Zondag 24 September 1911
5 centiemen per nummer
65sle Jaar 4409
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van do Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Medeburgers
Catholieken
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
STAD AELST.
Gemeentekiezing 15 Oct.
Kandidaten van de
Catholieke
Kiesvereeniging.
Kiezing van 22 October
Nijverheidshoofden.
Werklieden.
Vacantieleergangei) van den
Belgischen Boerenbond,
Arme liberale kliek,
waar zijt gij gevaren?
Van Burst naar Katanga,
Buiteyliedei), oijthoudt dit
Afgescheurde liberale lijst.
Uit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere weekronder dagtee-
ening van den volgenden dag. De prys ervan is: tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen syn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, N* 31
•n in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
34e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereo ota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag i vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa
dit blad.
CUIQUE SCUM.
Aelst, S3 Sept. 1911.
Gheeraerdts Leo,
Burgemeester.
De Hert Felix, Schepen,
de Béthune Baron Louis,
uittredend Gemeenteraadslid.
De Coninck Auguste.
uittredend Gemeenteraadslid.
De Naeyer Theodoor,
uittredend Gemeenteraadslid.
Bosteels Eugeen, Advokaat.
Duwez Albert, Landbouwer.
Van den Bremt. Kleermaker.
Van den Steene Edouard,
Nijveraar.
Van de Velde Alexander,
Meestergast.
OPMERKING:
De kandidaat die zal op
treden ter vervanging;
van wijlen Scliepeno Dn
Gheest, blijft aan le dui
den.
191 1.
De Valckeneer Valery,
Apotheker.
Van den Berghe Jaak,
Smedersbaas.
Vernaeve Alfons,
uittredend Gemeenteraadslid.
De Gendt Michel, Smid.
20* Vervolg.
Wy daalden van den weg af en in een
uur tijds waren wij bij de buitenwijken van
do stad, waarvan do uitgestrektheid, ver
licht als word door duizenden kampvuren,
eindeloos scheen. Good sprak dan ook al
van grenzeloos Leu-
Spoedig kwamen wij aan een gracht mot
een ophaalbrug, waar wij met wapengerin-
kel en de strenge vraag van een schild
wacht ontvangen werden. Infadoos gaf hot
wachtwoord dat ik niet kon verstaan maar
dat met oen groet werd beantwoord, en
toen mochten wij de stad ingaan. Wy lie
pen in de hoofdstraat, wel een half uur
langs reeksen hutten eindelijk hield Infa
doos halt by den ingang tot een cirkel van
hutton, die een pleintje van poederachtigen
kalksteen omrigden, en vertelde, dat hier
ons armelyk verblijf was.
Wij traden binnen en bevonden dat voor
iedei van ons eene hut was gereed gemaakt.
Deze hutten waren beter dan wij er nog
een gezien hadden. Op geurige kruiden
was er een bed van dierenvellen gespreid,
wat wij nog niet hadden aangetroffen.
Voedsel stond ook voor ons klaar en zoodra
wy ons gewasschen haddon, brachten jonge
De gemeentel yke Kiezingen zijn
nakend
Weldra gaat er andermaal beslist
worden over de lotsbestemming onzer
geliefde Stad van Aelst
Gaat de strijd zijn van ons, catholie
ken, tegen onze driekleurige tegen
strevers van do partij van vrede, rust,
vrijheid en welvaart tegen de geuzerij
en hare groene en roode trawanten
Vijf-en-Veertig jaren wappert de
catholieke Vlag triomfantelijk op ons
stadhuis..
Gedenken wij ons wat al krachtin
spanning, wat al onverpoosden heldliaf-
tigen moed, wat al volherding onze
voorzaten zich hebben getroost om onze
geliefde Vlag aldaar te planton en ze er
te behouden.
Onze onafgebrokene zegepralen zyn
de vruchten goweest van onze eensge
zindheid, van onze verstandhouding,
van onze samenwerking, van onze
solidariteit...
Elkeen was dan op de bres, elkeen
weerde zich manhaftig. Men beoOgde
alleen 't princiep, het was alles, de per
soon kwam niet in aanmerking...
Alle onderlinge twist, alle veeten
werden vankant geschoven, alle afgunst
uitgedoofd.
Al wie Catholiek is, was fler aan die
overwinningen te hebben mêegewerkt.
Aan U, jongere catholieke Strijders
onze roemrijke zegepralende Vlag van
ons stadhuis niet te laten verjagen
üp U berust de plicht ze niet te laten
verscheureu
Wezen wij dus geene lafhartige»,
wezen wij dus geene onverschillige toe
schouwers
Gedenkt U wel dat ons catholiek
Vaandel van drij zijden te gelyk wordt
aangevallen, dat blauwen, rooden en
groenen het belooren om het in flarden
te verscheuren
Op dan, mannen dapper ten strijde,
uwe vaders dienen U tot voorbeeld
Voor de zevende maal werden te
Leuven in den Boereuhond de vacantie-
leergangen gehouden van Maandag il
tot Vrijdag 15 September. Een groot
hondertal leerlingen volgen de lessen.
Aan het programma werden geene
aanzienlijke wijzigingen gebracht. Zoo
als voorheen was de leergang in hoofd
zaak praktisch onderricht voor leiders
en toekomende leiders van sociale wer
ken op den buiten. Zoo werden er b. v.
lessen gegeven over boekhouden in de
Raff eisen kassen (M. Van Grunderbeeck)
in de samenwerkende melkeryen, (M.
Reynaert). en in de aankoopafdeelingen
(M. Hermans). Over landbouw on vee
teelt werden technische wenken meege
deeld door M. Hermans, en M. Prof.
Prateur. Doel en werking van boeren-
boerinnen- en hoveniersgilden werden
uitgelegd door Z.E.H.Kan. Luytgaerens
en E.H. Raeymaekers.
Hier dienen nog bijgevoegde lessen
van M, Jossa, over de verantwoordelijk
heid der hoeren naar aanleiding van
arbeidsongevallen en van Adv. Gysen
over ons erfrecht.
Over de opleiding van de boerenjeugd
spraken E.E. H.H. Mattlieusen en Van
Dam me.
Door Dokter Ausloo werd er op ge
drukt hoe dringend noodzakelijk het is
op den buiten eene goede ziekeverple-
ging in te richten.
Prof. Vliebergh zette een uitgebreid
landbouwprogramma uiteen, waarin
maatregelen voorkomen ten voordeele
van den landbouw in 't algemeen, en
meer bijzondere bepalingen ten voor
deele van pachters en landbouwwerk-
lieden.
Met genoegen hebben de deelnemers
M. Helleputte, oud-Minister van land
bouw en hoofddeken van den Belgischen
Boerenbond weergezien, die voor hen
een voordracht hield over den Boeren
bond, zijn wezen en zijn werk, en over
de middelen aan te wenden om onzen
boerenstand te ontwikkelen tot eene
grooten, gelukkigen en geëerden stand
in de maatschappij.
Ja, waar zyt ge gevaren, heeron
liberalen
Gij zijt zoo verre gevaren,dat gij heden
aan den slaafschen dwang der roode
hoofdmannen gansch onderworpen zijt..
En zoo verre is het dat ge hunnen wil
moet uitvoeren, dat ge hun gedwee moet
gehoorzamen, dat ge, gelijk pacha
Anseele het u voorzegde, de roode vlag
moet volgen, wilt gij, op politiek ge
bied, nog iets zyn
Niet alleen in België wordt dat besta-
tigd maar ook in vreemde landen. Men
oordeele
De Deutsche protestantsche Kreuxzei-
tungeen gezaghebbend blad van Berlijn
schrijft de volgende zeer op te merken
negerinnen geroosterd vleesch op houten
borden, hetwelk zij ons met groote onder
danigheid aanboden.
Wy aten en dronken en lieten intus-
scben onze bedden in één hut byeen zetten
waar wy weder op beurt waakten.
Toen wy wakker werden, stond de zon
al hoog aan den hemel. Wy gingen ons
kleeden, onder voortdurend gemopper van
Good, die zyn bovenkleeren verlangde. Ik
vroeg ernaar en vernam, dat die vreemd
soortige dingen al bij den koning waren,
dio ons in den voormiddag zou ontvangen.
Nieuwe ergernis van Good, die 't boven
dien aan onze veiligheid verplicht was, de
linkerhelft van zijn gezicht weer te sche
ren rechts kreeg hy al meer en meer
baard wij beduiden hem terdege, dat hij
die moest laten staan. Wat onszelf betreft,
wij behoefden ons slechts to wasschen en
óns baar wat in orde te brengen. Sir Hen
ry's gele lokken hingen tot op zyn schou
ders en mijn haar was ook een paar duim
langer dan ik nog ooit gewoon was geweest.
Daarna ontbeten wij en rookten een pijp,
totdat er een boodschap kwam. door tus-
schenkomst van niemand minder dan Infa
doos zelf, dat de koning gereed was om ons
te ontvangen, als wij wilden komen.
Wy antwoordden, dat wij lievor wilden
wachten tot de zon wat hooger stond, wij
waren nu juist bezig met het opstellen van
ons reisverhaal. By den omgang met zoo'n
onbeschaafd volk is het altyd goed, geen
groote baast te toonen. Beleefdheid nemen
De toestand is nu zoodanig, dat het
Belgisch liberalism, meer en meer
samengetrokken volkomen is afge-
daald tot den rang van sleppendragers
van de socialistische demokratie.
Een liberaal Gouvernement is in
n België niet meer mogelijk enkel een
it katholiek beheer of een socialistisch-
ze gauw voor dienstvaardigheid en dit hoeft
niet.
Daar wy even beangst waren Twala te
ontmoetten als hij om ons te zien, wachtten
wy nog een uurtje en besteedden dien tijd
om dio geschenken in geleedheid te bren
gen welke ons bescheiden voorraad toeliet,
namelyk het geweer van den armen Win-
vogel on wat kralen. Het wapen wilden wij
Zijne Koninklyke Hoogheid aanbieden, do
kralen aan zyn vrouwen en hovelingen. Wij
hadden er al wat aan Infadoos en Scragga
gegeven, die er zeer mede ingenomen wa
ren, want zij hadden nog nooit zoo iets ge
zien. Ten slotte gaven wij te kennen, dat
wij gereed waren. Geleid door Infadoos
gingen wij naar Twala Umbopa droeg het
geweer en ife kralen.
Na eene wandeling van een paar honderd
meters kwamen wij aan eene omheining,
zoo iets als om do hutten, waar wy geslapen
hadden, maar minstens vijftig maal zoo
groot. Aan den buitensten rand stonden de
woningen van do vrouwen des konings.
Juist tegenover de poortopening stond aan
do andore zy der open ruimte een bijzondere
groote hutde residentie van Zijne Maje
steit. De rest was open terrein, dit wil
zeggen, zou open terrein gewoost zyn, als
de ruimte niet was ingenomen door compag
nies soldaten. Er waren zeker zeven of acht
duizend krijgers. Zij stonden als standbeel
den toen wij voorbijgingen, wat inderdaad
een grootsch schouwspol was, ten minste
het stilstaan der reuzon, niet het passeeren
liberaal beheer zijn het dat heeft het
liberalism herkond en het leidt en be-
slist er,'de gevolgen er uit af.
De tyden dat de liberale partij nog
een groot deel der middenklas en der
werklieden achter zich had, zijn
sedert lang voorbij zij is bijna gansch
verpletterd tusschen de steenen van
het klerikalism en van het socialism
en heeft neg enkel een klein getal
kiezers achter zich, gekenmerkt door
twee onderscheidene trekken.
Zij zijn terzelfdertijd de vijanden
van de Kerk en van de rijkeD.
Onderden druk van den haat tegen
de Kerk zullen zy oprukken met de
rooden, maar do rooden maken een
gebaar alsof zij in hunnen porte-mon-
naie willen zitten, maar ze zijn nog
al gevoelig langs dien kant.
Gezien het verval van het liberalism
teekent zich de beslissende strijd tus-
schen de katholieke partij en de socia-
listische demokratie meer en meer
duidelijk af.
Wat zeggen de liberale gazetten over
de eindeklok, die door de protestant
sche Kreuxzeitungaldus over hunne
partij geluid wordt
Niets want zij willen gebaren dat
de liberale partij nog springlevend is.
Het liberalism trekt nu do koorde,
die hem verwurgt, voor goed toe, met
zich aan de socialisten te verslaven 1
Reisbeschrij ving
door Petrus Gosyn.
VI.
8 Maart Om G ure word ik wakker. Ik
voel mij zoo behaaglijk in myn bed, de
boot schokt niet, het machien ruiseht
nauwelijks hoorbaar. Waarbij mag dit
komen f Plotseling begrijp ik alles. De
Kildonan vaart de haven van Funchal
binnen. Met één ruk werp ik het deksel
van mij af, en zonder mijne kousen aan te
trekken spring ik in mijno bottes mousti-
ques, gryp muts en regenmantel en vlieg
de trappen op naar het dek om het heerlijk
schouwspel te genieten. En heerlijk prach
tig was dat zicht. Voor my een nieuweling,
scheen het, of hemelgunsten dit oord
hadden gemaakt en er met volle grepen
de natuurwonderen hadden rondgestrocid.
Verbeeld u, een halven cirkel, als e me
halve maan, maar zoo wijd dat do twee
uiterste punten uren en uren en uren ver
van elkander zijn gelegen en uren verre van
het middenpunt der halve maan in de zoe
uitsteken en gansch die watervlakte en
die halve maan begrepen is overdekt met
kleine bootjes, die er als vlinders uitzien
met hunne witte zeilen en aan de kanten
groote booten en stoomsloepen. Staitg,
golijk bet een Engelsch schip betaamt glijdt
onze stoomboot de baai binnen. Hoog boven
de stad Funchal, met hare als opeengetaste
huizen, of als do gaanderijen van een
van my en mijn makkers.
Alleen de ruimte tegenover de koninkly
ke hut was open er stonden zeven stoelen.
Op uitnoodiging van Infadoos namen wy
drieën plaats Umbopa bleef achter ons
staan. Onze geleider zelf ging in positie
staan by de deur van de hut.
Zoo zaten wy r.aar een minuut of tien, te
raidden van een doodsche stilte maar wist
en wel, dat achtduizend paar oogen op ons
gevestigd waren, 't Was geene erg gerust
stellende beproeving maar wij doorstonden
die zoo kalm mogelyk.
Eindelijk ging de deur open en trad een
reusachtig figuur naar buiten, gekleed in
een schoonen mantel van tiegervellen.
Scragga volgdo hem op den voed en achter
hem kwam eene gedaante, dio wy hielden
voor een ouden aap, in eene schoonen frak.
Do groote gestalte ging op een stoel zitten,
Scragga ging achter hem staan en de oude
aap hurkte neer in de schaduw van de hut.
Nog steeds was er stilte.
De reuzenfiguur wierp nu zijn mantel af
eu stond rechtop voor ons, wat ook al geen
opvroolykend gezicht was. De man had een
zoo terugstootend uiterlijk, als wy nog
maar ooit gezien hadden. De lippen waren
dik als die van den eersten den besten ne
ger, de neus was plathy had maar één
onheilspollend oog, het andere werd verte
genwoordigd door eon gat in zijn hoofd. De
uitdrukking was bovenmate wreed en zin
nelijk. Hij droeg een soort wapenrusting
van kettingwerkin do rechterhand had
onafzienbaar amphitheater, verheffen zich,
de met- wouden van palmboomen en andere
houtsoorten bekroonde kruinen der bergen
en reiken bijna de wolken.Nog zijn ravijnen
en bergtoppen met den gazen nevelsluier
omhuld, een hemel als van doorschijnend
goud, welft, als een stralende glinsterende
kocpol, over de stad, de bergen en de baai
en schijnt als gouden sprankels er op nêer
te zaaien. O God wat zyt ge mateloos groot
in uwe werken en hoe nietig zijn daarbij
uwe schepsels.
Om 7 ure werpt de Kildonan het anker
vóór de stad en thans kunnen wy alles op
ons gemak eens in oogenschouw nemen
De slad,aan de voet der hemelhooge bergen
gelegen en zooals ik reeds zegde trapsge
wijze opklimmend schijnt zich in de blauwe
golven van den Oceaan te willen spiegelen.
De huizen zyn meestal voorzien van eene
verandaeh, net onderhouden, witte gevels
met groeno vensterluiken en helrode daken
welke aan het geheel een lief voorkomen
geven en schilderachtig afsteken op de
donkergroene omlijsting van de hooge
bergen.
Stilaan verdwijnen de nevelsluiers,slieren
nog eene wijl als zeenimfen rond de berg
kruinen en mengen zich met do lichtblauwe
wolken van den horizont.
Bijzonder schilderachtig ligt daar midden
in de bergen, omringd van immer groene
wouden het prachtig, uitgestrekt Sanato
rium, hoog boven de stad, ginds wat verder
op een alleenstaanden heuvel is een lief
wit kerkje te zien met slanken ryzigen
toren, welken men van verre bemerkt.
Juist klept het klokje, en de bergen weer
kaatsen honderdvoudig het zilverig geklin
gel. Immer heeft het geluid der klokken
mij ontroerd, maar nog nooit heeft het my
zoozeer aangedaan als op dezen morgend
honderden uren verre van 't lieve vader
land.
Even boven de stad bemerkt men nog
een oud fort als uit graniet gehouwen, met
eene overwelfde poorten brug. Dreigend
schijnt de sombere steenbonk op de stad
en de baai nêer te zien als maakte hij zich
gereed al dit schoons te verdelgen.
Aan de kaai bevinden zich insgelijks de
belangrijke gebouwen dor electriciteits-
fabriek welke de verlichting aan de stad
en de trekkracht voor de trams levert. Op
den uithoek der halve maan rechts, ziet
men eene uitgestrekte pachthoeve,blinkend
van netheid, en rechts voor ons uit zien
wij eene kerk zij heeft echter meer het
uitzicht van eene turksche moskée. Hon
derden kleine bootjes zwermen rond onze
Kildonan zij zijn bemand met halfge-
kleede bengels gereed om in zee te springen
wanneer men er een penny n in werpt.
Zelfs zijn er die tot op het hoogste van ons
schip klimmen en zich van daar voor één
shilling in de zoe werpen.
(Wordt voortgezet)
Voor uwe Vrouwkleerstoffen,
gaat bij VAN DEN BERGH-JOURET,
Korte Zoutstraat, Aalst.
hij een speer. Verder was hy juist gekleed
als zijn stamgenoten, alleen droeg hij nog
een gouden band om den bals en voor het
voorhoofd had hij, wat wel dwaas stond,
een grooten ongeslepen diamant gebonden.
Nog heerschte stilte, maarniet voor lang.
De groote man, dien wy terecht voor
dan koning hadden gehouden, hief zijn speer
een weinig op en bijna terzelfdertijd gin
gen de speren van al de achtduizend strij
ders omhoog, en uit achtduizend kelen
klonk de koninklyke groet Aroom. De
groot werd driemaal herhaald en driemaal
daverde het in 't rond.
We08 onderdanig, o volk, zoo piepte
een stem, welke die van den aap in de scha
duw bleek te wezen, het is de koning.
Het is de koning riepen de achtdui-
duizend strijders in antwoord. Wees onder
danig, o volk, het is dc koning.
Toen was er weder stilte... Doodsche
stilte. Maar plotseling werd zo verbroken.
Een soldaat ter linkerzijde liet zijn schild
vallen, dat kletterend neerviel op den kalk-
steenen vloer.
Twala zag met zyn barsche oog in de
richting van het geluid.
Kom hier, gy, sprak hy koel.
Eon welgebouwd jong krijgsman kwam
uit het gelid en trad op hem toe.
Waarom viel dat schild, lompe hond
Wilt ge mij tot schande zyn in de oogen
van deze vreemdslingen van de sterren
Wat hebt ge te zeggen
Wij zagen den arweu drommel verblee-
Lieden van den buiten,die naar Leu /en
gingt om een uwer heiligste rechten te
verdedigen, weet gij met welke namen
de geuzen- en socialistische bladen u
betitelen
Weet gij dat de organen der roode en
blauwe partij u verwijten dat gy
«ploegen zijt, die in God gelooven»?
Hebt gij gelezen dat de blaadjes uwer
zoogezegde vrienden u verwijten dat
gij pijpenkoppen zijt.
Hebt gij gezien wat de Peuple §n
na hem by na al de kartelbladen In
hunne kolommen hebben gedrukt?
Ongetwijfeld neenWelnu, luistert.
Welk is 't verschil tusschen de twae
o betoogingen van 15 en 27 Augustus?—
Den 15 Augustus vervoerde men
menschen in beestenwagens en den
cc 27 Augustus vervoerde men beesten
in menschenwagens. Hoe andersilie
duizende betoogers bestempelen lie
cc voor de negen tienden fanatieke pach-
cc ters waren, onbeschoft van aard an
cc gereed om anderen, onder het geleide
cc van hunnen pastoor aan te vallen.
Buitenlieden, kiezers van Mijlbeek en
Schaerbeek, onthoudt dit en 'zendt de
heeren, die u zulke lieve benamingen
naar het hoofd slingeren op tyd en stond
naar de maan.
Blauwen en roodeD beweren dat d®
groenecandidatenlijst waarop MM.^oj tl
de Bethune, advokaat C. Ghyselinckx,
dokter Verhaegen, enz. voorkomen,era
afgescheurde katholieke candidatenltfat
is...
Nu, met meer recht mogen wij zegg in
dat die groeno candidatenlyst een afgt-
scheurde liberale lijst samenstelt. Iiu
inderdaad, tegen wie stryden de groea®
democraten
Is het tegen de liberalen
Neen
Is het tegen do socialisten
Neen
Tegen wie dan
Tegen de catholieken... Eq waarom
bijzonderlijk Ora te beletten dat d®
catholieken de volstrekte meerderheid
zoudon kunnen behalen.
Moesten de groenen hierin lukken
dan zouden zij ten voordeele der liberalen
hebben gewerkt... En inderdaad, moest
de E. V. toegepast worden, dan zouden
de groenen en rooden gezien hun gering
stemmental, niet in aanmerking komen,
om mêe te deelen de liberalen alleen
zouden, gelijk over acht jaren, er voor
deel bij vinden.
Dus de groene lijst is een afgescheutde
liberale lijst. Wie voor de groene candi-
daten stemt, stemt ten voordeele der
liberalen
Nu, om het plan der groenen in duigen
te slaan, hoeven wij, Catholieken, aan
't hoofd van do catholieke lyst to stem-
men en niet panaclieereo
ken onder zijno zwarte huid.
Gy hebt my in ieder geval schande
aangedaan. Bereid u voor op den dood.
Ik ben de os des konings, was bet
zachte antwoord.
Scragga ging de wreedaard vooi-t,
laat zien hoe gij de speer hanteert. Docdl
dien lompen hond.
Scragga trad vooruit met een duivelscbeo
grijns op het gezicht. Het arme slachtoffer
bedekte de oogen met zijne handen ca
stond stil. Wat ons betreft, wy waren
vervuld van afschuw.
Een, twee...
De veelbelovende koningszoon hief lang
zaam de speer op en richtte die.
Drie...
Het wapen plofte in des slachtoffer®
borst en kwam oen voetlengte by den rag
uit. De arme jongen viel met een luiden
kreet op den grond en stierf. In de menigte
on rond ons rees een zwak gemompel op,
dat rendging en wegstierf. Do wreede da id
was volbracht voor wy nog tot recht besef
van den toestand waren gekomen. Het ge
zicht van het lyk was ons een gruwel.
Sir Henry sprong op en uitte eene vrte-
selyke bedreiging, maar de diepe stilt®
rondom overmeesterde zyn wil. En lui
ging zitten.
Do stoot was goed, zegde de koning.
Voer liet lyk weg-
Vier man traden uit 't gelid en droegen
ilea vermoorden makker weg.
(Wordt voortgezet.)