Zondag 7 Januari 1912 5 centiemen per nummer 65"e Jaar 1452 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad on '1 Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De toestand. Van Burst naar Katanga, Nieuwjaarsgiften Een noodzakelijk Werk. DITJES en DATJES. DE DEN DER BOD iit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag ran iedere week onder dagtee- eaing ran den volgenden dag. De pry» ervan ia tweemaal ter week voor Je Stad 5 frank met den Post rersonden frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-76 voor drj|| maanden, voorop ie betalen. De inschrijving eindigt met SI December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont« vtingen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutetraat, N* 81 n in alle Postkantoren des Lands. CKJIQt- lfi sun Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3a* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen Lij accoorci Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heerei. Nota rissen moeten hunne inaendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen sich te wenden ten buieeie v?n dit blad. Aelet, €5 Januari 1912. Het voornaam katholiek blad La Croix van Parijs, deelt eene briefwisseling uit België meê, waarin er over den toe stand nu in ons land wordt gesproken. Wij volgen de gedachten van dit schrij ven. i Men moet het wfl bekennen, als M. Schollaert aftrad, in Jur.i verleden, zag bet or niet al te goed uit voor de katholieie partij in België. Vele meen- den dat het eclips ging worden, over de zon der katholieke partij. Men meende dat de Belgische Katholieken hunne winnende kracht hadden ver- loren. Te Brussel werd er, in die dagen, een soort van krijgsraad gehouden, door de leiders der Partij. Eenigen wilden openbaarlijk betoogingen hou- den ter eere van den gevallen minister; f doch dezen werden aanzien als over- :c drevenen, die hel mis ophadden. Hot was de volksmassa der katholiekePar- u tij, door de overheerlijke betooging van 29 Oogst te Leuven, die aan de t benauwden deed verstaan, dat zij man- nen waren van flauwer moed en klein geloof. De betooging van Leuven, die mach- tige betooging. zij verwekte nieuwen moed. Men zag klaar, bel volk mét ons, en dat is eene onweerstaanbare - macht. Nieuwe ministers kwamen aan i te minsten voor een deel van 't minis- terie, en de zaken gingen wcér hun- nen gang. Daarna hadden wij de gemeentekie- zingen van October. De kartel n miek wat opspraak doch weldra zag men klaar twee dingen 1° Dat die Aar/el niet kon houden en aan eene gelapte broek geleek 2° dat er eigen- te lijk geono liberale en socialistische victorie bestoud. In de grootsto steden verlooreu de Katholieken een deel van hun volk. In mindere steden en in' veel gemeenten, wonnen zij merkelijk. Op de 25.000 gemeente zetels, hadden de Katholieken er gewillig 16.000. Nu kwam de opening der Kamers, en de vertegenwoordigers stonden voor het nieuw ministerie, Oh ja, liberalen en socialisten, zouden het nieuw ministerie al gauw doen luime- len De socialist M. Bertrand zei in 't roode blad Le Peuple De strijd zal - aanvangen, al van de eerste dagen af. Die strijd zal ongeuadig zijn. De ragèe ring zal de Kamers moeten ontbinden, en alsdan zal het bestuur van den lande in andere handen overgaan. En inderdaad, de kartelmanoen begonnen met hard te beuken, eerst tegen het ministerie van oorlog. Dat was my een tooneel, van een onvol- 33e Vervolg. Behoedt uw koning, zoo oude Infadoos, naar Ignosi wijzend. Strijdt voor hem gelyk dappere mannen betaamt schande kome over hem, die terugschrikt voor den dood voor zijn koning of die den vyand zyn rug laat zien. Behoedt uw koning, oversten, kapiteins en soldaten. Brengt nu hulde aan het heilige teeken van de slang en volgt dan, opdat lncuba en ik u den weg wyzen naar het hart van Twala's krachten. Er was een oogenblik stilte. Daarop rees plotseling uit de dicht aaneengesloten ryen een geluid op, als het ver verwijderd loeien der zee en veroorzaakt door het zacht tikken met de zesduizend speereinden tegen de schilden. Langzamerhand werd het sterker daarna nam het geluid weer af. En toen het weggestorven was, weerklonk plotseling de koninklijke groet. Ignosi, zoo bedacht ik, mocht wel trotsch wezen, want geen Romeinsch keizer was ooit zoo begroet door de zwaardvechters die sterven gaan. Ignosi'bcantwoordde deze prachtige hul debetuiging met het opheffen van zijn Btrydbyl en daarop marcheerden de «Wit- doend en nietsioeerdig leger van al die militaire hervormingen van de kanons meerdie forten meer, die mannen meer De socialisten beklommen hun stokpeerd, en eischtenin eenen trek, de geicapende natie. 't Was belachelijk maar, volgens de karteïisten, België moest in staat worden gesteld om weèrstand te kun- nen bieden aan Duitschland en aan Frankrijk. a Na den minister van oorlog, moest de minister van koloniën het ontgel- - den. Zijn bestuur in Congo werd met geweld aangerand do missionarissen werden belasterd en belogen, en ievers eenen aardigen zwarten jongen eenen klets op zyn kaak geveu, wel, hij die zulks deedmoest opgehangen worden Die aanval gelukte nog liet minst van al, en het was een waar spotge- - lach in het land. De kamerheeren van den kartel, vie- len vervolgens den minister van Geld- wezen aan. Oh ja, '1 was zeker, - die voerde België vierkant naar den afgrond... De minister van spoorwe- gen werd niet gespaard, wegens over- dreven vrachtprijzen, zoo men zei. De minister van arbeid en nijverheid werd onder handen genomen, omdat \«y, in voorname werkhuizen, niet gebood dat men socialistische werking niet verbood. De minister van land- bouw werd aangesproken, en het werd •- hem ten.laste gelegd, dat de zomer zoo droog was geweest, dat de muilplaag alzoo had gewoed Er was daar meer als genoeg om a het ministerie eene tuimeling to doen u maken.... in Frankrijk. Maar wij waren in België, en de Belgen door- zagen geheel dat spel, en zij noemden het bij zijnen waren naam bluf, haat en nijd. Niet een minister wankelde het ministerie de Broqueville bleef geheel - en gansch. De Kamer is in verlof, al sedert eonige dagen, en de toestand De kartelmannon zijn verdeeld en bas- sen tegen malkaar de katholieken zijn èeus, en allemaal ondersteunen hunne regeering. Het is een algemeen gezegde, door gansch het land Oh neen, in de armeu niet der roode drij- t vers, die 't al ondermijnen In de han- den der liberalen ook niet, die met de rooden karleleeron Liever blijven a waar eu wat wij zijn >i Een liberaal, die veel mot de politiek li begaan is, zei mij over den toestand rechtuit Om te winnen, bij d'aanstaande kie- zingen, 't zal zoo moeielijkgaan. Niels is voor ons ontzienlyker, als dit be leefd or. glimlachend ministerie ds Broqueville, geleid dooreenen ridder- lijken man, samengesteld uit personen die ieders genegenheid winnen. ten af in een driedubbele govechtslinie, ieder tellend duizend strijdbare mannen, de officieren inbegrepen. Toen de laatste com pagnieën een vyfhonderd meters vooruit waren, plaatste Ignosi, zich met my aan 't hoofd van de Buffels, welk regiment in gelijke gevechtsformatie was opgesteld, en voort gingen wy ook. Ik moot bekennen dat ik een vurig gebed tot God opzond voor mijn behoud. Toen wy den rand van het plateau be reikten, waren do Witten t halverwege de groene landtong, welke tusschen de uiteinden van den heuvel opliep en dus aan weerszyden van don heuvel begrensd werd. In Twala's kamp heerschte groote opge wondenheid regiment na regiment ging in versnelden pas heuvel waarts, blijkbaar ten einde te zorgen, dat do vyandelyke macht de vlakte van Leu niet zou kunnen bereiken. Aan het smalle uiteinde van de landtong hielden de Witten stand in de krachtige driedubbele gevechtsformatie. Op een hon derd meters achter de laatste compagnieën van de «Witten# stelden wij de «Buffels» op. 't Terrein was daar nog wat hooger, zoodat ik een goed uitzicht had op den strijd. Wy zagon Twala's gansche strijdmacht, die sinds dien morgend belangrijk was ver sterkt en zeker, niettegenstaande de verlie zen, veertig duizend man telde, in flinken pas op ons afkomen. By den nauwen toe gang tot onze stelling naderend, aarzelden Riskeert liet, aan de menschen wjs te maken dat dergelijke bestuurdeis het land naar de miserie en den ondergang leiden De ministers zi-'a beminnelijke lieden, wat veel anderen volstrekt niet zijn. En wal de socialis- ten aangaat, de deze, zijn meereodeeis lomperikken des rustres Het land is onder den indruk, welke voor ons zoo nadeelig is, dat hei b» stuurd wordt door mannen van wijs- heid, van bedaardheid, van welwil- lendheid, die verstand hebben en ve.- kleefdheid. Daarom zal do kiesstrijd voor ons moeielijk wezen. Dat was de toestand lezer, dat is hij nu. Na den val van M. Schollaert, nog al ontmoediging. Nu integendeel, be moediging, schier zekerheid. Dat de katholieken hunne plicht-ver vullen. Dat zy goede kandidaten nemen, kan didaten met welke er le zegepralen is: weerdige mannen. Dat zij den kiesstrijd, in al zijne ge* deelten, wel inrichten, goed schikken en hem bij tijds aangaan. En bij kiesstrijd, is do passende verdeeling van het werk, eene waarborg van zegè. Dat zij kleine veeten vergeten, en alle maal stemmen voor kandidaten die dooi de polls worden aangewezen. Dat zy werken aanhoudend en stand vastig, bedaard, ja, maar onversaagd ééns en moedig. En waar het inrichting is, werking en eendracht, ehwel, daar ook zal het In politiek is het ook waar Loon naar werken Reisbeschrijving. door Pktklb Cosy\. Van Kaapstad naar Elisabethstad. TWEEDE DEEL. XXI. In dolle vaart vliegen onze paarden de hellingen op langs duizelingwekkende afgronden. Wij zyn echter niet vervaard en giechelen in onze rijtuigen van pret, gelijk kleine kinderen. Thans rijden wy het pad van den Olifantsberg op. Daar op do h< ogte houden wij stil, en schouwen verbaasd in de diepte naar do rivier welke daar kalm hoen vloeit tusschen die rotsen. Wij dalen den heuvel af, om de waterwer ken welke men daar uitvoert te bezich tigen. Dwars door eene rots is een doorgang gekapt waardoor het water der rivier langs den anderen kant uitkomt. Daardoor zijn duizenden en duizenden hectaren velden onbebouwden grond, in weelderige akkers herschapen. Wij draaien de rots om, e:i klimmen omhoog. Langs don anderen kant komen wij bij onze rijtuigen en stijgen er in. Nu zy, ontdekkend, dat slechts een regiment, tegelijk ons kon aanvallen en dat zij ons slechts in 't front konden naderen, daar de hooge heuvolwanden onze flanken deklen. En wat hen ook ontzag inboezemde te hunner ontvangst stonden daar als een muur gereed do Witten de trots en de glorie van het Kukuanaleger. De vijanden aarzelden stuiten zelfs hunne opmarch zij zagen er tegen op de speren te kruisen met de drie dichte ryen van forsche krijgers, die hen zoo kalm en vaar dig afwachtten. Maar nu kwam een zwaargebouwd gene raal, getooid met den wuivenden vederbos en door eene groep oversten omgeven, naar voren, 't Was, geloof ik, niemand minder dan Twala zelf. Hij gaf een bevel en het eerste regiment, een gejuich aan heffend, rukte op naar de Witten die in volmaakte rust wachtten tot de vyand tot op een veertig meters genaderd was. Toen rees een vlucht talla's of werp- messen uit hun ryen op, waarna de krijgers met een forschen strijdkreet vooruitspron gen en de regimenten elkaar in doodelijken kamp ontmoetten. Het geluid van de speerstooten op de schilden kwam tot ons als het rollen van den donder, en de gansche vlakte over weerkaatsten de snel bewogen speerpun ten in 't zonlicht. Heen en weer stormden do vechtende, stekende en slaande men- schonmassa, maar niet lang. Plotseling werden de rijen der aanvallers dunner en in dwazen rit naar de Drakensbergen. Geen nood dat wij zullen verongelukken, Adam, zoo heet onzen zwarten conducteur, kent zyn ambacht, Wij rijden dwars door de rivier zoodat het water ens over het hoofd spat, dit is hier gewoonte. Om 1 ure slaan wy onze tenten op in de Drakensbergen, en nemen ons noenmaal in de schaduw van een Afri- kaanschen reuzenboom. 't Was een aardig schouwspel, zoo'n compagnie Europianen daar te zien spijsteren op den grond als een troep Bohemers, 't Smaakte ons echter beter dan in een hotel. Wy blijven daar tot 3 ure en dan doen wy een wandeling van ééne uur waarna wij de terugreis aanvangen. Op weg bezoe ken wij nog eene wijnbrouworij, waar men de druiven verwerkt dezer streek want er zijn hier overgroote en talrijke wynbergen en de wyn welken zij leveren is heel goed, zoo in den aard van onzen Porto. Wy ontmoeten ook nog eene landbouw familie welke bezig is met het land te be ploegen en op te voeren. Men gebruikt daarvoor eent ploeg bespannen met 8 ezels, en voor het vereffenen van het terrein eon machien dat men op de hoogte vult en in de laagte afstort. Ook komen wij vele planters of boeren tegen te paard, per velo, per voituur en zelfs per automobiel. 's Avonds om 7 1/2 ure komen wij ver moeid en grys van het stof te Robertson aan. Wy hebben allen goeden eetlust en om nrè trekken allen naar bed Ik echter tot vermaak en nut myner lezers zet mij aan 't schrijven tot 12 ure. 't Is waarlyk geen plezierig postje op reis dagbladschryver of correspondent te zijn. voor den Paus. Plaatselijk Comiteit der Dekenij van Aalst, onder het Eere-Voorzitter- schap van Z. E. H. Kanunnik Roelandts. pastoor-deken en den heer Graaf CAmiel Liénart, en het Voorzitterschap van den heer Graaf Eduard Glénisson en den heer Baron Lodewijk de Béthune. Eerste vischrijvingslijst Kan. Roelandts, pastoor-deken 100 fr. Naamloos 100 fr. Onbekend 20 fr. Onbekend 100 fr. Onbekend 100 fr. Denderbode 5 fr Joris Van de Putte 5 fr. 430 fr. Men kan ook de inschryvingen zenden aan he t Bureel van ons blad of aan den Secretaris van het Comiteit M. Petrus Van Nuffel, Sinto Annastraat, 26, Aalst of aan M Joris Van de Putte, Penningmeester, lid van den Bond der Belgische Dagblad- schry vers, Schoolstraat, .14, Aalst. dunner, totdat de Witten, voor zoover niet eveneens gevallen, over de lijkon der vyanden heengingen, gelijk de golven zich bewegen over een rif, dat weerstand biedt. Hot was gedaan. Dat eerste regiment van Twala was vernield, maar de «Witten» hadden nog slechts twee volle liniën over die van de eerste linie nog leefden gingen naar do achterhoede. Schouder aan schouder en vastberadener dan ooit stonden de krijgers koen geschaard dooden en gewonden achter zich latend, Tot mijn groote vreugde zag ik Sir Ilenry van ry tot rij gaan, den weerstand rege lend liy leefde dus nog. Wy gingen intusschen vooruit tot het punt der derde ontmoeting, waar thans vierduizend mannen dood, stervend en gewond in plassen bloed neerlagen. Ignosi gaf een bevel, dat spoedig de ronde deed en inhield, dat geen enkele gowonde vijand mocht gedood worden. Voor zoover wy konden zien, werd dit bevel stipt uitge voerd. Maar wij hadden weinig tijd of gelegen heid daar lang op te letten, want een tweede regiment "an Twala kwam op, kenbaar aan witte pluimen en schilden. Do nog overige tweeduizend «Witten# wachtten hen in dezelfoe stilte op als te voren, weer tot zij op veertig meters gena derd waren. Toen sprongen zij met onweer staanbare kracht op hen af en weer weer klonk het sombere goluid der gebeukte Het geldt den v jw van eene vrije lagere school voor jongens, to Houdeng-Goegnies (Henegouwen). Deze volkrijke parochie, zy telt 8500 zielen, volop in het Centrum gelegen, is sinds lang overgeleverd aan den machti gen invloed van do vrijdenkerij en de ongodsdienstigheid. Zij beantwoordt maar al te zeer, helaas aan de ontmoedigende beschrijving, die men heeft kunnen lezen m liet werk van den Heer P. Verhaegen over den toestand van het onderwijs in Henegouwen en vooral in het Centrum. Er is slechts een middel om hem op te heffen en eene christelijko jongelingschap voor te bereiden het oprichten van eene vrije school voor jongens, 't Is in hot belang van dit werk dat wij een dringend beroep doen op de vrijgevigheid der Katholieken. Van den andoren kant klimt de Vlaamsche bovolking dezer parochie tot hij de 2000 zielen, ongeveer 400 huisgezinnen. Sedert eenigen tijd is een priester in het bijzonder aan hun dienst verbonden maar tot hiertoe zijn de jongens van deze huis gezinnen waarvan vele nog christelijk zijn, gedwongen do neutrale sehool te bezoeken on ernstig aan bet gevaar blootgesteld hun geloof te verliezen. Zouden de vr'jgevige Vlamingen beter de belangen kunnen dienen van hunne broeders, die naar het Walenland zijn uit geweken. dan door ons in staat te stellen, dank hunne giften, vrije school te openen, waar zij hum.'o jcngcas hoen kun nen zenden Z. T H. Monseigneur de Bisschop van Doornik, in een brief van 27 October 1911, heeft zich gewaardigd deze onderneming te zegenen alsook de liefderijke personen die wel willen medewerken aan de verwe zenlijking van dit doel, door hun giften op te zenden aan den Eerw. Heer O. Houzé, Pastoor te Houdeng-GoBGMES. (Niet ver warren met Houdeng-Aimeries). Officiëele en vrije scholen in Frankrijk. In Frankrijk bestaat in de wet de vrijheid van onderwijs die vrijheid wordt zooveel mogelijk aan handen gelegd door allerlei slinksche middelen. Zoo, by voorbeeld, heeft men het grootste getal kloosterorden outbonden en hunne goederen aangeslagen, op die wijze honderden vrije scholen sluitende. Niettemin bestaan er nog talrijke vrije scholen in Frankrijk door .wereld lijke Priesters en wereldlijke onderwij zers gehouden. De officiëele scholon telden 4,135.886 leerl. iu 1909, de vrije scholen 960,712. la 1910 wonnen de officiëele scholen 71.327 leerlingen bij, of 17,26 per dui zend de vrije scholen wonnen 26,983 leerlingen of 28 per duizend dus is de schilden. Het treur schouwspel van daar even herhaalde zich. Ditmaal bleef de uitslag langer in twijfel; het scheen voor een wijle bijna onmogelyk dat de Witten weder de overhand zou den hebben. Het aanvallend regiment bestond uit jonge mannen, dio met woede vochten; hun overmacht zou onze veteranen wel terug kunnen drijven. De slag was inderdaad outzagwekkend, iedere minuut vielen er honderden en te midden van do kreten der strijders en het gereutel der stervenden, het beukon der schilden en kletteren der wapens, klonk voortdurend een gedempt S'gea s'gea, de triomfkreet van iederen stryder, die met zijn assegaai weer een vyand had neergeveld. Maar volmaakte tucht en voortdurende onwankelbare moed doen wonderen, en een veteraan staat twee jongeren, zooals bij dit samentreffen weldra blenk. Want juist toen wy dachten, dat het gedaan was met de Witten en wy ons gereed maak ten hunne plaats le gaan innemen als zij verstrooid waren, hoorde ik Sir Henry's zware stem uitklinken boven het gedruisch en zag ik zyn strijdbyl zwaaien boven zyn vaderbos. Toen kwam er verandering de Witten weken niet langer terug, ston den weer pal als een rots, waartegen de golven der aanvallers braken. Nu kwam or weder beweging in de onzen, maar eene vooruitgaande. Daar zy geen vuurwapenen hadden, was er ook geen rook en konden vooruitgang ia de vrije scholen merko- lijk grooter dan in de officiëele scholen. Sedert het vergold.ilooz- ii der <,ÜlciëJe scholen heeft het getal leerlingen afge nomen. Maar hoeveel meer zoude het niet afnemen indien de ouders overal gek* genheid hadden hunne kinderen naar vrije scholen te zenden. Helaas zij hebben die gelegenheid niet. Hier in België willen de geuzen voor komen dat alle ouders die g-jlegonheid hebben en daarom verzetten zij er :cii tegen da', het recht der vrije scholen op hulpgelden van de openbare besturen zou herkend worden. 4*4 De ongeletterdeu. Een der stokpeerdjes van do liberalen en socialisten is dat in België het getal per sonen, die niet kunnen lezen en schrijven veel aanzienlijker is dan in het aieereo- deel der Europeesche lauden, on vooral Duitschland en Frankrijk, en /ij schrij ven dit toe aan de omstandigheid dat in België de schooldwang niet beslaat. Wij hebben meermaals doen opmerken dat de statistieken der ongektterdeo, dio men sedert eenige jaren afkondigt, vol strekt niet te betrouwen zijn, daar er e groot verschil beslaat over etg-er. men onder den naam van ongeiei'r-.r 1 grijpt. Zoo was het ii Frank .-ijk doende de eenige woorden ie lezen, om aanzien te wotden toi'd, terwijl er in Bêlgië v rèlsi ht 1 niet alleen dat men kon lezen, ge hoe lé foïziuiieu sciir an eu be^ry, i wat men schrijft. In D bland w it als geletterd aanzien, j; geweest is, al had mei reeds vergeten wat men gele* d hee." In Frankrijk heeft n en nu c. t eén paar jaren een ernstig tol voor de rekruten van hei r, en de uitslagen z(jn jammerlijk est. M< heeft bevonden dat er niet min n 14.000 ongeletterden i leger zijn, zonder degenen te rekt opgekomen of gedeserteerd ;rj. i -. paryzer Temps laat er ^rug klachten over hooren, i raagt waar toe al de uilgaven dien onderwijs bestemd, de 1/0 miljoen jaar. lijks besteed voor de schoolmeesters, de U zers, enz. Het parijzer blad vlod dat men den schooldwang moet verscherpen ea hel schoolverzuim met gevang m fen. Het vraagt ook dal men de school meesters zich wat mee houdeu met het onder dat zij wat min voord' v.. bouwleeraars, mutua eu ea is kieswerkers zouden s; n. E; wordt inderdaad te veel van ie onderwijzers gevraagd, en zulks is i'rankrjjk niet alleen liet geval. Wat er ook van zy, wij denken dat men nu zal ophouden met ie zoogezegde statistiek der ongeletterden ie schermen. België moet onder opxi wij alles zien. Spoedig werd geve minder hevig. Dat zijn inderdaad raanren, zij winnen weer, riep Ignosi uit, die aan m\j( in opgewondenheid stond to knarstunden. Zie, het is gedaan. Plotseling, als do rookwolki.-m uit ood kanon, snelde de rost vf. het aan vallende regiment, in verspreid /roe; weg. hunne tegenstanders als overwinnaars achterlatend. Maar, helaas, onze Witten vormde geen regiment meer. Van d driedubbele gevechtslinie, nog zoo kort ^nle Jon Jaar opgesteld, waren nog slechts een .nisiicn» derdman over, allen mei bloe. - ..at le rest was onder den voet geraakt. Maar de overigen juichten v waai.Ion hunne sporen en in plaa'- van o.. o.;s aau te houden, naar wy verwachtten, renden zy do vluchtende vyanden achterna en stelden zich een honden! iftl m vei -!t weer in driedubbele govechtslinie op, rond eene verhevenheid van het terrein. En daar, do hemel zij dank, zag ik voor oogen blik Sir Henry's hooge gestalte boven op die verhevenheid en naa^ he:, onze o ie vriend Infadoos. Toen kwamen Twala's >yiimten wee. naar die ten doodo opgeschreven groep ei opnienw ving het gevecl (W. ai v .uitgezet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1912 | | pagina 1