Sim AELST. TENTOONSTELLING. JUKI-JUL I 1911. Oonderdas 8 Juni 1911 5 centiemen per nummer 65ste Jaar 4369 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad on 'I Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID, Onzijdigheid is onmogelijk, ZondagTust. ANDIJVIE. Voltaire en de Burgemeester. EEN EX AXDEH. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor [ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop ce betalen. De inschrijving nodigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont gingen zijn ten laste van don schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goowiens, Korte Zoutstraat, N* 31 en in alle Postkantoren des Lands. RBODE Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d# bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heerea ota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. OUIQUB BUUM. Aelst, T Juni, lOlï. Kardinaal Mercier geeft in zijnen herderlijken brief van 21 November 1910 eene on tegenspreek elijke bewijs voering, die ten klaarste toont dat de onzijdige onderwijzer eene onmogelijk heid is. Ziehier in andere woorden hoe de Kardinaal redeneert Ik veronderstel, zegt hij, dat do onderwijzer een verstandig en een recht zinnig mensch is. Het tegenovergestelde ware immers ongegrond en beleedigend voor den onderwijzer. i Welnu, kan een verstandig man eene leering aanleeren zonder ze te be- oordeelen, zonder ten minste in zyn hiDnenste te zeggen die leering is waar of ze is valsch Neen, want anders ware hij niet verstandig. En indien hij nu rechtzinnig is, kan hij dan anders dan door woorden, ge- haren en houding aan zijn leerlingen zijne meening meêdeelen i Neen, want anders ware hij niet rechtzinnig. Ten andere, men kan wol een tijdje veinzen en schijnheilig zijn, maar dat duurt niet lang. Welnu, hunt ge wel een verstandigen onderwijzer uitdenken die niets denkt over Godover Jezus-Christus, de Kerli en het Evangelie Ofwel, neemt hij het allemaal aan, ofwel verwerpt hij dat, 't kan niet anders. En is het mogelijk aan n'on ondor- wijzer van nooit van die dingen te sprekon, of er nooit iets over te pas te lirengen, voor of tegen Neen, dat is niet mogelijk, want dan ware de onder wijzer een eenvoudig spreekmachien. En onzijdig zyn, dat beteekeut toch wel niet goedkeuren en niet afkeuren, noch voor noch tegen spreken. En omdat het onmogelijk is een onderwijs te geven waar nooit aan den Godsdienst geraakt wordt of aan de zedenleer, waar nooit daarover of daar tegen zou gesproken worden, daarom ook is onzijdig onderwijs eene onmoge lijkheid! En als onze tegenstrevers beweren dat do onderwijzers kunnen onzijdig zijn dan doon ze bun eene groote oneer aan, want dat beweren is veronderstellen dat do onderwijzers geen verstandige men- schen zijn ofwel dat ze valscbaards zijn. En 't is schande aldus do onder wij - zers te bestempelen, zij, die als opvoe ders onzer kindcron, onze achting verdienen. Is dat niet klaar en goed geredeneerd, Ten andere er zijn bewijzen genoeg dat die redeneering juist is. In vele scholen van Henegouwen bijvoorbeeld waar de liberalen en socialisten beweren onzijdig onderwijs te vinden, wordt de jeugd effenaf ver- goddeloosd en verdierlijkt. En dat alléén beoogen onze tegenstrevers de kinde ren van God en do Kerk aftrekken. Eu daarom tieren ze nu zoo hevig tegen de schoone nieuwe schoolwet, zij willen ons vrij onderwijs vernietigen en doen lijk in Frankrijk. En wat ik in dit geuzonspel aller meest aardig vind, 't is dat er nog veel liberalen zijnzoogezegde gematigde liberalen, die nog christen menschcn wil len zijn nog naar de kerk gaan, en lock aan dat duivelsche werli van vergoddeloo- zing hunne goedkeuring geven. Ze doen meest zoo, omdat ze niet anders durven, omdat ze in de partij ingelijfd zijn. Droeve reden In alle gevalze dragen eene schrikke lijke verantwoordelijkheiden voor God die hen zal oordeelcn, en voor de ziel onzethinderen, die ze helpen verderven. Loontje komt eens om zijn boontje. Van 'smiddags tot middernacht, cenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 11 Juni 1911, M. Van Caelenberg, Leopoldstraat. 58e Vervolg. Zijn gelaat zag er plotseling verbaasd uit zelfs hoewel hij zich omniddcljjk weer herstelde, en bijna nog voordat Lord Croft dezo verandering waargenomen had, weor afgemeten en stijf, zooals het een goede dienstknocht betaamde. Maar... zij kan u niot8 doen, mylord. Lord Croft stond op en liep het vertrok op en neer. Het water zy pelde uit zijne schoenen. Do natte klcoderen kleefden om zyn lijf. Hy koerde zich met een ruk om. Reid, riep hy uit, wat bezielde nay te trachten weor oen achtenswaardig menscli te worden Waarom beproefde ik bot Het was vergeefs. Ik bon voorbe schikt om een ongeluksvogel lo worden. Mynheer Gerald mijnheer Gerald Gij moet zoo niet denken. Van avond zou ik bijna wenschen, dat ik jaren geleden in de Afrikaanscho moeras gestorven ware. Van avond, Roid, komt het my voor, alsof het beter geweest ware, indien ge my maar hadt laten ster ven. Zog dat in 's hemels naam niet myn heer I Lord Croft sprong weer op. Beid, vergeef me, riep hy uit. Ik weet van avond nauwelijks wat ik zeg. Doch het verleden zit mij op de hielen. Het zal mij nog achterhalen het zal mij ver nietigen, Reid. Hy zweeg, terwijl zijno handen op de schouders van zijn knecht rustten, zijn blik vast op do trouwe oogen gericht, die naar hora keken. Maar kom, liet is tijd dat ik andoro kleeren aantrek. Ik zal van avond in de St-Jamcs' Club dineeren en daar vandaan naar Kensington gaan. Bereid my do een ot anderen warmen drank, terwijl ik mij aankleed. Zie ik er weer gewoon uit Reid vroeg hij met kalme, vaste stem. Uitstekend, mylord, antwoordde do knecht. Hij volgde hem naar bonedon mot zijn hoed en overjas. Niemand zou vermoed hebben dat achter zyn bleek, als uit hout gesneden gelaat, onder zijne gewone livrei een onuitsprekelijke angst huisde. Hij en Lord Croit hadden samen voel doorge maakt. Zij waren door krachtigo banden met elkander verbondon. Er waren tijden waarin Reid terugblikte op do jaren, die achter hen lagen en zich afvroeg of hij ze gedroomd had, of hij nu droomde. Onderaan de trap bleef Lord Croft staan terwijl hij hern zijn overjas hielp aantrek ken. Toen hy vervolgens zijn hoed aannam, koek hy hem in de oogen. Reid, zy hij, ik zal u morgen vertellen wat mij van avond overgekomen is. Onder- Wie kent niet deze gezonde en aange name groen to Zij wordt immers door iedereen gekweekt. Jammer dat er nog zooveel landbouwers en hoveniers zijn die ze op to kleine schaal leelen, en er zelden de noodige zorgen aan besteden, zoudat do opbrengsten te klein en van minder hoedanigheid zijn. Bij doelmatige bewerking en zorgen geeft de teelt van Andijvie loonende uit slagen. Wil men gelukkon dan is. het noodzakelijk den grond sterk te bemes ten zoo dc bodem mager is, mag men vorzekerd zijn vele opschie'ters te kwee ken, want deze plant moet snel door groeien. Men plant gewoonlijk in vollen grond van einde Mei tot Juni en Juli. Hoogst noodzakelijk is het Andijvie te telen in warmen, goed bemesten en wol bewerkten grond. Derhalve geve men benevens stalmest, stikstofvetten en minerale mesten als superfosfaat on chloorpotascli. De stikstof, en vooral de ammoniakale stikstof, is noodzakelijk voor het welig en regelmatig opgroeien, en om eene sterke bladerontwikkeling te bekomen. De minerale elementen als fosfoor- zuur en potascli zullen het hunno bij dragen om do hoeveelheid eu de hoeda nigheid dezer groente to vermeerderen. Wij raden dusaau per are te gebrui ken 1 kgr. ammoniak sulfaat, 4 kgr. superfosfaat en 3 kgr. chloorpotascli. Na de planting zal men onmiddelijk vloeimest toedienen ten einde to beletten dat de groei der jonge plantjes zou ophouden. Suporfosfaat en chloorpotascli worden voor het planten met ploog of spade goed ondergewerkt en het ammoniak- sulfaat op do sneden gestrooid en met de rijf of met de eg ingedekt. In 1909 bekwamen wij op dergelijke manier den volgende uitslag I. 300 kgr. stal mest-(-300 lit. heir 274 kil. II. Zelfde meststoften-f- 4 kgr. am- raoniaksulfaat+4 kgr. superfosfaat-4-3 kgr. chloorpotascli 398 kil. Zij dus per are eeno meerdere op brengst van 124 kgr. Daarenboven moeten wij de aandacht trekken op de noodzakelijkheid van goede soorten te kweeken. Onder de gekrulde variëteiten verdienen de vol gende de voorkeur: de fyne Italiaanscho, die van Louvrius, deze van Meaux, on van Ruflec. Van de Scarolesoorteu zijn de ronde groene met gevuld hart en de blonde breedblarige zeer aanbevelenswaardig. Het verbleekon van audy vie gebeurt door toebinding met rapbia of iets anders, door het bedekken der plantjes met groote bladeren als koolbladeren, rlmbarber, enz. Dit werk wordt gedaan als de planten droog staan en de zon begint onder te gaan bijgevolg ongeveer een paar uren voor den avond. Willy. wijl, ge begrijpt, mag niemand iets weten. Best, Milord. Lord Croft stak de drukke straat over en wandelde naar zijn club. In do avond lucht voelde hij zich boter, doch niet zoodra zat hij in do druk bezette eetzaal of zijno gedachtan overmeesterden hem weer. Hij had juist een gevoel als een dier, dat in eene val gevangen zit. De atmosfeer in hot vertrek benauwde hem on hy verwij derde zich zoo spoedig mogelijk,ontliep de nieuwsgierige blikken, het stemmenge gons, de monschen die hem kwamen spre ken en hem verzekerden dat hij te hard werkte. Go ziet or niet goed uit, Croft, zy een zijner bekenden in don gang van do club tot hem. Ge overwerkt u. Eindelijk gelukte het liem en met een zucht van verlichting reed hij in een rijtuig naar Queen's Gate. Zijn gelaat zag bleek en droeg eene vreemde uitdrukking, toen hy de stoep van Mevrouw Coil's huis besteeg. Toen hij in het schitterende licht trad, keerden de menschon zich om, om naar hem te kijken, evenals men op de club naar hem gekeken had. Hetgeen hij dien avond gedaan had, had sporen op zyn gelaat achtergelaten. Hij overhandigde zijn overjas en hoed en haalde zijne handschoenen te voorschijn. Het hal was nauwelijks begonnen en nog altijd arriveerden or genoodigden. Twee mannen betraden do kleedkamer, Zekere dag was Voltaire ter tafel met den Koning van Pruisen. Volgens ge woonte zat hij op den kap van don Gods dienst. Op eens zei hij Ik wil myn plaats in den hemel voor een rijksdaler (vijf frank) verkoopen. Een burge meester die sinds langden dwazerik den mond had willen stoppen, kon het niet meer uitstaan, hij stond recht en sprak: Heer Voltaire, wij Pruisen verkoopen nooit iets kostelijks, zonder van te voor zeker te zyn, dat wij er recht op heb ben kunt ge bewijzen, dat ge recht hebt op eene plaats in den hemel, zoo wil ik ze gaarne voor tien duizend rijksdalers afkoopen Bravo, riep den koning, en Voltaire zweeg. Met dezelfde lichtzinnigheid razen onze vrijdenkers en gansch hunno ge ruchtmakende fanfare van Geuzen zijn wij Zij willen den Godsdienst te niet hebben en gaan het kadaver van het Catholicisms in den put werpen Zij schreeuwen a Weg met de papen zoolang ze asem hebben. Maar als Pietje-de-Dood met zijn magere knok kels dreigend voor hun sterfbed komt staan, dan verandert,(Goddank dikwijls) hun deuntje, dan zien ze beter in 't licht van eene gewijde kaars als vroeger in het licht hunner geuzenzon!.. En dezelf de priester die ze niet konden zien of lijden, die ze haatten en vervolgden met hunnen laster en spotternij, diezelfde priester wordt nu hun trooster, hun helper, hun voorspreker by den barm- hartigen God, Ja. Ja gelijk Voltaire zweeg voor het snijdend en snedig burgemeesters- antwoord, zoo zullen onze geuzen- schreeuwers ook eens met den mond vol tanden staan voor den tribunaal van God of, zo moeten tot beter gevoelens komen en leven zooals ze zouden willen sterven't is to zeggen als geloovige christenen en niet als hatelyke vrij denkers en baldadige vrijlevers. juist toen hij ze verlaten wilde. Ze praatten druk met elkander. Ja, ik zag het ook een volkstoe loop toen wij door het Park reden en ik was benieuwd wat het zou zyn doch ik vermoedde wel dat er iemand iu 't water gevallen was. Eene vrouw, is 't niet t Lord Corft bleef staan. Duisternis om ringde hem. De lichten gingen uit en eene vreemde stilte scheen rond hem to heer- sohen. Hij hoorde niets. Hij wachtte ver suft, ontdaan en het scheen hem een einde- looze tijd voordat hij do andere man hoorde antwoorden. Ja, eene vrouw. Niemand weet er het reohto van, doch allerlei geruchten doen de ronde. Het is meer dan een geval van verdrinking men beweert dat het moer dan een ongeluk is het schijnt dat een man met haar naar de plok van het Royal Hospitaal zwom en haar daar op het gras neerlegde, waarna hij terug zwom zon der zijn naam te willen noemen, hetgeen op zijn minst genomen wreed is. Doch iemand op don oever herkende hem. In Lord Crofts ooren weerklonk een plotseling gesuis. Maar zullen zo hem in hechtenis kun nen nemen De ander trok de schouders op. Dat weet de hemel. Hij werd achter volgd, maar ik weet niet of men hem ge kregen heeft. En de vrouw was dood Morsdood, geloof ik. In den naam van Jezus Christus wek ik myno Broeders hevig op, telkens dat zij een voorwerp zullen vinden dat hei lige woorden draagt, dit voorwerp met al den mogelijken eerbied te behandelen. S. Franeisc. Briev, De mode in Congo. Hot postbestuur van Brussel kloeg er over dat de lederen zakken, gebruikt voor do verzending der poststukken naar Boma regelmatig verdwenen in de kolonie. Een onderzoek werd ingesteld hier over en 't bleek dat de kleurlingen, in de postkantoren aan den arbeid gesteld, deze zaken doodeenvoudig behielden om ze aan hunne vriendin of echtgenoote aan te bieden. Wat kan nu eeno negerin met een postzak aanvangen zult ge vragen. Daarvan werden... rokken gemaakt die thans de mode van den dag in de kolonie geworden zijn. De negeria knipt er enkel twee gaten in om er de boenen door te steken en de Congoleesche broekrok is klaar. Men heeft daar het wachtwoord van van Parijs niot afgewacht om de... jupe-culotte te dragen. De balzaal was druk bezet, toen Lord Croft haar betrad. Verblind keek hy om zich heen. De schitterende varlichting, do prachtige toiletten, de flonkerende ju weelen wischten het tafereel van het donkere Park en de Sombere Serpentine uit maar toch scheen liet hem toe alsof de rok der vrouw nog altijd langs zijne hand gloed, hy den smaak van het water nog in den mond proefde en de koude van het water zijn hart nog altijd verkilde. Zelfs toen Alice hare handen in de zijne legde, scheen het gelaat eener doode vrouw voor hem op te rijzen. Alice's oogen schitterden hem togen. Geen woord ter verklaring riep ze uit. Wat hebt go toch uitgevoerd Hij schrok en trok met geweld zyno ge dachten van de vrouw af, dio hy blijkbaar toch nog vennoord had. Hy richtte zich op en keek Alice aan. Voor van avond ten minste wilde hy niet denken aan hetgeen tusschen hen lagvoor van avond wilde hy alles vergeton. Weor rees het gelaat der vrouw voor zijn geestesoog op. Plij dwong het weg. Alice, laten wij dansen, riep hy uit. Ik verlang naar een wals. Luister Kom moo De muziek scheen hem aan te vuren. Hy sloeg den arm om Alice's gestalte. Kom moe, zei hy nogmaals. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1