r_ m Zondag 25 Juli 1911 5 centiemen per nummer 65sle Jaar 4581 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst. Hij is overal. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Aan Koningin Wilhelmina Eene goede navrucht Zondagrust. Socialistische Volksliefde Katholieke Vlaamsche Landsbond. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor Je Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop xe betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen *ijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31 n in allo Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3"# bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeron otal rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dgnsdag i vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. CCJIQUE StJUl Gij brengt hier 't woord van zoete Vrede Aan Zusterstam en taalgenoot Thans dreunt als 'n verheven bede De moederspraak van Zuid en Noord Lijk kindren, na langdurig scheiden, In hartig weerzien zich verblijden, Omprangt een steevge liefdeband Uw Moerdijk en ons Noordzeestrand Gij vindt hier vrijheidsmin en leven In stille peis, naar ouden trant Gij ziet de deugd en 't werk verheven, Als bloemengaarden rijk beplant. Lijk kindren van dezelfde moeder Loven wij saam den Albehoeder En zingen luid 't victorielied Wien Neerlands bloed in d'aadren vliet Gij mint het schoone land der Belgen, Zijn kunstnaarsroem, zijn stedenpracht, Het grootsch verleen van eedle telgen, Zijn vrouwenmoed en mannenkracht Lijk kindren in éen schoot geboren, Heeft het, met Neerland ééns, gezworen Met God, ons bloed als onderpand, Voor Koning, Taal en Vaderland Des wenschen U Uw stamgenooten, Het hartlijk Welkom, 't blij onthaal O, mocht die zucht Uw faam vergrooten Dat hij onz' liefde voor U verstaal' Heil, Wilhelmina 't klink' U tegen, Met hel geschal, ja, allerwegen, Langs Zee en Maas en Scheldestrand, In d'Hoofdstad van 't Jong Nederland PETRUS VAN NUFFEL. Aalst, 1911, 14e Vervolg. Hij zou daar blijven zitten in de volle majesteit van den dood voor eeuwen cn eeuwen, de schrik van alle reizigers als wij, z )o er nog ooit mochten komen, die hem in zijne eenzaamheid zouden storen. Dit alles maakte te meer indruk op ons, daar wij zelf door koude en honger den dood zoo nabij waren. Laat ons gaan, zegde Sir Henry met langzame stem maar wy zullen hom eerst een gezel geven. En het lichaam van den Hottentot Wind- vogel plaatste hij nabij don ouden Dom. Daarop trok hij met con ruk de koord stuk van het kruis om Silvestre's hals, want zijne vingors waren te koud om te beproeven den knoop los te maken ik geloof dat hij de ivoren herinnering nog heeft. Ik nam de ivoren pen, die voor mij ligt, terwijl ik schrijf. Soms zet ik er myn naam mee. Daarop verlieten wy die twee den ver metele blanke van voor eeuwen, en den armen Hottentot. In de welkomende zon zettenden wy onzen tocht voort, ons afvra gend hoeveel uren het nog zou duren eer wij juist waren als zij. Toen wy eeno halve myl geloopen had den, waren wy aan den rand van het berg- vlak de bergpiek bleek niet in 't midden ervan to staan, zooals het van uit de woe stijn leek. Wat daar nu benoden ons lag konden wy niet zien, daar 't landschap nog in den morgennovel gehuld lag. Langzamerhand echter trokken de hoo- gere lagen van dien mist op en zagen wij aan 't einde van eene lange sneeuwhelling, ongeveer vijfhonderd meters beneden ons, eene vlakte van groen gras, waardoor een stroom liep. En dit was nog niet alles. Hij dien stroom, zich koostorend in do zon, lag en stond eene kudde van tien of vijftien antilopen, Dit gezicht vervulde ons met groote vreugde. Daar was immers voedsel in over vloedindien wy 't maar konden berei ken. Maar het was juist de kwestie hoe dit te doen. De dieren waren nog wel zeshon derd meters ver, een lange afstand om te schieten en het was gewaagd te gaan schieten, want ons leven hing or van af. Wij bespraken wat te doen. Do wind was ons niet gunstig en ook zouden de an tilopen ons zeker zien, scherp als wy zou den afsteken tegen de witte sneeuw, die wij nog een heel oind te begaan hadden. Wy moeten maar probeeren te schie ten, zegde Sir Henry. Wij namen dan onze beste geweren. Ieder van ons drieën zou een der dieren voor zyn rekening nemen 011 Umbopa zou vuur commandeeren, opdat wij tegelijk zouden aftrekken. Aelst, Juli, 1911. Wanneer wij nog kinderen waren stelden wij ons God voor onder het beeld van eenen ouden vader, die wijd van ons boven de wolken en de sterren in den hemel woont. Met den blik eens adelaars overziet hij vandaar wondervol de gansche aarde cn slaat Hij hare be woners gade. Hij bestiert alles van daarenboven, en somtijds zend hij zijne engelen als boden naar beneden om zijne wil te volbrengen, alsof Hij dan zelf eenige oogenblikken afwezig was. Zoo dachten wij alsdaD, en zoo den ken de kinderen van heden ook. De godsdienstige kunst tracht deze gedacli- nog te versterken zij laat den ten hemel sieigende Godmensch in de wol ken verdwijnen zij laat de wolken zich openen en de H. Geest daalt neder onder do gedaante van eene duif. WaDneer wij bidden heffen wij oogen en handen in de hoogte gel ijk naar eenen God wiens troon nog boven ons staat. Alles wat de verschijningen van God aangaat, schijnt in ons de voorstelling van een vader in den hemel verblijvend, wijd van de aarde. Die zijne kinderen niet vergeet, die gelooven dat Hy zeer wijd van hen is. Het volle, klare geloof zegt ons dat anders. God is een geest, Hij wil noch enkel op den berg Sion. nog enkel op. den berg Garizino aanbeden worden, maar in geest en in waarheid, overal daar waar eene menschenziel zich in vertrouwen tot Hem wendt. Hij woont niet alleen in de tempels van steen en hout, zelfs kunnen de hemels der hemelen Hem uiet bevatten.Wanneer wij ten hemel opstijgen dan is Hij daar, wanneer wij inden onderwereld dalen, zoo is Hij ook daar, wanneer wij vleu gels hadden en tot het einde der wereld vlogen, zoo zal ook zijn oog ons zien, en zullen wij voeleD dat wij in zijne nabij heid zijn, Gelijk wij met den ouderdom de kinder ren aflegden en het gewaad der grooten aantrokken, zoo moeten wy ook uit de kindervoorstel lingen de volle waarheid aannemen, op ons laten werken en ze krachtvol in 't leven drageD. Bij God in Hem leven wij, bewegen wij ons zijn wij. Op geeno enkele plaats is Hij van ods verwijderd. Alhoe wel Hij zich ook voor ons nog ver bergt, Hij is toch daar, Zien wij hem niet, daar het menschenoog Diet in staat is deze godelijke majesteit te ver dragen, Hij is zoo dicht bij u in de fabriek als in de kerk, in de stille kamer als in de volle stad, in do eenza me natuur, als in do bevolkte straat. Overal is onze God, overal staan wij voor zijn alziende oog, overal is zijne hand bereid om ons te helpen. God aan schouwen is het eeuwig leven geuieten, Er kwam toen eene poos waarin wij zoo goed mogelijk mikten, gelijk iemand zou doen, wiens leven van zijn schot af hangt. Vuur sprak Umbopa in 't Zoeloosch en nagenoeg tegelijk daverden drie schoten, door den echo honderdvoudig herhaald. In angstige spanning wachtten wij liet optrek ken van den rook af, eno vreugde een der grootste dieren lag op den rug en schop te geweldig in zijn doodstryd. Wij gaven een schreeuw van vreugde wij waren gered, we zouden niet sterven. Hoe zwak wij ook waren, wij ronden de helling af en tien minuten na het schot la gen het hart en de lever van het dier voor ons. Maar nu weer eene nieuwe moeilijkheid wij hadden geene brandstof en konden geen vuur maken. Wij zagen elkaar een oogen- blik onthutst aan. Hongerige menschen moeten maar niet kieskeurig zijn, sprak Good, Laten wij het maar rauw eten. Er zat niets anders op en onze knagende honger maakte het voorstel minder onaan genaam dan het anders wel zou geweest zijn. Wij namen dus het hart en de lever en begroeven die voor eenige oogenblikken in den sneeuw om ze af te koelen. Daarna waschten wij ze in het ijskoude water van den stroom en zetten er gretig onze tanden in. Het klinkt vreeselyk genoeg, maar ik moet zeggen nog nooit zoo smakelijk to heb ben ontbeten als toen met dat rauwe eenmaal. Zich dicht bij God gevoelen en op hem vertrouwen dat is het echte godsdienstige leven hier. Zulk leven laat ons God in duizend dingen vinden, in zijne groote werken en in de kleine zaken van 't dagelijks leven zelfs in diegenen die menigeen al toeval of lotgeval n aanziet. Degenen die in een levend geloof met zijnen God verkeert, is steeds door drongen van de nabijheid van den Aller hoogste. (Uit: Die arbeiterfamilie is voorzeker de raap, in Vlaanderen meest gekend onder den naam van loof. Men zaait ze onmiddelijk na vroege aaadappels, na gerst of rogge, of soms ook na mislukte klavers. Hoe eer ge zaaid, hoe beter, want acht dagen vroe ger of later kan een aanzienlijken in vloed hebben op de opbrengst. De rapen hebben eenen snellen wasdom en kunnen op korten tijd eenen goeden voorraad wintervoeder leveren. Zij benuttigen heeJ goed de in den grond achtergeblevene meststoffen, die wellicht anders gedeeltelijk zouden kunnen verloreu gaan. Men denke echter niet meer, zooals vroeger wel eens het geval was dat men loof voor niets heeft. Verre van daar. Wil men immers eenen goeden oogst rapen hebben, men diene het land goed te bewerken en degelijk goed te nemeslen. Goed geteerde stalmest ware aan te prijzen, doch de landbouwer moet voor eenen goeden mesthoop zorgen tegen de aanslaande herfstzaaiingen. Beir voor zoover men er beschikbaar heelt, is ten zeerste aan te bevelen. Scheikundige meststoffen zullen, zooals het overigens in 't gebruik gedaan wordt, de ontoereikendheid der hoeve- mesteu aanvullen. De zaak is nu te weten welke han- delsmesten voor deze vruchten het best geschikt zijn. Onderstaande beschou wingen bevatten daaromtrent eenige belangrijke inlichtingen, Vooreerst zeggen wy dat de gemeng de en op voorhand gereedgemaakte meststoften gewoonlijk niet aan te prij zen zijn. Men geve liever den voorkeur aan de hoofdstoffen. Onder deze treffen wij stikstofmesten, fosfoorzuurmesten en potaschzouten aan. Als stikstofmesten zal onze keus zich bepalen bij sodanitraat en ommoniak- sulfaat. Uitsluitend sodanitraat ge bruiken is afkeur, 1° die meststof werkt wel snel, maar niet regelmatig noch duurzaam genoeg 2° ingevolge van stortregens of aanhoudende regens kan er verlies ontstaan door doorzijpeling, Daarom handelt men wijselijk met een gedeelte stikstof te geven onder deD vorm van ammoniaksulfaat, dat zach ter en langduriger werkt. vleesch. Binnen het kwartier waren wij heel an dere menschen onze krachten kwamen terug, onzo polsen sloegen weer krachtiger en het bloed stroomde vlugger door onze aderen. Gedachtig intusschen aan het ge vaar uitgehongerde magen te overladen, hielden wij met eten op, lang vóór wij ge noeg hadden. Den hemel zij dank sprak Sir Henry. Dat dier heeft ons leven gered. Wat is het er voor een, Quatermain Ik ging den antiloop eens bekyken, want ik was niet zeker van mijne zaak. Het bleek my eeno soort te wezen, die ik nog nooit gezien had. Het beest was bruin van kleur, met zwakroodo strepen de vacht was zeer dik behaard, de hoorens breed uit gebogen. Later kwam ik te weten dat de inboorlingen deze dieren Inzo noemen. Zij zijn zeer zeldzaam en leven op plaatsen waar geen ander wild tiert. Het dier was in den schouder geraakt wiens schot het was, konden wij niet uit maken. Ik geloof dat Good, gedachtig aan zijn prachtig schot op do giraffe, het in stilte aan zijn eigen toeschreef en wij spra ken het hem niet tegen. Wy waren zoo druk bezig geweest met de zorgen voor onze uitgeputte magen, dat wij nog geen tijd gevonden hadden om rond te zien. Maar nu, nadat wy Umbopa last gegeven hadden, zooveel vlcosch af te snyden als wij dragen konden, begonnen wij den omtrek te bezien. Dp mist was ge- Het fosfoorzuur dient onder den vorm van supeifo'sfaat gegeven te worden. Wat de potaschzouten betreft, ofschoon menige landbouwer ze voor loof ver waarloost, hebben menige proeven be wezen dat eene goede dosis opneembare potasch, de raap ten goede komt en loonende uitslagen geeft, Chloorpotasch is de aangewezen meststof. Men geve dus per hectaar 100 kgr. ammoniaksulfaat, 100 kgr. sodanitraat, 300 kgr. superfostaat en 150 kgr, chloorpotasch. Al dezo meststoffen worden op do bouw voor gestrooid en en duchtig met de eg ingewerkt. William. Van 'smiddags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 23 Juli 1911, M. Meirschaut, Korte Zoutstraat. Vandervelde deed zijn best om de verdiensten der sociale werken van de socialisten te verheerlijken. Hij mocht het wel doen Zonder die werken ware "het armoede in het socialistisch huishouden. Zonder die werken mochten Vandervelde, Furné- mont, Grimard en andere dikke koppen zelf hunne beurs bovenhalen en afspot- ten om wat geld in 'tbaksken te hebben. Van liefde barsten zonder "nen cent te verzetten, dat is 't geheim der socia listische kopstukken Wilt ge daar een staaltje van De a Verecniging der Ambachten van Seraing, socialistisch syndikaat, heeft in 1909, als bijdrage der leden, 29,649,45 fr. ontvangen. Daarvan zijn er 11,891,92 fr. gaan vliegen. Luister Voor den bestendigen schrijver fr. 3.080,00 Voor den bediende 600,00 Voor bureelonkosten 87,92 Voor afgeveerdigden 400,00 Voor aansluiting bij de E. L. 313,50 F. D. M. 603,00 F. G. 150,08 Voor drukwerken 915,00 Voor verschillige toelagen 822,58 Voor toelage aan het Volks- huis 5.000,00 Te zamen fr. 11,891,92 Dit maakt 35 per honderd van den uit leg. Vijfduizend franken toelage aan het Volkshuis Vijf duizend franken met 't zweet van den werkman heel opgetrokken, want 't was na acht ure, zoodat wij het gansche landschap vóór ons konden beschouwen. Ik weet niet hoe het schoone panorama te beschrijven ik ge loof niet, nog ooit zoo iets gezien te hebben of te zullen zien. Achter cn boven ons de besneeuwde piek van den Saba-berg en een vijftienhonderd voet beneden ons breidde zich een schoon landelijk tafercel uit. Links eene onafzien bare uitgestrektheid golvend grasland, af gesloten, naar 't ons scheen door hergen in do verte, en waarop wij vele kudden wild en vee zagen grazen rechts was het land schap meer bergachtig, dat wil zeggen eenzamo heuvels verhieven zich hier en daar te midden van strooken bebouwd land, waartusschen wij groepen ronde hutten zagen. Het landschap lag voor ons als eeno kaart eeue zilvere rivier slingerde er zich door heen. Twee merkwaardige dingen troffen ons vooral. Vooreorst dat deze streek minstons drieduizend voet hooger lag dan de woe stijn, die wij doortrokken ten tweede dat allo rivieren van het Zuiden naar het Noor den liepen. Hadden wy aan gene zijde der bergen nergens water ontmoet, dan die brakke poel, hier waren eene menigte ri viertjes, die zich blijkbaar allen vereenig- den met do groote, wiens loop verder strekte dan wy zien kondou. Vol bewondering beschouwden wy stil zwijgend het schoone daar voor ons. Eindelyk zegde Sir Henry Het Katholiek Vlaamsch Secretariaat heeft aan alle Katholieke Volksvertegen woordigers van het Vlaamsche land vol gend bericht gezonden. Hooggeachte Heer Volksvertegenwoordiger In de ministeriëele crisis die het Belgisch Parlement onlangs heeft ondergaan, werd de Heer Minister do Broqueville belast met de samenstelling van het nieuwe ministerie. De Vlamingen hebben daarbij met ver rassing cn spijt opgemerkt dat er door Waalsche maatschappijen getracht werd drukking uit te oefenen om in het nieuwe ministerie het Waalsche element sterker te vertegenwoordigen. De Vlamingen hebben daarop niet willen antwoorden, om in dien moeilijken toestand den last van den achtbaren Heer de Bro queville niet te verzwaren. Als rechtzinnige Katholieken zijn we gelukkig dat de heer de Broqueville, onder de moeilijke omstandigheden waarin hy verkeerde, de samenstelling van het nieu we cabinet tot een gelukkig einde heeft gebrachten wij beweren niet dat, zoo feitelijk het Vlaamsch element thans in het ministerie minderheid is, dit een gevolg is der drukking door Waalsche maatschap pijen uitgeoefend maar wij houden er aan nu de nieuwo ministers aangesteld zijn, krachtdadig te protesteeren tegen de han delwijze dier Waalsche kringen, en UEd. duidelyk de meening der Katholieke Vla mingen mede te deelen. Onze zienswijze is de volgendeDo Ministers worden gekozen onder de leden der meerderheid in de Kamer van Volks vertegenwoordigers niet een bepaald ge deelte des lands moet in het Cabinet ver tegenwoordigd zijn, niet evenveel Walen als Vlamingen moeten er zetelen, maar de ministers moeten gekozen worden in even redigheid van degenen die de meerderheid uitmaken. En dat zyn thans vooral do ver tegenwoordigers van Vlaamsche arrondis sementen. Ziedaar, Geachte Heer Volksvertegen woordiger, wat wij UEd. willen mededee- len, on door de Vlaamsche dag- en week bladen aan alle Katholieke Vlamingen zullen bekend maken. Aanvaard, Geachte Heer Volksvertegen woordiger, de verzekering onzer hoogach ting. Het Bestuur. o 8 X A. D A.ELST.O— TENTOONSTELLING Juni - Juli 1011 OUD AELST in de prachtige kelders van het Belfort Vlaamsch Bierhuis Symphonische Concerten. Alle Zondagen van 11 ure tot 1 ure 's voormiddags en van 8 ure 's avonds tot middernacht. Alle Maandagen van 8 ure 's avonds tot middernacht. Alle Donderdagen van 8 ure 's avonds allerhande aantrekkelijkheden. Staat er niet een zekeren Salomons weg op de kaart. Ik bepaalde mij tot knikken, want ik was nog niet lang uitgezien. Wel, dan is hy daar. En hij wees rechts van ons. Good en ik zagen er naar en daar, zich door de vlakte kronkelend, was werkelijk een brcede weg. Wij hadden hem eerst niet gezien, wijl hy in den aanvang achter wat lage heuveltjes omliep. Wij zegden er niets van. ten minste niet veel we waren ver leerd ons ergens over te verwonderen. Het kwam ons zelfs niet heel onwaarschijnlijk voor, in dit vreemde land een aangelegden wog te vinden. Wy namen hot feit aan zoo als het daar was. Wel, sprak Good, als wij rechtsaf houden zullen wij er het dichtst bij zyn. Zouden wy niet vertrekken Dat was een gezonde raad en nadat wy onze banden hadden gewassen in den stroom, volgden wy dien op. Nog geduronde eene myl liepen wij door sneeuw, die gedurig minder werd, tot wij op den top van eene kleino verheffing van den bodera gekomen, den weg voor ons zagen, 't Was een schoone heirbaan, min stens vyftig voet breed, uitgehouwen in de rots en oogenschynlyk in goeden staat maai- 't vreemdste was dat hij hier scheen te beginnen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1