1 1 mm D Zondag 15 October (911 5 centiemen per nummer 65s,e Jaar 4406 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst. KIEZERS, OPGEPAST! GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Stad van Aelst VERKIEZING van 10 Gemeenteraadsleden M Stad van Aalst Verkiezing van 1 Gemeenteraadslid Leest aandachtig stemt onder n" I Kiezers opgelet .1, Werk lol bescherming der Buitenlieden Een geniale kandidaat. iV° 1 Het Manifest Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-^2 ining van den volgenden dag. De prijs ervan is: tweemaal ter week voor ie Stad 5 frank met den Post verzonden frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop ce betalen. De inschrijving eiudigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- vtingen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in by C. Van de Putte-Gooasens, Korte Zoutstraat.^N* 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij 'accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren otal rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dinsdag vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa dit blad. cuiqle suim. /lelst, 14 October 19 1 1. Modellen van Stembrieven den IS October 1111 1. (2* reeks. Rooskleurige stembrief.) BOSTEELS de BÉTHUNE Lodewijk DE CONINCK August DE HERT DE NAEYER DUWEZ GHEERAERDTS VAN DEN BREMT VAN DEN STEENE VAN DE VELDE den IS October 1911. (1* reeks. Witte stembrief.) MEERT Bij de gemeentekiezingen van 15 Oc tober zal voor de eerste maal gebruik gemaakt worden van do nieuwe stem briefjes, goedgekeurd door de wet van 12 Augusli laatst, en waarover onlangs een mioisterieele omzendbrief versche nen is. Dit stembriefje zal van het vroeger gebruikte hierin verschillen, dat het een volgnummer zal dragen aan een der boeken met puntstipjes, die gemakkelijk van het briefje zal kunnen afgescheurd worden. Als dit briefje gevouwen is, zal men op den achterkant dit volgnummer zien, te gelijk met den officieelen stempel, deD datum der kiezing aanduidende. Vooraleer zijn briefje in de stembus te steken, zal de kiezer gezegden hoek moeten afscheuren en liem op 't bureel neêrleggen. Dit moet gedaan worden in tegenwoordiglieid van den voorzitter, de bijzitters en getuigen, zonder dat dezen den hoek echter mogen afscheuren, aangezien de kiezer de zekerheid moet bewaren, dat niemand kuune zien hoe hij gestemd heeft. Alhoewel dit niets moeilijks oplevert, zal men toch voorzichtig moeten zyn om het stembriefje niette scheuren. Deze nieuwe maatregel is genomen tor voor koming van het kiesbedrog, genoemd reizendo bulletijn, en de genomen schikkingen zullen alle waarborgen op leveren. Inderdaad, al de stombriefjes zullen voor het begin der stemopneming door elkaar gemengd worden en men zal niet meer kunnen weten, welk num mer deze of gene kiezer gekrogen beeft. Indien een kiezer bij het afscheuren van den hoek, zijn slembriefje zou be schadigen of indien hij dien te vroeg zou afscheuren, zal hy iu den kiesgang mogen terugkeeren om zijne stemming te doen verdwijnen, door al de punten zwart te maken. Daarna zullen hem andere stembriefjes gegeven worden, in ruiling van de eerste. Kiest allen voor de Katholieken ONDEIt Nlr 1 23e Vervolg. En zich tot ons wendend, vervolgde Umbopa. En gij, blanke mannen, wilt gij mij helpen Wat kan ik u aanbieden De witte steenen Als ik overwin en ik kan ze vinden, zult gy zooveel kunnen nemen als gij maar dragen kunt. Is dat voldoende? Ik vertolkte zijn vragen. Zeg hem, antwoordde Sir Henry, dat hij zich in de blanken vergist. Rijkdom is goed, als wij dien op den weg bekomen kunnen, zullen wij dien niet laten liggen Maar een gentlemen verkoopt zich niet voor rykdom. Ik heb ecliter Umbopa altijd gaarne mogen lijden en zooveel ik kan zal ik hem bijstaan. Het zal mij een groot ge noegen zijn, korte wetten te maken met dien wreedaard van een koning. Wat zegt gij er van Good en gy, Quatermain Wel, antwoordde Good, om eens wat overdreven te spreken, zooals dit bier schynt te behooren, gy kunt hem van mijnentwege zeggen, dat een opstand tegen dien Twala een goed ding is en weerklank vindt tot in de verste rimpels van mijn hart. Hij kan op mij rekenen. Ik vertolkte hunne antwoorden. Medeburgers Aalstenaars die den voorspoed onzer Stad bemint, 't Is goed vrienden, sprak Ignosi, voorheen Umbopa. En wat zegt gij, Macamazuhu Zijt gij ook met my, oude jongen Ik dacht een oogenblik na en krabde my eens achter 't oor. Umbopa of Ignosi, zegde ik, ik houd niet van revoluties. Ik ben een man van vrede en oen beetje bloohartig hier lachte Umbopa maar van den anderen kantmijne vrienden kunnen altijd op mij rekenen. Gij hebt ons goed geholpen, wij zullen 't u doen. Maar, zooals gij weet, ben ik koopman en moot mijn weg door 't leven maken. Ik neem dan ook uw aan bod van die diamanten aan. En nog iets anders Wij komen, zooals ge weet, Incubu's, Sir Henry's verloren broeder zoeken.Gij moet ons helpen dien te vinden. Dat zal ik doen, antwoorddo Ignosi. Infadoos, by 't teeken van de slang om mijn middel, zeg mij do waarheid. Heeft ooit, bij uw weten, een blanke man den voet gezet in dit land Neen, Ignosi. Als hier ooit een blanke geweest was, zoudt gij dat geweten hebben Ik zou 't zeker geweten hebben. Gij hoort liet, Incubu, zegde Ignosi tot Sir Henry, hij is hier niet gewoest. Wel, wel, sprak Sir Henry, met een zucht. Ik dacht wel, dat hij zoover niet zou zijn gekomen. Arme broeder, arme jongen, alles is dus voor niets geweest. Gods wil geschiede Er zullen twee verschillige stembrie ven zijn, een rooskleurige en een witte. Wie een stem heeft ontvangt twee stembrieven, een rooskleurige en een witte. Wie twee stemmen heeft ont vangt vier stembrieven, twee rooskleu rige en twee witte. Wie drij stemmen heeft ontvangt zes stembrieven, drij roos kleurige en drij witte. Wie vier stem men heeft ontvangt acht stembrieven, vier rooskleurige en vier witte. Op al de stembrieven die gij van den heer Voorzitter zult ontvangen, 2, 4, 6 of 8, de helft rooskleurige en de helft witte, moet ge stemmen. Prent dit goed in uw geheugen En om verzekerd te zijn van wel gestemd te hebben maakt dan op al uwe stem brieven het wit punt zwart in het zwart vierkant onder Nr 1 IN DE GROOTE STEDEN Brusael en Voorsteden Waarde Heer. Het is een bekend feit dal het getal der personen en der familiën, die den buiten verlaten en zich in de groote steden ne derzetten, in dezen tijd op eene groote schaal heeft toegenomen. Vooral Brus sel en hare voorsteden trekt dc buiten- mensclien steeds meer en meer aan. Aan den anderen kant is het ook een feit dat bet verblijfin do stad voor zeer vele buitenlieden groote gevaren voor geloof en zeden oplevert. De mensclien, die in de stad aankomen, zijn er plots omgeven door alle soorten van vijanden van hun geestelijk en zedelijk geluk, en maar al to dikwijls worden zij misleid en bij de tegenstrevers van God en Kerk ingelijfd zonder dat zij of wy het weten, en zoo raken zij spoedig verloren. Gaarne zouden de geestelijke en sociale leiders van den buiten hunne uitwy kelingen toevertrouwen aan depriesters en de sociale werkers der stad maar doorgaans weten zij niet op welke paro chie de menschen gaan wonen noch aan wie schryveu. Aanderzijds is het voor de geestelijk heid der groote stad uiterst moeilijk om bij tijds in aanraking te komen met die onbekende nieuwe parochianen, daar zij Diet weet waar ze zich ophouden. Om de priesters en de sociale werkers van Brussel en den buiten hierin te helpenen hunne onderlinge betrekkin gen te dezen opzichte te vergemakkelij ken, belast zich ons Secretariaat de in- lichtiugen die ons van den buiten opge stuurd worden aan de parochiale geeste- tijkheid en sociale werkers alhier over to maken. Hiertoe is het voldoende den naam en adres der uitwijkelingen (familiën of afzonderlijke personen) op te geven met eenige korte aanmerkingen Er ontstond eene pijnlijke stilte, waar aan ik een einde maakte, want ik wilde dit gewichtige onderwerp graag afhandelen. Ik zegde daarom tot Umbopa 't is goed en wel, naar recht en wet, koning te zijn, maar hebt ge al nagedacht over de middelen om er toe te komen. Neen, ik weet er geen. Infadoos hebt gij een plan Ignosi, zoon van den weerlicht, antwoordde zijn oom, van nacht hebben de groote dans en de tooverjacht plaats. Menigeen zal er by omkomen en in de har- ton van nog meerderen zal opnieuw verbit tering gezaaid worden tegen den koning Twala. Als hot feest voorbij is, zal ik spreken met de voornaamste hoofden der regimenten. Als ik hun heb overtuigd dat gy inderdaad de koniDg zijt, twijfel ik niet, of twintigduizend speren zullen er ter be schikking staan. Maar nu moet ik gaan, om te denken, te hooren en mij gereed te maken. Als do dans voorbij is, en ik leef nog en wij allen leven nog, dan zal ik u ontmoeten en kunnen wij praten.Het beste zal zijn, dat er oorlog komt. Op dit oogenblik werd ons onderhoud onderbroken door de luide mededecling buiten, dat er boodschappers waren van den koning. Naar de deur van de hut tredend, gelastten wy, hen binnen te laten. Drie mannen kwamen toen tot ons, ieder een schitterenden metalon maliënkolder en een prachtige strijdbijl dragend. De geschenken van mjjuen koning erbij, en alles te zenden aan den Heer Flament, Kogelstraat 7, Brussel, die ze in samenwerkig met een E. H. On derpastoor, aan de respectieve geeste lijken zal mededeelen. Zoo zullen die- familiën bezocht worden, hunne parochie met de geestelijken lee- ren kennen, en d io weg te weten komen naar de kerk, de catechismuslessen, de parochiale scholen, de patronaten, de syndicaten en socialeinstelliugen, werk manskringen, goede werkhuizen, enz. Ons Sekretai iaat is altijd bereid ver dere inlichtingen te verschaflen en de geestelijken van den buiten over de door hen opgegeven familiën bericht te geven Z. E. Kardinaal Mercier heeft zich gewaardigd het werk tot bescherming der buitenlieden in do stad volkomen goed te keuren en aan te moedigen. Ons werk droeg ook de volle goed keuring mede der leden van de vierde Sociale week van Leuven. In de hoop dat wij op uwe bereidwil lige en gewaardeerde medewerking vast mogen rekenen, bieden wij U, Waarde Heer, de vezekering onzer ware hoog achting en toegenegenheid. Het Sekretariaat. (Vervolg). We gaan voort, beminde Lezers en Lezeressen, (Jaak den Ezzel, Jan-Bap tist, te Melkboer, en andere talenten, mogen ook luisteren) met onze bloem lezing uit Rubens in Aalsthet weerga loos meesterstuk van M. Petrus Daens, kandidaat voor de gemeentekiezing van 15 October 1911 Opgelet Rubens en Van Dyck wonen, den 29 Juni 1631; het afsterven bij van den monnik Phalesius, die maar eenige uren meer te leven heeft(IVe hoofd stuk, 3e kol.) Nu, Phalesius stierf in 1638, dus zeven jaren later Vader-Abt vroeg in 1631 aan Rubens om het tafereel de Kruisdraging te schilderen. (V11Ie hoofdstuk, 3ekol.). Zeer kleine vergissing het was de Aartsbisschop Jacobus Boonen, die, ten jare 1634, bijgevolg drie jaren later, Rubens bij zich riep en de bedoelde schilderij bestelde De reuzen kwamen te voorschijn in de processie van 1536. (IXe hoofd stuk, 2e kol.). Nochtans werd de reus, eigendom van het Sint-Jorisgilde, reeds iu 1497, in den ommegang gedragen. Ergo negen en dertig jaren vroeger. Later volgde de draak (id.) Die draak verscheen alreeds in de processie van 1424, of meer dan honderd jaren vroeger Paulus is de echte naam van Burkos de hoofdpersouuage van het kluchtig drama (hoofdstuk III, kol. 4). Maar zulks is de schryver wat verder aan de witte mannen van de sterren, zegde een heraut, die met hen gekomen was. Wy danken den koning, antwoordde ik gij kunt gaan. De mannen vertrokken en toen be schouwden wy de wapenrusting met de grootste belangstelling. Het was het schoonste kettmgwerk, dat ik nog ooit gezien had. Een geheele kolder vormde, bijeen gevouwen, een hoopje schakels, dat met de handen te beleggen was. Maakt gij deze dingen in het land, Infadoos, vroeg ik. Zij zijn zeer schoon. Neen, heer, wy hebben ze van onze voorvaderen. Wij weten niet, wie ze ge maakt hebben. Er zijn er nog slechts weinig over. Niemand,dan die van konink lijke bloede is, mag er in gekleed zyn. Geen speer kan er door die ze aan heeft is wel veilig in den slag. De koning is nu wel goed gezind of zeer bevreesd, dat hy deze stalen kleeding gezonden heeft. Doe ze dezen nacht aan. Hot overige van den dag brachten wij rustig door, pratend over onzon toestand, die vrijwel geruststellend was. Toen de zon onderging, werden de dui zenden wachtvuren weder ontstoken en in de duisternis hoorden wy 't dreunen van vele voetstappen en het klinken van vele wapenen. De regimenten trokken op naar de hun aangewezon plaatsen, om gereed te zyn voor den grooten dans. De volle maan, op wier licht wij hadden gewacht, verscheen in volle pracht. Infa- vereeten, want alsdan heet die XVII® eeuwsche apache Franz Nu zag moeder haren Franz terug (VIIIe hoofdstuk, 3e kol.). Paulus heeft twee broeders. (Dat staat 4e kolom, III* hoofdstuk).Maar eenige bladzijden verder heeft hij er slechts een Hij ging zijn broeder terugziend (VIIIe hoofdstuk,38kol.). Waar de tweede verbleef, wordt niet gezegd. Wellicht, gaan wippen te Sley- dinge, of met krot en mot binnenge speeld door de Euverzwijoen in 't Affligemsch Bosch. (II® hoofdstuk, 4' kol.) We zouden graag aannemen, dat zulks eene kleine onachtzaamheid van schrijverswege is maar het volgende ontwarende, weten we niet meer wat denken Euverzwijn schrijft hij met eene hoofdletter E (hoofdstuk II, 4' kol.) en den persoon van Christus bedoelende, schrijft hij met eene kleine beginletter. (Zie VIII® hoofdstuk, 3® kol., 36® regel, 1° woord). Degenezene roover verlaat zijne geboorteplaats(VUB hoofdstuk, 4® kol.). Hij staat nochtans, in hetzelfde hoofdstuk van tafel op, na smakelijk en genoegelijk gemaaltyd te heb ben. En van zijne ziekte vindt men nergens één woord «De twee kunstenaars wandelden rond in tuin en park en waren aanwezig in de Completen. (VI® hoofdstuk, 3e kol.). Dus, op hetzelfde oogenblik in den tuin en in de kerk Echt kunstig, niet waar?.... Het volgende moest echter lastig zijn Rubens nam dagelyks, rond 11 uren, met zijne familie, tijdens eene wandeling, in zijn hof of in de stad, een sober noenmaal. (VIIIe hoofdstuk, 1® kol.). En tusschen 5 A 6 uren at hy met familie, vrienden en kennissen, te peerd, in de voorstad, of op de wal len II (Zie zelfde hoofdstuk). Rubens, groote ervaren staats man (V* hoofdstuk, 1® kol.), fijne diplo maat, Gezant van Spanje en Nederland, die de Vrede sloot tusschen Spanje en Engeland (hoofdstuk V, 1® kol.) roept uit. zich zelf en Van Dyck bedoelende a Sakkerdesakker Toenen. Antoine toe zijn toch twee vreemde landloopers (III® hoofdstuk, 5® kol. en 1® hoofdstuk, 4® kolom.) De prelaat van Affligem is aan 't woord en spreektmet oogen die vlammen als Engelen (VII® hoofdstuk, 3* kol.)Laat men nu den koffie koud wordon Aan mij hoeft g'het niet te zeggen, antwoordt Van Dyck vol hooge verhevene gevoelens want ik heb ontzachlijken honger (Hoofd stukken VII en VIII, 2e kol.). Wij hebben gelezen (IIIe hoofdstuk, 3e kol.), dat Rubens, in een roovers- liol, de schets maakte voor het tafereel van den H. Roclius. «In het volgende hoofdstuk, 3® kol., vindt de schilder slechts dan eene gewenschte samenstel- doos, in oorlogskleedij, verscheen toen, vergezeld van eene wacht van twintig man, om ons naar het feest te begeleiden. Zooals hy ons had aangeraden, droegen wy reeds de maliënkolders, ons door den koning geschonken, en wel onder onze ge wone kleeding. Tot onze verbazing waren zy noch zwaar, noch lastig in 't dragen. Alleen waren zy voor Good en mij wat lang, maar voor Sir Henry's reizigo ge stalte, was de wapenrusting als geknipt. Wij gespten ook onze revolvers aan en namen de strijdbijl van den koning in de hand. Zoo gingen wij op weg, Bij onze aankomst in de kraal, waar wij des morgens door don koning ontvangen waren, bevonden wij dat er nu wel twintig duizend man stond, regimentswijze dicht opeen in 't rond geschaard. De regimenton waren verdeeld in compagnies en tusschen dezen liepen smalle paden, waar de be- zweersters der booze geesten op on neer zouden gaan. Een grootscher schouwspel dan die groote schare gewapende mannen opleverde is niet te bedenken. Zij stonden volkomen stil en de maan goot haar zilveren licht over het bosch van speren en pluimen, de dichte hagen van schilden, voor ieder regi ment van andere kleur. Maar zij ook zagen overal lange reeksen van forsche gestalten onberispelijk in positie. Het heele leger is zeker hier, zegde ik tot Infadoos. Neen, Macamazahn, maar een derde. ling (i. a. w. het ensemble, groepeering, schepping) «wanneerhij pater Phalesius ziet sterven (10" hoofdstuk, 3e kol.).— De Prins der Viaamsche School maakte dus eerst de schets zijner schilderij, en eenige uren later de samenstelling of het onderwerp Maar ge Doeg, niet waar? Wanneer men dergelijken rimram leest, dan vraagt elk ernstig man zicli af, wie er meest te beklagen is, ofwel de lezer die dien wekelijkschen kost moet verobbe- ren, ofwel de schrijver, M. Daens zelf, die uitroeptMijn oud hoofd mag rusten (Land van A$lst, 3 Sept. 1911. Nfe zööót VRIENDEN met PANACHEREN Allen als een man gestemd onder van de roode winkelpolitiekers der Saskaai kondigt eene lyst af die reeds meer dan eens in Recht en Vrijheid is verschenen, van de loonen die door katholieke en liberale fabrikanten, brouwers, nijveraars, enz. aan hunne werklieden worden betaald. 't Is ons onmogelijk na te gaan of onze roode uitbuiters wel de waarheid schrij ven, maar wat wij weten 't is dat nooit een enkel onzer katholieke of liberale fabrikanten, brouwers, nijveraars enz. zijn veroordeeld geworden ly'k Pacha Anseele en consoorten. ïfEgalité sociale deelde meê In November 1906 werd Paul Braeckman buiten gekegeld in Vooruit om de waarheid gezegd te hebben voor de Rechtbank. Anseele en de bestuurders van Vooruit o worden veroordeeld om 40 per honderd van het loon der werklieden te hebben achtergehouden. EhwelFredje, wat nu Als ge nu verlangt dat we met jaartal en date de namen afkondigeu der man nen die uit Vooruit werden op straat gezet omdat ze voor den despoot Anseele niet wilden dansen lyk hij schuifelde, spreek wij zullen u dadelijk ter hoogte brengen Een derde deel moet ieder jaar aanwezig zijn bij den dans, een ander derde deel is buiten geconsigneerd voor 't geval er op stand mocht komen als 't dooden begint tienduizend bezetten de garnizoenen in den omtrek, de rest in 't land. Gij ziet dat het een groot volk is. Zij zijn zeer stil, sprak Good. Inderdaad was do diepste stilte onder zulk eene schaar mannen overweldigend. Wat zegt Bouguan vroeg Infadoos. Ik vertolkte het. Degenen, over wien de schaduw des doods glijdt, zyn stil, zegde bij bitter. Zullen er velen gedood worden Zeer velen. Het schijnt, zegde ik tot myne mak kers, dat wij hier een bloedig schouwspel zullen bijwonen. Sir Henry huiverde en Good zegde te wenschen, dat hij honderd uren van hier was. Zeg eens, vroeg ik, Infadoos, zyn wij in gevaar Ik weet hot niet, heeren, ik kan er niets van zeggen. Maar toont geen vrees. Als gy na dezen nacht nog leeft, zal alles goed gaan. De soldaten morren tegen den koning. Wij waren intusschen gevorderd tot het middelpunt dor open ruimte, waar eenigs stoelen stonden. (Wordt voortgezet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1