holstraat 65.
Prijzen der plaatsen Voorbehoudeue
plaats 5 fr. 1® plaats 3 fr. (twee plaat
sen voor 5 fr.)2® plaats 2 fr. (drie
plaatsen voor 5 fr.)3C plaats i fr.
De vertooning van Palmzondag zal
beginnen te 4 uur en gedaan zijn voor
7 uur die van 2' Paaschdag begint te
3 uur om te eindigen voor 6 uur.
De inschrijvers door een nummer aan
geduid, staan in slagorde geschaard.
Daar treedt een «trijder te voor
schijn... Geblinddoekt, een houten degen
in de vuist geklemd, gaat hij op hat
doel af.
Plots blijft hy staan... aller oogen
staren angstvol naar den kloeken strij
der de degen zwaait suizend door de
lucht... het bloed spat rond en verft het
moordend wapen, doch de kop is nog
niet afgerukt.
Een tweede volgt... een derde..., tot
dat eindelijk een laatste slag het dier
onthooft, de koning is gekend, nu maar
gedronken.
Doch, toeschouwers van zulk walge
lijk tooneel, hebt gij al eens zulk wreed
spel wat nader overwogen - Wat al
pijnen heeft soms het dier niet doorstaan
alvorens dood te zijn door eene onge
oefende hand gestoken heeft het soms
een half uur moeten spartelen alvorens
te sterven.
Welke kinderschaar omringt nieuws
gierig het bloedig strijdperk
Wat zij vader, broeder of grooteren
zien doen, zullen zij navolgen zij ook
zullen niet terugdeinzen de huisdieren te
slaan, te pijnigen.
Zonder medelijden zullen zij het lijden
aanschouwen en hunne hartjes zullen
versteend blijven voor alle droefheid en
smart. Wee het huisgezin waarover zij
op rijperen leeftijd zullen heerschen
Is het niet betreurenswaardig dat
zulke barbaarsche spelen nog bestaan
en toegelaten worden
Zijn er dan geene onschuldige spelen
meer te vinden Is liet op die wijze dat
ge de zachtheid jegens de dieren voort-
leert
Een deftige burger neemt aan zulke
heidensche spelen geen deel.
Een toeschouwer.
door den E. H. Walgraeyb.
Op Zondag, 9 April (Palmenzondag) en
Maandag 17 April (2e Paaschdag) zal te
Geut het evangeliespel Vrede op Aarde
van den E. H. Walgraeveleeraar aan
het Klein Seminarie van Hoogstraeten
opgevoerd worden.
De E. H. Walgraeve is geen nieuwe
ling op tooneelgebied, vooral niet op
het gebied van het godsdienstig tooneel.
Verleden jaar werd te Gent en in meni
ge andere stad en gemeente van het
n in nel
leien et
ie, enï,
oog van
)EN IK
oals
Trouw-
egistert,
eend i ul j
46® Vervolg.
Wij zullen zien, zei hij. Gij behoeft u
geeno moeito te geven, Mevrouw Nether-
be ik denk wol dat Mej. Margaretha ray
trouwen zal.
Mevrouw Nethercombe's gelaat verbleek
te plotselings, doch zij sloeg den blik niet
neer. De moed, die zoo plotselings in haar
gevaren was, verminderde niet.
Indien Margaretha Jack lief had, zou
geen Lord Crowley zich tusschen hen plaat
sen. Indien zij elkander slechts lief hadden,
kon Lord Crowley doen wat hij wilde.
Ze keek hem strak aan.
Ik. zal het niet beproeven, zei ze. In
dien Margaretha weigert u te trouwen
zal ik niet trachten haar te dwingen. En zij
zal weigeren, Lord Crowley.
Haar moed hield nog altijd stand, zelfs
hoewel zij versneld adem haaldedoch Lord
Crowley's glimlach verdween niet. Hij boog
met ontbloot hoofd, en keerde zich om, om
weer in zijn rijtuig te stappen.
Vrees niet, Mevrouw Nethercombe,
zei hij.
Zelfs zijne woorden ontmoedigden haar
niet. Zjj besteeg de stoep en stak Jack hare
hand toe, eene nauw, nauw merkbare tril
ling beving haar, toen ze hem in het ge
laat keek. Het stelde haar teleur. De uit
drukking, die zij gedurende een oogenblik
op Mar^aretha's gezichtje waargenomen
had, was op zijne trekken niet te zien.
Lord Nethercombe is zeker in de bi-
bliotheek, Sims zei ze, terwijl ze haren
mantel uittrok. Gaat gy maar vast naar het
roode salon om thee te drinken. Ik kom
dadelijk bij u maar ik moet eerst Lord Ne-
thorcombe spreken.
Hare hand rustte reeds op den deurknop
der bibliotheek, terwijl haar hart vol moed
was. Zy aarzelde niet. Zij zou nu naar hem
toe gaan en hem alles vertellen. Zy zou
alles bekennen nu zy er den moed toe
had nu ze aan Margaretha dacht.
Doch Sims was haar gevolgd.
De Lord is uit, Mevrouw en hij liet
de boodschap achter, dat hij niet dan op
het allerlaatste oogenblik 't huis zou komen
als het tijd was om zich voor het diner
te kleeden, Mevrouw.
Mevrouw Nethercombe's hand liet den
deurknop los. Haar gelaat was bleek ge
worden. Instinctmatig gevoelde zij, dat de
gelegenheid voorbij was en nooit zou weer-
kecren, en met loomen tred volgde ze Jack
en Margaretha naar het roode salon.
Mevrouw Nethercombe leunde vermoeid
en bleek in haar stoel achterover, en Jack
en Margaretha praatten met elkander.
Margaretha'e opgewektheid was weerge
keerd. Zij vergat alles, behalve dat Jack er
was, en dat hy blijkbaar aan Alice niet zoo
sterk meer dacht. Zij schenen weer op den
ouden voet met elkander te geraken, toen
zij zyn makkertje was geweest en het eeni-
g« meisje dat voor hem bestond voordat
hy op Alice verliefd was geworden.
Ge komt van avond ook op Mevrouw
Coil's diner, is 't niet, vroeg ze.
Ie 't niet horhaalde Jack, natuur-
lyk g<- schijnt er volstrekt geen begrip
van te hebben, hoe arm ik ben. Alsof ik
mij de weelde zou kuunen veroorloven,van
voor een diner te bedanken 1 Het is met
mijne beurs slecht gestel, Margaretha.
Dat wat het altijd, zei Margaretha
onbewogen, en zoo zal bet blyven ook.
Hy stond op.
Als ik u voor het bal van van avond
bij Mevrouw Coll om vijf dansen vroeg,
zoudt ge mij die dan toestaan vroeg hy.
Dat weet ik niet, zei Margaretha
probeer het.
Doch daar had hij geen tijd voor. De
deur werd opengeworpen, en Alice, schit
terend als gewoonte, blozend, triomfante
lijk, trad binnen. Lord Croft volgde haar,
en Margaretha oplettend toekijkend, wach
te te vergeefs op den ouden glans, die bij
baar aanblik op Jack's gelaat placht te
komen, en haar hart werd zoo licht als een
veertje.
Ah Nu zijt ge ontdekt riep Alice
dramatisch uit. We komen juist in tyds.
Thee Margaretha thee of ik sterf. Wel
Jack, Zijt gij daar Maar daar bedenk ik
mij iets. Gerald, weet gy waar ik dien
Onder dezen titel deelt onze confrater
Maas en Kempenbode, een schrijven meè
van een toeschouwer welke het bar-
baarsch tooneel voor oogen brengt dat,
het Haanslaan vertoont.' t Schijut ons
nog afschuwelijker dan het hanen
gevecht
Verbeeld u eene opene plaats. Twee
tegenover elkaar geplante palen zijn
verbonden door eene koord in wier
midden, het slachtoffer (de haan) hangt.
Lïeli I at ruien.
Vlucht de vermaken en 't vermaak
zal u volgen. Benjamin Franklin.
Vrouwen en wijn, spel en bedrog
Maakt de weelde klein en 't gebrek
groot. Benj. Franklin.
Een ploeger op zijn beenen, is hooger
dan eon edelman op zijn knieën.
Frankliu.
Als de bron droog is, kent men d«
waarde van 't water. Franklin,
brief gelaten heb
Zij begon in haar zak te zoeken.
Myne goedhartigheid zal my nog ten
verderve leiden, merkte ze op. In eene
edelmoedige bui nam ik hem van den dra
ger aan, en nu geloof ik dat ik hem verlo
ren heb. En er stond een gedrukt hoofdje
bovenaan de enveloppe, dus vermoed ik
dat hij gewichtig was. Oh, hier is hij. Als
't u belieft, tante. En oh, waar is mijn thee.
Mevrouw Nethercombe nam de enveloppe
aan, en begon haar toen plotseling met
zonderling bevende vinger» open te scheu-
ren.
Van Lord Crowley Waarom had hij
nu geschreven. Waarom had hy haar zoo
zonderling gehaast een brief gezonden
Hij moest hem onmiddelijk na zijne tehuis
komst geschreven hebben. Waarom.
Zij vrouwde het papier open en plotseling
werd het doodstil om haar heen. Alice's
lochcnde, luchtige stem weerklonk niet
langer. Jack stond zwygend tegen den
schoorsteenmantel te leunen en naar Mar
garetha te kijken. Lord Croft had voor nie
mand in het vertrek oog dan voor Alice.
En toen zatte Margaretha plotseling rinke
lend haar kopje neer, en nam het gebabbel
weer een aanvang.
Mevrouw Nethercombe zat doodstil en
luisterde niet-. Nu stond zij op. De kamer
was plotseling donker voor haar geworden
en met onzekeren tred begaf zij zich naar
de deur.
Toen zij het vertrek doorkruiste, door
boorde Alice's opgewekt gebabbel de doffe
mist, die haar scheen te omhullen
Daar nu, ik heb iets gezegd, dat tante
beleedigd heeft. Kijk hare waardige kalm
te eens, nu zij do kamer uitgaat. Herinnert
iemand zich nog wat ik gezegd heb Tante
kom terug, ik zal in een hoek gaan staan.
Bij do deur keerde Mevrouw Nethercom
be zich om. In aller oog, behalve wellicht
in dat van Alice, zag zij er ziek, bleek, oud
uit. Margaretha voelke eene koude rilling
over zich heengaan, terwijl zij opstond.
Moeder, zijt gy weer ziek riep ze uit.
Neen, neen. Mevrouw Nethercombe
schuddo het hoofd. Ik moet nog het een en
ander in orde brengen, dat is alles, en hadt
het zoo druk met praten, dat ik besloot het
nu even te gaan doen. Ga door met spreken
Alice. Ik zal Thérèse zenden, als het tyd
is voor u allen u te gaan kleeden.
Ze sloot de deur. Buiten de kamer leun
de zy tegen den muur.Binnen dobbelde Ali
ce levendig en weerklonk Margaretha's
vroolyk gelukkig gelach.
Siuds Tangen tyd had Margaretha zich
niet zoo gelukkig gevoeld. Jack keer tot
haar terug Alice vergetend, leerend zich
met haar tevreden te stellen wellicht in
ziende, dat hij eigentlijk nooit ernstig van
Alice gehouden had.
Een blos kleurde hare wangen. Vroo-
lijk knikte ze hem toe. Wilt ge nog niet
een kopje thee, Jack Zyt ge te verlogen
om er zelf te vragen
Wordt voor tg wt.