Zondag 26 November 1911 5 centiemen per nummer 65s,e Jaar 4418 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad on 't Arrondissement van Aalst. 1 MM m SALOMON. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. BERICHT. Leest en verspreidt1De Denderbode Katholieke Vereenigingen. Zondagrust. OUD AALST. De planting uwer leiboomen. Onze Brieven uit Katanga. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ming van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop ce betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van don schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooBsens, Korte Zoutstraat, N* 31 n in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d# bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen lich te wenden ten bureele van dit blad. CIUQUE SUUM. De personen welke een abonnement nemen aan de De Denderbode voor het jaar 1912 zullen het blad van heden af ontvangen tot Nieuwjaar KOSTELOOS. Men kan zich aboDneeren aan De Denderbode op ons bureel 31, Korte Zoutstraat 31, on ten Postbureel door t welk men bediend wordt. PRIJZEN DER ABONNEMENTEN Voor de stad tweemaal ter week fr. 5,00 Voor den buiten 6,00 id. eenmaal 4,00 De abonnementsprijs moet vooraf betaald worden. Het Verbond der Katholieke Ver- eenigingen, heeft verleden zondag, in het lokaal Patria te Brussel,in de Ursu- lieneDstraat, eene belangrijke vergade- dering gehouden. Het gold er voorberei dingen te doen en schikkingen te nemen, voor de Kamerkiezing op 2 Juni van het toekomende jaar. Waren aan het Bureel: MM. Woeste, Voorzitter Harmignies, Coosemans en RyckmaDS. Elk arrondissement, mocht zes afgeveerdigden zenden. M. Nerincx stelde voor, de jaarlijk- sche groote vergadering der Katholie ken, van te naaste jaar, te Brussel te houden, te meer omdat het nieuw lokaal Patriaals dan geheel zal opgemaakt zijn. M. Segers trok langs zijr.cn kant, om de vergadering, nu te naaste jaar, le Antwerpen te hebben. M. Goblet predikte ook al voor zijne kapel, waarin hij wel deed, en hij stol de voor te Luik te vergaderen. Beide heeren zegden nogthans, dat zij den voorrang aan do hoofdstad niet wil den betwisten, te meer omdat Brussel, nu al jaren lang, de algemeene vergade ringen in eene of andere provinciestad heeft laten houden. De vergadering hesprak daarna den politieken toestand. M. Woeste deed al i het belang van den aanstaanden kies- strijd uitschijnen. Wij moeten den aanleg onzer tegenstrevers verijdelen, i die reeds de date onzer begraving aankondigen. Wij moeten hun tooner. I dat wij springlevend zijn. Wij moeten «strijden met krachtdadigheid, en het «moet vooral zijn, bij elk cn by ieder, daden, geene woorden. M Segers, Voorzitter der «Katholieke Vereenigiug van Antwerpen. Wij - staan aan een keerpunt van onze staat- kundige geschiedenis.Nooit gebruikten onze tegenstrevers zooveel geweld als nu, om het Katholiek Bestuur te doen «vallen. Wij moeten daarop antwoor- den, door te werken, wel bij tijde te werken, èn met geestdrift, èn met een- dracht. Iu de Kamers zullen wij onze tegen- strevers het hoofd bieden. Wij zijn de meerderheid wij hebben voor ons het recht en do macht, en wij zullen den moed hebben er gebruik van te ma li ken. Want men moet hel wel weten; indezen tijdde Katholieke Partij alleen, is bekicaam om het land te besturen Onze tegenstrevers zullen, 't is to peizen, weêr eenen oproep doen tot oproer. Wij zullen hunne leugens en "lasteringen weerleggen wij zullen «aan de kiezers het gevaar doen zien welk de zegepraal van het kartel voor het land zou opleveren. Indien men ons op straat aanrandt, zullen wij ons verdedigen, ea bewijzen dat de open- «bare weg toebehoort, zoo wel aan eer- lijko lieden, als aan straalschuimers. Mits wij werken, zoo vermogen wij do kiezingen met vertrouwen te ge- moet zien immers onze politiek van eendracht en vrede, deze is de zekerste waarborg van onze toekomende zegepraal. Wij moeten wel weten dat de uitslag der gemeentekiezing, het beduid niet heeft welk onze tegenstrevers eraan geven. Voorzeker hebben wij zetels verloren in de groote steden doch :i door het kartel, dat was onvermij- «delijk. Onze tegenstrevers wachten zich wol van hunne eigene neêrlagen le sproken, dewelke talrijk zijn en vol be'eekenis. Vroeger riepen onze tegenstreveis Liever turhsch dan jiaapsch Dat is nu veranderd, en veel liberalen heb- ben voor leuze genomen e Liever so il cialist dan paapsch Toch vcrschil- len liberalen en socialisten op menig «punt. Eukel dit hebben zij gemeen: hel anti-clericalisme. Moesten de libe- raal-soeialislen aan 't roer komeu, zij zouden twee voorname punten aan- gaan eene kerkvervolging in H alge- ii meen de inrichting van het geuzen-on- derwijs in het bijzonder. Dat zijn reeds twee voorname reden, om ons ééns en beslist te scharen onderdo vaan van Godsdienst en van Vrijheid. M. Standaert, Volksvertegenwoordi ger van Brugge, spreekt in denzelfden zin als M. Segers. Hij bespreekt de go- meen tekiezing van Brugge, waar de Katholieken verloren hebben, wel niet do meerderheid, maar toch eenige man- men. Hij steunt er eventwel op, hoe de liberalen, in groote gemeenten van West-Vlaanderen, fel achteruit zijn ge gaan. Wij mogen de beste hoop koes- teren voor den goeden uitslag der kamerkiezing van te naaste jaar. Wij zullen kloek el ijk den strijd aangaan legen den rood blauwen blok, die ons zon. aanbrengen èn kerkvervolgingèn dicingelandij, terwijl er op ons Katlio- liek Programma staat vrijheid en ver- draagzaaralu'id. Houd op riep ik stoutmoedig, hoe wel 't hart mij in de schoenen was gezon ken. Houd op Wij, de witte mannen van do sterren, gebieden, dat het niet zal ge beuren. Kom nog een stap nader en wij, die in 't buis der maan wonen, zullen dat hemellicht uitdooven als een lamp. En duisternis zal over 't land komen. Weest ons ongehoorzaam en gij zult onze macht ervaren 1 Myne bedreiging had bijval de wach ters stonden stil en Scragga trok zijn speer terug. Hoor hein, hoor hem piepte Gagool. Hoor die leugenaar, die zrgt, dat hij de maan kan uitdooven. Laat hij het doen en het meisje zal gespaard worden. Ja, laat hij het doen. Anders moeten zij allen ster-- ven met hot meisje. In onbegrijpelijke spanning keek ik nog eens naar de vlekkelooze maan... Bedroog ik mij niet... Ind'rdaad, de almanak had gelijk gehad eene kleine schaduwstreep, aan eene wolk gelijk, werd nu aan den rand van het hemellichaam zichtbaar. Dit ziende hief ik de hand met groot vertoon naar de maan op en begon met luider stemme het eerste het beste vers te declamceren dat mij in de gedachten kwam. Sir Henry en Good deden liet insgelijks en zoo vierde daar zoowaar de letterkunde haar schoonste triomf. Langzaam kroop de aardschaduw verder en verder langs do maan en ik hoorde rond my velerlei kreten van verbazing en schrik opgaan. Zie, o, koning riep ik uit. Zie Gagool, zie, oversten, wachters en vrou wen Zie, of de witte mannen van de sterren bun woord houden of dat zy ijdcle leugenaars zijn De maan wordt duister voor uwe oogen. Spoedig zal er duisternis wezen. Ja, duisternis bij volle maan. Gy hebt een teoken gevraagd. Daar is bet Word duister, o maan Verberg uw licht, o zuivere, uw licht, dat te vlekkeloos is voor deze plaats. Verneder de trotsche harten en laat de wereld in schaduwen wegzinken. Een gemompel van schrik liep door de rijen der omstaanders. Eenigen stonden als vastgenageld van vrees, anderen violen op hun knieën en schreeuwden luide. Wat de koning betreft, hy zat verbijsterd op zyn stoel. Alleen Gagool hield moed. 't Zal voorbijgaan, riep zy uit. Ik heb dat al meer gezien. Niemand kan de maan uitdooven. Verliest den moed niet. Zit stil Do schaduw zal voorbijtrekken. Wacht en gij zult zien, hernam ik met groote stemverheffing. En opnieuw do hand naar do maan ver heffend begon ik weer verzen te declarr.ee- ren, natuurlijk in mijn eigen taal. Maar mijn geheugen liet mij spoedig in den steek, zoodai ik met luider stemme tot Good riep men en het gerommel en geknal van den donder in de wolkenruimte. Eene twintig meters breede rivier, stort hare kristalheldere golven in eenen honder den meters diepeh afgrond en blikt ge van de hoogte in dien afgrond dan ziet ge slechts kokend schuim, blank als de maagdelijke sneeuw der Alpentoppen. Van afstand tot afstand zijn reusachtige steenbonken orde loos in het bed der rivier als neêrgegoeid en als trappen opeengestapeld. Als een stroom van zilver, uit eene geheimzinnige bron ontspringend, zoo springt het water van trap op trap, schuimend als zeepsop in de diepte, waaruit het gehuil klinkt der waternimfen en watergoden, en wier stem men de stemmen der natuur overheerschen en den bezoeker met verstomming en ont zetting slaan. En de steile oevers der rivier zyn be groeid met reuzenboomen, wier groene kruinen daar beneden elkander schijnen te genaken, en onder dit groene gewelf, vloeit het met wit schuim bedekte water heen, als een zilveren monsterslang slui pend onder 't groene gras. En wippend en klauterend van tak op tak, van boom tot boom, springen duizenden van apen over dien ijzingwekkenden afgrond, waarover millioenen schitterende vlinders fladderen, de eenen alsof eene forsige hand volle gre pen goudstukken over de diepte hceuwierp, anderen gesierd met kleurige vlerken die doen denken aan een bloemenregen, en dit alles gonst en flladdert in die ruimte, boven den waterval wijl het bont getooid vogelen lieir zijn klanken rijk repertorium uitgalmt onder den blauwen hemelkoepel met in 't midden de groote gouden lamp, de Afri- kaansehe zon. Bij 't aanschouwen van dit grootsch tafe reel buigt men onwillekeurig het hoofd voor Hem die dit heerlijk wonderwerk schiep, want hier voelt het schepsel de nabijheid van zyn Schepper, God, die he mel en aarde rciek uit den niet. Uren en uren blijft men in stomme be wondering staren op die neerstortende watermassas,op die rood bruine rotsbonken, op die zilveren reuzenslang, op dien tropi- schen plantengroei, en 's anderdaags koert men telkens nog terug om te vertoeven in dit goddelijk sclioone oord, en te droomen van ongekende werelden met eene onbe kende pracht. En het sneeuwig schuim moge mij he spatten van 't hoofd tot de voeten, wanneer ik op een rotsblok neêrgezeten, droomend die dichterlijke natuurpracht aanschouw, toch voel ik nimmer de killigheid van dien dauw, en wanneer eindelyk de zon, ten afscheid mij een laatsten groet toezendt dan verwijder ik mij het hart steeds vervuld met eén wonderbaar zoet gevoel, een onuit sprekelijk genot. P. Cosyn. Van'smiddags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 26 November 1911 M. Giiysselinckx, Molenstraat. o— y. Onuitgegeven verzen van eenen Catha- rinist, 24 Maart 1817. 'k Hoorde lieden, na den noen, Een geluyd van vies fatsoen 'k zei Wat blixem mag er wezen, Is er ergens brand gerezen Of heeft onze snell' rivier Overstroomt met groot getier d'Agterstraet en liaer gehueren En wilt zy haer gat-stuck schueren Aen den muur der Werf-capel Marbleu dat' en waer niet wel - Om te zien wat dat het was, Heb ik my op 't selve pas Ras en wakker opgenomen En ben op de Werf gekomen, Alwaer ik heb eerst ontmoet D'Heer Van B...., bly van moed. Maer als ik hem kwam te vragen Waarom luydt men met deez' daegen, Sperrelde hij de oogen open En vroeg my Syt gy besopen Of speelt ge Kobon, uyt het Snoeksken Weet gy niet wat op ons hoeksken Alle jaeren wordt geplogen Toen den Engel komt gevlogen, Om Maria aen te konden, Dat sy sonder stoot of wonden, Baeren sal op 's weirolds-dal Den Verlosser van ons al 'k Stond paf, als ik dit vernam 'k Zei hem Vriend, en wees niet gram; 't Goon gy zegt en kan niet wezen, 't Zyn weer leugens als vóór dezen 'k Zie dat gy my zoekt te G'en zult my in 't hoofd niet stooten, Dat het hier al kermis is, Waer het zoo, het is gewis, Dat van over vele dagen D'heer Evit my hadd' doen vragen, Om met deez' Capelle-feest, Zaem to zyn verheugd van geest 'k Weet tot nu van niet oen zier, Dus vertrek ik weer van hier 1 'k Keerdde weder naer myn'kluys, En aldaar verr' van 't gedruys, En in d'eenigheyd gezeten, En 't voorhoofd in d'hand gesmeten, Wendde ik devoiren aen, Om, was 't mogelyk, te verstaen, Wat or mogt de oorsaek syn Dat wy t'huis gelaeten syn Met de feest van Werf capelle, Waer noch worst, noch frikadellen, Waer noch vlaey, noch taert ontbreekt En men 't beste vaetjen steekt. Ik dagt op het lest van allen Daer moet iets syn voorgevallen, 't Gone tegen recht en wetten, Ons byeenkomst wilt beletten. Zyn 't misschien de nieuwe rechten, Die de llesschen vaster hegten Of is 't om dat kwaed saisoen Wyn belet heeft op te doen, Dat men druyf-taks-feest ziet praelen, Sonder druyf-sap op te haolen Ik riep Neen, sulks kan niet wesen, Evit geirt ons als voor desen Ik wed Hij heeft ons doen nooden, Maer syn Pieter, dienen snooden, 28e Vervolg. De arme Foulata wrong opnieuw de handen, hief haar betraand gelaat, haar met bloemen omkranst hoofd ten hemel en was aan zoo hittere wanhoop ten prooi, dat zij het wreedste hart moest verteederen. Maar Gagool en haar meester hieven er ongevoelig voor, hoewel do trekken der oversten en der wachters van medelijden spraken. Wat Good betreft, hij bromde van verontwaardiging en deed eene bewe ging als wilde hij tot hare bescherming toesnellen. Met hare vrouwelijke gevatheid begreep het arme meisje wat bij hem omging en plotseling viel zij voor hem op de kmeen en riep uit O witte vader van de sterren, spreid over mij uit den mantel van uwe bescher ming. Laat my kruipen in de schaduw v o uwe nwl'L opdat ik gered moge wivlvn. O, v; u mij van die w"t- - mannen on de si'ütteri.ij van Gagool. UMd mün kind, ik »1 «rdndig», Qw 'iel Eiigelsoli uil. Sta maar 1 En hy reikte haar de hand. Twala wendde zich tot zijn zoon, die naderde met opgeheven speer. Nu is 't uw tijd, fluisterde Sir Henry mij toe. Waar wacht gij op Ik wacht op dc maansverduistering, antwoordde ik. In 't laatste half uur heb ik nog geen oog van de maan af gehad, maar ik zag haar nooit zoo helder schijnen als than3, Ge moet het nu maar wagen, of het meisje wordt gedood. De kracht van dit argument gevoelend, wierp ik nog een laatste'.: wanhopigen blik op dc halstarrige maan cn trad daarna met al de waardigheid, die in mij was, tussc'.ien het veroordeelde meisje en Scragga's speer. Koning, zegde ik, liet zal niet gebeu- ron. Laat het meisje in vrede gaan. Twala rees in woede en verbazing van zijn zetel op. Zal liet niet gebeuren, gij witte hond, die den leeuw tart in zyn hol Zal het niet gebeuren Zijt gy gek Pas maar op, dat het lot vun deze lafhartige niet ook het uwe en dat van uw gezellen zij. Hoe kunt gij haar of u zelf redden Wie zijt gij, dat gij Ti plaatst tussclien mij en mijn wil Terug, zog ik. .Scragga, ilood haar Hier wachters grijpt, die mannen O .iezen kreet kwamen gewapende krijger» van achter de hut te voorschijn, oir blijkbaar opzettclyk geposteerd. Sir Ilcnry, Good en Umbopa plaatsten zich naast mij en velden hun geweren. M. Goblet, Voorzitter van de Union Catholique van Luik, doet opmerken dat onze tegenstrevers, al 28 jaar lang, voor elke ldozingvictoriè kiaaien, maar er telkens nevens zijn. Op 2 Juni aan slaande, zal hetzelfde gebeuren. De vïot- tenden, de weifelaars, dezen moet men bijzonderlijk bewerken en overtuigen. Ei onlslond nu eene bespreking van belang over de schoolkicestie, die wel den inzet van de kiezing zijn zal. M. Woeste, Brauo. Ryckmans, André, Harmignies en Bribosia, voerden daarover beurte lings het woord. M. Braun zou «eene duidelijk bepaalde programma willen, in zake van scholen. De lieden moeten daarover wel ingelicht zijn. M. Goblet verklaart ook, dat er duidelijk moet gezegd worden hoe en wat't is de Regeering, zegt hij, die zulk bescheid moet geven, en zij zal het doen op tijd en stond. M. Woeste steunt er ook op. dat in sclioolzakeu, «alle halfheid of dub belzinnigheid van kant moet. De groote zaak is, de vrijheid van den huis vader waarborgen. Het is aan de Regee ring, de verdere veranderingen te doen kennen welke zij heeft aangekondigd. Vooraleer uiteen te gaan, heeft de vergaderiug de volgende verklaring eenparig gestemd v De Katholieke Vereenigingen i zullen niets verzuimen om de katholieke Regeering aan 't roer te behouden, welke voort den zedelijken en stoffelijken voor uitgang van 't land zal betrach ten. De Vereenigingen zullen van nu af den kiesstrijd inrichten zij zullen de lasteringen van het kartel weêrleggen zij zullen doen zien hoe noodlottig de vic torie van den anti katholieke blok zou zijn voor Godsdienst, voor Vaderland, voor elks belan- gen. De Vereenigingen eindelijk, bevelen, voor alle kieswerking, eene rechtzinnige en volkomene eendracht aan. (Vervolg.) In een voorgaande artikel, hebben wij de fruitsooi'ten onderzocht welke gij in uwen hof zult planten nu willen wij u eenige inlichtingen geven over het planten uwor boomen. Wat zien wij nog te dikwijls, in zelfs de algemeenheid der gevallen De hovenier die met dit werk gelast is, maakt eenen put groot genoeg om er de wortels in te leggen (als hij maar niet te klein is), en er den boom in te stompen. En dan staat de liefhebber ver wondei d dat zijne hoornen niet groeien Dus luaakt eenen put van dubbel breedte als uwe wortels lang zijn, dan zullen de nieuwe worteltjes plaats vin den om er zich ongestoord in te ontwik kelen en wilt gij uwen boom heel sterk zien groeien mengt dan met den grond verteerd mest, terreau compost en dient per vierkanten meter de volgende mest stoffen toe 80 gr. superfosfaat, 40 gr. kloorpotassiura en 40 gr. zwavelzure ammoniak van deze laatste de helft voor en de andere helft na den winter deze meststoffen zullen aan do jonge boomen eenen sterken groei verschaffen ze helpen tot de vorming van talrijke bloembollen en opvolgeutlijk eene over vloedige bevruchtiging. Het wordt gewoonlijk aangenomen dat de boomen in den grond elementen genoeg vinden tot hunne ontwikkeling, dit is eene gpoote dwaling, al degenen die aan hunne boomen eene redematige bemesting toegediend hebherf zijn er heel tevreden over. Om u te overtuigen doe er eens een enkel proefje mede. Bij het planten dat de griffelpunt altijd eenige centimeters hoven den grond staat en dat de aarde zich tussclien de wortels bevinde. Gewoonlijk werden de kern vruchten onmiddelijk na de planting niet gesnoeid nochtans indien gij handelt zooals het hier aangetoond wordt, moogt gij ze zonder vrees snoeien, in tegendeel de scheuten ontwikkelen zich heel krach tig en de vorming van den boom mag voortgaan, zonder ophouding. Vóór den winter geplant zouden de boomen van de lievige vorsten kunnen lijden, om dit te beh-tten legge men aan den voet dezer boomen eene laag kort mest, aseti, enz., zoo dat de vorst de wortels niet raakt. Tijdens den zomer, zal eene laag kort mest een voldoende vocht rond de wor tels houden, dit vocht is onmisbaar voor hel verwerken der opgeslorpte voeding stoffen. G. IMPATIENT Tuinbouwschool Vilvoorden. Lukonzolwa. (Vervolg) Belofte maakt schuld en thans kom ik myno belofte volbrengen eene week geleden gedaan aan de lezeressen en lezers van De Denderbodete weten, eene schets te geven, hoe onvolmaakt ook, van de wa tervallen van Lukonzolwa. Hoe onvolmaakt ook, zog ik, en ja, want nergens of nimmer zal er een schrijver of schilder gevonden worden, om in woord of beeld, de schoonheid, de natuurpracht, dc verhevene grootschheid van dit tafereel te maken. Reeds op verren afstand treft een ge rommel cn gedonder uwe ooren, 't is of tientallen van treinen ginds in de verte voorbijsnorren, naderend wordt het geluid al duidelijker en duidelijker en gelijkt niet slecht op de losbarsting van eene batterij grof geschut, en is men eindelyk aan don voet der watervallen gekomen, dan over stemd dit geluid het huilen van don wind in de reuzenkruinen der eeuwenoude hoo- Kapitein, neem het spoedig van mij over. Mijn woordenrijkdom is ten einde. Good begreep mij terstond. Ik had nooit kunnen denken, dat hij het zoo goed er zou afbrengen. Wel tien minuten was hij met allerlei bulderende zinnen aan 't wooid, bijna zonder in herhalingen to treden. Middelerwijl kroop de zwarte schaduw op de maan voort en de verzamelde menigte staarde in diepe stilte naar den hemel gehehnzinnige schaduwen omringden het hemellichaam en een doodsche stilte heerschte rondom. Langzaam en te midden van eene schier plotselinge onrust, spoed den de minuten voort en week de maan al meer terug in do zwarte schaduw der aarde, onbewust van de schrik en onstel- tenis, welke zy verspreidde. Alleen Goods stem weerklonk nog, maar ook die staakte zijne maanbezwering, toen van uo maan nog slechts een sikkel te zien was. Eene drukkende stilte volgde op zijne woorden, plotseling verbroken door prins Scragga, die uitriep De maan is stervende, de witte wijzen hebben de maan vermoord. Wij zullen allen omkomen in de duisternis. Aangemoedigd door vrees en door woede of door beide, hief hij zyne speer op en slingerde die uit al zijne macht in de rich ting van Sir Henry's borst. Maar hy had niet gerekend op den inaliënkoldeions door den koning geschonken en dien wij onder onze kleeren droegen. Het staal stuitte daarop af en voor de knaap z' aanval kon herhalen, had sir Henry de speer opgeraapt en die in Scragga's borst gedreven. De jongeling stortte dood neer. By dat gezicht en voortgejaagd door vrees voor dc nu snel toonemende duister nis en voor de geheimzinnige schaduw die. naar zy meenden, de maan verzwolg, ren den de compagnieën van meisjes in wanor de naar de uitgangen. En hiermede was de paniek niet gestuit. De koning zelf, gevolgd door zijne wacht, een deel der oversten en Gagool, die met zonderlinge vroolijkheid achter hen aandribbelde, ren den naar de hutten. Na eenige minuten warer. dan ook nog alleen wij, het nu geredde slachtoffer Foulata, Infadoos en de meesten der over sten, die wy reeds gesproken hadden, in do open ruimte byeen. Ook lag daar nog het lijk van Scragga. Oversten, zcide ik, wij hebben u een teeken gegeven. Indien gy voldaan zijt, laat ons dan spoedig gaan naar de plaats van afspraak. De betoovering kan nu niet meer gestuit worden. Zy zal een uur en de helft van een uur werken. Laat ons ge bruik maken van de duisternis. Komt, zegde Intadoos, zich omwen dend om tc vertrekken, welk voorbeeld gevolg werd door de met ontzag vervulde oversten, ons vieren en de geredde Fou lata. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 1