HUW W SM1 Zondag 19 November 1911 5 centiemen per nummer 65,e Jaar 4416 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. BERICHT. Leesten verspreidt11 De Denderbode,, Over de gehoorzaamheid aan het Kerkelijk Gezag. Eenige Fruitsoorteg als Leiboon;. Onze Brieven uit Katanga, Anti vrijmetselaars-bond Zondagrust. NDERBOD Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- uin,' vin den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor 1<* Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop ce betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont* virngen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goomens, Korte Zoutstraat, N* 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3a* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dinsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vin dit blad. CHIQUE «SZJZJM. Aelst1 8 November li» 11. De personen welke een abonnement nemen aan de De Denderbode voor het jaar 1912 zullen het blad van heden af ontvangen tot Nieuwjaar KOSTELOOS. Men kan zich abonoeeren aan De Denderbode op ons bureel 31, Korte Zoutstraat 31, en ten Postbureel door 't welk men bediend wo**dt. PRIJZEN DER ABONNEMENTEN Voor de stad tweemaal ter week Ir. 5,00 Voor den buiten 6,00 id. eenmaal 4,00 De abonnementsprijs moet vooraf betaald worden. Woorden van Kardinaal FISCHER, Aartsbisschop van Keulen. Een slagwoord van onzen tijd is lift woord vrijheid. Vrijheid van denken, vrijheid vau handelen, vryheid van oor- deelen. En daarmeêverdwi nt de achting voor de Autoriteiten, voor de door God gestelde Oversten en met haar gaal de gehoorzaamheid heen. Reeds de opvoeding is np dit aank wee- ken van vrijheid en zelfstandigheid ge richt. Uit dit overdreven nadruk leggen op de vrijheid komt de gn-i.zelooze zucht tot kritiseeren van onzen tijd, die lang zamerhavd ook op dc katholieke kringen aanstekelijk werkt. Men oefent kritiek uit over alles, weet alles beter dan an deren; de eerbied, welken ambt, leeftijd, kennis vragen, schijnt niet meer te be slaan, verouderd te ziin. Dat daarbij ook de kerkelijke Autoriteiten niet worden gespaard, is van tegenstanders begrijpe lijk, maar is het i.iH een betreurens waardig feit, dak ook bieren daar ka tholiekenzeker niet zoo zeer met klaar bewustzijn als onder den invloed van den tijd in dezelfde fout vervallen en daardoor ergernis geven Brutaal oor- doelen zij over de Kerkelijke Overlieden en hun handelingen, disputeeren zonder grondige theologische kennis, over in houd en draagwijdte van kerkelijke de creten, kritiseeren lichtvaardig kerke lijke gebruiken door de Kerk toegestane of zelfs aanbevolen devoties, wonderen of merkwaardige gebedsverklaringen, bedevaarten, en heiligenvereering zij willen zelfs de Bisschoppon voorschrif ten geven, hoe zij, in overeenstemming met de behoeften van den huidigen tijd, de aanstaande Priesters moeten vormen; ja zelfs de leer der Kerk als zoodanig weerhoudt somtijds niet voor dezen 27e Vervolg. Terugkeerend in de hut, namen wij een middagmaal en brachten den dag verder door met liet ontvangen van beleefdheids- en ook nieuwsgierigheidsbezoeken. Eindelijk ging de zon onder en brachten wy een paar uren in volmaakte rust door, behalve dat wij in niet geringe onrust ver keerden. Tegen half acht kwam een boodschapper van koning Twala ons uitnoodigen tot bij woning van den maagdendans, welke zoo aanstonds zou beginnen. Haastig deden wij de maliënkolders aan, ons door den koning geschonken wij namen ook onze geweeren en ammunitie mede, zoowel om ze bij de hand te hebben als wij moesten vluchten als om den raad van Infadoos op te volgen. Wij vertrokken met forschen stap, maar inwendig vol angst en vreoze. De open ruimte tegenover de konings- kraal, bood een ganscli ander schouwspel da:i den vorigen avond. In plaats van de aaneengesloten rijen van grimmige krijgers stonden daar nu talrijke compagnieën van Kukuana-meisjes, ieder gekroond met ongebonden vrijlieidswaan, waaraan alle piëteit, alle kerkelijk gevoel, elke trouwp, degelijke gezindheid ontbreekt. Zulke gevallen zijn in de laatste jaren tot droefheid des Pauzen en der Bisschop pen meermalen in andere landen voor gekomen. Maar hebben we ook niet in Duitschland dergelijke verschijnselen gehad, die elk Katholiek hart moeten bedroeven Hiermee hangt, samen het onbeperkte lezen van allerlei boeken en geschriften, van gevaarlijke, zelfs verboden hoeken, allemaal onder het voorwendsel, dat men zich zelfstandig een oordeel vor men moet. De vrijheid is een hoog goed en de Kerk heeft de vrijheid van den wil steeds verdedigd, maar zij is geen ongebonden heid, zij heeft hare grenzen. Naast en boven de menschelijke vrij heid troont de eeuwige Goddelijke Orde, waarin de mensch met vrijheid zich heeft te voegen, wil hij zijn eeuwig doel bereiken deze Orde verlangt eerbied voor het van God gestelde gezag en be reidvaardige gehoorzaam. De kerke lijke overheden, en in het bijzonder- de over de geloovigen door God gestelde Bisschoppen, waken over uals moetende rekeuschap afleggen. De tijden maken zijn ambt moeilijk niet dan na gebed en rijp overleg neemt hij zijn maatregelen. Maar dan is hot maanwoord van den apostel ook op zijn- plaats, dat do onéwgesohikton -hUe het ambt niet moeten verzwaren, opdat hij het met vreugde voere, en niet al zuchtend. Zeker zijn en blijven ook de kerke lijke Overlieden meiisclien, met de ge breken en onvolmaaktheden der gevallen menschelijke natuur en wanneer ze ook een bijzondere genade van hun staat tot goede uitoefening van hun ambt verkrij gen zoo kunnen ze toch in hunne maat regelen mistasten. Dat geldt zelfs van het Opperhoofd der Kerk, den Paus, die, gelijk gij uit den catechismus weet, slechts dan on feilbaar is, wanneer hij als opperste Leider en Lee raar der Kerk in zake van geloofs- euzcdeleereen beslissing neemt, die voor de geheeie Kerk is bestemd. Maar ook al slaat het zoo, dan wordt daarmeê de plicht en eerbied niet aange tast, welke te kwetsen met kerkelijke gezindheid onvereenigbaar is. Een goed kaïholiek christen kritiseert nooit zijn kerkelijke Overlieden. Waar dat plaats heeft, geschiedt het zelden zonder zon de het geeft ergernis en verschaft slechts vreugde aan hen, die afkeerig ziju aan onze heilige Kerk, terwijl ons geloo vig volk door zij n katholiek instinct terstond gevoelt, dat zulk een handel wijze niet meer kerkelijk, niet meer katholiek is. bloemen, een palmtak in dp eene en een witte lelie in de andere hand. In 't midden der door de maan verlichte plek zat Twala, met Gagool weder aan zijn voeten. Infadoos en Scragga benevens twaalf wachters stonden achter hem. Twala groette ons met schijnbaar groote hartelijkheid, inaar ik zag hem zijn oog wantrouwig op Umbopa vestigen. Welkom, witte mannen van de ster ren, zegde hij. Dit is een schooner schouw spel dan gij bij 't licht der vorige maan hebt gezien. Maar 't is niet zoo good. Meisjes zyn wel bekoorlijk, maar mannen zijn beter. Kussen en teedere woorden van vrouwe:: zijn zoet, maar het geluid van wapenen en de geut van mannenbloed zyn beter. Wilt gij een vrouw hebben van uit ons volk Zoo kies de schoonste onder hen. En hij wees in 't ronde. Maar ik antwoordde haastig Dank, o koning, maar witte mannen huwen alleen met vrouwen, die wit zijn zooals zij zelf. Uwe meisjes zijn schoon, maar zij zijn niet voor ons. De koning lachte. 't Is goed, sprak hij. In ons land is een spreekwoord dat zegt Vrouwen - oogen zijn altijd schitterend, van welke kleur zij ook zyn. Een ander dat luidt Bemin haar, die aanwezig is, want die verre zijn, kunt gij niet vertrouwen. Maar mogelijk zijn die dingen in do sterren anders. In etn land, waar de mannen wit zijn, is alles mogelijk. Hetzij zoo,blanken Gewoonlijk is de liefhebber zeer be kommerd wanneer hij zijnen hof met eenige fruitsoorten moet beplanten daarin ligt de rede waarvoor wij daar over zoo dikwijls geraadpleegd worden. Wij kunnen den liefhebber niet genoeg aanraden goed gevormde en gezonde boomen te planten met zorg uitgedaan vallen deze boomen heel gemakkelijk opnieuw wortels en de opbrengst volgt onmiddellijk daarna. Ten andere moeten de perelaars op kweek en de appelaars op zoet- of para dijsappel gegriffeld worden op wilde- ling doet de bevruchtiging 8 a 12 jaar op zich afwachten. Do pere- en appelaars moeten voor den winter geplant worden, de wdrtels zullen zich goed met een grond in aan raking stellen en, met de eerste lenteda gen zullen de nieuwe wortels ontwikke len de boom zal dus van de verplanting niet lijden, vooral indien er hem eene beredeneerde bemesting toegediend wordt, hetzij wel verteerd stalmest waaraan gij zult voegen 80 gr. super fosfaat, 40 gr. kloorpotassium en 40 gr. zwavelzuren ammoniak per vierkanten meter, deze laatste half voor en half na den winter. Deze hulpmesten hebben als voordeel eenen sterken groei te verschaffen en ook dit van talrijke en sappige vruchten te verzekeren. Laat wij eens onderzoeken welke va riëteiten gij in uwen hof moet. brengen. Aairflfe zolder muren plant gij de late peren Doyeorè d'hiver, Doyenné d'Aleogon, Bergamotte Esperen, Passé Crassane, BreHardenpont, BredeRauce, Belle des Abrés. Olivier de Serres in het oost: Passé Colmar, Jules d'Airolles, Josephine de Malines, Nouvelle Fulvie en om dikke vruchten te plukken Du- chesse d'Angouléme, BrtDurondeau, aan de westermuren plant gij do soorten die aan de schurftziekte niet onderhevig zijn zooals Durondeau, Louise bonne d'Avranches, William, Duchesse d'An gouléme, Glapp's Favourite en aan de noorderligging, de zomerperen Bre Giffort, La Madeleine, Seigneur Esperen, Durondeau, William, (in deze ligging is de vrucht veel minder gemuskeerd). Wilt gij eenige perzikbootnen plan ten, ziehier eenige soorten die opvolgent lijk rijpen Vroege Alexander, tJuli- Aug.) vroege Grosse Mignonne (begin Augustus), Madeleine rouge (einde Aug) Ghancelière. (begin Sept.) Belle Impe riale (einde Sept.) Wat de wijngaarden aangaat, neemt de vroege van Kienstheim en de Chas- selas rose. De noordkricken, die naam zegt ge noeg waar zij moeten geplant worden, op die zelfde ligging moogt gy roode en witte aalbessen planten deze hebben het voordeel hunne vruchten tot Novem ber en December in goeden staat te be waren. G. IMPATIENT Tuinbouwschool Vilvoorden. de meisjes zullen niet om u bedelen Nog maals welkom.En ook gij, welkom, zwarte. Als Gagool gisteren haar zin had gehad, zoudt gij al lang koud en stijf zijn. 't Is een geluk voor u, dat gij ook van de sterren gekomen zijt, ha, ha Ik kan u dooden, Koning, vóór gy mij doodt, was Ignosi's kalm antwoord. En gij zult kouden stijf wezen, als myne lede maten nog lenig zijn. Twala sprong op van woede. Gij spreekt stoutmoedig, knaap, sprak hij bitter. Ga niet te ver. Degene, op wiens lippen de waarheid is, mag stoutmoedig zyn. De waarheid is eene scherpe speer, die nooit haar doel mist. Het is eene boodschap van de sterren koning Twala zag alles behalve vriendelijk zijn een oog blonk wraakzuchtig. Maar hij antwoordde niets. Dat de dans beginne, riep hij uit. Terstond kwam er beweging in de met bloemen omkranste vrouwen-compagnieën. Eene zachte melodie zingend, dansten zij in langzame, rliythmische bewegingen. In het bleeke maanlicht was liet. met het ge- wuif der leliën en palmen,een tooverachtig gezicht. Plotseling hielden zy op en sprong een der meisjes uit do rangen to voorschijn, dat met vlugheid en bekoorlijkheid voor den koning een sclodans uitvoerde, gelijk geene Europeescho danseres haar zot verbeteren. Lukonzolwa. Thans wil ik u een woordje zeggen over mijne residentie het heerlijke Lukonzolwa. Heeft men de voet of veloreis gedaan van Elisabethstad' tot Dilwa, aan den oever van het zilveren meer, Moëro, dan wacht u daar, of gij wacht daar, de kleine stoomboot Emile Wangermée die de kalme, taterende golfjes van het meer doorklievend u op enkele uren zal brengen in't zicht van Lukonzolwa. Voor één steilon heuvel, die als uit het water schijut opgerezen en wiens hellingen en kruin, zijn begroeid met groene boomen en struikgewas, werpt men het anker uit. want daar, op dien heuvel, ligt de residentie Lukonzolwa, de oude verblijfplaats van den heer Gouverneur. Eene piroge, of kleine boot, 't is niets anders dan een grooten uitgeholden boomstam, verlaat den oever en komt u afhalen van de stoomboot. Na enkele minuten zet men u af op het rotsen- strand. Vóór u hebt ge de kade met roode rotsblokken bezaaid,en een steilen bijna loodrecht steigenden weg, waar op, als door eene reuzenhand, groote steenbonken, ordeloos zijn Deêrgegooid. Heefl men nu den bijna 100 meters hoogen heuvel bestegen dan beklaagt men zich de vermoeidheid in da-beaneiL. niet. Wend u om, als een onafzienbare spiegel van vloeiend blauw metaal, met zilveren aderen, ligt daar het kalme meer Moëro, en zingt u zijn zacht, melodieus zeelied verre, ver aan den horizont de helderblauwe Afrikaansche wolkenhemel duikend in de zingende wateren van het meer, rechts en links hooge bergenreeksen met eeuwig groene kruinen, donkere vlekken teekenenle op het azuurblauwe hemelgewelf, en loodrecht boven uw hoofd, do zon, wier stralen, de pleinen en dalen, oveidekt met hoog gras, als met vloeibaar goud schijnen te overgieteD. Tjilpend en taterend in de groene boomkruinen, wippend van tak op tak, roept u het heerlijk vogelenheir zijn welkom too, een bonte mengeling, van groene, blauwe, witte, zwarte, gele zilveren en gouden gevederde zangers, met kleurige halskragen en vlerken, en bijzend aan de takken, beloeren u vragend de grijze, zwarte en bruine apen en werpen u, in apentaal, een heelen reesem scheld wooi den naar het hoofd. Misschien want tot hiertoe ken ik nog de apentaal niet en een woordenboek er voor vond ik ook nog niet. Doch genoeg. Keer u nu wederom, vóór u tiebt ge Lukonzolwa, met voor aan het oud paleis van den Gouverneur thans de verblijfplaats van den Heer Albert Godin, onzen beminden eu geëer- den landbouwbestuurder. Toen zij zich uitgeput terugtrok, verving aene andere haar en daarop telkens weer anderen, maar geen dezer evenaarde de eerste in bekoorlijkheid. Wanneer al de meisjes, welko waren uitgekozen, gedanst hadden, bief de koning zijne hand op. Welke dier meisjes schynt u de schoonste vroeg hij. De eerste, antwoordde ik nadenkend. Het volgende oogenblik had ik daar spijt van,want ik herinnerde mij de mededeeling van Infadoos, dat het schoonste meisje als een slachtoffer moest gedood worden. Dan is uwe meening als de mijne, uw blik als de mijne, giDg Twala voort. Zy is de schoonste, 't Is een leelijk ding voor haar, want nu moet zy sterven. Ja, zij moet sterven, piepte Gagool, een hatelyken blik werpend in do richting van het arme meisje, dat nog onbewust was van haar verschrikkelijk lot en op een tiental meters van ons af in 't front van eene compagnie stond, nadenkend blaadjo na blaadje van eene bloem trekkend. Waarom, o koning vroeg ik, myne verontweerdiging met moeite bedwingend. Het meisje heeft goed gedanst, heeft haar best gedaan, is schoon bovendien. Waarom moet zij zoo laaghartig worden behandeld Twala lachte, terwijl hy antwoordde Het is onze gewoonte. En de steene goden, die daar zitten moeten hun otfe hebben. Deed ik vandaag het schoonst Prachtige perken met tropische ge wassen en bloemen met zeldzamen kleurenpracht, dreven van citroen, papey- en banaanboomen strekken zich uit vóór het hoog steeuen gebouw, om ringd van vierkante kolommen die lommeryke terrassen vormen wyl een breede dubbele steenen trap, met kleine kolommen waarop bloemenvasen zijn geplaatst tot het inwendige der woning leidt. Een hreede met ananassen bezoomde laan, voert u tot het middenpunt van den post Lukonzolwa, een rond plein, in 't midden een hooge mast, waarop fleren blij de nationale driekleur wap pert (als het waait ten minste) en om ringd van huizen in rooden steen met kolonnaden eu trappen van arduin eu voetstukken met steenen vasen en bloe men. Een ongewoon rijkelijk en prach tig gezicht voor Congo. Hier ook, aan den oostkau', met een wijd uitzicht op het meer, heb ik myn «home» mijn huis. Komt, treedt binnen en zien wij eens de inwendige verdeeling na van mijn te huis. En hebt ge dit gezien dan hebt ge al de woningen hier gezien, zij zijn allen volgens hetzelfde plan ge maakt. Beklimt den steenen trap, met zijne bloemen vasen langs weerskanten, en ge treedt in eene breede gaanderij onder steund door machtige vierkante kolom men. Nu hebt ge eene groote opene verandah, met prachtig uitzicht op het meer en de groene helling van den berg, uitloopend in het, meen-. Da verandah is. van de galerij gescheiden door eene sier lijke steenen balustrade met bloemkor ven, zy dient voor salon en eetplaats en is de gewone vergaderzaal voor de gezellige bijeenkomsten en avondkaart- partijtjes eenieder siert ze volgens zijnen smaak eD middelen. Links en rechts van die groote zaal hebt ge eene groote kamer, dienende de eene voor werkkabinet of bureau en de andere voor slaapkamer. Iedere kamer heeft twee groote vensters met uitzicht op het meer Moëro. Achter die kamers hebt ce twee klei nere kamers, dienende voor magazijn, rommelkamer of slaapkamer wanneer er eens een vriend (en al de reizende Belgen zijn hier vrienden) voor enkele dagen overkomt. Tusschen de twee laatste kamers hebt ge nog eene kleinere opene verandah met uitzicht op den post met in de verte de groene heuvels en bergen welke als eene reuzeuketting het gebied van Lu konzolwa omslingeren. Het mensche- lyk vernuft, oprichtende die lachende en aangename villas heeft gewedijverd met de natuur om van Lukonzolwa een Eden te maken, eu waarlijk al dezen die dit heerlijk oord bezochten moeten ge tuigen dat het een hoekje is van het aardsch paradijs. Ja, zeggen er misschien een aardsch paradijs, maar waar de zon u van voren braadt en van achter roost, dank u wel. meisje niet sterven, ongeluk zou over mij en mijn huis komen. Aldus luidt de voorspelling van myn volk ii Als de koning op den maagdendans niet een schoon meisje opoffert aan de drie Ouden, die de wacht houden bij de bergen, zal hy vallen en zijn huis met hem. Myn broeder, die mij voorging, liet het offer na, om een paar vrouwentranen. Hij viel en zijn huis met hem en ik regeer in zyne plaats. Het kan niet anders zij moet ster ven. Zich daarop tot de wachters richtend, sprak hij Breng haay bier Scragga, scherp uwe speer. Twee der mannen gingen. Toen het meisje inzag welk lot haar wachtte, uitte zij een angstkreet en keerde zich om, ten einde te vluchten. Maar sterke handen grepen haar vast en brachten haar, hoe1 zij ook tegenstreefde, voor ons. Iloe is uw naam, meisje piepte Gagool. Wat, wilt gij niet antwoorden 1 Moet des konings zoon zyn werk opeens doen 1 Bij dezen wenk deed Scragga, die duivel - scher keek dan ooit, een stap nader en hief zijn groote speer op. Ik zag Good's hand naar zjjn revolver grijpen. Het arme meisje zag door hare tranen heen liet wreedc staal vau deu koningszoon eu Kromp meen van angst. Mis vriend lezer. Do uitdrukking, de brandende zon van Afrika, is algemeen aangenomen doch men dient er Katanga en vooral Lukonzolwa uit te zonderen. E:i waarom Omdat zooals ik reeds schreef, Katanga eene hoogvlakte is waar onafhoudend de winden stroomen versche lucht aanvoeren die de warmte temperen en voor Lukonzolwa vooral de nabijheid van het overgroot meer Moëro, waardoor liet hier, zelfs midden op den dag, wanneer de zon loodrecht op uw hoofd staat, altijd frisch is. Dit maakt ook dat de nachten hier zeer kou 1 ziju en men zich terdege moet indekken in z in bed. Drij goede dikke sargien ziju niei te veel om u te beschutten tegen de koude. Binst den dag waait er altijd frissche bries die u de koelte van het meer aanbrengt en eene behaaglijk aan genaam gevoel geeft, geen voorsmaak van gerookt of gebraden te worden. In volgende artikelen verschaf ik u eeuige inlichtingen en wetenswaardig heden over onzen veekweek hier, den moeshof met zijne europeesche legumt n en over Lukonzolwa's grootste natuur wonder, zijn waterval of beter zgn wa tervallen. Lukonzolwa, den 1 Sept. 1911. Petrüs Cosyn. Het Antivrymetselaarsverbond komt een nieuw nummer van het Antivrymetse- laarstydschrift uit te geven, dat binnen kort door een ander zal gevolgd worden, om eindelijk regelmatig ieder maand te verschijnen. Wij zyn overtuigd dat deze nummers insgelijks overgrooten bijval zullen genie ten. Na een doorgrond artikel over «Stilzwij gendheid en geheimzinnigheid worden de namen opgenomen der leden van den Hoo- geren Raad van België. Verder belangwekkende medewerkingen over het Kartel, de Vrijmetselarij en de Politiek, Socialistisch klaarzien, enz., die duidelijk de verking der Vrijmetselaars op politiek gebied bewijzen. Ook op aanvraag van een aantal lezers wordt de Pauselijke Bevelbrief «Humanum Genus in 't geheel nagedrukt. Eindelijk verscheidene berichten over onze premiën en nieuw verschenen anti- vrjj metselaars werken Abonnementsprijs België, 2,50 fr. Buitenland, 3 fr. Per nummer 0.25 fr. Voor alle inlichtingen, nopens den «Anti- vrijmetselaarsbond of liet tijdschrift, zich wenden Cypresstraat, 2, Brussel. Kosteloos proefnummer op aanvraag. Vau'smiddags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 19 November 1911, M. Bonner, Bis schopstraat. Zie, riep Scragga in groote vroolyk- heid uit, zij schrikt al van mijn klein spel, nog voor ik haar heb aangeraakt. En hij sloeg op het staal van zijn wapen. Als ik ooit de kans schoon zie, zal ik u dat betaald zetten, jonge hond, hoorde ik Good mompelen. Nu gy zoo kalm zijt, zeg ons uw naam, meisje, kom, spreek on vrees niet, zegde Gagool in wreeds scherts. O, moeder, antwoordde het meisje mot klagende stem, mijn naam is Foulata van het huis Sako. O, moeder, waarom moet ik sterven Ik heb niets kwaads go- daan. Troost u, ging de oude op hare hate lijke manier voort. Gij /.uit sterven als een offer aan de drie steenen Ouden daarginds. Maar het is beter te slapen in den nacht dan overdag te arbeiden. Het is beter to sterven dan te leven. En gij zult sterven door de hand van den konings zoon. Het ongelukkig slachtoffer wrong do handen en riep in angst uit O, wreedheid En ik ben nog zoo jongWat heb ik gedaan, dat ik nooit meer de zon zal zien opgaan, geen bloemen meer zal kunnen plukken, noch luisteren naar het lispelen der wateren 1 Wat hob ik gedaan, dat ik myn vaders huis niet meer zal terug zien, myn moeders kus niet meer zal voelen, broertje, die ziek is, niet meer zal kunn'-D troetelen. O, wreedheid, o, wreedheid 1 (Wordt voortgezet,..

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1