Zondag 28 Januari 1912 5 centiemen per nummer 65s,e Jaar 4458 01 mm VAN SALOMON. van da Stad an 't Arrondissement van Aalst. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. Socialisl.enlie.fde voor de landbouwers, Vlaamsche Belangen. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID HET LIHERALISME Onze boomgaarden. Uurtabel der Missen Van Burst naar Katanga, Kieskronijk. DE DENDERBOD Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ming vaa den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor ie Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop ce betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont» vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij G. Van de Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, N' 31 n in alle Postkantoren des Lands. Aelsl, 2T Januari 1912 't Gaat kiezing worden en dan, als ge woonlijk, is de litfde en genegenheid der socialisten voor de landbouwers oneindig grootze zouden ze desnoods door 't vuur dragen. Ter Volkskamer spraken de bijzonderste voormannen der roode partij wagenlange redevoeringen uit, om het groot belang te toonen dat zij in de welvaart der landlieden stellen. Nu, de socialisten weten bij onder vinding dat de landbouwers uitgeslapen menscheu zijn, die alle nieuwigheden mistrouwen en er meer dan tweemaal aan denken eer zij zich laten vangen. Om ze gemakkelijker in hunne netten te krjjgen zeggen de socialisten dat er geene kwestie kan zijn van de landbou wers welke maar eenen kleinen eigen dom bezitten te onteigenen. Ten minste om te beginnen, zouden alleen de groote eigenaars van hunne goederen beroofd worden. De socialisten zouden do landbouw nijverheid gansch herinrichten. En hoe dat Luistert, Landbouwers Groote gezamenlijke landerijen zou den tot stand gebracht worden, die zouden beheerd wordendoor landbouw kundigen, ingenieurs net gelijk er in de groote nijverheid vakkundigen en inge nieurs in dienst zijn. Die beheerders zouden op weten schappelijke wijze werken, de zaaiïngan verdeelen volgens de bijzondere eigen schappen van den grond, de stoomraa- chienen, de electriciteit, de mekanieken gebruiken, grooto besproeiïugwerken aanleggen, kortom al de voordeelen der hedendaagsche wetenschap ter hulp roepen. Ongetwijfeld is dat alles zeer schoon voor alwie van den Vlaamschen land bouw zooveel verstand heeft als een os van eiers te pellen. Groote gezamenlijke landerijen tot stand breugen, dat is te zeggen groote uitgestrekte kauters, lijk Lokerenkau- ter, Siesegemkauter, enz., enz. Aangenomen De groote eigendommen zouden ont eigend worden on verschillige hofsteden samengevoegd om groote boerderijen te stichten. Maar denken de socialisten dan toch dat de landlieden niet weten dat tusschen de groote eigendommen en pachthoeven ook kleine hofstedekens gelegen zijn eigendom van kleine landbouwers Die kleine hofstedekens liggen dus in de weg om groote gezamenlijke lande rijen tol stand te brengen en ze moeten dus verdwijnen. Die kleine hofsteden zullen dus ook onteigend worden en de kleine landbou- 37e Vervolg. Op een been hinkende ging liii zenuw achtig heen en weer, my steeds achter zich voorttrekkende. Goed zoo, vriend, riep hy, Sir Henry aanmoedigende. Toe maar, geef er hem een in volle borst. Sir Henry, die juist veer een slag van Twala met zijn sclnld had ontvangen, deed uit allo kracht eenen uitval. Hy sloeg door Twala's schild en door diens maliënkolder, hem wondend aan den schouder. Met een kreet van woede gaf Twala den slag ter stond met wteker terug hy 6loeg den hoornen steel van Curti's bijl in tweeën het wegvliegend stuk wonde zyn tegenstan- dor in het gelaat. Een kreet van schrik rees op uit do «Buf fels», toen zij den held ontwapend zagen. Twala hief opnieuw zyue bjjl op en slin gerde die met een kreet in 't rond. Ik sloot de oogen. Toen ik zo weer opende, lag Sir Henry's schild ook op den grond en had myn moedige vriend zijne sterke armen rond Twala's middel geslagen. Met schier bovenmenschelyke kracht wist Twala zynen tegenstander van den voet te liohten en rolden beiden op den weis, die heer en meester waren op hunnen eigendom, zullen voorlaan, in de gezamenlijke boerderijen moeten gaan werken, evenals al de andere ont eigende pachters, onder het bestuur van landbouwkundigen en ingenieurs die hen, bij de geringste missing, voor lom perikken, halfhouten zullen uitschelden. Ongetwijfeld zal hun dit niet bevallen! Onbetwistbaar zou onder opzicht van landbouwnyverheid, het stelsel der socialisten eene ware ramp wezen. Wie weet het niet dat zoo de grond in onze gewesten zooveel opbrengt, t is omdat de boerderijen er klein zijn en de gronden met de grootste zorg bewerkt worden. Een moestuin brentrt meer op dan een gewoon stuk land eene kleine boerderij geeft in verhouding meer winst dan eene groote. Men neme Amerika tot voorbeeld waar de Landbouw ia 't groot bestaat, gelijk de socialisten hem hier zouden willen inrichten. Men werkt daar met mecanieken, stoomtuigen, electriciteit enz., enz. En de uitslag In Amerika is de opbrengst nauwelijks een derde van hier in Vlaanderen voor de zelfde oppervlakte. Ziedaar, Landbouwers, tot waar de socialisten u zouden willen brengen van u allen knechten maken en de op brengst van den landbouw in overgroote verhouding doen dalen. Hooggeachte Heeren Burgemeesters, Schepenen en Gemeenteraadsleden. Nogmaals komen wij Ued. verzoeken, in uwe briefwisseling, onder andere in deze met 's Lands Hoofdbestuur en alle staatsbeambten van allen aard, magistraten, officieren, enz., DE VLAAMSCHE TAAL te gebruiken. Te dezer gelegenheid herinneren wij U aan de wet van den 22 Mei 1878, die de staatsambtenaars VERPLICHT naar Vlaamsche gemeenten in het Vlaamsch te schrijven. Deze wet is, krachtens de wet van 24 Juni 1885. a. 8., toepas selijk op de Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen volgens de wet van den 9 September 1897, art. 137, op de officieren der Burgerwacht; en, volgons uitdrukkelijke verklarin gen van Ministers Schollaert en Hel- lebadt, op de officieren des legers, die eigenlijk ook ambtenaren zijn. (Ann, Pari. 1909-1910 BI. 122 131.) Alle brieven, WAARIN DE WET TEN over het taalgebruik OVERTREDEN WORDEN, zouden moeten teruggezonden, of zonder gevolg gelaten worden. Dit is liet EENIG MIDDEL om de vervlaamschiug van het Bestuur te be- grond, terwijl Twala met zijne bijl Curti's hoofd bedreigde en Sir Henry trachtte ziin vijand te dooden met eene «talla», die hy uit zynen gordel had gerukt. Het was een hevige strijd, vreeseljjk om aan te zien. Grijp zün bijl"eP Good. Mogelyk hoorde ons held het. Hij wierp ten minste 't mes weg en greep naar de byl, die met een sterken riem aan Twala's hand bevestigd was Nog steeds langs den grond rollend, streden zij nu met hygende borst voor dat wapen. Plotselings schoot de riem los en met een onverwachten ruk bevrijde Sir Henry zich, het wapen veroverend. De volgende secondo roes hy, met bloedend gelaat, overeind en Twala eveneens Een zwaar mes uit zijnen gordel nemend, wierp de zwarte het recht naar Curti's borst, maar gelukkig stuitte het af op het stalen pant ser en een tweede mes, met nog meer kracht geworpen, zoodat Sir Henry even eens achteruit week. Woedend kwam Twa la toen op Sir Henry aan en deze zijne byl zwaaiend, sloeg met alle kracht op hem in. Er heerschte eeue angstige stilto onder de «Buffels» en wij hielden onzen adem in. Maar de slag kwam goed: Twala's hoofd scheen van zyne schouders te springen. Het sprong en rolde langs den grond, juist voor Ignosi's voeten. Nog een ondeelbaar oogen- blik stond Twala's lichaam overeinddaar op viel het met een plof ten gronde en de gouden band van den hals rolde langs het plaveisel. komen om er toe te geraken dat beambten, voor gansch het land aange steld, de talen van dit land zouden moe ten kennen, en dat geen beambten meer in Vlaamscli-België zouden benoemd worden, die liet Vlaamsch niet machtig zijn. Ook de STOFFELIJKE BELANGEN der Vlaamsche gewesten zouden gebaat worden door eene rechtvaardiger ver deeling der ambten tusschen Vlamingen en Walen De kennis onzer taal zou verspreid worden, en voor den Vlaming zou het aldus gemakkelijker ziju in België overal zijn weg te maken. Geen oogenblik twyfelen wij er aan, Hooggeachte Heeren, dat Ued. zult in zien, welke voordeelen U aan uwe onderhoorigen bezorgen kunt, door de genoemde wetten slipt te doen naleven, en dat ons verzoek daarom ook niet vruchteloos zal blijven. Wij groeten Ued. met oprechte hoog achting. Namens den Katholieken Oud-Hoog- studfuienbond van Oost-Vlaanderen. Geut, Januari 1912. Het Bestuur. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handsctiriftcn worden niet teruggestuurd. -- Heeruu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureeJe van lit blad. Het is een feit, dat bepaald vast staat, n 1. dat de grootste vijand van den werk man het liberalisme is. De liberalen ont kennen het zooals ze meer ontkennen dat hun niet aanstaat. Hi t liberalisme is er de schuld van dat de Gilden gevallen zyn. Wie hadden die gilden opgericht? De liberalen, mis schien Och, lieve Heer, toen was er zooveel spraak van de liberalen als een vijftiental jaren geleden van de vlieg machienen. Het is zeker dat de gilden een katho liek sociaal werk zijn. De Kerk had het volk ontslaafd en vry gemaakt, doch daarmede niet to vreden, had zij het op den weg van macht en voorspoed go- bracht. Wanneer is hot tijdperk van verval gekomen Toen het liberalisme zijn kop begon op te steken in de achttiende eeuw. Nooit heeft het liberalisme iels ernstig gedaan voor de verheffing van den werkman. Integendeel. Eene partij die alleen het patent van werkliedensbelan- gen beweert genomen te hebben het socialisme heeft het liberalisme met een klinkende kus in zijn huis opgenomen Is dat geen verraad plegen tegen do werklieden. Ik geloof dat niemand in de gansche wereld nog twijfelt dat er een vreesdyk verraad gepleegd is. Arm werkvolk, dat aan zulke man nen is overgeleverd. Zonder Godsdienst, verbeest dikwijls, schijnen die menschen veel lager te staan dan vroeger hot werkvolk stond. Waar zyn 's werkmans vrienden Uitgeput van vermoeinis en bloedverlies viel Sir Henry naast liet lichaam van zijnen ontzielden vijand. Terstond werd hy opgoheven en wasch- ten gedienstige handen zyn gelaat mctfrisch water. Na weinig tijd opende hij de oogen weer. Hy was i.iet dood. Alsdan ging ik, juist toen de zon onder de kim dook, naar Twala's hoofd, dat in den schaduw lag, maakte den diamant los van de doode slapen en overhandigde dien aan Ignosi. Neem dien, zegde ik, wettige koning der Kukuana's, koning door geboorte en door zegepraal. Ignosi bond den diadeem rond zijne sla pen. Daarop vooruittredende en een voet plaatsende op het onthoofde lichaam van zijnen vyand, hief hy een zegezang aan, zoo schoon, zoo vol vreemde poëzie en zoo wel sprekend, dat ik vrees de woorden, die diepen mdruk op my maakten, hoe ver moeid ik ook naar lichaam en geest was, niet naar waarde te zullen kunnen weer geven. «Nu, zoo begon hy, nu is onzo opstand in zegepmal overgegaan en is den boosdooner met gestrengheid recht gedaan. »ln den morgend stonden de verdrukkers op, tooiden zich met hunne pluimen en maakten zich gereed tot den krijg. »Zy stonden op en grepen liunno speren. De soldaten riepen tot de kapiteinsGeleidt j Reeds dikwyls hebben .wij gezegd en ge schreven dat onze fruitboomen zoo stief moederlijk behandeld worden, en dat er tipch nog zooveel landbouwers zijn die den ken dat deze niet beliooren gevoed te wor- (fen om te leven en vruchten voort tc bren gen. Welke dwaling! Evenals aan alle andere gewassen dient men hier, om veel eb schoon fruit te bekomen, eene doelmati ge bemesting toe te passen. i Ten andere allo landbouwers verkoopen gaarne appels, peren, pruimen, enz., om eenige winsten van den boomgaard te kun nen verwezenlijken. Ook houden zij graag een weinig fruit voor zich zeiven over, niets is immers zoo aangenaam dan in den Herfts en 's Winsters een lekker appeltje of eene smakelijke peer to eten. Zulks wordt ove rigens door allo genoesheeren fel aanbevo len, omdat het gobruik van fruit zeer gezond is. Indien men dus bij de fruitteelt wil ge lukken, is liet volstrekt noodzakelijk eeno Verstandige bemestingswijzo te volgen. De minerale elementen als fosfooj'zuur, Jiotasch en kalk werken zeer voordeelig op de hoeveelheid en op de hoedanigheid der jbpbrengst, 't is te zeggen, dat zy veel en goed fruit voortbrengen. Dusvolgens raag men niet verwaarloozen yzerslakken en kaïnite te ge. der mag men niet nalaten stikstofmesten aan te wenden. Deze zyn immers onmis baar om de boomen eenen kloeken groeikracht te verzekeren, cn de volledige itwikReling der boomen en der vruchten to bekomen, en onder deze verdiunt het zwavelzuur ammoniak do voorkeur. Daar er hier, benevens het voortbrengen van fruit, ook voor eene schoone hoeveelheid goed gras moet gezorgd worden, is liet noodza kelijk daarvan rekening te houden bij de bemesting. Naar ons oordeel dient dus de volgende bemestingswyze toegepast te worden Tydens den Winter geve men 400 tot 500 kgr, yzerslakken en 300 tot 400 kgr. kaïnite, en in de Lente (Fobruari-Maart) 150 tot 200 kgr. zwavelzuur ammoniak. Al deze meststoffen zullen, zoo goed mo gelijk met de eg ingewerkt worden. Willy. in de parochiale Kerken van Aalst. Kerk van Sint-Martinus Zondagen 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure. Weekdagen 5 1/2, 6, 6 Vz» 7, 7 8, 10, ure. Kerk van St Joseph Zondagen 5 '/s, 7, 8 7». 9 l/z, 11 ure. Weekdagon 6, 6 ï/ty 7, 8, ure. Kerk van Mijlbeke Zondagen 5, 6 77 i/f, 9, ure. Weekdagen 6, 7, 8, ure. KERK DER E.E. P.P. CAPUCIENEN s r. job. 1° gelezen Mis om 5 ure 2" Mis om 6 ure 3e Mis om 7 1/2 ure om 9 ure Hoogmis 's avonds Lof om 5 1/2 ure. ons. En de kapiteins riepen tot don koning Ga ons voor in den slag. «Zij trokken uit in hun trots, twintigdui zend man en nog eens twintigduizend. «Hunne pluimen overdekten de aarde, gelijk de pluimen van een vogel diens nest. «Zij zwaaiden hunne speren in 't zonne licht en juichten reeds zij waren belust op den krijg en waren blydo. «Zij kwamen op tegen my hunne sterke scharen kwamen snel vooruit om mij te treffen en zy riepenhij is al byna dood -Dan ademde ik over hen en mijn adem was als de adem van don storm, en ziet, zij waren er niet tegen bestand. My no lichten doorboorden hen, ik ver nielde hunne kracht met het flikkeren van mijne speren ik schuddo hen met den don- dor van myne stem. «Hunne gelederen worden verbroken, zy verdwenen als de mist in den morgend. «Zij zijn voedsel voor de roofvogels en de roofdieren, en de plaatst van het gevecht is rood van hnn bloed. «Waar zyn do machtigen, die uitgingen in den morgend? «Waar zijn do trotschen, die hunne plui men schudden en uitriepen hij is reeds byna dood «Zy bogen hunno hoofden, maarniet in den slaap. «Z j strekten hunne lichamen uit, maar niet in den slaap. «Zij zijn vergeten. Zy zijn in de duister nis binnengegaan en keeren niet terug. Reisbeschrijving door Petrus Cohyn. Van Kaapstad naar Elisabethstad. TWEEDE DEEL. XXIV. 25 Maart, Dezen morgend moeten wij er vroeg uit. Wij zullen de hofsteden der dry gebroeders De Wet gaan bezichti gen en zouden gaarne om 1 ure terug in het logement zijn. John, de kleine blanke koetsier, is niet gekomen, hij moet te bed blijven door vermoeidheid van daags te voren -in zyne plaats komt er een ouden aap of miszie ik mij en zou dit drollig schepsel wel een mensch zijn daar on den bok van het tweede rytuig Dit laatste scliynt waar te zijn en tocli ik kan het moeilijk geloove:i. Wij drijven af on bewonderen onder den weg nogmaals de schoonheid van het land schap. Eerst leggen wij aan bij Master Daniel Do Wet. Ongelukkiglijk Heer De Wet is niet te huis. Nu maar hij Jacobs De Wet eene halve uur rijdens. Daar zijn wij gelukkiger, wij treffen den Heer en zyne Dame tc huis, welke ons het beste onthaal doen. Wij bewonderen de prachtige verza meling pluimen van den heer des huizes Er zyn heel kostelijke veeren bij. Wij bemerken er insgelijks een afroomer Molotf.e en zien er een prachtigen hengst alsmede veiari>oijftne schoone merriën. Doch vooruit bij Meester naivy. l»aar paan wij de fabricatie van wijn afzien, 't Is heel belangrijk en zijn wijn insgelijks heel goed. Daar wij niet veel tijd hebben trekken wij het kort en nemen terug plaats in onze rytuigen. Holder do bolder, langs afgron den, door rivieren en over de bergen gaat het in immer sneller vaart vooruit naar Robertson. De a-p, pardon de koetsier van het laat ste rytuig, voert zoo goed dat hij 't heele gespan bijna naar den weerlicht helpt en de inzittenden in plaats van op de bank, op de zoldering van liet rijtuig terecht komen. Gelukkig dat vriend Miehei bij het Bel gisch paardenvolk gestaan heeft, de braak kan herstellen on zelf 'de teugels vat en voert. Zoo komen wij zonder verdere onge lukken om 1 1/2 ure te Robertson aan. Dezen namiddag zullen wij niet uitrijden maar blijven in de stad, daar wy wel te schrijven hebben. Wij zijn ook terdege vermoeid en ver langen naar wat rust. Wy gaan naar het postkantoor om postzegels en naar den winkel om ziclitkaarten, daar morgen Zon dag, alles gesloten is. Wij bezichtigen in 't voorbijgaan de grootste kerk van Robertson, 't Is een schoon gebouw in witten zandsteen en volgens den gothieken trant opgebouwd. 's Avonds om 8 1/2 ure zien wij een aardig tooneel Een gansche stoet mannen vrouwen en kinderen, blanken en zwarten, waarvan een op een stok, een groote lan taarn een andere eene vlag draagt. Muziek ook is er by, trommel cn trompet, en spalmcii zingende, zoo luid dat men meenen zou dat hun klakker gaat openbersten, trekt dio zonderlinge stoet door de straten. Op «Hunne nakomelingen zullen hunner niet meer gedenken. «En ik ik De koning Als oen arend heb ik miijne rustplaats gevonden. «Heb ik rondgedoold in de duisternis, thans ben ik tot de mijnen teruggekeerd. «Kom onder de schaduw van mijne vleu gelen, o volk Ik zal u beschermen en gij zult niet beschaamd wordm. «Nu komt de goede tijd, de tijd van wel vaart en rust. «De winter is voorbij, de zomer nadert. «De boosheid zal verdwijnen; vreugdo en geluk zullen in liet land heerschon. "Verhei);,' u, verheug u, mijn volk «Laat ieder er zich in verblijden, dat de tyrannic is verbroken on ik de koning ben Ignosi hield op en uit do schare rond ons rees op 't machtige antwoord Gij zijt de koning Zoo was de stryd voleind en waren met Twala's heerschappij ook wreedheid en bloeddorst verdwenen. XV. GOOD WORDT ZIEK. Sir Henry en Good werden in Twala's hut gedragen, waar ik mij bij hen voegde. Beiden waren uitgeput van inspanning en bloedverlies en mijn eigen toestand was waarlijk niet veel beter. Ik ben liet vechten gewoon en kan veel meer vermoeinis ver dragon dan menigon, dank zij do langdurige oefening en mijn sterk gestelmaar nu was ik toch ook afgemat, on zooals altyd, wanneer ik overmoeid ben begon die oude de hoeken der dwarsstraten houdt men stil, zingt nog luider, knielt en buigt en buigt en knielt en zoo trekt men verder door de andere straten (Wordt voortgezet). Verscheidene dagbladen hebben mee gedeeld dat in ons Arrondissement van Aalst liet cartel tusschen liberalen en socialisten bepaald verworpen is en er dus 4 candidatenlijslen zullen voorge steld worden, Catholiekeo, Liberalen, Daensisïen en Socialisten. Of onze Confraters nu goed ingelicht zyn Ia alle geval het nrgaan der roodo winkel- politiekers Recht en Vrijheid heeft er nog, bij onzen wete, geen woordje overgezegd. Water dan ook van zy, cartel of geen cartel, 't bekommert ons, Katho lieken, bitter weinig. Als Candidaten der Katholieke Partij, voor de Volkskaraer, die aan den Poll van 4 Februari zullen voorgedragen worden, spreekt men van MM. Woeste, Rom. Mnyersoen, Baron Louis de Beihune, LeoCosyns, Burgemeester van Meerbeek, Jean Rol lier, provinciaal Raadslid te Denderleeuw, Albert Van Hecke, Leeraar aan do Hoogeschool van Leuven, te Sottegem. «Het Handelsblad voegt er nog bij M\I. Brocorens van Geerardsberg/en on Pieraert, drukker uitgever te Aalst. Dit laatste is eene missing, hier to«- stede bestaat er geen drukker-uitgever mei «ome Pieraert maar wel te Geerardsbergen. Wat de candidatuur van M. Albert Van Hecke betreft, verzekert men ons, dat hij er, voor 't oogenblik, niet aan denkt van op te treden. Aangaande MM. Brocorens en Pieraert hebben wij nog nooit iets ver nomen. Voop den Senaat zullen als eflec- tieve Candidaten voorgedragen wor den MM. Baron Eugeen de Kercliove aftredend Senateur, L. Do Sadeleor, aftredend Volksvertegenwoordiger, Raepsaet, Burgemeester van Oudonaor- de, aftredend Senateur en Als plaatsvervangers MM, Gheeraenlts, Burgemeester van Aalst en Oude naarde. De Candidaten voor Volkskamer en Senaat moeten door 50 kiezers, ten laatste heden Zoudag 28 Januari voor gesteld worden. De Poll van 1 Februari zal definitief beslissen. Socialisten. De eerste Candidaat der socialisten, in geval als ze alleen optreden, zou, naar men zegt, M. Brijs zijn. heden hoofdopsteller van Recht en Vrijheid Daensisten. Als candidaten wor den genoemd de gepatenteerde zeeveraar Daens natuurlijk en Advocaat Celestien Ghysselinck en andere flierefluiters vau binnen en buiten onze stad. Liberalen. M. Rods, aftredend Volksvertegenwoordiger en loeuwenbeet mij weer pijn te doen. En dan klopte liet mij nog hard in 't hoofd, tenge volge van den slag, dien ik 's morgens had ontvangen en waardoor ik bewusteloos was geworden. Alles bijeengonomen, zou bet moeilijk geweest zijn, nog zulk een ellendig drietal, als wij uitmaken, byeen te vinden. Wy hadden intsuschen deze troost, dat wij nog van geluk mochten spreken, niet tc bggen bij die duizenden dappere mannen, die des morgens ten strijde trokken en 's avonds niet meer leefden. Mot bijstand van Foulata, die sinds wy haar liet leven hadden gered, ons, en vooral Good, ter luilpe nabij was gebleven, deden wij onze maliënkolders af, welke twee van ons liet leven hadden gespaard Intussclien waren onze lichamen vol builen en schram men. Het staal had wel de scherpe wapens tegengehouden, maar natuurlijk niet kun nen beletten dat de slagen flink raak op ons lichaam aankwamen. Vooral Sir Henry en Good waren dcerlyk toegetakeld en ik was ook alles behalve vry gebleven. Foulata bracht ons als geneesmiddel groene, wel riekende bladeren wij gebruikten die als pleisters on zo brachten werkelyk ver lichting. Maar hoe pijnlijk die kneuzingen ook waren, zij boezemden ons niet zooveel be zorgdheid in als Sir Henry's en Good's wonden. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1912 | | pagina 1