ponderdag 25 Mei 1911
5 centiemen per nummer
65se Jaar 4564
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
ran do Stad on 't Arrondissement van Aalst.
Wat willen zij?
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM,
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
O. II. Hemelvaart.
Algenjeene Tooneelboekerij
EEN EN ANDER.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
le Stad 5 frank met den Post verzonden frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drfl maanden, voorop te betalen. De inschrijving
iindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
rongen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. "Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N* 31
en in alle Postkantoren des Lands.
DE DENDERBODE.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 j Vonnissen op
3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu ota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentien uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad;
GUIQUB aUUM.
Aalst, S4 Mei, 1911.
Na de droefheid de vreugde De goede
Christen bereidde zich met boetpleging
en vasten om het Paaschfeest waardig
door te brengen hij deelde Jezus' lijdon
met de hoop ook eens zijne glorierijke
Verrijzenis deelachtig te worden.
Het verlossingswerk was volbracht in
het hartroerende tafercel der kruisiging
en dood. Maar de droefheid veranderde
■weldra in algemeene blijdschap, toen
het Alleluia galmde en kwam aankon
digen voor den mensch, als eene nieuwe
schepping was volbracht.
En nu volgen de blijde mysteriën el
kander op De mensch is een nieuw
leven ingegaan. Op den weg der genade,
en alsof de ganscho natuur de vervoe
ring der christenen ook gevoelde, komt
nieuw loover onze wouden tooien, de
■weiden bedekken zich met rykkleurige
bloesems, hooger nog stijgt de leeuwe
rik en een zoet gekweel ontsnapt het
dichte struikgewas onzer bosschen en
hoven.
Alles wedijvert om het kortstondige
verblijf van Jezus onder ons aangenaam
te maken met het op te luisteren. Voor
waar, nu wandelt Hij niet meer met
zijne discipelen in onveilige oorden
waar men Hem in do duisternis, opzoekt
om Hem te dooden neen, hij heeft de
vijanden van 't Eeuwig Licht vernederd
en Zijn verblijf is een zegengang. Hij
is overwinnaar van den dood.
En na den hevigen strijd te hebben
voorbereid, dien men leven zal, wan
neer Hij zelf niet meer onder ben zijn
zal, na hen vermaand te hebben, zijne
laatsie aanbevelingen gemaakt, hunne
zwakheid versterkt, hunne vertwijfeling
in sterk geloof veranderd te hebben, nu
is zijne Kerk gesticht en Zij zal onwrik
baar blijven gelijk de steenrots.
De dag der Hemelvaart, van afscheid
is aangebroken. Jezus begeeft zich bij
zijne discipelen, in 't Cenakel vergaderd.
Alvorens uit hun midden op te stijgen,
wilde Hij dit maal met hen nemen als
een laatsten liefdeblijk.
Eindelijk is bet oogenblik daar
i Het is tijd, zegt Hij, dat ik tot Hem
wederkeere die Mij gezonden heeft,
maar gij zult hier blijven tot dat gij
met de macht van boven bekleed zult
zijn. Daarna zult gij, de gansche wereld
over, Zijn evangelie prediken gaan
gij zult hen doopen die in Mij gelooven
en gij zult my tot getuigen dienen tot
de uiteinden der wereld toe
Nu zijn al de geheimen volbracht en
Hij onholst zijne Moeder, die hem nog
maals teeder in de armen neemt. In-
tussehen hebben de Apostelen zich
ontroerd ter aarde geworpen. Zij zoenen
Jezus' voeten die opstijgt terwijl zij
Hom toeroepen Heer, wij hebben
voor U alles verlaten, gelief U onzer te
gedenken En immer hooger ten hemel
opklimmende, geeft Hij lien tot laatste
vaarwel, deze verzekering Blijft
allen volharden, want ik zal altijd met
U zijn
Onovertroffen tafereel der Hemel
vaart en wat troostelijke woorden voor
de discipelen die ze zeer diep in hun
hart griefden. Zij bleven ze immer in
dachtig tijdens hunne jnooilijke zending.
Door dezelfde versterkt, konden zij
hunne beulen onversaagd in de öogen
zien en kloekmoedig hun martelaar
schap voltrekken.
Jezus bleef zijn woord getrouw Hier
van getuigen de legioenen martelaren
en ook de ontelbare scharen der geloofs
belijders, de wonderbare stichting der
Kerk van Petrus op de puinen van 't
heidendom.
En zoo vieren wij heden nog als
nieuwe discipelen, geheel den aardbol
over, de verheerlijking van Jezus in
zijne hemelvaart
Uw laatste begeerten ziju als eene
voorzegging uitgevoerd, O Jezus Neen,
geen volk zal de zon bestralen, dat heden
uwen lof niet verhalen zal, voreenigd
in blijdschap en hemelsche huldezangen.
Het hart opwaarts, vrome Christen,
verbind het met het hart van den Mees
ter, door bewondering zijner liefde in
uitvoering zijner leer, door dankbetui
ging voor zijne onbegrensde goedheid.
B.
Onze tegenstrevers, de geuzen van
alle kleur betitelen zichzelve met den
titel van voorstaanders der vrijheid, en
namelijk van de vrijheid der huisva
ders en van den keus der scholen.
Tijdens de bespreking der schoolwet
van 1895, zegde de hoer Van der Velde,
leider der socialisten
Ik sluit mij, voor wat mij betreft,
aan bij het amendement voorgesteld
door den achtbaren heer Helleputte, dat
het bestuur van het onderwijs toe
vertrouwt aan de huisvaders welke
de meerderheid der leden van het
schoolbureel kiezen.
52e Vervolg.
Ze boög het hoofd tot op hare tafel. God
erbarme zich barer Eene misdadigster
En Margaretha zou dus moeten opgeofferd
worden
Ze hoorde hare kamenier het aangren
zende vertrek betreden. Ze hoorde haar de
kan warm water, die ze meebracht, neer
zetten en de kleerkasten openen, en nog
altijd bewoog ze zich niet.
Eindelyk gaf Thérèse een bescheiden
tikje op de deur.
Het wordt reeds laat, Mevrouw.
Mevrouw Nethercombe schrok op. Ik
kom, zei ze.
Ze legde de bankbiljetten weer in do kas
en deed deze op slot. Toen sloot ze ook de
klep van haar bureau af en keerde zich met
bleek ernstig gelaat om. Hare kamenier
ontstelde een weinig, toen ze haar zag, en
toen zij voor hare toilettafel plaats had ge
nomen, keek het meisje in den spiegel tel
kens naar haar.
Onderwijl bevond Margaretha zich in
baar eigen kamer. Zij had nog geene po-
"aan om zich te kloeden. Haar
Alleen in hare kamer was ze
In het kort samengevat, achten wij
(socialisten) dat in zake van onder
wijs het recht en den plicht van den
Staat, volgens de schoone formuul van
Condorcet, er zich bij bepalen het voor
werp van liet onderwijs vast te stellen
en zich le verzekeren dat het wel zal
vervuld worden.
Hij moet het minimumprogram be
palen, eischen dat 't onderwijzerskorps
waarborgen van bekwaamheid en
zedelijkheid oplevere, het toezicht op
ernstige grondslagen inrichten, eene
loontaffel voor de onderwijzers vast
stellen, en het kosteloos en verplichtend
onderwijs tot stand brongen.
Buiten dat, zelfstandigheid der
plaatselijke groepen, meester de onder
wijzers te kiezen en het program uit te
breiden, namelijk, voor wat het gods
dienstonderwijs betreft.
Wat wij willen, is, in een woord, de
inrichting van het onderwijs als een
openbaren dienst onder het bestuur der
huisvaders. (Handelingen der Kamer,
blz. 2258).
Men ziet hetin 1895 nam M. Van
der Velde ten minste naar zijn zeg
gen,zeer wel aan dat het gods
dienstonderwijs gegeven werd in eene
school, die hulpgelden kreeg van den
Staat.
Nu neemt hij dat niet meer aan, en
de socialisten, in wier naam hij dan
sprak, nemen het nu ookuiet meer aau.
In 1895 was het niet ongrondwettelijk
dat do Staat hulpgelden gaf aan vrije
scholen, zelfs aan katholieke vrije
scholen, in welke het onderwijs gods
dienstig was en in welke de katechis-
mus onderwezen werd.
Nu is dat wel tegen de Grondwet.
Volgens de geuzenbladen mag het geld
der openbare kassen enkel dienen om
oen onzijdig onderwijs te betalen
De heer Vander Velde en de socialisten
zijn dus van gedacht veranderd Tot
1909 echter was de beer Vander Velde
bij zijn gedacht van 1895 gebleven,want
hij zegde dan volgens de handeling der
Kamer, bladz, 1834.
We zijn niet benauwd van de onder
steunde vrijheid en wij zien af van do
beknibbelingen dergenen, die geene
werken stichten, in deze kwestie eene
ontkennende houding aannemen.
Dus over twee jaren zegde de heer
Vander Velde bereid te zijn, hulpgelden
te geven aan de vrije scholen.
Nu niet meer
De liberale leider, de heer Hymans,
verklaarde zich iri 1908, nog geen drie
jaren geleden, voor de vrijheid der
huisvaders als volgt
Wij, liberalen wij willen geen mono-
pool.
Er zijn in zake van school geene
grootere bekampers van het monopool
dan wij wij zijn echte liberalen wij
willen geen Staatsmonopool.
Wij willen de mededinging welke den
voornaamsten hefboom is van den voor
uitgang wij achten dat ze noodig is
op alle gebied op verstandelijk gebied
zoowel als op handels-en nijverheids-
gebied.
We willen de vrije keuzo der school,
omdat wij eerbied hebben voor het heilig
recht van den huisvader over de opvoeding
zijner kinderen te beslissen. We nemen
niet aan dat de Staat geweld plege op de
huisvaders. In een woord, wij willen de
echte vrijheid.
(Handeling der Kamer bladz. 1330).
Zou men niet zeggen, als men dat
leest, dat het gemakkelijk moet zijn
overeen te komen met menschen dio
zulke taal spreken
De liberalen hebben altijd de uitbrei
ding, de verplichting en de kosteloos
heid van het onderwijs gevraagd.
Dat alles staat in het ontwerp van
nieuwe schoolwet.
Liberalen en socialisten willen ook,
volgens bovenstaande aanhalingen, de
vrijheid der huisvaders die meester
moeten zijn over het bestuur der school
naar welke zij hunne kinderen zenden.
De katholieken willen dat ook. Zij
stellen den schoolbon in om het doel te
bereiken.
Van den schoolbon willen de libera
len niet weten.
Welnu, dat ze dan een ander middel
voorstellen om tot de gemeenzame be
trachting te komen.
Waarom doen ze het niet
Pas twee jaren bestaat de Algemeene
Katholieke Vlaamsche Tooneelboekerij,
maar zij heeft heden al getoond het ver
trouwen waardig te zijn dat ieder stelde
in hare werking.
Indien verleden jaar slechts 88 too-
neelkringen waren toegetreden, zijn er
thans 199 ingeschrevenindien het
eerste jaar reeds 1453 tooneelstuklcen
werden uitgeleend, heeft tijdens het
tweede verloopen tooneeljaar, deze
werkzame inrichting niet minder dan
4538 tooneelstukken aan hare leden ter
inzage gezonden 2463 blijspelen, 1396
dramas, 463 stukken voor meisjes, 114
alleen- en tweespraken, 92 kindertoo-
neelen.
Het was dus wel nuttig en noodig
daarvoor een afzonderlijke afdeeling
van het Katholiek Vlaamsch Secreta
riaat in te richten.
Toch zijn er nog honderde kringen en
onderwijsgestichten die zouden kunnen
toetreden. Wij willen dus nog even
wijzen op de groote voordeelen die de
leden genieten.
Zij ontvangen de lijst der tooneel-
werken in bezit der ALGEMEENE
TOONEELBOEKERIJzij mogen de
stukjes ter inzage aanvragen zij mogen
schrijven om alle verlangde inlichtingen
welke hun dan gratis worden ver
strekt zij ontvangen den TOONEEL-
GIDS, het orgaan der A. T. B., waar
over gansch de pers slechts lovend weet
te sprekeD.
Om aangesloten te worden betaalt
men 3.50 fr. als jaarbijdrage, slechts liet
liet 1ste jaar betaalt men bovendien 5 fr.
als waarborg-inkomgeld.
Goedgekeurd om hare werking wordt
de A. T. B. ook ondersteund door het
DAVIDSFONDS.
DE ALGEMEENE TOONEELBOE
KERIJ is afdeeling van het Katholiek
Vlaamsch Secretariaat ou heeft haren
zetel te TienenKapelstraat14.
Gedachten.
Gedenk, dat een nijdig oog een kwaad
ding is.
Trap het koren niet plat om een klap
roos te plukken.
Het beste middel om eigen smarten
te vergeten, is die van een ander te
leenigen.
Laat uwe daden steeds in overeen
stemming zyn met uw woorden, en uw
woorden met uw hart.
Mensch, vergeet de dood niet, want
zij zal u niet vergeten,
Wilt gij rijk zijn, betoom uwe begeer
ten wilt gij rijk zijn, verminder uw
behoeften.
Onze rijkste zegen ligt in den vrede
van het huiselijk geluk.
Wie snel zijn in het beloven, ziju
doorgaans het langzaamst in hun belof
ten te volbrengen.
Dié zich zeiven niet eert, hoe zal een
ander dien eeren 1
Velen willen werken, aan de verbete
ring van anderen en vergeten, dat de
eerste les is herzie u zelf
Als ieder had wat hij wenschte, wie
zou er dan nog wat hebben
hulpeloos, door ellende overmand in oen
stoel gezonken. Dit was haar eenig betoon
van zwakheid. Indien er nu geene tranen
gekomen waren, voelde zo, dat ze gek ge
worden zou zijn, en in hare eenzaamheid
bestreed ze een machteloos afgrijzen, dat
haar bleek en bevend torneer deed zitten
toen Alice binnen danste.
Zij was reeds geheel gekleed, vanaf de
diamanten vlinder, die Lord Croft haar ge
geven had, en die tusschen hare lokken
fonkelde, tot aan de spitste puntjes harer
glanzend satijnen schoentjes. Zij was in
het wit, mot zilver geborduurde schouder-
kleppen en zilver geborduurdael tusschen
den kant van haar keurs, en Marga
retha, zich naar haar omwendend, vond dat
ze er nog nooit lieftalliger had uitgezien.
Alice wierp haar een onderzoekenden
blik toe. Margaretha wat is er met u riep
ze uit. Wat hebt go Kijk niet zoo somber.
Kijk naar mij, en ge zult vroolijk worden.
We zullen te laat komen, als gy u niet
haast, en dat mag van avond niet. Gerald
komt mij niet halen. Wij zullen hem bij
Mevrovw Coll pas ontmoeten. Haast u dus
gingen gedaan
hart brak. AH
Eindelijk waren ze klaar. Lord Nether
combe wachte beneden eene statige,
koele, bejaarde gestalte in zijn avondcos-
tuum. Zijn gelaat droeg eene ernstige en
strenge uitdrukking, doch het verhelderde
toen Margaretha de trappen afdaalde en op
liem toetrad.
Hij legde zijne hand op haren schouder
en keek op haar neer.
Go ziet er een wijnig vermoeid uit,
Margaretha lief, zei hij. Gij zijt te veel uit
gegaan en hebt geen rust genoeg genomen.
Zijn blik rustte een oogenblik weemoedig
op haar. God zegene u kind, voegde hij er
bij, en Margaretha keerde zich met eene
vlugge beweging om.
Boven aan den trap was Mevrouw Ne
thercombe getuige van dit tafereeltje, en
haar hart dreigde stil te staan. Wat had ze
dio twe^borokkendtf Wat zou de toekomst
bevatten voor het kind dat Lord Nether
combe zoo innig lief had.
Met eene krachtige poging schudde ze deze
gedachten van haar af en voegde zich bij
de overigen in de Hal. Het was geen lange
rit naar Mevrouw Coil's woning, doch haar
en Margaretha kwam hij eindeloos voor,
en beiden slaakten een diepen zucht van
verlichting, toen ze hunne bestemming be
reikten.
Alice lachte, toen ze de stoep opsnelde,
en zo lachte nog, toen ze het ontvangstsalon
betrad. Ze volgde Mevrouw Nethercombe
toen Mevrouw Coll zich haaste om hen te
begroeten, en keek toon naar Lord Croft
uit.
Hij was er niet.
Ze keerde zich met een trek van verve
ling op het gelaat tot iemand die haar aan
sprak. Hoe durfde hij te laat komen
Waarom was hij er nog niet
Een klok sloeg 8 uur. Mevrouw Coll
wierp een onrustigen blik op hare gasten.
Lord Croft was de eenige die ontbrak.
Hij heeft het zoo druk, fluisterde ze tot
Mevrouw Nethercombe, dat men er reeds
op voorbereid is dat hij een weinig te laat
komt. Hij is een bewonderensweerdig man
en Alice is een gelukkig meisje.
Ja, een heel gelukkig meisje. Me
vrouw Nethercombe keek met bleeke lip
pen om zich heen. Alice' met hare onbe
kende moeder en haar vermoorden vader,
zoo een beter lot hebben dan hare Marga
retha.
Haar gelaat verbleekte bij deze gedachte
en ze zat doodstil.
Na eenige oogenblikken begon er eene
gedwongene stilte te heêrschen.. Mevrouw
Coll word zenuwachtig.
Wij moeten met het oog op hot bal
niet al te laat zijn, fluisterde zij op baar
gemak tot Mevrouw Nethercombe. Hoe
lang zullen we hem geven
Mevrouw Nethercombe staarde versuft
om zich heen, doch ze had geen tijd om te
antwoorden. De deur ging open en de huis
knecht naderde met twee brieven op een
zilveren schaal.
Mevrouw Coll scheurde den baren
open en overhandigde den anderen aan
Alice.
Lord Croft is verhinderd zei ze scherp.
Deze brieven komen van hem.
HOOFDSTUK XXVII.
Berouw.
Op het oogenblik dat Lord Croft den an
deren oever van de Serpentine bereikte,
kwam geheel het afgryzen over hetgeen
hij gedaan had, pas over hem. Hij was een
misdadiger in de ergste beteekenis van het
woord een moordenaar in gedachte zoo
niet in werkelijkheid. Het zweet stond hem
op het voorhoofd en by keerde zich met
een ruk om en sneldo het pad langs, dat
naar den waterkant leidde.
Hijgend bereikte hij den oever en tracht
te met den blik den nevel onder de brug te
doorboren. Het water strekte zich donker
onder hem uit.
Lord Croft trok haastig zyn jas uit. Ver
beelde hij zich dat 'öp een der pijlers van
de brug iets zwarts boven kwam
Hij sprong in liet koude water, eerst
wadend, toen in de schaduw der brug
Het yskoude water kletste tegen hem
op, hem bij het zwemmen bemoeilijkend.
De donkere- schaduwen dansten om hem
heen, hem bedreigend, hom misleidend.
Tweemaal meende hij eene gestalte te zien
drijven, en telkens zwom bij er naartoe,
doch tweemaal hadden zijne oogen hem be
drogen.
Wordt Voortgezet