Zondag 26 November 1911
5 centiemen per nummer
65s,e Jaar 4418
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad on 't Arrondissement van Aalst.
1 MM m SALOMON.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
BERICHT.
Leest en verspreidt1De Denderbode
Katholieke
Vereenigingen.
Zondagrust.
OUD AALST.
De planting uwer leiboomen.
Onze Brieven uit Katanga.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
ming van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop ce betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van don schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooBsens, Korte Zoutstraat, N* 31
n in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3d# bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen lich te wenden ten bureele van
dit blad.
CIUQUE SUUM.
De personen welke een abonnement
nemen aan de De Denderbode voor
het jaar 1912 zullen het blad van heden
af ontvangen tot Nieuwjaar
KOSTELOOS.
Men kan zich aboDneeren aan De
Denderbode op ons bureel 31, Korte
Zoutstraat 31, on ten Postbureel door
t welk men bediend wordt.
PRIJZEN DER ABONNEMENTEN
Voor de stad tweemaal ter week fr. 5,00
Voor den buiten 6,00
id. eenmaal 4,00
De abonnementsprijs moet vooraf betaald
worden.
Het Verbond der Katholieke Ver-
eenigingen, heeft verleden zondag, in
het lokaal Patria te Brussel,in de Ursu-
lieneDstraat, eene belangrijke vergade-
dering gehouden. Het gold er voorberei
dingen te doen en schikkingen te nemen,
voor de Kamerkiezing op 2 Juni van
het toekomende jaar.
Waren aan het Bureel: MM. Woeste,
Voorzitter Harmignies, Coosemans en
RyckmaDS. Elk arrondissement, mocht
zes afgeveerdigden zenden.
M. Nerincx stelde voor, de jaarlijk-
sche groote vergadering der Katholie
ken, van te naaste jaar, te Brussel te
houden, te meer omdat het nieuw lokaal
Patriaals dan geheel zal opgemaakt
zijn.
M. Segers trok langs zijr.cn kant, om
de vergadering, nu te naaste jaar, le
Antwerpen te hebben.
M. Goblet predikte ook al voor zijne
kapel, waarin hij wel deed, en hij stol
de voor te Luik te vergaderen.
Beide heeren zegden nogthans, dat zij
den voorrang aan do hoofdstad niet wil
den betwisten, te meer omdat Brussel,
nu al jaren lang, de algemeene vergade
ringen in eene of andere provinciestad
heeft laten houden.
De vergadering hesprak daarna den
politieken toestand. M. Woeste deed al i
het belang van den aanstaanden kies-
strijd uitschijnen. Wij moeten den
aanleg onzer tegenstrevers verijdelen, i
die reeds de date onzer begraving
aankondigen. Wij moeten hun tooner. I
dat wij springlevend zijn. Wij moeten
«strijden met krachtdadigheid, en het
«moet vooral zijn, bij elk cn by ieder,
daden, geene woorden.
M Segers, Voorzitter der «Katholieke
Vereenigiug van Antwerpen. Wij
- staan aan een keerpunt van onze staat-
kundige geschiedenis.Nooit gebruikten
onze tegenstrevers zooveel geweld als
nu, om het Katholiek Bestuur te doen
«vallen. Wij moeten daarop antwoor-
den, door te werken, wel bij tijde te
werken, èn met geestdrift, èn met een-
dracht.
Iu de Kamers zullen wij onze tegen-
strevers het hoofd bieden. Wij zijn de
meerderheid wij hebben voor ons het
recht en do macht, en wij zullen den
moed hebben er gebruik van te ma
li ken. Want men moet hel wel weten;
indezen tijdde Katholieke Partij alleen,
is bekicaam om het land te besturen
Onze tegenstrevers zullen, 't is to
peizen, weêr eenen oproep doen tot
oproer. Wij zullen hunne leugens en
"lasteringen weerleggen wij zullen
«aan de kiezers het gevaar doen zien
welk de zegepraal van het kartel
voor het land zou opleveren. Indien men
ons op straat aanrandt, zullen wij ons
verdedigen, ea bewijzen dat de open-
«bare weg toebehoort, zoo wel aan eer-
lijko lieden, als aan straalschuimers.
Mits wij werken, zoo vermogen wij
do kiezingen met vertrouwen te ge-
moet zien immers onze politiek van
eendracht en vrede, deze is de zekerste
waarborg van onze toekomende
zegepraal.
Wij moeten wel weten dat de uitslag
der gemeentekiezing, het beduid niet
heeft welk onze tegenstrevers eraan
geven. Voorzeker hebben wij zetels
verloren in de groote steden doch
:i door het kartel, dat was onvermij-
«delijk. Onze tegenstrevers wachten
zich wol van hunne eigene neêrlagen
le sproken, dewelke talrijk zijn en
vol be'eekenis.
Vroeger riepen onze tegenstreveis
Liever turhsch dan jiaapsch Dat is
nu veranderd, en veel liberalen heb-
ben voor leuze genomen e Liever so
il cialist dan paapsch Toch vcrschil-
len liberalen en socialisten op menig
«punt. Eukel dit hebben zij gemeen:
hel anti-clericalisme. Moesten de libe-
raal-soeialislen aan 't roer komeu, zij
zouden twee voorname punten aan-
gaan eene kerkvervolging in H alge-
ii meen de inrichting van het geuzen-on-
derwijs in het bijzonder. Dat zijn reeds
twee voorname reden, om ons ééns
en beslist te scharen onderdo vaan
van Godsdienst en van Vrijheid.
M. Standaert, Volksvertegenwoordi
ger van Brugge, spreekt in denzelfden
zin als M. Segers. Hij bespreekt de go-
meen tekiezing van Brugge, waar de
Katholieken verloren hebben, wel niet
do meerderheid, maar toch eenige man-
men. Hij steunt er eventwel op, hoe de
liberalen, in groote gemeenten van
West-Vlaanderen, fel achteruit zijn ge
gaan. Wij mogen de beste hoop koes-
teren voor den goeden uitslag der
kamerkiezing van te naaste jaar. Wij
zullen kloek el ijk den strijd aangaan
legen den rood blauwen blok, die ons
zon. aanbrengen èn kerkvervolgingèn
dicingelandij, terwijl er op ons Katlio-
liek Programma staat vrijheid en ver-
draagzaaralu'id.
Houd op riep ik stoutmoedig, hoe
wel 't hart mij in de schoenen was gezon
ken. Houd op Wij, de witte mannen van
do sterren, gebieden, dat het niet zal ge
beuren. Kom nog een stap nader en wij,
die in 't buis der maan wonen, zullen dat
hemellicht uitdooven als een lamp. En
duisternis zal over 't land komen. Weest
ons ongehoorzaam en gij zult onze macht
ervaren 1
Myne bedreiging had bijval de wach
ters stonden stil en Scragga trok zijn speer
terug.
Hoor hein, hoor hem piepte Gagool.
Hoor die leugenaar, die zrgt, dat hij de
maan kan uitdooven. Laat hij het doen en
het meisje zal gespaard worden. Ja, laat
hij het doen. Anders moeten zij allen ster--
ven met hot meisje.
In onbegrijpelijke spanning keek ik nog
eens naar de vlekkelooze maan... Bedroog
ik mij niet... Ind'rdaad, de almanak had
gelijk gehad eene kleine schaduwstreep,
aan eene wolk gelijk, werd nu aan den
rand van het hemellichaam zichtbaar.
Dit ziende hief ik de hand met groot
vertoon naar de maan op en begon met
luider stemme het eerste het beste vers te
declamceren dat mij in de gedachten kwam.
Sir Henry en Good deden liet insgelijks en
zoo vierde daar zoowaar de letterkunde
haar schoonste triomf.
Langzaam kroop de aardschaduw verder
en verder langs do maan en ik hoorde rond
my velerlei kreten van verbazing en schrik
opgaan.
Zie, o, koning riep ik uit. Zie
Gagool, zie, oversten, wachters en vrou
wen Zie, of de witte mannen van de
sterren bun woord houden of dat zy ijdcle
leugenaars zijn De maan wordt duister
voor uwe oogen. Spoedig zal er duisternis
wezen. Ja, duisternis bij volle maan. Gy
hebt een teoken gevraagd. Daar is bet
Word duister, o maan Verberg uw licht,
o zuivere, uw licht, dat te vlekkeloos is
voor deze plaats. Verneder de trotsche
harten en laat de wereld in schaduwen
wegzinken.
Een gemompel van schrik liep door de
rijen der omstaanders. Eenigen stonden als
vastgenageld van vrees, anderen violen op
hun knieën en schreeuwden luide. Wat de
koning betreft, hy zat verbijsterd op zyn
stoel.
Alleen Gagool hield moed.
't Zal voorbijgaan, riep zy uit. Ik
heb dat al meer gezien. Niemand kan de
maan uitdooven. Verliest den moed niet.
Zit stil Do schaduw zal voorbijtrekken.
Wacht en gij zult zien, hernam ik
met groote stemverheffing.
En opnieuw do hand naar do maan ver
heffend begon ik weer verzen te declarr.ee-
ren, natuurlijk in mijn eigen taal. Maar
mijn geheugen liet mij spoedig in den
steek, zoodai ik met luider stemme tot
Good riep
men en het gerommel en geknal van den
donder in de wolkenruimte.
Eene twintig meters breede rivier, stort
hare kristalheldere golven in eenen honder
den meters diepeh afgrond en blikt ge van
de hoogte in dien afgrond dan ziet ge slechts
kokend schuim, blank als de maagdelijke
sneeuw der Alpentoppen. Van afstand tot
afstand zijn reusachtige steenbonken orde
loos in het bed der rivier als neêrgegoeid
en als trappen opeengestapeld. Als een
stroom van zilver, uit eene geheimzinnige
bron ontspringend, zoo springt het water
van trap op trap, schuimend als zeepsop in
de diepte, waaruit het gehuil klinkt der
waternimfen en watergoden, en wier stem
men de stemmen der natuur overheerschen
en den bezoeker met verstomming en ont
zetting slaan.
En de steile oevers der rivier zyn be
groeid met reuzenboomen, wier groene
kruinen daar beneden elkander schijnen te
genaken, en onder dit groene gewelf,
vloeit het met wit schuim bedekte water
heen, als een zilveren monsterslang slui
pend onder 't groene gras. En wippend en
klauterend van tak op tak, van boom tot
boom, springen duizenden van apen over
dien ijzingwekkenden afgrond, waarover
millioenen schitterende vlinders fladderen,
de eenen alsof eene forsige hand volle gre
pen goudstukken over de diepte hceuwierp,
anderen gesierd met kleurige vlerken die
doen denken aan een bloemenregen, en dit
alles gonst en flladdert in die ruimte, boven
den waterval wijl het bont getooid vogelen
lieir zijn klanken rijk repertorium uitgalmt
onder den blauwen hemelkoepel met in 't
midden de groote gouden lamp, de Afri-
kaansehe zon.
Bij 't aanschouwen van dit grootsch tafe
reel buigt men onwillekeurig het hoofd
voor Hem die dit heerlijk wonderwerk
schiep, want hier voelt het schepsel de
nabijheid van zyn Schepper, God, die he
mel en aarde rciek uit den niet.
Uren en uren blijft men in stomme be
wondering staren op die neerstortende
watermassas,op die rood bruine rotsbonken,
op die zilveren reuzenslang, op dien tropi-
schen plantengroei, en 's anderdaags koert
men telkens nog terug om te vertoeven in
dit goddelijk sclioone oord, en te droomen
van ongekende werelden met eene onbe
kende pracht.
En het sneeuwig schuim moge mij he
spatten van 't hoofd tot de voeten, wanneer
ik op een rotsblok neêrgezeten, droomend
die dichterlijke natuurpracht aanschouw,
toch voel ik nimmer de killigheid van dien
dauw, en wanneer eindelyk de zon, ten
afscheid mij een laatsten groet toezendt dan
verwijder ik mij het hart steeds vervuld
met eén wonderbaar zoet gevoel, een onuit
sprekelijk genot.
P. Cosyn.
Van'smiddags tot middernacht, eenige
dienstdoende Apotheker, op Zondag
26 November 1911 M. Giiysselinckx,
Molenstraat.
o—
y.
Onuitgegeven verzen van eenen Catha-
rinist, 24 Maart 1817.
'k Hoorde lieden, na den noen,
Een geluyd van vies fatsoen
'k zei Wat blixem mag er wezen,
Is er ergens brand gerezen
Of heeft onze snell' rivier
Overstroomt met groot getier
d'Agterstraet en liaer gehueren
En wilt zy haer gat-stuck schueren
Aen den muur der Werf-capel
Marbleu dat' en waer niet wel -
Om te zien wat dat het was,
Heb ik my op 't selve pas
Ras en wakker opgenomen
En ben op de Werf gekomen,
Alwaer ik heb eerst ontmoet
D'Heer Van B...., bly van moed.
Maer als ik hem kwam te vragen
Waarom luydt men met deez' daegen,
Sperrelde hij de oogen open
En vroeg my Syt gy besopen
Of speelt ge Kobon, uyt het Snoeksken
Weet gy niet wat op ons hoeksken
Alle jaeren wordt geplogen
Toen den Engel komt gevlogen,
Om Maria aen te konden,
Dat sy sonder stoot of wonden,
Baeren sal op 's weirolds-dal
Den Verlosser van ons al
'k Stond paf, als ik dit vernam
'k Zei hem Vriend, en wees niet gram;
't Goon gy zegt en kan niet wezen,
't Zyn weer leugens als vóór dezen
'k Zie dat gy my zoekt te
G'en zult my in 't hoofd niet stooten,
Dat het hier al kermis is,
Waer het zoo, het is gewis,
Dat van over vele dagen
D'heer Evit my hadd' doen vragen,
Om met deez' Capelle-feest,
Zaem to zyn verheugd van geest
'k Weet tot nu van niet oen zier,
Dus vertrek ik weer van hier 1
'k Keerdde weder naer myn'kluys,
En aldaar verr' van 't gedruys,
En in d'eenigheyd gezeten,
En 't voorhoofd in d'hand gesmeten,
Wendde ik devoiren aen,
Om, was 't mogelyk, te verstaen,
Wat or mogt de oorsaek syn
Dat wy t'huis gelaeten syn
Met de feest van Werf capelle,
Waer noch worst, noch frikadellen,
Waer noch vlaey, noch taert ontbreekt
En men 't beste vaetjen steekt.
Ik dagt op het lest van allen
Daer moet iets syn voorgevallen,
't Gone tegen recht en wetten,
Ons byeenkomst wilt beletten.
Zyn 't misschien de nieuwe rechten,
Die de llesschen vaster hegten
Of is 't om dat kwaed saisoen
Wyn belet heeft op te doen,
Dat men druyf-taks-feest ziet praelen,
Sonder druyf-sap op te haolen
Ik riep Neen, sulks kan niet wesen,
Evit geirt ons als voor desen
Ik wed Hij heeft ons doen nooden,
Maer syn Pieter, dienen snooden,
28e Vervolg.
De arme Foulata wrong opnieuw de
handen, hief haar betraand gelaat, haar
met bloemen omkranst hoofd ten hemel en
was aan zoo hittere wanhoop ten prooi,
dat zij het wreedste hart moest verteederen.
Maar Gagool en haar meester hieven er
ongevoelig voor, hoewel do trekken der
oversten en der wachters van medelijden
spraken. Wat Good betreft, hij bromde
van verontwaardiging en deed eene bewe
ging als wilde hij tot hare bescherming
toesnellen.
Met hare vrouwelijke gevatheid begreep
het arme meisje wat bij hem omging en
plotseling viel zij voor hem op de kmeen
en riep uit
O witte vader van de sterren, spreid
over mij uit den mantel van uwe bescher
ming. Laat my kruipen in de schaduw v o
uwe nwl'L opdat ik gered moge wivlvn.
O, v; u mij van die w"t- - mannen on
de si'ütteri.ij van Gagool.
UMd mün kind, ik »1 «rdndig»,
Qw 'iel Eiigelsoli uil. Sta maar
1 En hy reikte haar de hand.
Twala wendde zich tot zijn zoon, die
naderde met opgeheven speer.
Nu is 't uw tijd, fluisterde Sir Henry
mij toe. Waar wacht gij op
Ik wacht op dc maansverduistering,
antwoordde ik. In 't laatste half uur heb
ik nog geen oog van de maan af gehad,
maar ik zag haar nooit zoo helder schijnen
als than3,
Ge moet het nu maar wagen, of het
meisje wordt gedood.
De kracht van dit argument gevoelend,
wierp ik nog een laatste'.: wanhopigen blik
op dc halstarrige maan cn trad daarna met
al de waardigheid, die in mij was, tussc'.ien
het veroordeelde meisje en Scragga's speer.
Koning, zegde ik, liet zal niet gebeu-
ron. Laat het meisje in vrede gaan.
Twala rees in woede en verbazing van
zijn zetel op.
Zal liet niet gebeuren, gij witte hond,
die den leeuw tart in zyn hol Zal het niet
gebeuren Zijt gy gek Pas maar op, dat
het lot vun deze lafhartige niet ook het uwe
en dat van uw gezellen zij. Hoe kunt gij
haar of u zelf redden Wie zijt gij, dat gij
Ti plaatst tussclien mij en mijn wil Terug,
zog ik. .Scragga, ilood haar Hier wachters
grijpt, die mannen
O .iezen kreet kwamen gewapende
krijger» van achter de hut te voorschijn,
oir blijkbaar opzettclyk geposteerd.
Sir Ilcnry, Good en Umbopa plaatsten
zich naast mij en velden hun geweren.
M. Goblet, Voorzitter van de Union
Catholique van Luik, doet opmerken
dat onze tegenstrevers, al 28 jaar lang,
voor elke ldozingvictoriè kiaaien, maar
er telkens nevens zijn. Op 2 Juni aan
slaande, zal hetzelfde gebeuren. De vïot-
tenden, de weifelaars, dezen moet men
bijzonderlijk bewerken en overtuigen.
Ei onlslond nu eene bespreking van
belang over de schoolkicestie, die wel den
inzet van de kiezing zijn zal. M. Woeste,
Brauo. Ryckmans, André, Harmignies
en Bribosia, voerden daarover beurte
lings het woord. M. Braun zou «eene
duidelijk bepaalde programma willen,
in zake van scholen. De lieden moeten
daarover wel ingelicht zijn. M. Goblet
verklaart ook, dat er duidelijk moet
gezegd worden hoe en wat't is de
Regeering, zegt hij, die zulk bescheid
moet geven, en zij zal het doen op tijd en
stond. M. Woeste steunt er ook op. dat
in sclioolzakeu, «alle halfheid of dub
belzinnigheid van kant moet. De
groote zaak is, de vrijheid van den huis
vader waarborgen. Het is aan de Regee
ring, de verdere veranderingen te doen
kennen welke zij heeft aangekondigd.
Vooraleer uiteen te gaan, heeft de
vergaderiug de volgende verklaring
eenparig gestemd
v De Katholieke Vereenigingen
i zullen niets verzuimen om de
katholieke Regeering aan 't roer
te behouden, welke voort den
zedelijken en stoffelijken voor
uitgang van 't land zal betrach
ten. De Vereenigingen zullen van
nu af den kiesstrijd inrichten
zij zullen de lasteringen van het
kartel weêrleggen zij zullen
doen zien hoe noodlottig de vic
torie van den anti katholieke
blok zou zijn voor Godsdienst,
voor Vaderland, voor elks belan-
gen. De Vereenigingen eindelijk,
bevelen, voor alle kieswerking,
eene rechtzinnige en volkomene
eendracht aan.
(Vervolg.)
In een voorgaande artikel, hebben wij
de fruitsooi'ten onderzocht welke gij in
uwen hof zult planten nu willen wij
u eenige inlichtingen geven over het
planten uwor boomen.
Wat zien wij nog te dikwijls, in zelfs
de algemeenheid der gevallen
De hovenier die met dit werk gelast
is, maakt eenen put groot genoeg om er
de wortels in te leggen (als hij maar
niet te klein is), en er den boom in te
stompen. En dan staat de liefhebber
ver wondei d dat zijne hoornen niet
groeien
Dus luaakt eenen put van dubbel
breedte als uwe wortels lang zijn, dan
zullen de nieuwe worteltjes plaats vin
den om er zich ongestoord in te ontwik
kelen en wilt gij uwen boom heel sterk
zien groeien mengt dan met den grond
verteerd mest, terreau compost en dient
per vierkanten meter de volgende mest
stoffen toe 80 gr. superfosfaat, 40 gr.
kloorpotassiura en 40 gr. zwavelzure
ammoniak van deze laatste de helft
voor en de andere helft na den winter
deze meststoffen zullen aan do jonge
boomen eenen sterken groei verschaffen
ze helpen tot de vorming van talrijke
bloembollen en opvolgeutlijk eene over
vloedige bevruchtiging.
Het wordt gewoonlijk aangenomen
dat de boomen in den grond elementen
genoeg vinden tot hunne ontwikkeling,
dit is eene gpoote dwaling, al degenen
die aan hunne boomen eene redematige
bemesting toegediend hebherf zijn er
heel tevreden over. Om u te overtuigen
doe er eens een enkel proefje mede.
Bij het planten dat de griffelpunt
altijd eenige centimeters hoven den
grond staat en dat de aarde zich tussclien
de wortels bevinde.
Gewoonlijk werden de kern vruchten
onmiddelijk na de planting niet gesnoeid
nochtans indien gij handelt zooals het
hier aangetoond wordt, moogt gij ze
zonder vrees snoeien, in tegendeel de
scheuten ontwikkelen zich heel krach
tig en de vorming van den boom mag
voortgaan, zonder ophouding.
Vóór den winter geplant zouden de
boomen van de lievige vorsten kunnen
lijden, om dit te beh-tten legge men aan
den voet dezer boomen eene laag kort
mest, aseti, enz., zoo dat de vorst de
wortels niet raakt.
Tijdens den zomer, zal eene laag kort
mest een voldoende vocht rond de wor
tels houden, dit vocht is onmisbaar voor
hel verwerken der opgeslorpte voeding
stoffen. G. IMPATIENT
Tuinbouwschool Vilvoorden.
Lukonzolwa. (Vervolg)
Belofte maakt schuld en thans kom ik
myno belofte volbrengen eene week
geleden gedaan aan de lezeressen en lezers
van De Denderbodete weten, eene schets
te geven, hoe onvolmaakt ook, van de wa
tervallen van Lukonzolwa.
Hoe onvolmaakt ook, zog ik, en ja, want
nergens of nimmer zal er een schrijver of
schilder gevonden worden, om in woord of
beeld, de schoonheid, de natuurpracht, dc
verhevene grootschheid van dit tafereel te
maken.
Reeds op verren afstand treft een ge
rommel cn gedonder uwe ooren, 't is of
tientallen van treinen ginds in de verte
voorbijsnorren, naderend wordt het geluid
al duidelijker en duidelijker en gelijkt niet
slecht op de losbarsting van eene batterij
grof geschut, en is men eindelyk aan don
voet der watervallen gekomen, dan over
stemd dit geluid het huilen van don wind
in de reuzenkruinen der eeuwenoude hoo-
Kapitein, neem het spoedig van mij
over. Mijn woordenrijkdom is ten einde.
Good begreep mij terstond. Ik had nooit
kunnen denken, dat hij het zoo goed er zou
afbrengen. Wel tien minuten was hij met
allerlei bulderende zinnen aan 't wooid,
bijna zonder in herhalingen to treden.
Middelerwijl kroop de zwarte schaduw
op de maan voort en de verzamelde menigte
staarde in diepe stilte naar den hemel
gehehnzinnige schaduwen omringden het
hemellichaam en een doodsche stilte
heerschte rondom. Langzaam en te midden
van eene schier plotselinge onrust, spoed
den de minuten voort en week de maan al
meer terug in do zwarte schaduw der
aarde, onbewust van de schrik en onstel-
tenis, welke zy verspreidde. Alleen Goods
stem weerklonk nog, maar ook die staakte
zijne maanbezwering, toen van uo
maan nog slechts een sikkel te zien was.
Eene drukkende stilte volgde op zijne
woorden, plotseling verbroken door prins
Scragga, die uitriep
De maan is stervende, de witte wijzen
hebben de maan vermoord. Wij zullen
allen omkomen in de duisternis.
Aangemoedigd door vrees en door woede
of door beide, hief hij zyne speer op en
slingerde die uit al zijne macht in de rich
ting van Sir Henry's borst. Maar hy had
niet gerekend op den inaliënkoldeions
door den koning geschonken en dien wij
onder onze kleeren droegen. Het staal
stuitte daarop af en voor de knaap z'
aanval kon herhalen, had sir Henry de
speer opgeraapt en die in Scragga's borst
gedreven. De jongeling stortte dood neer.
By dat gezicht en voortgejaagd door
vrees voor dc nu snel toonemende duister
nis en voor de geheimzinnige schaduw die.
naar zy meenden, de maan verzwolg, ren
den de compagnieën van meisjes in wanor
de naar de uitgangen. En hiermede was
de paniek niet gestuit. De koning zelf,
gevolgd door zijne wacht, een deel der
oversten en Gagool, die met zonderlinge
vroolijkheid achter hen aandribbelde, ren
den naar de hutten.
Na eenige minuten warer. dan ook nog
alleen wij, het nu geredde slachtoffer
Foulata, Infadoos en de meesten der over
sten, die wy reeds gesproken hadden, in do
open ruimte byeen. Ook lag daar nog het
lijk van Scragga.
Oversten, zcide ik, wij hebben u een
teeken gegeven. Indien gy voldaan zijt,
laat ons dan spoedig gaan naar de plaats
van afspraak. De betoovering kan nu niet
meer gestuit worden. Zy zal een uur en de
helft van een uur werken. Laat ons ge
bruik maken van de duisternis.
Komt, zegde Intadoos, zich omwen
dend om tc vertrekken, welk voorbeeld
gevolg werd door de met ontzag vervulde
oversten, ons vieren en de geredde Fou
lata.
(Wordt voortgezet).