Zondag 28 Januari 1912
5 centiemen per nummer
65s,e Jaar 4458
01 mm VAN SALOMON.
van da Stad an 't Arrondissement van Aalst.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
Socialisl.enlie.fde
voor de landbouwers,
Vlaamsche Belangen.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
HET LIHERALISME
Onze boomgaarden.
Uurtabel der Missen
Van Burst naar Katanga,
Kieskronijk.
DE DENDERBOD
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
ming vaa den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop ce betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont»
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij G. Van de Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, N' 31
n in alle Postkantoren des Lands.
Aelsl, 2T Januari 1912
't Gaat kiezing worden en dan, als ge
woonlijk, is de litfde en genegenheid
der socialisten voor de landbouwers
oneindig grootze zouden ze desnoods
door 't vuur dragen. Ter Volkskamer
spraken de bijzonderste voormannen der
roode partij wagenlange redevoeringen
uit, om het groot belang te toonen dat
zij in de welvaart der landlieden stellen.
Nu, de socialisten weten bij onder
vinding dat de landbouwers uitgeslapen
menscheu zijn, die alle nieuwigheden
mistrouwen en er meer dan tweemaal
aan denken eer zij zich laten vangen.
Om ze gemakkelijker in hunne netten
te krjjgen zeggen de socialisten dat er
geene kwestie kan zijn van de landbou
wers welke maar eenen kleinen eigen
dom bezitten te onteigenen.
Ten minste om te beginnen, zouden
alleen de groote eigenaars van hunne
goederen beroofd worden.
De socialisten zouden do landbouw
nijverheid gansch herinrichten. En hoe
dat Luistert, Landbouwers
Groote gezamenlijke landerijen zou
den tot stand gebracht worden, die
zouden beheerd wordendoor landbouw
kundigen, ingenieurs net gelijk er in de
groote nijverheid vakkundigen en inge
nieurs in dienst zijn.
Die beheerders zouden op weten
schappelijke wijze werken, de zaaiïngan
verdeelen volgens de bijzondere eigen
schappen van den grond, de stoomraa-
chienen, de electriciteit, de mekanieken
gebruiken, grooto besproeiïugwerken
aanleggen, kortom al de voordeelen der
hedendaagsche wetenschap ter hulp
roepen.
Ongetwijfeld is dat alles zeer schoon
voor alwie van den Vlaamschen land
bouw zooveel verstand heeft als een os
van eiers te pellen.
Groote gezamenlijke landerijen tot
stand breugen, dat is te zeggen groote
uitgestrekte kauters, lijk Lokerenkau-
ter, Siesegemkauter, enz., enz.
Aangenomen
De groote eigendommen zouden ont
eigend worden on verschillige hofsteden
samengevoegd om groote boerderijen
te stichten.
Maar denken de socialisten dan toch
dat de landlieden niet weten dat tusschen
de groote eigendommen en pachthoeven
ook kleine hofstedekens gelegen zijn
eigendom van kleine landbouwers
Die kleine hofstedekens liggen dus in
de weg om groote gezamenlijke lande
rijen tol stand te brengen en ze moeten
dus verdwijnen.
Die kleine hofsteden zullen dus ook
onteigend worden en de kleine landbou-
37e Vervolg.
Op een been hinkende ging liii zenuw
achtig heen en weer, my steeds achter zich
voorttrekkende.
Goed zoo, vriend, riep hy, Sir Henry
aanmoedigende. Toe maar, geef er hem een
in volle borst.
Sir Henry, die juist veer een slag van
Twala met zijn sclnld had ontvangen, deed
uit allo kracht eenen uitval. Hy sloeg door
Twala's schild en door diens maliënkolder,
hem wondend aan den schouder. Met een
kreet van woede gaf Twala den slag ter
stond met wteker terug hy 6loeg den
hoornen steel van Curti's bijl in tweeën
het wegvliegend stuk wonde zyn tegenstan-
dor in het gelaat.
Een kreet van schrik rees op uit do «Buf
fels», toen zij den held ontwapend zagen.
Twala hief opnieuw zyue bjjl op en slin
gerde die met een kreet in 't rond.
Ik sloot de oogen. Toen ik zo weer
opende, lag Sir Henry's schild ook op den
grond en had myn moedige vriend zijne
sterke armen rond Twala's middel geslagen.
Met schier bovenmenschelyke kracht
wist Twala zynen tegenstander van den
voet te liohten en rolden beiden op den
weis, die heer en meester waren op
hunnen eigendom, zullen voorlaan, in
de gezamenlijke boerderijen moeten
gaan werken, evenals al de andere ont
eigende pachters, onder het bestuur van
landbouwkundigen en ingenieurs die
hen, bij de geringste missing, voor lom
perikken, halfhouten zullen uitschelden.
Ongetwijfeld zal hun dit niet bevallen!
Onbetwistbaar zou onder opzicht van
landbouwnyverheid, het stelsel der
socialisten eene ware ramp wezen.
Wie weet het niet dat zoo de grond
in onze gewesten zooveel opbrengt, t is
omdat de boerderijen er klein zijn en de
gronden met de grootste zorg bewerkt
worden.
Een moestuin brentrt meer op dan een
gewoon stuk land eene kleine boerderij
geeft in verhouding meer winst dan
eene groote.
Men neme Amerika tot voorbeeld
waar de Landbouw ia 't groot bestaat,
gelijk de socialisten hem hier zouden
willen inrichten. Men werkt daar met
mecanieken, stoomtuigen, electriciteit
enz., enz.
En de uitslag
In Amerika is de opbrengst nauwelijks
een derde van hier in Vlaanderen voor
de zelfde oppervlakte.
Ziedaar, Landbouwers, tot waar de
socialisten u zouden willen brengen
van u allen knechten maken en de op
brengst van den landbouw in overgroote
verhouding doen dalen.
Hooggeachte Heeren Burgemeesters,
Schepenen en Gemeenteraadsleden.
Nogmaals komen wij Ued. verzoeken,
in uwe briefwisseling, onder andere
in deze met 's Lands Hoofdbestuur en
alle staatsbeambten van allen aard,
magistraten, officieren, enz., DE
VLAAMSCHE TAAL te gebruiken.
Te dezer gelegenheid herinneren wij
U aan de wet van den 22 Mei 1878, die
de staatsambtenaars VERPLICHT naar
Vlaamsche gemeenten in het Vlaamsch
te schrijven. Deze wet is, krachtens
de wet van 24 Juni 1885. a. 8., toepas
selijk op de Nationale Maatschappij
voor Buurtspoorwegen volgens
de wet van den 9 September 1897, art.
137, op de officieren der Burgerwacht;
en, volgons uitdrukkelijke verklarin
gen van Ministers Schollaert en Hel-
lebadt, op de officieren des legers, die
eigenlijk ook ambtenaren zijn. (Ann,
Pari. 1909-1910 BI. 122 131.)
Alle brieven, WAARIN DE WET
TEN over het taalgebruik
OVERTREDEN WORDEN, zouden
moeten teruggezonden, of zonder gevolg
gelaten worden.
Dit is liet EENIG MIDDEL om de
vervlaamschiug van het Bestuur te be-
grond, terwijl Twala met zijne bijl Curti's
hoofd bedreigde en Sir Henry trachtte ziin
vijand te dooden met eene «talla», die hy
uit zynen gordel had gerukt.
Het was een hevige strijd, vreeseljjk om
aan te zien.
Grijp zün bijl"eP Good.
Mogelyk hoorde ons held het. Hij wierp
ten minste 't mes weg en greep naar de byl,
die met een sterken riem aan Twala's hand
bevestigd was Nog steeds langs den grond
rollend, streden zij nu met hygende borst
voor dat wapen. Plotselings schoot de riem
los en met een onverwachten ruk bevrijde
Sir Henry zich, het wapen veroverend. De
volgende secondo roes hy, met bloedend
gelaat, overeind en Twala eveneens Een
zwaar mes uit zijnen gordel nemend, wierp
de zwarte het recht naar Curti's borst, maar
gelukkig stuitte het af op het stalen pant
ser en een tweede mes, met nog meer
kracht geworpen, zoodat Sir Henry even
eens achteruit week. Woedend kwam Twa
la toen op Sir Henry aan en deze zijne byl
zwaaiend, sloeg met alle kracht op hem in.
Er heerschte eeue angstige stilto onder
de «Buffels» en wij hielden onzen adem in.
Maar de slag kwam goed: Twala's hoofd
scheen van zyne schouders te springen. Het
sprong en rolde langs den grond, juist voor
Ignosi's voeten. Nog een ondeelbaar oogen-
blik stond Twala's lichaam overeinddaar
op viel het met een plof ten gronde en de
gouden band van den hals rolde langs het
plaveisel.
komen om er toe te geraken dat
beambten, voor gansch het land aange
steld, de talen van dit land zouden moe
ten kennen, en dat geen beambten meer
in Vlaamscli-België zouden benoemd
worden, die liet Vlaamsch niet machtig
zijn.
Ook de STOFFELIJKE BELANGEN
der Vlaamsche gewesten zouden gebaat
worden door eene rechtvaardiger ver
deeling der ambten tusschen Vlamingen
en Walen
De kennis onzer taal zou verspreid
worden, en voor den Vlaming zou het
aldus gemakkelijker ziju in België
overal zijn weg te maken.
Geen oogenblik twyfelen wij er aan,
Hooggeachte Heeren, dat Ued. zult in
zien, welke voordeelen U aan uwe
onderhoorigen bezorgen kunt, door de
genoemde wetten slipt te doen naleven,
en dat ons verzoek daarom ook niet
vruchteloos zal blijven.
Wij groeten Ued. met oprechte hoog
achting.
Namens den Katholieken Oud-Hoog-
studfuienbond van Oost-Vlaanderen.
Geut, Januari 1912. Het Bestuur.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handsctiriftcn worden niet teruggestuurd. -- Heeruu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureeJe van
lit blad.
Het is een feit, dat bepaald vast staat,
n 1. dat de grootste vijand van den werk
man het liberalisme is. De liberalen ont
kennen het zooals ze meer ontkennen
dat hun niet aanstaat.
Hi t liberalisme is er de schuld van
dat de Gilden gevallen zyn. Wie hadden
die gilden opgericht? De liberalen, mis
schien Och, lieve Heer, toen was er
zooveel spraak van de liberalen als een
vijftiental jaren geleden van de vlieg
machienen.
Het is zeker dat de gilden een katho
liek sociaal werk zijn. De Kerk had het
volk ontslaafd en vry gemaakt, doch
daarmede niet to vreden, had zij het op
den weg van macht en voorspoed go-
bracht.
Wanneer is hot tijdperk van verval
gekomen Toen het liberalisme zijn kop
begon op te steken in de achttiende
eeuw.
Nooit heeft het liberalisme iels ernstig
gedaan voor de verheffing van den
werkman. Integendeel. Eene partij die
alleen het patent van werkliedensbelan-
gen beweert genomen te hebben het
socialisme heeft het liberalisme met een
klinkende kus in zijn huis opgenomen
Is dat geen verraad plegen tegen do
werklieden. Ik geloof dat niemand in
de gansche wereld nog twijfelt dat er
een vreesdyk verraad gepleegd is.
Arm werkvolk, dat aan zulke man
nen is overgeleverd. Zonder Godsdienst,
verbeest dikwijls, schijnen die menschen
veel lager te staan dan vroeger hot
werkvolk stond.
Waar zyn 's werkmans vrienden
Uitgeput van vermoeinis en bloedverlies
viel Sir Henry naast liet lichaam van zijnen
ontzielden vijand.
Terstond werd hy opgoheven en wasch-
ten gedienstige handen zyn gelaat mctfrisch
water. Na weinig tijd opende hij de oogen
weer.
Hy was i.iet dood.
Alsdan ging ik, juist toen de zon onder
de kim dook, naar Twala's hoofd, dat in
den schaduw lag, maakte den diamant los
van de doode slapen en overhandigde dien
aan Ignosi.
Neem dien, zegde ik, wettige koning
der Kukuana's, koning door geboorte en
door zegepraal.
Ignosi bond den diadeem rond zijne sla
pen. Daarop vooruittredende en een voet
plaatsende op het onthoofde lichaam van
zijnen vyand, hief hy een zegezang aan, zoo
schoon, zoo vol vreemde poëzie en zoo wel
sprekend, dat ik vrees de woorden, die
diepen mdruk op my maakten, hoe ver
moeid ik ook naar lichaam en geest was,
niet naar waarde te zullen kunnen weer
geven.
«Nu, zoo begon hy, nu is onzo opstand in
zegepmal overgegaan en is den boosdooner
met gestrengheid recht gedaan.
»ln den morgend stonden de verdrukkers
op, tooiden zich met hunne pluimen en
maakten zich gereed tot den krijg.
»Zy stonden op en grepen liunno speren.
De soldaten riepen tot de kapiteinsGeleidt
j Reeds dikwyls hebben .wij gezegd en ge
schreven dat onze fruitboomen zoo stief
moederlijk behandeld worden, en dat er
tipch nog zooveel landbouwers zijn die den
ken dat deze niet beliooren gevoed te wor-
(fen om te leven en vruchten voort tc bren
gen. Welke dwaling! Evenals aan alle
andere gewassen dient men hier, om veel
eb schoon fruit te bekomen, eene doelmati
ge bemesting toe te passen.
i Ten andere allo landbouwers verkoopen
gaarne appels, peren, pruimen, enz., om
eenige winsten van den boomgaard te kun
nen verwezenlijken. Ook houden zij graag
een weinig fruit voor zich zeiven over, niets
is immers zoo aangenaam dan in den Herfts
en 's Winsters een lekker appeltje of eene
smakelijke peer to eten. Zulks wordt ove
rigens door allo genoesheeren fel aanbevo
len, omdat het gobruik van fruit zeer gezond
is.
Indien men dus bij de fruitteelt wil ge
lukken, is liet volstrekt noodzakelijk eeno
Verstandige bemestingswijzo te volgen.
De minerale elementen als fosfooj'zuur,
Jiotasch en kalk werken zeer voordeelig op
de hoeveelheid en op de hoedanigheid der
jbpbrengst, 't is te zeggen, dat zy veel en
goed fruit voortbrengen.
Dusvolgens raag men niet verwaarloozen
yzerslakken en kaïnite te ge.
der mag men niet nalaten stikstofmesten
aan te wenden. Deze zyn immers onmis
baar om de boomen eenen kloeken
groeikracht te verzekeren, cn de volledige
itwikReling der boomen en der vruchten
to bekomen, en onder deze verdiunt het
zwavelzuur ammoniak do voorkeur. Daar er
hier, benevens het voortbrengen van fruit,
ook voor eene schoone hoeveelheid goed
gras moet gezorgd worden, is liet noodza
kelijk daarvan rekening te houden bij de
bemesting.
Naar ons oordeel dient dus de volgende
bemestingswyze toegepast te worden
Tydens den Winter geve men 400 tot 500
kgr, yzerslakken en 300 tot 400 kgr.
kaïnite, en in de Lente (Fobruari-Maart)
150 tot 200 kgr. zwavelzuur ammoniak.
Al deze meststoffen zullen, zoo goed mo
gelijk met de eg ingewerkt worden.
Willy.
in de parochiale Kerken van Aalst.
Kerk van Sint-Martinus
Zondagen 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure.
Weekdagen 5 1/2, 6, 6 Vz» 7, 7
8, 10, ure.
Kerk van St Joseph
Zondagen 5 '/s, 7, 8 7». 9 l/z, 11 ure.
Weekdagon 6, 6 ï/ty 7, 8, ure.
Kerk van Mijlbeke
Zondagen 5, 6 77 i/f, 9, ure.
Weekdagen 6, 7, 8, ure.
KERK DER E.E. P.P. CAPUCIENEN
s r. job.
1° gelezen Mis om 5 ure 2" Mis om
6 ure 3e Mis om 7 1/2 ure om 9 ure
Hoogmis 's avonds Lof om 5 1/2 ure.
ons. En de kapiteins riepen tot don koning
Ga ons voor in den slag.
«Zij trokken uit in hun trots, twintigdui
zend man en nog eens twintigduizend.
«Hunne pluimen overdekten de aarde,
gelijk de pluimen van een vogel diens nest.
«Zij zwaaiden hunne speren in 't zonne
licht en juichten reeds zij waren belust op
den krijg en waren blydo.
«Zij kwamen op tegen my hunne sterke
scharen kwamen snel vooruit om mij te
treffen en zy riepenhij is al byna dood
-Dan ademde ik over hen en mijn adem
was als de adem van don storm, en ziet, zij
waren er niet tegen bestand.
My no lichten doorboorden hen, ik ver
nielde hunne kracht met het flikkeren van
mijne speren ik schuddo hen met den don-
dor van myne stem.
«Hunne gelederen worden verbroken, zy
verdwenen als de mist in den morgend.
«Zij zijn voedsel voor de roofvogels en de
roofdieren, en de plaatst van het gevecht
is rood van hnn bloed.
«Waar zyn do machtigen, die uitgingen
in den morgend?
«Waar zijn do trotschen, die hunne plui
men schudden en uitriepen hij is reeds
byna dood
«Zy bogen hunno hoofden, maarniet in
den slaap.
«Z j strekten hunne lichamen uit, maar
niet in den slaap.
«Zij zijn vergeten. Zy zijn in de duister
nis binnengegaan en keeren niet terug.
Reisbeschrijving
door Petrus Cohyn.
Van Kaapstad naar Elisabethstad.
TWEEDE DEEL.
XXIV.
25 Maart, Dezen morgend moeten
wij er vroeg uit. Wij zullen de hofsteden
der dry gebroeders De Wet gaan bezichti
gen en zouden gaarne om 1 ure terug in
het logement zijn.
John, de kleine blanke koetsier, is niet
gekomen, hij moet te bed blijven door
vermoeidheid van daags te voren -in zyne
plaats komt er een ouden aap of miszie ik
mij en zou dit drollig schepsel wel een
mensch zijn daar on den bok van het tweede
rytuig Dit laatste scliynt waar te zijn en
tocli ik kan het moeilijk geloove:i.
Wij drijven af on bewonderen onder den
weg nogmaals de schoonheid van het land
schap. Eerst leggen wij aan bij Master
Daniel Do Wet. Ongelukkiglijk Heer De
Wet is niet te huis. Nu maar hij Jacobs De
Wet eene halve uur rijdens. Daar zijn wij
gelukkiger, wij treffen den Heer en zyne
Dame tc huis, welke ons het beste onthaal
doen. Wij bewonderen de prachtige verza
meling pluimen van den heer des huizes
Er zyn heel kostelijke veeren bij. Wij
bemerken er insgelijks een afroomer
Molotf.e en zien er een prachtigen hengst
alsmede veiari>oijftne schoone merriën.
Doch vooruit bij Meester naivy. l»aar paan
wij de fabricatie van wijn afzien, 't Is heel
belangrijk en zijn wijn insgelijks heel goed.
Daar wij niet veel tijd hebben trekken wij
het kort en nemen terug plaats in onze
rytuigen. Holder do bolder, langs afgron
den, door rivieren en over de bergen gaat
het in immer sneller vaart vooruit naar
Robertson.
De a-p, pardon de koetsier van het laat
ste rytuig, voert zoo goed dat hij 't heele
gespan bijna naar den weerlicht helpt en
de inzittenden in plaats van op de bank, op
de zoldering van liet rijtuig terecht komen.
Gelukkig dat vriend Miehei bij het Bel
gisch paardenvolk gestaan heeft, de braak
kan herstellen on zelf 'de teugels vat en
voert. Zoo komen wij zonder verdere onge
lukken om 1 1/2 ure te Robertson aan.
Dezen namiddag zullen wij niet uitrijden
maar blijven in de stad, daar wy wel te
schrijven hebben.
Wij zijn ook terdege vermoeid en ver
langen naar wat rust. Wy gaan naar het
postkantoor om postzegels en naar den
winkel om ziclitkaarten, daar morgen Zon
dag, alles gesloten is.
Wij bezichtigen in 't voorbijgaan de
grootste kerk van Robertson, 't Is een
schoon gebouw in witten zandsteen en
volgens den gothieken trant opgebouwd.
's Avonds om 8 1/2 ure zien wij een
aardig tooneel Een gansche stoet mannen
vrouwen en kinderen, blanken en zwarten,
waarvan een op een stok, een groote lan
taarn een andere eene vlag draagt. Muziek
ook is er by, trommel cn trompet, en
spalmcii zingende, zoo luid dat men meenen
zou dat hun klakker gaat openbersten, trekt
dio zonderlinge stoet door de straten. Op
«Hunne nakomelingen zullen hunner
niet meer gedenken.
«En ik ik De koning Als oen arend
heb ik miijne rustplaats gevonden.
«Heb ik rondgedoold in de duisternis,
thans ben ik tot de mijnen teruggekeerd.
«Kom onder de schaduw van mijne vleu
gelen, o volk Ik zal u beschermen en gij
zult niet beschaamd wordm.
«Nu komt de goede tijd, de tijd van wel
vaart en rust.
«De winter is voorbij, de zomer nadert.
«De boosheid zal verdwijnen; vreugdo en
geluk zullen in liet land heerschon.
"Verhei);,' u, verheug u, mijn volk
«Laat ieder er zich in verblijden, dat de
tyrannic is verbroken on ik de koning ben
Ignosi hield op en uit do schare rond ons
rees op 't machtige antwoord
Gij zijt de koning
Zoo was de stryd voleind en waren met
Twala's heerschappij ook wreedheid en
bloeddorst verdwenen.
XV. GOOD WORDT ZIEK.
Sir Henry en Good werden in Twala's
hut gedragen, waar ik mij bij hen voegde.
Beiden waren uitgeput van inspanning en
bloedverlies en mijn eigen toestand was
waarlijk niet veel beter. Ik ben liet vechten
gewoon en kan veel meer vermoeinis ver
dragon dan menigon, dank zij do langdurige
oefening en mijn sterk gestelmaar nu
was ik toch ook afgemat, on zooals altyd,
wanneer ik overmoeid ben begon die oude
de hoeken der dwarsstraten houdt men
stil, zingt nog luider, knielt en buigt en
buigt en knielt en zoo trekt men verder
door de andere straten
(Wordt voortgezet).
Verscheidene dagbladen hebben mee
gedeeld dat in ons Arrondissement van
Aalst liet cartel tusschen liberalen en
socialisten bepaald verworpen is en er
dus 4 candidatenlijslen zullen voorge
steld worden, Catholiekeo, Liberalen,
Daensisïen en Socialisten. Of onze
Confraters nu goed ingelicht zyn Ia
alle geval het nrgaan der roodo winkel-
politiekers Recht en Vrijheid heeft
er nog, bij onzen wete, geen woordje
overgezegd.
Water dan ook van zy, cartel of
geen cartel, 't bekommert ons, Katho
lieken, bitter weinig.
Als Candidaten der Katholieke Partij,
voor de Volkskaraer, die aan den Poll
van 4 Februari zullen voorgedragen
worden, spreekt men van MM. Woeste,
Rom. Mnyersoen, Baron Louis de
Beihune, LeoCosyns, Burgemeester van
Meerbeek, Jean Rol lier, provinciaal
Raadslid te Denderleeuw, Albert Van
Hecke, Leeraar aan do Hoogeschool van
Leuven, te Sottegem. «Het Handelsblad
voegt er nog bij M\I. Brocorens van
Geerardsberg/en on Pieraert, drukker
uitgever te Aalst. Dit laatste is eene
missing, hier to«- stede bestaat er geen
drukker-uitgever mei «ome Pieraert
maar wel te Geerardsbergen.
Wat de candidatuur van M. Albert
Van Hecke betreft, verzekert men ons,
dat hij er, voor 't oogenblik, niet aan
denkt van op te treden.
Aangaande MM. Brocorens en
Pieraert hebben wij nog nooit iets ver
nomen.
Voop den Senaat zullen als eflec-
tieve Candidaten voorgedragen wor
den MM. Baron Eugeen de Kercliove
aftredend Senateur, L. Do Sadeleor,
aftredend Volksvertegenwoordiger,
Raepsaet, Burgemeester van Oudonaor-
de, aftredend Senateur en Als
plaatsvervangers MM, Gheeraenlts,
Burgemeester van Aalst en Oude
naarde.
De Candidaten voor Volkskamer en
Senaat moeten door 50 kiezers, ten
laatste heden Zoudag 28 Januari voor
gesteld worden.
De Poll van 1 Februari zal definitief
beslissen.
Socialisten. De eerste Candidaat
der socialisten, in geval als ze alleen
optreden, zou, naar men zegt, M. Brijs
zijn. heden hoofdopsteller van Recht
en Vrijheid
Daensisten. Als candidaten wor
den genoemd de gepatenteerde zeeveraar
Daens natuurlijk en Advocaat Celestien
Ghysselinck en andere flierefluiters vau
binnen en buiten onze stad.
Liberalen. M. Rods, aftredend
Volksvertegenwoordiger en
loeuwenbeet mij weer pijn te doen. En dan
klopte liet mij nog hard in 't hoofd, tenge
volge van den slag, dien ik 's morgens had
ontvangen en waardoor ik bewusteloos was
geworden.
Alles bijeengonomen, zou bet moeilijk
geweest zijn, nog zulk een ellendig drietal,
als wij uitmaken, byeen te vinden. Wy
hadden intsuschen deze troost, dat wij nog
van geluk mochten spreken, niet tc bggen
bij die duizenden dappere mannen, die des
morgens ten strijde trokken en 's avonds
niet meer leefden.
Mot bijstand van Foulata, die sinds wy
haar liet leven hadden gered, ons, en vooral
Good, ter luilpe nabij was gebleven, deden
wij onze maliënkolders af, welke twee van
ons liet leven hadden gespaard Intussclien
waren onze lichamen vol builen en schram
men. Het staal had wel de scherpe wapens
tegengehouden, maar natuurlijk niet kun
nen beletten dat de slagen flink raak op ons
lichaam aankwamen. Vooral Sir Henry en
Good waren dcerlyk toegetakeld en ik was
ook alles behalve vry gebleven. Foulata
bracht ons als geneesmiddel groene, wel
riekende bladeren wij gebruikten die als
pleisters on zo brachten werkelyk ver
lichting.
Maar hoe pijnlijk die kneuzingen ook
waren, zij boezemden ons niet zooveel be
zorgdheid in als Sir Henry's en Good's
wonden.
Wordt voortgezet.