JDNI-JULI 1911
Zondag 18 Juni 1911
5 centiemen per nummer
65s,e Jaar 4572
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
j.% I VflVl
Mi.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Verval der
liberale partij.
Hoe ze redeneeren
DITJES en DATJES.
Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
koning van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
Je Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont*
viingen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in by C. Van de Putte-Gooasens, Korte Zoutstraat, Nr 31f|
en in alle Postkantoren des Lands.
RBODE.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3a8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeron otai
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dinsdag e i vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele va a
dit blad.
CUIQUCC 8UUM.
Aelst, 17 Juni, 1911.
Meermaals reeds hebben wij de vraag
gesteld
Liberale partij eens zoo machtig
waar zijt ge gevaren
Ja, waar zyt ge gevaren Ja, moes
ten de liberalen van over 50 jaren uit
liun graf opstaan, wat zouden zij ver
baasd en radeloos «taan kijken bij het
zien hoe alle liberale voormannen van
den eersten tot don laatsten de gevan
genen zijn der socialisten en gedwee,
lijk een kalkoentroep, onder de zweep,
de roode vlag volgen.
Men twijfele er niet aan, ten tijde van
kiezing zullen de liberalen op alle tonen
herhalen dat ze met de socialitische
partij met geene onverbreekbare banden
verbonden zijn, dat hunne overeenkom
sten slechts de verwezenlijking beoogen
van punten die in hun wederzijdsch
programma geschreven zijn en voort
spruiten uit de eene en dezelfde betrach-
'Dg, namelijk, de Katholieke Partij den
genadeklop te geven.
Niemand, denken wij, zal durven
ontkennen dat de liberalen de voorzeg
ging van Anseele verwezenlijken Gij,
i liberalen, zult de roode vlag volgen
of ge zult niets meer zijn
Pas eenigo jaren geleden werd die
voorzegging door den rooden voorman
met misprijzen naar 't hoofd dor libe
ralen geslingerd en wat ziet men ge
beuren
Al met eens veranderen de liberalen
van programma ze verhaasten zich om
uit 't socialitische programma een aan
tal punten te aanveerden ten einde aan
hunne roode bondgenooten te behagen
en zoo doende verloochenen zij hun
verleden, al hetgeen zy bij hoog en bij
laag gezworen hadden voor te slaan en
te verdedigenhunne leerstelsels, hunne
opvatting der maatschappelijke vraag
stukken enz., enz.
En welk is het geheim van die zon
derlinge handelwijze
Om der xoille van het smeer likt de kat
den handeleer
De liberalen snakken immers naar
't bewind gelijk de visch naar water
zy hebben dorst naar ministers porte-
10e Vervolg.
Weinig later greep een voorval plaats,
dat ons wel ophield, maar toch aanleiding
gaf tot lachen.
Kapitein Good had do leiding in zijne
L hoedanigheid van zeeman ging hij ons in
deze zandzee vooruit met hot kompas, dat
f immers voor hem geene geheimen had.
Wjj liepen allemaal achter hem aan, toen
wij hem een kreet hoorden uiten en hij
1 plotseling verdween. Geen sekonde later
I ontstond er een rumoer, gesnuif, gegrom
en het geschuifel van wegsnellende pooten.
By het zwakko licht onderscheidden wij
■- schemerig galoppcerendo gestalten, half
P verborgen in wolleen.
De inboorlingen legden hunne vracht
I neer en wilden vluchten maar in tijds bc-
i. denkend dat nergens eeno schuilplaats te
K vinden was, wierpen zij zich op den grond
en riepen, dat het de duivel was.
Sir Henri en ik zagen elkaar in de groot-
sto verbazing aan. Vóór wij van de verba
ls zing bekomen waren zagen wij de gestalto
van Good in de richting der berger, weg-
rennen, schijnbaar te paard zittend en
luidkeels schreeuwend. In 't volgende
cP'Oo^enblik breidde hy de armen uit en zagen
foliën, dorst naar de heerschappij over
't land en om die geweldige dorsten to
kunnen lesschen, zijn ze tot alle verraad
tot alle vernederingen in staat...
Ziet ze daar nu eens onze vroeger
zoo fiere liberalen ja, ziet ze daar eens
geketend, geboeid tot slaafsche kruiperij
voor do roode vlag gedwongen ver
plicht do refreinen te herhalen door de
socialisten aangeheven, verplicht het
hoofd te bukken voor al de eischen van
den rooden dwingeland gelijk zeer on
langs te Brussel gebeurde...
Neen, geen woord hoort ge ze nog rep
pen over desocialistischeleeringdieons
bestaan als een vrije onafhankelyk volk
verloochent, die ons Koninklijk stam
huis van den troon wil werpen, die het
huisgezin, de familio wil afschaffen en
het vervangen door een beesielijk sa
menleven, die de eigendommen als de
vrucht van diefstal afschildert, die den
haat- en klassenstrijd lusschcn de ver-
schillige standen aanvuurt.
Geen woord van afkeuring over de
dwinglandij die roode voormannen over
don persoon en liet geweten hunner
slaafsche volgelingen doen heerschen.
Nog meer, in Kamers, in gazetten, in
loeetingen en vorgaderiDgen wedijveren
zij om hunne roode bondgenooten te
verschoonen, uit nesten te helpen...
En die blauwe dwazen denken dat
•het volk met hunne huichelarij, met
hunne knievallen voor de roode vod is"
gediend
Neen, neen, in de oogen van alle
rechtschapene lieden, zijn de liberale
hoofdmannen laag, ja, zoo laag mogelijk
gezonken en na hen is het onmogelijk
nog lager te zinken
En waarom
A. Omdat zij samenspannen roet
lieden die den koningstroon willen om-
verre werpen, met lieden die het vader
land verloochen, met lieden die de hand
reiken aan do anarchisten der ganscho
wereld, met lieden die met hommen en
dynamiet een rijk van roof en plunde
ring willen vestigen op de puinen der
hedendaagsche samenleving
B. Omdat zij ten volle 't accoord
zijn met lieden die de vernietiging van
't huisgezin bewerken en het vervangen
willen door een beestachtig samenleven;
C. Omdat zij samenspannen mei
lieden die gedurig door alle middelen
het volk opruien tegen gezag, overheid,
die altijd en overal haat, nijd, en klassen
strijd verwekken
D. Omdat zij medewerken met lie
den die den eigendom de vrucht van deu
arbeid in gevaar brengen
De liberalen hebben voorzeker door
hun verbond met de socialisten, bij alle
goede vaderlanders hun aanzien ver
loren.
De liberale partij was vroeger eeno
partij van orde, eene partij die bekwaam
moest zijn om 't Staatsbestuur in handen
te nemen doch sedert zij samenspant
met de roode partijgangers van oproer,
wanorde, sedert zij heefi opgehouden
van de vijanden van eigendom, 'huisge
zin, koniDgdom te bestrijden, is zij ver
vallen van alle recht tot het bestuur
des lands.
Alle ware Belg die schrik en afKeer
gevoelt voor de roode dwinglandij,
moet, in zijn eigen belang en in dit der
zynen, meer en meer het liberalendom
verlaten zoo hij later niet wilt gekneld
worden, door de slaafsche boeien
waarin de liberalen heden door de socia
listen gekluisterd zijn geworden
Arme liberale Kliek waar zijt ge
gevaren
wij hem op den grond vallen.
Toen zag ik wat er gebeurd was. Wij
waren gestuit op eene bende slapende vier
voeters. Op de achterste was Good gestrui
keld toen het beest opstond, zat hij op
den rug on ging er zoo van door, natuur
lijk gevolgd door al de andere dieren, door
het ongeweno gerucht wakker geworden.
Ik zegde mijne makkers dat alles in orde
was en snelde naar Good. Ik vreesde, dat
hy letsel had bekomen, doch dit bleek ge
lukkig van niet hy zat, wel doodelijk
bleek, maar toch gezond en wel, rechtop
in 't zand, met zijn monocle stevig in zyn
ooghoek.
Na dit bij slot van rekening vroolijke
voorval, gingen wij zonder avonturen vor
der tot één uur wij hielden halt, dronken
een teug waterdat vocht was nu kost
baaren rustten een half uur voor wy
verder gingen.
Een beetje verkwikt stapten wij weer
voort voort, tot de oosterkim begon te
blozen. Eerst nog heel schuchter schoten
spoedig de zonnestralen in volle pracht over
do wcestyn. De sterren werden blocker en
verdwenen, de maan waasde weg on de
witte bergen stonden weer in do verte als
tweo reuzentorens.
Hoewel wij erg naar rust verlangden,
hielden wij nog niet op, wijl oen beetje
later, als de zon in vollo kracht scheen,
verder loopen onmogelijk zou zijn. Een
uur later zagen wij wat spichtige struiken
hooger boven de vlakte uitsteken en daar
Do Hoogeschoolkwestie gaat haren
gang. Twee voorstellen staan tegenover
óén en hebben van alle kanten redetwis
tingen gewektvan den éénen kant het
voorstel Franck-Van Cauwelaert waar
aan de Vlaamschgezinden vastgeklampt
hangen tot de zege van den anderen
kant het voorstel Verhaegen, dat door
zijne zoogezegde Vaderlandsliefde, cn
vooral door zijne onbepaaldheid, zijne
fopperij en zijne nulliteit voor de Vla
mingen heel het frauschgezinde leger
rond zijn vaandel heefi geschaard, tot
verdediging van 's lands eenheid, tot
de behartiging (o hoe rechtzinnig
van do Vlaamscho taalrechten, en tot
verdelging van do dwingelandij die
Franck en Van Cauwelaert zouden doen
wegen op de schouders vau de Walen
en vreemdelingen.
Maar luisteren wij naar hunne redens.
Franck en Van Cauwelaert ontzien
het recht der Limburgers deze zijn
bijna verplicht le blyven naar de Fran-
sclie Luiksche Hoogeschool gaan, ver
mits Gent zoover ligt. Wij komen de
taalrechten der Limburgers verdedigen
het voorstel Verhaegen geeft hun
Vlaamsche leergangen te Luik Jus
dat is het beste
sleepten wij ons heen. Het geluk was met
ons mee wo vonden daar een groote rots
blok uitsteken, die, aan den voet afgegra
ven, een wclkomo schaduw bood tegen de
brandende hitte. Wy dronken wat water,
aten wat biltong en waren daarna spoedig
in slaap.
Het was drie ure in den namiddag eer
wij wakker werden onze dragers waren
al bezig zich voor den terugtocht gereed te
maken. Zij hadden genoeg van de woestijn
gezien en geen jachtmessen ter wereld kón
hen nog bewegen, nog verder mee te gaan.
Wij dronken nu eens naar hartelust,
vulden onze waterzakken met den voorraad
dien zij gedragen hadden, en daarop gingen
zy op huis aan. Wel wat benydend zagen
wy hen na.
Ten half vier braken wij insgelyks op.
't Was een eenzame en vervelende tocht,
want behalve een paar struisvogols hier en
daar, zagen wy geen levend wezen op heel
de zandvlakte er waren zelfs geen kruip
dieren. 't Was er te droog voor.
Een insect echter vonden wij in over
vloed de gewone vlieg of liuisvlieg vloog
er rond in bataillons. Een merkwaardig dier
die vlieg. Ga waar ge wilt, go zult haar
vindon. En volkomen op haar gemak.
Benijdenswaardige vlieg
Met zonsondergang hielden wij op, om
den opgang van de maan af to wachten.
Toen zij ten slotte verscheen, schoon als
altijd, ploeterden wij, een half uur rust
uitgezonderd, voort tot den morgend, toen
In de volksvergaderingen van Lim
burg stemt men de wenschen voor het
voorstel Franck-Van Cauwelaert en niet
voor het voorstel Verhaegen. Dus de
franskiljons kunnen beter de rechten,
de voordeden en den wil der Limbur
gers, dan deze zelf.
Daarbij de vervlaamschte Gentsche
Hoogeschool staat ook open voor Lim
burgers. Wat de afstand betreft. Zijner
geen Westvlamingon die de laDge reis
naar Leuven en naar Luik ondernemen?
Geenenkei recht wordt gekrenkt; en
moeten de Limburgers wachten naar
Vlaamsche leergangen te Luik volgens
het voorstel Verhaegen, dan zeg ik hun
dat ze zullen mogen in liet graf dalen
met een zekere hoop dat hun kleinzoons
of hunne afstammelingen van het vierde
geslacht misschien wel de toepassing
van die wet zullen genieten.
a Het voorstel Franck-Van Cauwe
laert is lyrannisch, vermits de fransch-
gezinde Vlamingen niet meer naar Gent
mogen gaan. Maar wij zijn de voor
staanders der vrijheid. Dus wij steu
nen het voorstel Verhaegen.
Dat de Vlaamschhalers het recht heb
ben de Gentsche Hoogeschool Fransch te
behouden staat noch in grondwet, noch
in een andere wet, noch ligt in de
natuur voor die heeren staan nog 3
Fransche Universiteiten open. Iu Vlaan
deren hebben wij hoogere standen noo-
dig die Vlaamsch zijn van taal, opvoe
ding en gedachten anders zijn het
aristo's die komen tieren op den Vla
ming en niets voor hun doen.
Gij zijt voor de vrijheid, en wij nog
meer want gij maakt vrijheid onmo
gelijk, en wij zeggen vrijheid houdt
gelijken tred mot recht en gelykheid,
anders mankt zij daarom maken wij
Vlaamsch onderwijs en gelijkheid mo
gelijk en verplichtend.
Ge steunt het voorstel Verhaegen om
dat hel de vrijheid waarborgt'k Geloof
het wel. Dat voorstel zegtZiet, als de
Regeering Vlaamsche leergangen noodig
erkent, dan mag zij do leergangen ver
dubbelen dat wil zeggen als het den
Minister behaagt, als de hoogc ambte
naars van 't Ministerie niet to veel
Vlaamschhatend zijn, dan hoeft hij de
macht om de wet uit te voeren maar
het staat hun ook vrij te zeggen (en in
daden te toonen): Loopt naar de maan,
sales flaminds, go moest maar zoo dom
niet zijn.
de welkome zon weer een eind stelde aan
ons werk. Wo aten cn dronken och
zoo'n beetje en sliepen weldra. 'tWas
onnoodig oen wacht uit te zotten, want
wij hadden van niemand of niets wat te
vreezen in deze eenzaamheid. Onze eenige
vijanden waren hitte, dorst en vliegen,
maar ik vecht liever man tegen man dan
tegen de drio.
Wc waren ditmaal niet zoo gelukkig
geweest, eene beschermende rots te vinden
die ons schaduw bood voor do gloeinde zon
zoodat wy te^en zeven uur dezelfde ge
waarwordingen kregen, als die, welke een
biefsteek in de pan moet hebben. We wer
den letterlijk gebraden. De zon schoen ons
bloed te doen verdampen, zoo'n gevoel van
droogte kregen wy.
Wij gingen zitten en gaapten.
Foei, zegde ik, de vliegen verjagend,
die liefdevol om mijn hoofd fladderden. Zij
hadden geen last van de hitte.
't Is warm zegde Sir Henri.
't Is heet, verbeterde Good.
't Was inderdaad heet en nergens was
eenigo schaduw te vinden. Hoe wy ook
rondzagen, geen rots of geen boom
was te zien, niets dan de eindelooze vlakte
die scheen te wemelen van de hitte d>;
atmosfeer trilde overal, zooals de lucht
trilt boven een heete kachel.
Wat moeten wij doen, vroeg Sir
Henri. Wo kunnen 't niet lang uithouden
zoo.
We zagen elkander vragend aan.
Welnu, dat is de vrylieid die de frans
kiljons in het voorstel Verhaegen ver
dedigen.
En in Godsdienstig en Katholiek
opzicht, weet ge wel dat het voorstel
Verhaegen daar'is om aan de Leuven-
sche Hoogeschool den tijd le geven ver-
vlaamscht te worden, en zoo niet te veel
studenten te verliezen ton voordeele van
liet rationalistisch on ongodsdienstig
onderwijs der Gentsche Staatshooge-
school
O dat is mooiwij die ééne enkele
Staatshoogeschool willen Vervlaam-
schcn. wij krijgen van de onvoorzichti-
gen, rationalisten enz., en M. Verhae
gen, die toelaat de twee Staatshooge-
scholen te verdubbelen, dus ten deele
te vervlaamschen, hij wordt uitgeroepen
als de beschermer van 't Godsdienstig
hooger onderwijs, en als de beteugeler
der jonge Vlaamschgezinde onvoorzich
tigheid
Ten andere, daardoor bekent ge toch
dat dit tegenvoorstel voor doel heeft do
Vlaamsche Hoogeschool op de lange
haan te schuiven, en de Vlamingen die
sedert 1830 wel zonder Vlaamsche Hoo-
geschopl voortkunnen, nog maar eenige
jaren ('t is te zeggen 'n 40 jaar ten min
ste) achteruit te steken Zoo ja, dan
zullen wij weten welke onze houding
moet zyn.
Het voorstel Franck-Van Cauwe
laert heeft geen kans van gestemd te
worden het voorstel Verhaegen is ge
matigd, is geteekeud door grooto man
nen en zal meer kans hebben om er dóór
te komen.
Het voorstel Verhaegen is een dood
geboren kind heel de Vlaamscho pers,
(buiten Het Volk - gazet van M. Ver-
haegen) al de Vlaamsche volksvergade
ringen, tal van Gemeenteraden en krin
gen eischen de stemming der wet
Franck-Van CauwelaertWaar zijn de
voorstaanders van 't voorstel Verhae
gen
Nescio vos.
Ten anderen, hel K. B. van 9 Decem
ber 1849 geeft aan den Minister de
macht om zekere leergangen in een
andere taal dan de Franscho te doen
geven. Dus M. Verhaegen, leer eerst de
bestaande wetten en Koninklijke beslui
ten dan zult ge geen open deuren meer
instooten. r. d.
Ik weet het, zegde Good eindelijk.
We moeten een gat graven, erin gaan zit
ten on de opening met wat van die dorre
struiken b, dekken.
't Scheen wel geen veelbelovendo inval
maar 't was toch nog beter dan niets. Met
den troffel en verder met onze handen had
den wy in een uur tijds een kuil gegraven
van twee voet diep en twaalf lang bij tien
breed. Toen sneden wij met onze jachtmes
sen een aantal struiken, en in den kuil
kruipend trokken wij die over ons heen,
behalve Windvogel, welke als Hottentot
van do warmte niet zooveel last had.
Wo bekwamen zoo wel een weinig scha
duw maar do temperatuur in dien kuil laat
zicli beter bovroeden dan beschrijven ik
weet nog niet hoe wij den dag daar door
gekomen zijn. We lagen er machteloos te
hijgen en bevochtigden ieder oogenblik
onze lippen met wat water. Als wy ons
gemoed te werk waren gegaan, hadden
wij gansch onzen voorraad binnen de twee
uren opgedronken, maar wij bedwongen
ons, wel beseffend, dat wij spoedig zouden
omkomen als wij geen water meer hadden.
Maar aan alles komt een eind als men
maar lang genoog leeft om liet te zien. En
zoo volgde ook op dezen ellendigen dag de
avond.
Tegen drie uur in den namiddag kwamen
wij tot de beslissing, dat wy 't met langer
konden uithouden. Het was beter onder
weg neer to vallen dan door dorst en hitte
gedood te worden in het verwensebte hol.
De kerkvervolging in Frank
rijk. Verscheidene Zusters Maristen,
die uit huu klooster gedreven waren,
hadden voor het beroepshof van Lyon
een procos ingespannen tegen don ver-
eflenaar der kloostergoederen, M. Le-
couturier. Zij eischten do teruggave
hunner uitzetten, welke deze laatste met
al de rost had ingepalmd. Het beroeps
hof erkende dat hunne vraag gegrond
was, doch verwierp ze niettemin, onder
voorwendsel dat de Zusters ze hadden
moeten indienen binnen de zes maanden
na de sluiting van hun moederhuis te
Belley, en niet binnen de zes maanden
na do sluiting van hunne kloosters te
S«-Foy en te SMrénee.
De Zusters worden dus van hunnen
rechtmatigen eigendom beroofd, omdat
het Parlement het goed gevondon heeft
na een paar maanden al de goederen der
kloosterlingen iu te palmen.
Wat meer is, eene gebrekkelyke
vrouw had aan de Zustors te Sainte-Foy
al haar bezit geschonken, om er haar
leven lang verpleegd te worden. Zy had
nu ook de teruggaaf van haren eigen
dom gevraagd, doch haren rechtmatigen
eisch werd insgelijks verworpen, en de
arme sukkel zit nu ook op straat. Voe
gen wij erbij dat het beroepshof, dat
zulk zonderliog begrip van den eigen
dom heeft, voorgezeten is door een Hu
genoot
Nieuw Ministerie. Ziehier hoe
do portefeuilles verdeeld zyn
M. de Brocqueville hoofdminister en
Spoorwegon, Posteryen on Telegrafen
M. Berrycr Binnenlandsche zaken
M. Davignon Buitenlandscho zaken
M. Levie Geldwezen
M. PoullotWetenschappen en Kun
sten
M. Carton de Wiart Rechtswezen
Luitenant-generaal Hellebaut, krygs-
wezen
M. Hubert, nijverheid en arbeid
M. Jules Renkin, koloniën
M. Van de Vyvere, landbouw en open
bare werken.
Het ministerie de Brocqueville is hst
26' ministerie sedert onze onafhankelijk
heid, 1831.
Het ministerie is dus samengesteld uit
vijf Waalsclie en vijf Vlaamsche ministers;
liet bestaat uit zeven advokaten, tweo
eigenaars (MM. do Brocqueville en Davi
gnon) en eenen generaal.
We namen ieder nog wat water uit onzen
al minderenden voorraad, welke reeds de
temperatuur van bloed had bekomen, en
gingen vooruit.
We hadden zoo wat vijftig mylen van do
wildernis afgelegd. Op de kaart van den
ouden Silveslre staat men herinnert
sich bij stippellijn aangegeven veertig
mijlen. Zooals ik wel gevreesd bad, waren
het zeemijlen gebleken, zoodat do afstand
feitelijk honderdtwintig mijlen bleek en do
op de kaart aangegevon waterpoel, die
juist in 't midden lag, nog eene goedo tien
mijlen van ons af was indien hij nog
bestond.
Don lieelon namiddag sleepten wy ons
zoo voort, zeker niet meer afleggend dan
een mijl in 't half uur. By zonsondergang
rustten wy opnieuw om do maan af
te wachten na wat gedronken te hebben
gingen wij slapen.
Voor wij gingen liggen wees Umbopa
ons in de verte, op een achttal mijlen, een
klein onduidelijk heuveltje, de eenigo ver
hevenheid op de groote vlakte. Zoo ver
weg geleek het niet meer dan een mieren
hoop en ik was zeer nieuwsgierig wat het
wel wezen kon.
Bij maneschijn gingen wy verder, wy
waren vreesdij k uitgeput en leden veel
dorst. Niemand, die 't niet ondervonden
heeft, kan ook maar eenigszins begrijpen,
wat voor kwelling het is.
Wordt Voortgezot