Zondag 7 Januari 1912
5 centiemen per nummer
65"e Jaar 1452
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad on '1 Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De toestand.
Van Burst naar Katanga,
Nieuwjaarsgiften
Een noodzakelijk Werk.
DITJES en DATJES.
DE DEN DER BOD
iit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag ran iedere week onder dagtee-
eaing ran den volgenden dag. De pry» ervan ia tweemaal ter week voor
Je Stad 5 frank met den Post rersonden frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-76 voor drj|| maanden, voorop ie betalen. De inschrijving
eindigt met SI December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont«
vtingen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutetraat, N* 81
n in alle Postkantoren des Lands.
CKJIQt- lfi sun
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3a* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen Lij accoorci
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heerei. Nota
rissen moeten hunne inaendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen sich te wenden ten buieeie v?n
dit blad.
Aelet, €5 Januari 1912.
Het voornaam katholiek blad La Croix
van Parijs, deelt eene briefwisseling uit
België meê, waarin er over den toe
stand nu in ons land wordt gesproken.
Wij volgen de gedachten van dit schrij
ven.
i Men moet het wfl bekennen, als M.
Schollaert aftrad, in Jur.i verleden,
zag bet or niet al te goed uit voor de
katholieie partij in België. Vele meen-
den dat het eclips ging worden, over
de zon der katholieke partij. Men
meende dat de Belgische Katholieken
hunne winnende kracht hadden ver-
loren.
Te Brussel werd er, in die dagen,
een soort van krijgsraad gehouden,
door de leiders der Partij. Eenigen
wilden openbaarlijk betoogingen hou-
den ter eere van den gevallen minister;
f doch dezen werden aanzien als over-
:c drevenen, die hel mis ophadden. Hot
was de volksmassa der katholiekePar-
u tij, door de overheerlijke betooging
van 29 Oogst te Leuven, die aan de
t benauwden deed verstaan, dat zij man-
nen waren van flauwer moed en klein
geloof.
De betooging van Leuven, die mach-
tige betooging. zij verwekte nieuwen
moed. Men zag klaar, bel volk mét
ons, en dat is eene onweerstaanbare
- macht. Nieuwe ministers kwamen aan
i te minsten voor een deel van 't minis-
terie, en de zaken gingen wcér hun-
nen gang.
Daarna hadden wij de gemeentekie-
zingen van October. De kartel n
miek wat opspraak doch weldra zag
men klaar twee dingen 1° Dat die
Aar/el niet kon houden en aan eene
gelapte broek geleek 2° dat er eigen-
te lijk geono liberale en socialistische
victorie bestoud. In de grootsto steden
verlooreu de Katholieken een deel van
hun volk. In mindere steden en in'
veel gemeenten, wonnen zij merkelijk.
Op de 25.000 gemeente zetels, hadden
de Katholieken er gewillig 16.000.
Nu kwam de opening der Kamers,
en de vertegenwoordigers stonden
voor het nieuw ministerie, Oh ja,
liberalen en socialisten, zouden het
nieuw ministerie al gauw doen luime-
len De socialist M. Bertrand zei in 't
roode blad Le Peuple De strijd zal
- aanvangen, al van de eerste dagen af.
Die strijd zal ongeuadig zijn. De ragèe
ring zal de Kamers moeten ontbinden,
en alsdan zal het bestuur van den lande
in andere handen overgaan.
En inderdaad, de kartelmanoen
begonnen met hard te beuken, eerst
tegen het ministerie van oorlog. Dat
was my een tooneel, van een onvol-
33e Vervolg.
Behoedt uw koning, zoo
oude Infadoos, naar Ignosi wijzend. Strijdt
voor hem gelyk dappere mannen betaamt
schande kome over hem, die terugschrikt
voor den dood voor zijn koning of die den
vyand zyn rug laat zien. Behoedt uw
koning, oversten, kapiteins en soldaten.
Brengt nu hulde aan het heilige teeken van
de slang en volgt dan, opdat lncuba en ik
u den weg wyzen naar het hart van Twala's
krachten.
Er was een oogenblik stilte. Daarop
rees plotseling uit de dicht aaneengesloten
ryen een geluid op, als het ver verwijderd
loeien der zee en veroorzaakt door het zacht
tikken met de zesduizend speereinden tegen
de schilden. Langzamerhand werd het
sterker daarna nam het geluid weer af.
En toen het weggestorven was, weerklonk
plotseling de koninklijke groet.
Ignosi, zoo bedacht ik, mocht wel trotsch
wezen, want geen Romeinsch keizer was
ooit zoo begroet door de zwaardvechters
die sterven gaan.
Ignosi'bcantwoordde deze prachtige hul
debetuiging met het opheffen van zijn
Btrydbyl en daarop marcheerden de «Wit-
doend en nietsioeerdig leger van al die
militaire hervormingen van de kanons
meerdie forten meer, die mannen
meer De socialisten beklommen hun
stokpeerd, en eischtenin eenen trek,
de geicapende natie.
't Was belachelijk maar, volgens
de karteïisten, België moest in staat
worden gesteld om weèrstand te kun-
nen bieden aan Duitschland en aan
Frankrijk.
a Na den minister van oorlog, moest
de minister van koloniën het ontgel-
- den. Zijn bestuur in Congo werd met
geweld aangerand do missionarissen
werden belasterd en belogen, en ievers
eenen aardigen zwarten jongen eenen
klets op zyn kaak geveu, wel, hij die
zulks deedmoest opgehangen worden
Die aanval gelukte nog liet minst
van al, en het was een waar spotge-
- lach in het land.
De kamerheeren van den kartel, vie-
len vervolgens den minister van Geld-
wezen aan. Oh ja, '1 was zeker,
- die voerde België vierkant naar den
afgrond... De minister van spoorwe-
gen werd niet gespaard, wegens over-
dreven vrachtprijzen, zoo men zei. De
minister van arbeid en nijverheid
werd onder handen genomen, omdat
\«y, in voorname werkhuizen, niet
gebood dat men socialistische werking
niet verbood. De minister van land-
bouw werd aangesproken, en het werd
•- hem ten.laste gelegd, dat de zomer zoo
droog was geweest, dat de muilplaag
alzoo had gewoed
Er was daar meer als genoeg om
a het ministerie eene tuimeling to doen
u maken.... in Frankrijk. Maar wij
waren in België, en de Belgen door-
zagen geheel dat spel, en zij noemden
het bij zijnen waren naam bluf,
haat en nijd.
Niet een minister wankelde het
ministerie de Broqueville bleef geheel
- en gansch. De Kamer is in verlof, al
sedert eonige dagen, en de toestand
De kartelmannon zijn verdeeld en bas-
sen tegen malkaar de katholieken
zijn èeus, en allemaal ondersteunen
hunne regeering. Het is een algemeen
gezegde, door gansch het land Oh
neen, in de armeu niet der roode drij-
t vers, die 't al ondermijnen In de han-
den der liberalen ook niet, die met
de rooden karleleeron Liever blijven
a waar eu wat wij zijn
>i
Een liberaal, die veel mot de politiek
li begaan is, zei mij over den toestand
rechtuit
Om te winnen, bij d'aanstaande kie-
zingen, 't zal zoo moeielijkgaan. Niels
is voor ons ontzienlyker, als dit be
leefd or. glimlachend ministerie ds
Broqueville, geleid dooreenen ridder-
lijken man, samengesteld uit personen
die ieders genegenheid winnen.
ten af in een driedubbele govechtslinie,
ieder tellend duizend strijdbare mannen, de
officieren inbegrepen. Toen de laatste com
pagnieën een vyfhonderd meters vooruit
waren, plaatste Ignosi, zich met my aan
't hoofd van de Buffels, welk regiment
in gelijke gevechtsformatie was opgesteld,
en voort gingen wy ook. Ik moot bekennen
dat ik een vurig gebed tot God opzond
voor mijn behoud.
Toen wy den rand van het plateau be
reikten, waren do Witten t halverwege
de groene landtong, welke tusschen de
uiteinden van den heuvel opliep en dus aan
weerszyden van don heuvel begrensd werd.
In Twala's kamp heerschte groote opge
wondenheid regiment na regiment ging
in versnelden pas heuvel waarts, blijkbaar
ten einde te zorgen, dat do vyandelyke
macht de vlakte van Leu niet zou kunnen
bereiken.
Aan het smalle uiteinde van de landtong
hielden de Witten stand in de krachtige
driedubbele gevechtsformatie. Op een hon
derd meters achter de laatste compagnieën
van de «Witten# stelden wij de «Buffels»
op. 't Terrein was daar nog wat hooger,
zoodat ik een goed uitzicht had op den
strijd.
Wy zagon Twala's gansche strijdmacht,
die sinds dien morgend belangrijk was ver
sterkt en zeker, niettegenstaande de verlie
zen, veertig duizend man telde, in flinken
pas op ons afkomen. By den nauwen toe
gang tot onze stelling naderend, aarzelden
Riskeert liet, aan de menschen wjs
te maken dat dergelijke bestuurdeis
het land naar de miserie en den
ondergang leiden De ministers zi-'a
beminnelijke lieden, wat veel anderen
volstrekt niet zijn. En wal de socialis-
ten aangaat, de deze, zijn meereodeeis
lomperikken des rustres
Het land is onder den indruk, welke
voor ons zoo nadeelig is, dat hei b»
stuurd wordt door mannen van wijs-
heid, van bedaardheid, van welwil-
lendheid, die verstand hebben en ve.-
kleefdheid. Daarom zal do kiesstrijd
voor ons moeielijk wezen.
Dat was de toestand lezer, dat is hij
nu. Na den val van M. Schollaert, nog
al ontmoediging. Nu integendeel, be
moediging, schier zekerheid.
Dat de katholieken hunne plicht-ver
vullen.
Dat zy goede kandidaten nemen, kan
didaten met welke er le zegepralen is:
weerdige mannen.
Dat zij den kiesstrijd, in al zijne ge*
deelten, wel inrichten, goed schikken en
hem bij tijds aangaan. En bij kiesstrijd,
is do passende verdeeling van het
werk, eene waarborg van zegè.
Dat zij kleine veeten vergeten, en alle
maal stemmen voor kandidaten die dooi
de polls worden aangewezen.
Dat zy werken aanhoudend en stand
vastig, bedaard, ja, maar onversaagd
ééns en moedig.
En waar het inrichting is, werking
en eendracht, ehwel, daar ook zal het
In politiek is het ook waar Loon
naar werken
Reisbeschrijving.
door Pktklb Cosy\.
Van Kaapstad naar Elisabethstad.
TWEEDE DEEL.
XXI.
In dolle vaart vliegen onze paarden de
hellingen op langs duizelingwekkende
afgronden. Wij zyn echter niet vervaard
en giechelen in onze rijtuigen van pret,
gelijk kleine kinderen. Thans rijden wy
het pad van den Olifantsberg op. Daar op
do h< ogte houden wij stil, en schouwen
verbaasd in de diepte naar do rivier welke
daar kalm hoen vloeit tusschen die rotsen.
Wij dalen den heuvel af, om de waterwer
ken welke men daar uitvoert te bezich
tigen. Dwars door eene rots is een doorgang
gekapt waardoor het water der rivier langs
den anderen kant uitkomt. Daardoor zijn
duizenden en duizenden hectaren velden
onbebouwden grond, in weelderige akkers
herschapen.
Wij draaien de rots om, e:i klimmen
omhoog. Langs don anderen kant komen
wij bij onze rijtuigen en stijgen er in. Nu
zy, ontdekkend, dat slechts een regiment,
tegelijk ons kon aanvallen en dat zij ons
slechts in 't front konden naderen, daar de
hooge heuvolwanden onze flanken deklen.
En wat hen ook ontzag inboezemde te
hunner ontvangst stonden daar als een
muur gereed do Witten de trots en de
glorie van het Kukuanaleger.
De vijanden aarzelden stuiten zelfs hunne
opmarch zij zagen er tegen op de speren
te kruisen met de drie dichte ryen van
forsche krijgers, die hen zoo kalm en vaar
dig afwachtten.
Maar nu kwam een zwaargebouwd gene
raal, getooid met den wuivenden vederbos
en door eene groep oversten omgeven,
naar voren, 't Was, geloof ik, niemand
minder dan Twala zelf. Hij gaf een bevel
en het eerste regiment, een gejuich aan
heffend, rukte op naar de Witten die in
volmaakte rust wachtten tot de vyand tot
op een veertig meters genaderd was.
Toen rees een vlucht talla's of werp-
messen uit hun ryen op, waarna de krijgers
met een forschen strijdkreet vooruitspron
gen en de regimenten elkaar in doodelijken
kamp ontmoetten.
Het geluid van de speerstooten op de
schilden kwam tot ons als het rollen van
den donder, en de gansche vlakte over
weerkaatsten de snel bewogen speerpun
ten in 't zonlicht. Heen en weer stormden
do vechtende, stekende en slaande men-
schonmassa, maar niet lang. Plotseling
werden de rijen der aanvallers dunner en
in dwazen rit naar de Drakensbergen. Geen
nood dat wij zullen verongelukken, Adam,
zoo heet onzen zwarten conducteur, kent
zyn ambacht,
Wij rijden dwars door de rivier zoodat
het water ens over het hoofd spat, dit is
hier gewoonte. Om 1 ure slaan wy onze
tenten op in de Drakensbergen, en nemen
ons noenmaal in de schaduw van een Afri-
kaanschen reuzenboom. 't Was een aardig
schouwspel, zoo'n compagnie Europianen
daar te zien spijsteren op den grond als een
troep Bohemers, 't Smaakte ons echter
beter dan in een hotel.
Wy blijven daar tot 3 ure en dan doen
wy een wandeling van ééne uur waarna
wij de terugreis aanvangen. Op weg bezoe
ken wij nog eene wijnbrouworij, waar men
de druiven verwerkt dezer streek want er
zijn hier overgroote en talrijke wynbergen
en de wyn welken zij leveren is heel goed,
zoo in den aard van onzen Porto.
Wy ontmoeten ook nog eene landbouw
familie welke bezig is met het land te be
ploegen en op te voeren. Men gebruikt
daarvoor eent ploeg bespannen met 8 ezels,
en voor het vereffenen van het terrein eon
machien dat men op de hoogte vult en in
de laagte afstort.
Ook komen wij vele planters of boeren
tegen te paard, per velo, per voituur en
zelfs per automobiel.
's Avonds om 7 1/2 ure komen wij ver
moeid en grys van het stof te Robertson
aan.
Wy hebben allen goeden eetlust en om
nrè trekken allen naar bed Ik echter tot
vermaak en nut myner lezers zet mij aan
't schrijven tot 12 ure.
't Is waarlyk geen plezierig postje op
reis dagbladschryver of correspondent
te zijn.
voor den Paus.
Plaatselijk Comiteit der Dekenij
van Aalst, onder het Eere-Voorzitter-
schap van Z. E. H. Kanunnik Roelandts.
pastoor-deken en den heer Graaf CAmiel
Liénart, en het Voorzitterschap van den
heer Graaf Eduard Glénisson en den heer
Baron Lodewijk de Béthune.
Eerste vischrijvingslijst
Kan. Roelandts, pastoor-deken 100 fr.
Naamloos 100 fr.
Onbekend 20 fr.
Onbekend 100 fr.
Onbekend 100 fr.
Denderbode 5 fr
Joris Van de Putte 5 fr.
430 fr.
Men kan ook de inschryvingen zenden
aan he t Bureel van ons blad of aan den
Secretaris van het Comiteit M. Petrus Van
Nuffel, Sinto Annastraat, 26, Aalst of aan
M Joris Van de Putte, Penningmeester,
lid van den Bond der Belgische Dagblad-
schry vers, Schoolstraat, .14, Aalst.
dunner, totdat de Witten, voor zoover
niet eveneens gevallen, over de lijkon der
vyanden heengingen, gelijk de golven zich
bewegen over een rif, dat weerstand biedt.
Hot was gedaan. Dat eerste regiment
van Twala was vernield, maar de «Witten»
hadden nog slechts twee volle liniën over
die van de eerste linie nog leefden gingen
naar do achterhoede.
Schouder aan schouder en vastberadener
dan ooit stonden de krijgers koen geschaard
dooden en gewonden achter zich latend,
Tot mijn groote vreugde zag ik Sir Ilenry
van ry tot rij gaan, den weerstand rege
lend liy leefde dus nog.
Wy gingen intusschen vooruit tot het
punt der derde ontmoeting, waar thans
vierduizend mannen dood, stervend en
gewond in plassen bloed neerlagen. Ignosi
gaf een bevel, dat spoedig de ronde deed
en inhield, dat geen enkele gowonde vijand
mocht gedood worden. Voor zoover wy
konden zien, werd dit bevel stipt uitge
voerd.
Maar wij hadden weinig tijd of gelegen
heid daar lang op te letten, want een
tweede regiment "an Twala kwam op,
kenbaar aan witte pluimen en schilden.
Do nog overige tweeduizend «Witten#
wachtten hen in dezelfoe stilte op als te
voren, weer tot zij op veertig meters gena
derd waren. Toen sprongen zij met onweer
staanbare kracht op hen af en weer weer
klonk het sombere goluid der gebeukte
Het geldt den v jw van eene vrije lagere
school voor jongens, to Houdeng-Goegnies
(Henegouwen).
Deze volkrijke parochie, zy telt 8500
zielen, volop in het Centrum gelegen,
is sinds lang overgeleverd aan den machti
gen invloed van do vrijdenkerij en de
ongodsdienstigheid. Zij beantwoordt maar
al te zeer, helaas aan de ontmoedigende
beschrijving, die men heeft kunnen lezen
m liet werk van den Heer P. Verhaegen
over den toestand van het onderwijs in
Henegouwen en vooral in het Centrum.
Er is slechts een middel om hem op te
heffen en eene christelijko jongelingschap
voor te bereiden het oprichten van eene
vrije school voor jongens, 't Is in hot belang
van dit werk dat wij een dringend beroep
doen op de vrijgevigheid der Katholieken.
Van den andoren kant klimt de Vlaamsche
bovolking dezer parochie tot hij de 2000
zielen, ongeveer 400 huisgezinnen.
Sedert eenigen tijd is een priester in het
bijzonder aan hun dienst verbonden maar
tot hiertoe zijn de jongens van deze huis
gezinnen waarvan vele nog christelijk zijn,
gedwongen do neutrale sehool te bezoeken
on ernstig aan bet gevaar blootgesteld hun
geloof te verliezen.
Zouden de vr'jgevige Vlamingen beter
de belangen kunnen dienen van hunne
broeders, die naar het Walenland zijn uit
geweken. dan door ons in staat te stellen,
dank hunne giften, vrije school te
openen, waar zij hum.'o jcngcas hoen kun
nen zenden
Z. T H. Monseigneur de Bisschop van
Doornik, in een brief van 27 October 1911,
heeft zich gewaardigd deze onderneming
te zegenen alsook de liefderijke personen
die wel willen medewerken aan de verwe
zenlijking van dit doel, door hun giften op
te zenden aan den Eerw. Heer O. Houzé,
Pastoor te Houdeng-GoBGMES. (Niet ver
warren met Houdeng-Aimeries).
Officiëele en vrije scholen in
Frankrijk. In Frankrijk bestaat in
de wet de vrijheid van onderwijs die
vrijheid wordt zooveel mogelijk aan
handen gelegd door allerlei slinksche
middelen.
Zoo, by voorbeeld, heeft men het
grootste getal kloosterorden outbonden
en hunne goederen aangeslagen, op die
wijze honderden vrije scholen sluitende.
Niettemin bestaan er nog talrijke
vrije scholen in Frankrijk door .wereld
lijke Priesters en wereldlijke onderwij
zers gehouden.
De officiëele scholon telden 4,135.886
leerl. iu 1909, de vrije scholen 960,712.
la 1910 wonnen de officiëele scholen
71.327 leerlingen bij, of 17,26 per dui
zend de vrije scholen wonnen 26,983
leerlingen of 28 per duizend dus is de
schilden. Het treur schouwspel van daar
even herhaalde zich.
Ditmaal bleef de uitslag langer in twijfel;
het scheen voor een wijle bijna onmogelyk
dat de Witten weder de overhand zou
den hebben. Het aanvallend regiment
bestond uit jonge mannen, dio met woede
vochten; hun overmacht zou onze veteranen
wel terug kunnen drijven. De slag was
inderdaad outzagwekkend, iedere minuut
vielen er honderden en te midden van do
kreten der strijders en het gereutel der
stervenden, het beukon der schilden en
kletteren der wapens, klonk voortdurend
een gedempt S'gea s'gea, de triomfkreet
van iederen stryder, die met zijn assegaai
weer een vyand had neergeveld.
Maar volmaakte tucht en voortdurende
onwankelbare moed doen wonderen, en
een veteraan staat twee jongeren, zooals
bij dit samentreffen weldra blenk. Want
juist toen wy dachten, dat het gedaan was
met de Witten en wy ons gereed maak
ten hunne plaats le gaan innemen als zij
verstrooid waren, hoorde ik Sir Henry's
zware stem uitklinken boven het gedruisch
en zag ik zyn strijdbyl zwaaien boven zyn
vaderbos. Toen kwam er verandering de
Witten weken niet langer terug, ston
den weer pal als een rots, waartegen de
golven der aanvallers braken. Nu kwam or
weder beweging in de onzen, maar eene
vooruitgaande. Daar zy geen vuurwapenen
hadden, was er ook geen rook en konden
vooruitgang ia de vrije scholen merko-
lijk grooter dan in de officiëele scholen.
Sedert het vergold.ilooz- ii der <,ÜlciëJe
scholen heeft het getal leerlingen afge
nomen.
Maar hoeveel meer zoude het niet
afnemen indien de ouders overal gek*
genheid hadden hunne kinderen naar
vrije scholen te zenden.
Helaas zij hebben die gelegenheid
niet.
Hier in België willen de geuzen voor
komen dat alle ouders die g-jlegonheid
hebben en daarom verzetten zij er :cii
tegen da', het recht der vrije scholen op
hulpgelden van de openbare besturen
zou herkend worden.
4*4 De ongeletterdeu.
Een der stokpeerdjes van do liberalen en
socialisten is dat in België het getal per
sonen, die niet kunnen lezen en schrijven
veel aanzienlijker is dan in het aieereo-
deel der Europeesche lauden, on vooral
Duitschland en Frankrijk, en /ij schrij
ven dit toe aan de omstandigheid dat in
België de schooldwang niet beslaat. Wij
hebben meermaals doen opmerken dat
de statistieken der ongektterdeo, dio
men sedert eenige jaren afkondigt, vol
strekt niet te betrouwen zijn, daar er e
groot verschil beslaat over etg-er. men
onder den naam van ongeiei'r-.r 1
grijpt. Zoo was het ii Frank .-ijk
doende de eenige woorden ie
lezen, om aanzien te wotden
toi'd, terwijl er in Bêlgië v rèlsi ht 1
niet alleen dat men kon lezen,
ge hoe lé foïziuiieu sciir an eu be^ry, i
wat men schrijft. In D bland w it
als geletterd aanzien, j;
geweest is, al had mei reeds
vergeten wat men gele* d hee."
In Frankrijk heeft n en nu c. t eén
paar jaren een ernstig tol
voor de rekruten van hei r, en de
uitslagen z(jn jammerlijk est. M<
heeft bevonden dat er niet min n
14.000 ongeletterden i leger zijn,
zonder degenen te rekt
opgekomen of gedeserteerd ;rj. i -.
paryzer Temps laat er ^rug
klachten over hooren, i raagt waar
toe al de uilgaven dien
onderwijs bestemd, de 1/0 miljoen jaar.
lijks besteed voor de
schoolmeesters, de U
zers, enz.
Het parijzer blad vlod dat men den
schooldwang moet verscherpen ea hel
schoolverzuim met gevang m
fen. Het vraagt ook dal men de school
meesters zich wat mee
houdeu met het onder
dat zij wat min voord' v..
bouwleeraars, mutua eu ea is
kieswerkers zouden s; n. E; wordt
inderdaad te veel van ie onderwijzers
gevraagd, en zulks is i'rankrjjk
niet alleen liet geval.
Wat er ook van zy, wij denken dat
men nu zal ophouden met ie zoogezegde
statistiek der ongeletterden ie schermen.
België moet onder opxi
wij alles zien. Spoedig werd geve
minder hevig.
Dat zijn inderdaad raanren, zij winnen
weer, riep Ignosi uit, die aan m\j(
in opgewondenheid stond to knarstunden.
Zie, het is gedaan.
Plotseling, als do rookwolki.-m uit ood
kanon, snelde de rost vf. het aan vallende
regiment, in verspreid /roe; weg.
hunne tegenstanders als overwinnaars
achterlatend.
Maar, helaas, onze Witten vormde
geen regiment meer. Van d driedubbele
gevechtslinie, nog zoo kort ^nle Jon Jaar
opgesteld, waren nog slechts een .nisiicn»
derdman over, allen mei bloe. - ..at le
rest was onder den voet geraakt.
Maar de overigen juichten v waai.Ion
hunne sporen en in plaa'- van o.. o.;s aau
te houden, naar wy verwachtten, renden
zy do vluchtende vyanden achterna en
stelden zich een honden! iftl m vei -!t
weer in driedubbele govechtslinie op, rond
eene verhevenheid van het terrein. En daar,
do hemel zij dank, zag ik voor oogen
blik Sir Henry's hooge gestalte boven op
die verhevenheid en naa^ he:, onze o ie
vriend Infadoos.
Toen kwamen Twala's >yiimten wee.
naar die ten doodo opgeschreven groep ei
opnienw ving het gevecl
(W. ai v .uitgezet)