Zondag 4 Juni 1911 5 centiemen per nummer n p< 65si0 Jaar 4368 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van do Stad sn Arrondissement van Aalst. Oproep lot hst Belgisch Volk. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. SINXEN. De Congo. SUIKERIJ. ïïurtabel der Missen DITJES en DATJES. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor ie Stad 5 frank met den Post verzonden frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-^5 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van don schuldenaar. Men Schryft in by C. Van de Putte-Goossena, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren ota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag o vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen lich te wenden ten bureele vaa dit blad. CHIQUE 8UUM. Aalst, 3 Juni, 1911. Eene troostvolle gebeurtenis wordt heden in de Katholieke Kerk herdacht Onze Goddelijke Zaligmaker, vooraleer ten hemel op te klimmen had aan zijne beminde discipelen bevolen Jerusalem niet te verlaten maar den H. Geest af te wachten die na weinige dagen over hen zou nederdalen. De Apostelen hadden stiptelijk het bevel onderhouden en bereidden zich, door de afzondering en het gebed, tot de komst van den H. Geest op Sinxen- dag, den 10en dag na Jezus Hemelvaart, ging Jezus' belofte vervuld worden. PlotseliDg ontstond er uit der. Hemel een geluid als van eenen aankomenden hevigen wind en vervulde heel het huis waar zij gezeten waren. En er versche nen hun verdeelde tongen als vuur, en op eenieder van hen zette zich een neder. En zij werden allen met den H. Geest vervuld en begonnen te spreken in verschillende talen volgens dat do H. Geest hun gaf uit te spreken. Zoo sterk en zoo hevig was dat ge rucht dat het volk van alle zijden samen stroomde naar de plaats van waar dat geluid vernomen werd. Een wondervolle verandering greep in de apostelen plaats. Te voren waren zij zoq onwetend, vreesachtig en zwak. Drij jaren reeds waren zij door den Zaligmaker zeiven onderricht en nog verstonden zij slechts weinig van zijne hemelsche leerzij verstonden het woord niet dat Jezus hun had toege sproken. Petrus, de moedigste van allen, hij, die Jezus nog kort te voren in blakende geestdrift had toegesproken al moest ik met u sterven, toch zal ik u Diet verlopchenen verloochende tot drie maal, toe, en zulks nog op de stem eener zwakke dienstmaagd,zijnen God- delykqn Meester allen wachten nu met gesloten deuren, uit vrees voor de Joden, de komst af van den H. Geest. Doch nu kennen zij geeüe vrees meer. Zij verstaan nu wat Jezus hun gezegd heeft en verwyten vrijmoedig de Joden dat zij Jezus van Nazareth hun God en Zaligmaker gekruisigd hebben. Onbeschroomd gaan de Apos telen dien zelfden Jezus overal prediken, en werden zij voor de rechtbanken ge sleurd, belasterd en mishandeld, dan •waren zij verheugd voor hunnen godde- 1 ij ken Meester smaad en vervolging te mogen lijden. Zegenrijk is ook voor ons allen deze gebeurtenis. Weinig zou het ons gebaat hebben dat Jezus zijne Kerk gesticht liad, wanneer Hij ze aan de hoede van die onvolmaakte, onwetende en vreesach tige herders had toevertrouwd.Op dezen dag ontvingen zij de gaven die zij be- 8C Vervolg. Wij gingen zitten om op hem te wachten, alles behalve boos over dit voorwendsel tot rusten. De.'zon, die juist onder ging, vertoonde hare laatste pracht Sir Henri en ik zagen naar jlit schoone schouwspel toen wij plot seling het geschreeuw van eenen olifant hoorden en de donkere gestalte van het dier in de verte tegen de roode zonneschijf zageii afsteken. Het volgende oogenblik zagen wij nog meer, namelyk Good en Kkiva, die, zoo liard zij konden naar ons kwamen, gevolgd door den gewonden olifant, want doze was het. Wij durfden eerst niet schieten al bad het op dien afstand iets gebaat, wij liepen gevaar een der onzen te raken. Spoedig echter gebeurde iets vreeselijks. Good viel als slachtoffer zijner zucht naar fijne kleeren. Als hy gelijk wy zijne lange broek had willen afdanken en veldschoe- nen had aangedaan, had alles in orde ge weest, maar nu hinderden hem zijno broeks hoefden om hunne verhevene zending met vrucht te vervullen, op dezen dag ontving de H. Kerk hare wonderbare levenskrachthare macht om zich uit te breiden en ons aan hare zegeningen deelachtig te maken. Huisvaders Liberalen en socialisten zoeken, door alle middelen, het land tegen de nieuwe schoolwet op te hitsen. Wat brengen zij er tegen in? Wat eischen liberalen en socialisten I. 't Verplicht onderwijs. Het wetsvoorstel Schol laert brengt Verplichtinggeenc verplichting met stokslagen, ketens en gevangdat walgt aan eenen Vrijen Belg, maar eene Zedelijke Verplichtingverwittiging vermaning door den vrederechter, aan plakking van den naam der koppige overtreders. 2. Het wereldlijk onzijdig onderwijs. Het wetsvoorstel Schollaert maakt geen 't minste ouderscheid tusschen de scholen hot verzekert de Volstrekte Vrijheid van den Huisvaderdie het recht verkrijgt de school te kiezen, £die hem aaustaat. De Schoolbon is de erkenning en de waarborg van dat recht. Wat willen ze meer Wat zo willen Onrechtvaardigheid en willekeuringendwang Wat ze Willen Onze Kinderen eene christene opvoeding ontzeggen u, Vaders, verplichten uwe kinderen naar eene zoogezegde onzijdige school te sturen 1 Het wetsvoorstel Schollaert zet al de scholen, aan het toezicht van den Staat onderworpen, op gelijken voet- 3. De volledige afschaffing van alle toelagen aan het vrij onderwijs. Dat eischen liberalen en socialisten. Overal waar zij baas spelen, geven zij als melkkoeien aan vrije Goddelooze scholen. Is het ons recht niet eene eerlijke verdeeling te eischen Is het 't recht der vrije onderwijzers niet hunnen toestand te zien verbeteren? Huisvaders Het wetsvoorstel Schollaert brengt gelijkheid, rechtvaardigheid en vrijheid. Gij kent uw recht Gij wilt uw recht Om te winnen wat gij wilt, verde digt de nieuwe schoolwet pijpen bij zijne wanhopige vlucht en zijne schoenen waren glad geworden door het schuren over het droge gras. Zoo kwam het dat hij viel. Wij uitten een luiden angstkreet, want wij wisten dat zijn doodvonnis geteckcnd was. Zoohard wij konden liepen wy naar hem toe. In drie seconden was het pleit beslist, maar anders dan wij gedacht hadden. Khiva, de Zoeloe, die zijn meester zag val len, wendde zich als een dapper en braaf man om en wierp zijn assegaai recht tegen den kop van den olifant, wiens snuit ge wond werd. Met een schreeuw van pijn greep de olifant den armen Zoeloo wierp hem op den grond en een van zijne logge pooten op zijn lichaam zettend, sloeg hy den snuit om zijn bovenlijf en trok hem in tweeën. Vervuld van afschuw en schrik vuurden wij nog eens en nog eens, tot de woedende olifant neerviel op de overblijfsels van den ongelukigen Khiva. Good wrong zich smartvol de handen over het droevo lot van den armen kerel die zijn leven voor hem had opgeofferd zelfs ik, die een oud gediende ben, voelde een krop in mijne keel. Umbopa stond nadenkend bij den dooden olifant en 't stoffelijk overschot van zijn dapperen kameraad. Hij is dood, zegde hij eindelijk maar by is gestorven als een man. Van de Congo, onze nieuwe Belgische kolonie, zou men soms mcenen dat dit nieuwe zwarte land eene zuivere en pure sukkersaal van België geworden is, waar men, buiten onze zwarte pleegbroeders, niets dan Belgen tegenkomt. Men zou zich hierin echter leclijk kunnen bedrie gen, daar de vrijhandel den voet voor iedereen vrijlaat, is het op sommige plaatsen heel anders gelegen. In Katanga komt men in den handel, nijverheid of stielen bijna geen Belgen tegen. Algemeene magazijnen op de 11 be- hooren er 8 aan vreemden, vooral aan Engelschen de 3 anderen behooren aan eene Engelsch-Belgische maatschappij, maar hunne beheerders zijn Engelschen. Winkels voor de zwarten van de 30 is er een enkele die door een Belg be diend wordtde andere zijn in de han den van Engelschen en Grieken. In de nijverheid stielen cn ambachten indien men de buiten sluit, is geen enkele die door Belgen wordt beheerd, overal spelen de Engelschen den eersten rol. Voor andere aanduiding in de voor naamste centrums van den lioogen Ka- tanga, te Elisabethstad en in de Ster van den Congo Van de twee bakkerijen is er een Engelsclie en een Grieksche. Al de be dienden zijn Engelschen. De aannemer is van Italiaansche af komst. Do mecanicien, de kok, zijn Engelschen. Het hotel De Sier wordt door Duit- schers gehouden. De slachter en de barbier zijn Engel schen. De nieuwe ondernemingen voor hotels, brouwerijen en limonadefabrieken, die op touw staan te Elisabethstad, zijn allen Engelschen. De vertegenwoordiger van cenc nieu we steenbakkerij-maatschappij in Hooge Katanga is zelf geen Belg. Te Elisabethstad is eene agencie geo pend van eene Belgische Bank, de be stuurder en de complable zijn Belgen, maar eene groote Zuid-Afrikaanselie succursaal heeft in de Ster een bankhuis geopend, aan veel voordeeliger voorwaar den. Die toestand van zaken legt klaar en duidelijk genoeg uit, zonder op de aan wezigheid der aangrenzende Engelsche kolonie te wijzen, liet groot belang dat Engeland stelt in het beheer van den Belgischen Congo zelve, en het belang dat de Belgen zeiven hebben in de goede waardeering der Engelsche regeeriug over het Belgisch beheer, waarmee ze zoo van nabij in betrekking staan. V. Onze tocht door de icoestijn Wij hadden negen olifanten gedood en het kostte ons tweo dagen om de ivoren tandon los te hakken wij begroeven deze zorgvuldig dieponder 'tzand in de nabijheid van eenen grooten boom, die mijlen in t' rond uitstak. T Was een prachtige ver zameling ivooriedere tand woog wel veertig of vijftig pond, die van den grooten olifant, welke Khiva doodde, wogen zelfs honderd zeventig pond naar schatting. Wat Khiva zelf betreft, wij begroeven zijno overblijfselen met zorg en legden er naar de gebruiken van zijn stam dat eischen een assegaai bij om hem te be schermen tijdens de reis naardoeeuwigheid. Op den vierden dag zetteden wij onzen tocht voort, hopende levend hier terug te zullen komen, ons ivoor op te graven. Na eene lange moeilijke reis vol avontu ren, die ik hier allemaal niet kan vertellen want dan werd mijne geschiedenis te lang, bereikten wij Silanda's kraal, by de Lucon- garivier, het eigenlijke punt van uitgang van onzen onzen onderzoekingstocht. Ik herinner mij nog zeer juist onze aan komst op die plaats. Rechts lagen eenigo verstrooide neerzettingen van inboorlingen met wat bebouwde landen, waar de zwartjes voldoende graan winnen. Links strekt zich do woestijn uit. De plaats leek wel op da uiterste wachtpost dor beschaving en 't is mooilijk uit te maken welke de oorzaken zijn van die plotselinge verandering der Deze groente wordt in alle keukens benuttigd, 't Is inderdaad eene gezonde plant. Men teelt ze voor hare wortelen en ook voor hare bladeren. De wortelen worden gekookt cn geëten, of wel worden zij gebrand en gebruikt tot het bereiden van koffie. De bladeren worden of wel rauw geëten na witmaking ofwel gekookt zij zijn zeer smakelijk en gezond. Het Brusse'.scli witloof is door ieder een gekend en is eene ware bron van inkomsten voor de hoveniersdierstreek Suikerij mag niet te vroeg gezaag worden het beste oogenblik is einde Mei of het begin van Juni. Deze groente verkiest een diep be werkten grond van goed eu oud mest of humus voorzien. Om bij deze teelt te gelukken moet men eene doelmatige beinestiug toe passen. Telkenjare geve men ongeveer 300 kgr. stalmest per are, zoo vroeg moge lijk en diep ingewerkt. Daarenboven zal mor. een goede dosis scheikundige meststoffen toedienen. De samenstelling dezer plant kan ons hierin geleiden, 1000 kgr. witloof be vatten gemiddeld 3,5 kgr. stikstof 1 kgr. fosfoorzuur en 4,S kgr. potasck. Daaruit volgt dat stikstof en potasch bij de kweek van suikerij niet mogen verwaarloosd worden. Men gebruike dus per are 3 tot 4 kgr. ammoniak sulfaat 2 tot 3 kgr. chloorpotasch en 5 tot 6 kgr. superfosfaat. Chloorpotasch en superfosfaat worden vóór het zaaien ingegraven, en het am- moniaksulfaat met de rijf of do eg inge werkt. Dergelijke bemesting heeft veel kans de suikerij tot hare beste ontwikkeling to brengen. Er valt evenwel te bemerken dat men goede soorten moet kiezen. Men geve derhalve de voorkeur aan de wilde sui kerij, waarvan de wortelen gebrand worden, of aan de wilde verbetorde, met zeer breede en efTene bladeren, die bijna uitsluitelijk gebruikt wordt voor het voortbrengen vau witloof. Willy. in de parochiale Kerken van Aalst. Kerk van Sint-Martinus Zondagen 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure. Weekdagen 5 il2, 6, 6 7, 7 1/2, 8, 10, ure. Kerk van St Joseph Zondagen 5 7, 8 V2, 9 l/t, 11 ure. Weekdagen 6, 6 x/2> 7, 8, ure. Kerk van Mijlbeke Zondagen 5, 6 '/s. 7 i/., 9, uro. Weekdagen6, 7, 8, ure. gesteldheid van den bodem, maar het is zoo. Juist langsom ons kampement liep een kleine stroom met eene helling van steenen; 't was daar dat ik 20 jaar geleden den ar men Sylvestre had zien komen terugkruipen van zijne vrucktelooze poging om do Salo- mon-mijnen te bereiken. Aan de andere zijde van dat watertje begon de waterlooze woestijn, bedekt met lage struiken. Het was avond toen wij ons kamp gereed maakten. Kapitein Good de zorg daarvoor toevertrouwend, ging ik met Sir Henri op eene kleine hoogte staan, vanwaar wij de woestijn inblikten. De zonneschijf die den horizont naderde, wierp een pracht van stralen over den dorren bodem de lucht was er vrij van dampen en zoo konden wy in de verte den w itten kop van den Salo- monberg zien. Daar, zegde ik, is de muur Salomon's mijnen, maar ik betwijfel of wij hem ooit wel bereiken zullen. Mijn broeder kan daar zijn en als hij er is, wil ik hem bezoeken, hoe dan ook, zegde Sir llenri met kaime beslistheid, welke den man kenmerkte. Ik hoop het, sprak ik en keerde my om, ten einde terug te keeren naar het kamp, want ik zag dat wij niet alleen waren. Achter ons, insgelijks starend naar de verre bergen, stond de groote kaffer Um bopa. Toen ik naar hem keek, sprak hy Sir Henri aan, in wiens dienst hij was. Moest men de blauwe en roode geuzen gelooven dan zou, volgens de nieuwe schoolwet, jaarlijks 20 miljoen naar de geldkassen der kloosters gaan. Twinlig miljoen Wel 'tis reeds meer dan eens bewezen dat hot onwaar is, dat hot eenvoudig uit de lucht is gegrepen. De kloosterlingen zullen voor het geven van onderwijs betaald worden dat lijdt geen twijfelze moeien toch kun nen levent Dus er zal geld naar de kloosters gaan en volgens ons, hebben de geuzen groot ongelijk zich zoo hevig te verzet ten tegen 't geld dat aan de kloosterlin gen zal betaald worden voor 't geven vau onderwijs- Immers toekomende jaar, binnen drij, vijf op zeven jaren, enz. zullen de geuzen toch wel eens aan 't bestuur des lands komen, zoo zij hopen, en dan zul len zij de voorbeelden navolgen hun door hunne Fransche logiebroers gegeven. Onderauder, zullen zij eene wet maken waarbij alle Kerk-en Kloostergoederen zullen aangeslagen, of liever, geroofd worden ten voordeele van den Staat... Nu, hoe meer geld de kloosters zullen getrokken hebben,hoe meer scherreweg er zal te spelen vallen voor de neefjes, kozijntjes en vriendekens van delogie, gelijk wij het in Frankrijk hebben zien gebeuren Dus't is een spaarboekje voor de geuzen Appelthee. Neem eenen of twee appels, of meer volgens 't gelai personen ongeveer een appel per per soon). Schilde vruchten zorg dragende slechts de schil te nemen. Leg de schil len op een zeefdoek. Laat waler koken waar ge eenige korreltjes citroenzuur bijvoegt. Giet het kokend waler op de appelschillen, giet nog eenssuiker en giet warm op. Ge zult een lekker drankje driDken. Wat belet er gewoonlijk, godsdienstig te zijn 't Is een klein geestigheid. die met de wereld wil over eenkomen 't is eene koelheid der ziel, die de liefde Gods niet voelt, die lijdt, als men zegt, dat God inensch gewordeu is, dat hij voor ons gestorven is. Maar het vernuft in do vlammen die het verteren begrijpt dat God Hem kleiu gemaakt heeft en dat Hij gestorven is. Niets ver staat beter de vrijwillige vernedering, dan hetgeen verheven is. Lacordaire SO millioen aan de kloo sters Als er met schoolhouden zoo veel te winnen is, waarom stichten de liberalen en socialisten dan geeue scholen Ja, waarom Wel omdat ze zouden moeten afdokken om schoollokalen te bouwon, ze te bemeubelen en te onder houden... Tot zoo verre gaat hunne liefde en genegenheid voor de werklie den niet Is 't daarheen dat gij wilt reizen In- cuba vroeg hij, met zyn assegaai in de bergen wijzend. Incula is een inlandsch woord, dat, ge loof ik, olifant beteokent, een naam, door de kaffers am Sir Henri gegeven. Ik vroeg de i man dan ook bestraffend, wat hem 't recht gaf, zijn meester zoo ge meen aan te spreken, 't Is al schoon dat de inboorlingen onder elkander voor ieder onzer een by naam hebben, maar zy behoe ven er hunne overheden toch niet mee aan te spreken. De kaffer lachte een beotje, wat mij kwaad maakte. IIoo weet ge nu, dat ik niet do gelijke ben van den meester, dien ik dien, zegde hij. Hij is ongetwijfeld van koninklijken bloede men kan het aan zijne gestalte en zijn gelaat zien. Zoo beu ik misschien ook. Minstens ben ik eon even groot man als hij. Wees mijn mond en vertel mijne woorden aan mijn meester Incuba, want ik wil spre ken met hem on met u. Ik was boos op den man, want ik was niet gewoon aldus door kaffers te worden toegesproken maar toch maakte hij indruk op mij en ik was nieuwsgierig wat hij te zeggen had. Ik vertaalde dus zijne woorden tegelijk als m(jnö ineonmg te kennen ge vend, dat hy een onbeschaamde kere\ en zyn gesnoei buitensporig was. Ja, Umbopa, antwoordde Sir Henri. Ik wil daarheen reizen, De woestijn is groot ei\ er is geen Revolutie ook al te Aelst. In 't slot van 't verslag der Volksgazet over do zitting van onzen stedelijken Raad van Zaterdag 20 Mei 11. in de welke de nieuwe Schoolwet besproken werd, treffen wy 't volgende aan Ze (de heer Burgemeester en M. i) Meert, hebben te veel ondervinding om niet te weten dat als meer dan de helft van een land tegen een wetsvoorstel n is (taf), het eene politieke deugnieterij zou zijn dat wetsvoorstel tegen heug en meug te doen stemmen, bijzonder- lijk als die wet de niets doende kloosters met lOmillioenen moet begiftigen ie weten dat de antiklerikalen die stem- ming niet zullen gedoogen al moesten ze om die deugenieterij en de plundering n der Staatskas te beletten tot de uiterste middelen gaan. Ja, dat zal Zoo! Zoo! Onze Aelstersche blauwtjes zijn met de gousche voormannen niet 't accoord, immers deze laatsten roepen en schreeuwen zonder ophouden, op alle tonen20 millioenen aan de kloosters Nu onze Aelstersche blauwtjes schat ten het op 10 millioenen, do helft er af, lijk te Gent. Wie spreekt er nu waarheid Geen van beiden Dus onze Aelstersche blauwtjes, natuurlijk geholpen door de roodjes gaan tot de uiterste middelen gaan. Tot de uiterste middelen gaan Wat wil dit zeggen De liberalen en de socialistische voor mannen hebben het ons meermaals laten hooren M. Buis legde het onlangs ta Antwerpen aldus uit. Vooreest zullen wij het ontwerp door alle wettelijke middelen bestrijden maar indien wy verplicht zijn buiten de wettelijke middelen te gaan, we zijn gereed zelfs door de macht, door liet geweld zullen wy den aanslag i> weten te verijdelen tegen de vrijheid en tegen het openbaar onderwijs. Tot de uiterste middelen gaan wil dus zeggen Overgaan tot geweld, tot onwettelijke middelen, tot Revolutie! Advies aan wie 'tbehourt! Maar... laat ons met die pochers lachen Do Volkoren die do Tien Geboden onderhouden, gaan vooruit die ze schenden, gaan achteruitdie zé verloochenen, verdwijnen. Fkéd. LePlay. Oude geschiedenis. 1784 Augustus. Het is alles duer en nog- tans alle menschen leven wel want de leyne Laekens geilen extraordinaire en daar leeft alle man bij, want een laken van 1700 draeden geit 11 a 12 st. en de brodde nog erger nae adv1 emmers 1200 is verkogt 10 st. Den 7e desor heeft Louis Van Landuyt 4 sakon tarwe verkogt, op de merkt tot Aelst 43 st t vat, 't koren altijd omtrent water te vinden de bergen zyn hoog en bedekt met sneeuw en niemand kan zeggen wat er achter hen ligt. Hoe zult gij verder komen, Incuba, en waarom wilt eii dat Ik vertaalde weer. Zeg hem, antwoorde Sir Henri, dat ik ga, wijl een man van mijn bloed, mijn broeder zoo gegaan is en ik hem ga zoeken Dat is zoo Incuba. Een Hottentot, dien ik onderweg ontmoette, vertelde mij, dat een man voor twee jaar de woestijn was ingegaan met slechts een bediende, een jager van Bochuanaland die kleeren droeg. Zij keerden nooit terug. Hoe weet gy dat het mijn broeder was, vroeg Sir Henri. Dat weet ik niet, Maar Hottentot wien ik vroeg hoe die witte man er uit zag vertelde, dat hy uwe gestalte had en een zwarten baard. Hij zegde ook, dat de knecht Jim heette. ^an va^ er meer te twijfelen. Ik kende Jim goed. Sir Henri knikte. Ik was er zeker van, zegde hy, als George zijne zinnen op iets gezet had, deed hij het ook. Dat was alzoo van zyne kinds heid af. Als hij van plan was de Salomons- bergen over te trekken, heeft hij het ook gedaan, tenzij eene ramp het mocht belet ten. Wy moet hem aan de andere zode zoeken. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1