Zondag 4 Juni 1911
5 centiemen per nummer
n p<
65si0 Jaar 4368
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van do Stad sn Arrondissement van Aalst.
Oproep lot hst
Belgisch Volk.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
SINXEN.
De Congo.
SUIKERIJ.
ïïurtabel der Missen
DITJES en DATJES.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-^5 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van don schuldenaar.
Men Schryft in by C. Van de Putte-Goossena, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren ota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag o vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen lich te wenden ten bureele vaa
dit blad.
CHIQUE 8UUM.
Aalst, 3 Juni, 1911.
Eene troostvolle gebeurtenis wordt
heden in de Katholieke Kerk herdacht
Onze Goddelijke Zaligmaker, vooraleer
ten hemel op te klimmen had aan zijne
beminde discipelen bevolen Jerusalem
niet te verlaten maar den H. Geest af
te wachten die na weinige dagen over
hen zou nederdalen.
De Apostelen hadden stiptelijk het
bevel onderhouden en bereidden zich,
door de afzondering en het gebed, tot
de komst van den H. Geest op Sinxen-
dag, den 10en dag na Jezus Hemelvaart,
ging Jezus' belofte vervuld worden.
PlotseliDg ontstond er uit der. Hemel
een geluid als van eenen aankomenden
hevigen wind en vervulde heel het huis
waar zij gezeten waren. En er versche
nen hun verdeelde tongen als vuur, en
op eenieder van hen zette zich een neder.
En zij werden allen met den H. Geest
vervuld en begonnen te spreken in
verschillende talen volgens dat do
H. Geest hun gaf uit te spreken.
Zoo sterk en zoo hevig was dat ge
rucht dat het volk van alle zijden samen
stroomde naar de plaats van waar dat
geluid vernomen werd.
Een wondervolle verandering greep
in de apostelen plaats. Te voren waren
zij zoq onwetend, vreesachtig en zwak.
Drij jaren reeds waren zij door den
Zaligmaker zeiven onderricht en nog
verstonden zij slechts weinig van zijne
hemelsche leerzij verstonden het
woord niet dat Jezus hun had toege
sproken.
Petrus, de moedigste van allen, hij,
die Jezus nog kort te voren in blakende
geestdrift had toegesproken al moest
ik met u sterven, toch zal ik u Diet
verlopchenen verloochende tot drie
maal, toe, en zulks nog op de stem
eener zwakke dienstmaagd,zijnen God-
delykqn Meester allen wachten nu met
gesloten deuren, uit vrees voor de Joden,
de komst af van den H. Geest.
Doch nu kennen zij geeüe vrees
meer. Zij verstaan nu wat Jezus hun
gezegd heeft en verwyten vrijmoedig
de Joden dat zij Jezus van Nazareth
hun God en Zaligmaker gekruisigd
hebben. Onbeschroomd gaan de Apos
telen dien zelfden Jezus overal prediken,
en werden zij voor de rechtbanken ge
sleurd, belasterd en mishandeld, dan
•waren zij verheugd voor hunnen godde-
1 ij ken Meester smaad en vervolging te
mogen lijden.
Zegenrijk is ook voor ons allen deze
gebeurtenis. Weinig zou het ons gebaat
hebben dat Jezus zijne Kerk gesticht
liad, wanneer Hij ze aan de hoede van die
onvolmaakte, onwetende en vreesach
tige herders had toevertrouwd.Op dezen
dag ontvingen zij de gaven die zij be-
8C Vervolg.
Wij gingen zitten om op hem te wachten,
alles behalve boos over dit voorwendsel tot
rusten.
De.'zon, die juist onder ging, vertoonde
hare laatste pracht Sir Henri en ik zagen
naar jlit schoone schouwspel toen wij plot
seling het geschreeuw van eenen olifant
hoorden en de donkere gestalte van het
dier in de verte tegen de roode zonneschijf
zageii afsteken.
Het volgende oogenblik zagen wij nog
meer, namelyk Good en Kkiva, die, zoo
liard zij konden naar ons kwamen, gevolgd
door den gewonden olifant, want doze was
het.
Wij durfden eerst niet schieten al bad
het op dien afstand iets gebaat, wij liepen
gevaar een der onzen te raken. Spoedig
echter gebeurde iets vreeselijks.
Good viel als slachtoffer zijner zucht naar
fijne kleeren. Als hy gelijk wy zijne lange
broek had willen afdanken en veldschoe-
nen had aangedaan, had alles in orde ge
weest, maar nu hinderden hem zijno broeks
hoefden om hunne verhevene zending
met vrucht te vervullen, op dezen dag
ontving de H. Kerk hare wonderbare
levenskrachthare macht om zich uit
te breiden en ons aan hare zegeningen
deelachtig te maken.
Huisvaders
Liberalen en socialisten zoeken, door
alle middelen, het land tegen de nieuwe
schoolwet op te hitsen.
Wat brengen zij er tegen in? Wat
eischen liberalen en socialisten
I. 't Verplicht onderwijs.
Het wetsvoorstel Schol laert brengt
Verplichtinggeenc verplichting met
stokslagen, ketens en gevangdat
walgt aan eenen Vrijen Belg, maar eene
Zedelijke Verplichtingverwittiging
vermaning door den vrederechter, aan
plakking van den naam der koppige
overtreders.
2. Het wereldlijk onzijdig
onderwijs.
Het wetsvoorstel Schollaert maakt
geen 't minste ouderscheid tusschen de
scholen hot verzekert de Volstrekte
Vrijheid van den Huisvaderdie het
recht verkrijgt de school te kiezen, £die
hem aaustaat.
De Schoolbon is de erkenning en de
waarborg van dat recht.
Wat willen ze meer
Wat zo willen Onrechtvaardigheid
en willekeuringendwang
Wat ze Willen Onze Kinderen eene
christene opvoeding ontzeggen u,
Vaders, verplichten uwe kinderen naar
eene zoogezegde onzijdige school te
sturen 1
Het wetsvoorstel Schollaert zet al de
scholen, aan het toezicht van den Staat
onderworpen, op gelijken voet-
3. De volledige afschaffing
van alle toelagen
aan het vrij onderwijs.
Dat eischen liberalen en socialisten.
Overal waar zij baas spelen, geven zij
als melkkoeien aan vrije Goddelooze
scholen.
Is het ons recht niet eene eerlijke
verdeeling te eischen
Is het 't recht der vrije onderwijzers
niet hunnen toestand te zien verbeteren?
Huisvaders
Het wetsvoorstel Schollaert brengt
gelijkheid, rechtvaardigheid en vrijheid.
Gij kent uw recht
Gij wilt uw recht
Om te winnen wat gij wilt, verde
digt de nieuwe schoolwet
pijpen bij zijne wanhopige vlucht en zijne
schoenen waren glad geworden door het
schuren over het droge gras. Zoo kwam het
dat hij viel.
Wij uitten een luiden angstkreet, want
wij wisten dat zijn doodvonnis geteckcnd
was. Zoohard wij konden liepen wy naar
hem toe.
In drie seconden was het pleit beslist,
maar anders dan wij gedacht hadden.
Khiva, de Zoeloe, die zijn meester zag val
len, wendde zich als een dapper en braaf
man om en wierp zijn assegaai recht tegen
den kop van den olifant, wiens snuit ge
wond werd.
Met een schreeuw van pijn greep de
olifant den armen Zoeloo wierp hem op den
grond en een van zijne logge pooten op
zijn lichaam zettend, sloeg hy den snuit om
zijn bovenlijf en trok hem in tweeën.
Vervuld van afschuw en schrik vuurden
wij nog eens en nog eens, tot de woedende
olifant neerviel op de overblijfsels van den
ongelukigen Khiva.
Good wrong zich smartvol de handen
over het droevo lot van den armen kerel
die zijn leven voor hem had opgeofferd
zelfs ik, die een oud gediende ben, voelde
een krop in mijne keel.
Umbopa stond nadenkend bij den dooden
olifant en 't stoffelijk overschot van zijn
dapperen kameraad.
Hij is dood, zegde hij eindelijk maar
by is gestorven als een man.
Van de Congo, onze nieuwe Belgische
kolonie, zou men soms mcenen dat dit
nieuwe zwarte land eene zuivere en pure
sukkersaal van België geworden is, waar
men, buiten onze zwarte pleegbroeders,
niets dan Belgen tegenkomt. Men zou
zich hierin echter leclijk kunnen bedrie
gen, daar de vrijhandel den voet voor
iedereen vrijlaat, is het op sommige
plaatsen heel anders gelegen.
In Katanga komt men in den handel,
nijverheid of stielen bijna geen Belgen
tegen.
Algemeene magazijnen op de 11 be-
hooren er 8 aan vreemden, vooral aan
Engelschen de 3 anderen behooren aan
eene Engelsch-Belgische maatschappij,
maar hunne beheerders zijn Engelschen.
Winkels voor de zwarten van de 30
is er een enkele die door een Belg be
diend wordtde andere zijn in de han
den van Engelschen en Grieken.
In de nijverheid stielen cn ambachten
indien men de buiten sluit, is geen enkele
die door Belgen wordt beheerd, overal
spelen de Engelschen den eersten rol.
Voor andere aanduiding in de voor
naamste centrums van den lioogen Ka-
tanga, te Elisabethstad en in de Ster van
den Congo
Van de twee bakkerijen is er een
Engelsclie en een Grieksche. Al de be
dienden zijn Engelschen.
De aannemer is van Italiaansche af
komst.
Do mecanicien, de kok, zijn Engelschen.
Het hotel De Sier wordt door Duit-
schers gehouden.
De slachter en de barbier zijn Engel
schen.
De nieuwe ondernemingen voor hotels,
brouwerijen en limonadefabrieken, die
op touw staan te Elisabethstad, zijn allen
Engelschen.
De vertegenwoordiger van cenc nieu
we steenbakkerij-maatschappij in Hooge
Katanga is zelf geen Belg.
Te Elisabethstad is eene agencie geo
pend van eene Belgische Bank, de be
stuurder en de complable zijn Belgen,
maar eene groote Zuid-Afrikaanselie
succursaal heeft in de Ster een bankhuis
geopend, aan veel voordeeliger voorwaar
den.
Die toestand van zaken legt klaar en
duidelijk genoeg uit, zonder op de aan
wezigheid der aangrenzende Engelsche
kolonie te wijzen, liet groot belang dat
Engeland stelt in het beheer van den
Belgischen Congo zelve, en het belang
dat de Belgen zeiven hebben in de goede
waardeering der Engelsche regeeriug
over het Belgisch beheer, waarmee ze
zoo van nabij in betrekking staan.
V. Onze tocht door de icoestijn
Wij hadden negen olifanten gedood en
het kostte ons tweo dagen om de ivoren
tandon los te hakken wij begroeven deze
zorgvuldig dieponder 'tzand in de nabijheid
van eenen grooten boom, die mijlen in
t' rond uitstak. T Was een prachtige ver
zameling ivooriedere tand woog wel
veertig of vijftig pond, die van den grooten
olifant, welke Khiva doodde, wogen zelfs
honderd zeventig pond naar schatting.
Wat Khiva zelf betreft, wij begroeven
zijno overblijfselen met zorg en legden er
naar de gebruiken van zijn stam dat
eischen een assegaai bij om hem te be
schermen tijdens de reis naardoeeuwigheid.
Op den vierden dag zetteden wij onzen
tocht voort, hopende levend hier terug te
zullen komen, ons ivoor op te graven.
Na eene lange moeilijke reis vol avontu
ren, die ik hier allemaal niet kan vertellen
want dan werd mijne geschiedenis te lang,
bereikten wij Silanda's kraal, by de Lucon-
garivier, het eigenlijke punt van uitgang
van onzen onzen onderzoekingstocht.
Ik herinner mij nog zeer juist onze aan
komst op die plaats. Rechts lagen eenigo
verstrooide neerzettingen van inboorlingen
met wat bebouwde landen, waar de zwartjes
voldoende graan winnen. Links strekt zich
do woestijn uit. De plaats leek wel op da
uiterste wachtpost dor beschaving en 't is
mooilijk uit te maken welke de oorzaken
zijn van die plotselinge verandering der
Deze groente wordt in alle keukens
benuttigd, 't Is inderdaad eene gezonde
plant. Men teelt ze voor hare wortelen
en ook voor hare bladeren.
De wortelen worden gekookt cn
geëten, of wel worden zij gebrand en
gebruikt tot het bereiden van koffie.
De bladeren worden of wel rauw
geëten na witmaking ofwel gekookt
zij zijn zeer smakelijk en gezond.
Het Brusse'.scli witloof is door ieder
een gekend en is eene ware bron van
inkomsten voor de hoveniersdierstreek
Suikerij mag niet te vroeg gezaag
worden het beste oogenblik is einde
Mei of het begin van Juni.
Deze groente verkiest een diep be
werkten grond van goed eu oud mest
of humus voorzien.
Om bij deze teelt te gelukken moet
men eene doelmatige beinestiug toe
passen.
Telkenjare geve men ongeveer 300
kgr. stalmest per are, zoo vroeg moge
lijk en diep ingewerkt.
Daarenboven zal mor. een goede dosis
scheikundige meststoffen toedienen.
De samenstelling dezer plant kan ons
hierin geleiden, 1000 kgr. witloof be
vatten gemiddeld 3,5 kgr. stikstof
1 kgr. fosfoorzuur en 4,S kgr. potasck.
Daaruit volgt dat stikstof en potasch
bij de kweek van suikerij niet mogen
verwaarloosd worden.
Men gebruike dus per are
3 tot 4 kgr. ammoniak sulfaat
2 tot 3 kgr. chloorpotasch en
5 tot 6 kgr. superfosfaat.
Chloorpotasch en superfosfaat worden
vóór het zaaien ingegraven, en het am-
moniaksulfaat met de rijf of do eg inge
werkt.
Dergelijke bemesting heeft veel kans
de suikerij tot hare beste ontwikkeling
to brengen.
Er valt evenwel te bemerken dat men
goede soorten moet kiezen. Men geve
derhalve de voorkeur aan de wilde sui
kerij, waarvan de wortelen gebrand
worden, of aan de wilde verbetorde,
met zeer breede en efTene bladeren, die
bijna uitsluitelijk gebruikt wordt voor
het voortbrengen vau witloof. Willy.
in de parochiale Kerken van Aalst.
Kerk van Sint-Martinus
Zondagen 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure.
Weekdagen 5 il2, 6, 6 7, 7 1/2,
8, 10, ure.
Kerk van St Joseph
Zondagen 5 7, 8 V2, 9 l/t, 11 ure.
Weekdagen 6, 6 x/2> 7, 8, ure.
Kerk van Mijlbeke
Zondagen 5, 6 '/s. 7 i/., 9, uro.
Weekdagen6, 7, 8, ure.
gesteldheid van den bodem, maar het is
zoo.
Juist langsom ons kampement liep een
kleine stroom met eene helling van steenen;
't was daar dat ik 20 jaar geleden den ar
men Sylvestre had zien komen terugkruipen
van zijne vrucktelooze poging om do Salo-
mon-mijnen te bereiken. Aan de andere
zijde van dat watertje begon de waterlooze
woestijn, bedekt met lage struiken.
Het was avond toen wij ons kamp gereed
maakten. Kapitein Good de zorg daarvoor
toevertrouwend, ging ik met Sir Henri op
eene kleine hoogte staan, vanwaar wij de
woestijn inblikten. De zonneschijf die den
horizont naderde, wierp een pracht van
stralen over den dorren bodem de lucht
was er vrij van dampen en zoo konden wy
in de verte den w itten kop van den Salo-
monberg zien.
Daar, zegde ik, is de muur Salomon's
mijnen, maar ik betwijfel of wij hem ooit
wel bereiken zullen.
Mijn broeder kan daar zijn en als hij
er is, wil ik hem bezoeken, hoe dan ook,
zegde Sir llenri met kaime beslistheid,
welke den man kenmerkte.
Ik hoop het, sprak ik en keerde my
om, ten einde terug te keeren naar het
kamp, want ik zag dat wij niet alleen
waren.
Achter ons, insgelijks starend naar de
verre bergen, stond de groote kaffer Um
bopa. Toen ik naar hem keek, sprak hy
Sir Henri aan, in wiens dienst hij was.
Moest men de blauwe en roode geuzen
gelooven dan zou, volgens de nieuwe
schoolwet, jaarlijks 20 miljoen naar de
geldkassen der kloosters gaan.
Twinlig miljoen Wel 'tis
reeds meer dan eens bewezen dat hot
onwaar is, dat hot eenvoudig uit de
lucht is gegrepen.
De kloosterlingen zullen voor het
geven van onderwijs betaald worden dat
lijdt geen twijfelze moeien toch kun
nen levent
Dus er zal geld naar de kloosters
gaan en volgens ons, hebben de geuzen
groot ongelijk zich zoo hevig te verzet
ten tegen 't geld dat aan de kloosterlin
gen zal betaald worden voor 't geven
vau onderwijs-
Immers toekomende jaar, binnen
drij, vijf op zeven jaren, enz. zullen de
geuzen toch wel eens aan 't bestuur des
lands komen, zoo zij hopen, en dan zul
len zij de voorbeelden navolgen hun door
hunne Fransche logiebroers gegeven.
Onderauder, zullen zij eene wet maken
waarbij alle Kerk-en Kloostergoederen
zullen aangeslagen, of liever, geroofd
worden ten voordeele van den Staat...
Nu, hoe meer geld de kloosters zullen
getrokken hebben,hoe meer scherreweg
er zal te spelen vallen voor de neefjes,
kozijntjes en vriendekens van delogie,
gelijk wij het in Frankrijk hebben zien
gebeuren Dus't is een spaarboekje
voor de geuzen
Appelthee. Neem eenen of
twee appels, of meer volgens 't gelai
personen ongeveer een appel per per
soon). Schilde vruchten zorg dragende
slechts de schil te nemen. Leg de schil
len op een zeefdoek. Laat waler koken
waar ge eenige korreltjes citroenzuur
bijvoegt. Giet het kokend waler op
de appelschillen, giet nog eenssuiker
en giet warm op.
Ge zult een lekker drankje driDken.
Wat belet er gewoonlijk,
godsdienstig te zijn 't Is een klein
geestigheid. die met de wereld wil over
eenkomen 't is eene koelheid der ziel,
die de liefde Gods niet voelt, die lijdt, als
men zegt, dat God inensch gewordeu is,
dat hij voor ons gestorven is. Maar het
vernuft in do vlammen die het verteren
begrijpt dat God Hem kleiu gemaakt
heeft en dat Hij gestorven is. Niets ver
staat beter de vrijwillige vernedering,
dan hetgeen verheven is. Lacordaire
SO millioen aan de kloo
sters
Als er met schoolhouden zoo veel te
winnen is, waarom stichten de liberalen
en socialisten dan geeue scholen
Ja, waarom Wel omdat ze zouden
moeten afdokken om schoollokalen te
bouwon, ze te bemeubelen en te onder
houden... Tot zoo verre gaat hunne
liefde en genegenheid voor de werklie
den niet
Is 't daarheen dat gij wilt reizen In-
cuba vroeg hij, met zyn assegaai in de
bergen wijzend.
Incula is een inlandsch woord, dat, ge
loof ik, olifant beteokent, een naam, door
de kaffers am Sir Henri gegeven.
Ik vroeg de i man dan ook bestraffend,
wat hem 't recht gaf, zijn meester zoo ge
meen aan te spreken, 't Is al schoon dat de
inboorlingen onder elkander voor ieder
onzer een by naam hebben, maar zy behoe
ven er hunne overheden toch niet mee aan
te spreken.
De kaffer lachte een beotje, wat mij
kwaad maakte.
IIoo weet ge nu, dat ik niet do gelijke
ben van den meester, dien ik dien, zegde
hij. Hij is ongetwijfeld van koninklijken
bloede men kan het aan zijne gestalte en
zijn gelaat zien. Zoo beu ik misschien ook.
Minstens ben ik eon even groot man als hij.
Wees mijn mond en vertel mijne woorden
aan mijn meester Incuba, want ik wil spre
ken met hem on met u.
Ik was boos op den man, want ik was
niet gewoon aldus door kaffers te worden
toegesproken maar toch maakte hij indruk
op mij en ik was nieuwsgierig wat hij te
zeggen had. Ik vertaalde dus zijne woorden
tegelijk als m(jnö ineonmg te kennen ge
vend, dat hy een onbeschaamde kere\ en
zyn gesnoei buitensporig was.
Ja, Umbopa, antwoordde Sir Henri.
Ik wil daarheen reizen,
De woestijn is groot ei\ er is geen
Revolutie ook al te Aelst.
In 't slot van 't verslag der
Volksgazet over do zitting van
onzen stedelijken Raad van Zaterdag
20 Mei 11. in de welke de nieuwe
Schoolwet besproken werd, treffen wy
't volgende aan
Ze (de heer Burgemeester en M.
i) Meert, hebben te veel ondervinding
om niet te weten dat als meer dan de
helft van een land tegen een wetsvoorstel
n is (taf), het eene politieke deugnieterij
zou zijn dat wetsvoorstel tegen heug
en meug te doen stemmen, bijzonder-
lijk als die wet de niets doende kloosters
met lOmillioenen moet begiftigen
ie weten dat de antiklerikalen die stem-
ming niet zullen gedoogen al moesten
ze om die deugenieterij en de plundering
n der Staatskas te beletten tot de uiterste
middelen gaan.
Ja, dat zal
Zoo! Zoo! Onze Aelstersche blauwtjes
zijn met de gousche voormannen niet
't accoord, immers deze laatsten roepen
en schreeuwen zonder ophouden, op alle
tonen20 millioenen aan de
kloosters
Nu onze Aelstersche blauwtjes schat
ten het op 10 millioenen, do helft er
af, lijk te Gent.
Wie spreekt er nu waarheid Geen
van beiden
Dus onze Aelstersche blauwtjes,
natuurlijk geholpen door de roodjes
gaan tot de uiterste middelen gaan.
Tot de uiterste middelen gaan
Wat wil dit zeggen
De liberalen en de socialistische voor
mannen hebben het ons meermaals laten
hooren M. Buis legde het onlangs ta
Antwerpen aldus uit.
Vooreest zullen wij het ontwerp door
alle wettelijke middelen bestrijden
maar indien wy verplicht zijn buiten
de wettelijke middelen te gaan, we
zijn gereed zelfs door de macht, door
liet geweld zullen wy den aanslag
i> weten te verijdelen tegen de vrijheid
en tegen het openbaar onderwijs.
Tot de uiterste middelen gaan wil
dus zeggen Overgaan tot geweld, tot
onwettelijke middelen, tot Revolutie!
Advies aan wie 'tbehourt!
Maar... laat ons met die pochers
lachen
Do Volkoren die do Tien
Geboden onderhouden, gaan vooruit
die ze schenden, gaan achteruitdie zé
verloochenen, verdwijnen.
Fkéd. LePlay.
Oude geschiedenis. 1784
Augustus. Het is alles duer en nog-
tans alle menschen leven wel want de
leyne Laekens geilen extraordinaire en
daar leeft alle man bij, want een laken
van 1700 draeden geit 11 a 12 st. en de
brodde nog erger nae adv1 emmers 1200
is verkogt 10 st.
Den 7e desor heeft Louis Van Landuyt
4 sakon tarwe verkogt, op de merkt tot
Aelst 43 st t vat, 't koren altijd omtrent
water te vinden de bergen zyn hoog en
bedekt met sneeuw en niemand kan zeggen
wat er achter hen ligt. Hoe zult gij verder
komen, Incuba, en waarom wilt eii dat
Ik vertaalde weer.
Zeg hem, antwoorde Sir Henri, dat
ik ga, wijl een man van mijn bloed, mijn
broeder zoo gegaan is en ik hem ga zoeken
Dat is zoo Incuba. Een Hottentot, dien
ik onderweg ontmoette, vertelde mij, dat
een man voor twee jaar de woestijn was
ingegaan met slechts een bediende, een
jager van Bochuanaland die kleeren droeg.
Zij keerden nooit terug.
Hoe weet gy dat het mijn broeder
was, vroeg Sir Henri.
Dat weet ik niet, Maar Hottentot
wien ik vroeg hoe die witte man er uit zag
vertelde, dat hy uwe gestalte had en een
zwarten baard. Hij zegde ook, dat de
knecht Jim heette.
^an va^ er meer te twijfelen.
Ik kende Jim goed.
Sir Henri knikte.
Ik was er zeker van, zegde hy, als
George zijne zinnen op iets gezet had, deed
hij het ook. Dat was alzoo van zyne kinds
heid af. Als hij van plan was de Salomons-
bergen over te trekken, heeft hij het ook
gedaan, tenzij eene ramp het mocht belet
ten. Wy moet hem aan de andere zode
zoeken.
Wordt voortgezet.