De Denderbode DE KEMPEN. Strijd tegen ie Kraaien. Voeding der Dieren. aar; Zondag, 28 Januari 1912 N° 4458 LANDBOUW BIJVOE&SEL 't Was met een gewettigde fier heid, dat wij in het vorig Land- bouw-Bijvoegse! aantoonden hoe, volgens een Duitsch Tijdschrift, Belgie aan de spits komt van alle natiën der wereld met de hoogste gemiddelde opbrengsten per hectare. 't is dan ook niet zonder tegen zin, dat wij ons verplicht achten in dit artikel eenige beschouwin gen te maken over een schaduw zijde van dat luisterrijk tafereel van den beigischen landbouw. Er liggen in ons schoon en vruchtbaar vaderland nog meer dan zeventig duizend hectaren in hunnen oorspronkelijken toe stand, onbebouwd, onvruchtbaar en verlaten. Kent gij, lezer, die uitgestrekte woestenijen in de provinciën Lim burg en Antwerpen, die eenzame pleinen, welke een dichterlijk gemoed misschien kunnen op wekken, maar die van geener nut zijn voor onze zoo dichte belgische bevolking Zeker is het dat Belgie verre ten achter blijft in het ontginnen der heidevelden tegenover Holland hier werden, in tien jaren tijds, 24968 hectaren heide in vrucht baar land en weide herschapen, 11630 hectaren veranderden in bosch. Wij beschikken nochtans over dezelfde middelen als onze Noordburen en de Belgische land bouwer is toch ook niet afkeerig van de nieuwigheden, welke hem de wetenschap aanbrengt. Niet lang geleden kwamen wij, na eene verre wandeling door de onmeetbare heidevelden in het Noorden van Antwerpen, in een Kempisch dorp terecht en traden er eene eenvoudige herberg bin nen. De avond begon reeds te vallen en de flauwe klaarte,die uit het open haardvuur scheen, fee- kende reeds onze schaduw op de wit gekalkte muren. Wij zagen het oogenblik te gemoet waarop de waardin, die het vuur aanpook- te, deze schemerklaarte zou ver helderen door het ontsteken eener ouderwetsche olielamp. Dit deed het vrouwken echter niet, maar... de hand uitstrekkende naar een knop in denouderwetschen haard scherm geplaatst overstroomde zij de gansche plaats met de heldere lichtstralen eener electrische gloei lamp Deze gansch hedendaagsche inrichting leverde wel het bewijs dat zelfs de geringste onzer Kem penbewoners niet afkeerig is van den vooruitgang. Hoe komt het dan,dat diezelfdeKempische boe ren, die door eene machtige samenwerkingelectrische machie- nen doen plaatsen bij hunne 11 prachtige melkerij, op tien stap pen van hunne woning zulke uit gestrekte gronden zonder nut laten braak liggen Gemis aan ondernemingsgeest en eeuwenoude gewoonte weder- houden hen. Wij zijn van mee ning datde Regreringzetr nuttig werk zou verrichten met afdoen de aanmoedigingen te verleenen aan hen, die ontginningen willen ondernemen niet alleen open bare besturen maar private ont- ginners zouden moeten aangemoe digd wordenwant het is meer dan tijd, dat men door eenige opoffe ringen deze vlek van onzen bei gischen bodem doe verdwijnen. Ook de landbouwvereenigin- gen en meer in 't bijzonder de Raifeisenkassen, die in meest alle Kempische dorpen tot stand zijn gebracht, zouden hunne werk zaamheden in die richting dienen uit de breiden zij loopen daarbij geen gevaar van geld te verliezen; de goed bewerkte en voldoend bemeste heidegrond zal altijd rijken intrest voor het besteede kapitaal opleveren en de grond zelve zal er merkelijk door in waarde stijgen. 't Is eene nog al zeer versprei de dwaling dat er geene ontgin ning mogelijk is zonder aanzien Iijke hoeveelheden stalmest of stadsmest. Men kan die natuur lijke meststoffen heelemaal ontbe ren en het is een dwaasheid de ontginningen der Kempen uit te stellen, totdat er vaarten zijn door heen getrokken om aan geringen prijs die meststoffen te vervoeren. Wij weten,bij ondervinding,dat men in al onze Kempische heide gronden met 1000 k. metaalslak ken, 1000 k. kaïniet en 300 a 400k. sodanitraat per hectare een prach tige lupinenoogst kan verkrijgen, die het uitgangspunt vormt van eene blijvende vruchtbaarheidDe prijs dezer kunstmeststoffen is niet zoo overdreven hoog, en hun vervoer is niet zoo buitengewoon lastig dan dat men daarvoor zou moeten terugdeinzen. Dat men dus de hand aan den ploeg sla Ara. In Kansas, Vereenigde Staten, heeft men voor de eerste maal gebruik gemaakt van dynamiet bij grondontgin- ningen,schrijft dePastoralist' Review». Het geldt hier het opbreken van onbe- bouwdén kleigrond. Er werden gaten van 1.20 m. diepte van afstand tot afstand in den grond geboord daarin werden dynamietkar- doezen gezet. Bij de ontploffing vloog de aarde ongeveer 9 meters in de hoogte en was de bouwlaag wel degelijk doordring baar. Ligt daarin soms geene aanduiding om dat stelsel toe te passen bij de ont ginning onzer woeste gronden, waar de oerbank van humaten en silicaten zoo vast zit dat ze met moeite kan doorge hakt worden 1 Vooral in zachte winters, wanneer het niet sterk vriest en de sneeuw maar weinig den grond bedekt, richten de kraaien veel schade aan in de graanvel den. De landbouwer zoekt naar midde len tot verdrijving dier ongenoodigde gasten, die te zamen met de kauwen en de bonte kraaien hem veel nadeel berokkenen. Slim en wantrouwig zooals die vogels zijn, vallen er maar weinig door het geweer, ze blijven buiten bereik en vei trekken op afstand. Wanneer de sneeuw eenigen tijd het veld bedekt, kan men er eenige vernielen als volgt op een veld, waar ze zich nogal vertoo- nen,sfeekt. men in de sneeuw zakjes van wit papier, puntig langs onder toege draaid onder in het zakje legt men een lokaas, bijv. een stukje vleesch, terwijl men de binnenzijde van het zakje met vogellijm bestrijkt. Wanneer de uitge hongerde vogel het lokaas wil vatten, zet hij zich alzoo eene witte muts op, die aan de pluimen kleeft en, terwijl hij zich daaruit tracht los te maken, kan de jager hem gemakkelijk bereiken. Men heeft ook naar middelen gezocht om het zaad tegen de roofzucht dei kraaien te beschermen en het beste mid del tot hiertoe in gebruik is dat van M. Tétardhet zaaigraan wordt besmet met teer, petrol en carbolzuur. Ziehier hoe men te werk gaat Op een zacht vuur laat men in een ketel 6 liter gaz- teer bijna aan't kooken komen. Men verwijdert daarna den ketel van 't vuur en, terwijl men voortdurend roert giet men bij de teer 3 liters petrol en daarna 1 liter geconcentreerd carbolzuur. Wan neer deze vloeistof afgekoeld is. gaat men over tot de besmetting van het zaai- Op den dorschvloersprddt men 100 k. graan uit en daarover giet men een liter van het mengsel, daarna wordt het graan zoolang doormengd tot dat de gansche hoop er zwart uitziet. Hieruit blijkt dat bovengenoemde hoeveelheden der verschillende stoffen toereikend zijn om 1000 kg., dus 12 13 hectoliter, te besmetten. Zaadgraan, aldus behandeld, zou ech ter zeer lastig om uitstrooien zijn, daar om strooit, men over de 100 kg. graan ongeveer 1 kg. droog mineraal phos- phaat of gephosphateerd pleister, waar door het graan opdroogt, op voorwaar de dat men nauwkeurig dooreen mengt. Volgens de verzekering van M. Tétard, wordt zulk zaadgraan door de kraaien niet aangeroerd Het opkomen is er enkel een paar dagen door ver- F. P. (Verboden nadruk) Vooraleer het te laat zij, willen wij de aandacht der lezers vestigen op de ee "ste aanwendingen van sodanitraat Deze worden meestal verwaarloosd, omdat er op dit tijdstip des jaars nog maai weinig groei zichtbaar is en toch is die aanwen ding nu reeds noodzakelijk in zooverre dat het onmogelijk is later de verwaarloo- zing derzeive geheel en al te herstellen. De fruitboomen, die verleden jaar vruchten hebben gedragen, of wier groei niet al te best is, moeten nu leeds nitraat ontvangen hebben of hetzelve zonder uitstel krijgen een, twee, drie of meer kilogr. per boom volgens zijn ouder dom. De moeskruiden die ons de eerste groen ten moeten leveren spinazie, zurkel of zuring, blijvende spinazie of patiëntie frumex patientia), uitspruitkoolen, enz., ook de tuinbedden, welke het eerst zul len gereedgemaakt en bezaaid worden, ontvangen ook nu reeds met voordeel de eerste h .>eveelheid nitraat. In het veld moet nu reeds nitraat uit gestrooid worden op de 'rogge, welke men weet dat later eene aanwending van stikstof zal noodig hebben. De andere wintergranen mogen nog wat wachten. Merk wel op, dat in al die opgesomde gevallen,' geen andere stikstofmest kan dienstig zijn, omdat de nitrificatie nu nog bijna nietig is, zoodat alleen de nitrische stikstof uitwerking kan geven. Wanneer de akker reeds beploegd is, ziet men sommige landbouwers nog zware vrachten stalmest vervoeren om tot overbemesting te dienen aan klaver luzern en ook aan weilanden. Dat is eene verkeerde handelwijze. De uitslag die men daarmede verkrijgt is maar middel matig en het uitstrooien van stalmest over grasland kan niet als voordeelig worden beschouwd. Stalmest moet naar den akker en daar worden onderge ploegd. Oppervlakkig uitgestrooid over het grasland, zal de stalmest maar zeer traag tot ontbinding overgaan, en de voedende bestanddeelen,die daarin voor komen, bevinden zich niet in recht streeks opneembaren toestand. Overi gens door vorst en wind is deze stalmest al spoedig uitgedroogd, het lichte stroo waait ergens in een hoek samengehoopt door den wind en de overblijvende voe dingsstoffen worden eruit weggespoeld bij de eerste regenvlagen. Gebeurt dit niet, dan vormt dit stroomest eene schuilplaats voor allerlei ongedierte met den tijd wordt hetzelve kort en ver meerdert nog de organische stoffen, die meestal reeds te overvloedig aan de op pervlakte van het grasland voorkomen. Bewaren wij steeds den stalmest voor den akker, daar kan hij door hu musvor ming de natuurlijke eigenschappen van den grond verbeteren en tevens ook plantenvoedsel aanbrengen. Op de weilanden moeten wij uitslui- telijk kunstmest gebruiken, die de orga nische stoffen beschikbaar stellen metaalslakken, kalk en potaschzouten. Wat den vloei mest betieft, deze kan met voordeel op grasland gebruikt wor den hij zal de grasplanten doen ont wikkelen en ook de vlinderbloemige gewassen door de potasch, welke hij inhoudt. Het kan ook gebeuren dat de weide stikstof noodig heeft, dan zal men best in de Lente sodanitraat gebruiken, daar door wordt de groei verhaast en stelt men de andere voedende bestanddeelen, die er in voorraad zijn, in werking. Een doelmatige aanwending van phosphormest, van potaschmest en zoo noodig van stikstofmest zal betere uit werking hebben dan hetzelfde welke stalmest. F. P. della Campagne (Verboden nadruk De hopteelt beslaat in Belgie nog ongeveer i.gi3 hectaren. West- Vlaanderen komt daarin voor 1.040 hectaren Brabant voor 660 hecta ren en O ost-V laander en voor 226 hectaren. In de andere provinciën is deze teelt nagenoeg onbekend. In Luik, Luxemburg en Namen is er geene hop meer. Over vijf en twintig jaar zag men overal hopvelden langsheen den spoorweg van Jupille naar Luik en eertijds was gansch het huidige zuider kwartier der stad Luik met hop beplant. De Voederkoeken. Het doelmatig voederen der huisdie ren is eene hoofdzaak in het landbouw bedrijf. Goed voederen tegen de geringste onkosten, ziedaar wat elke veehouder moet betrachten. De voeding moet overeenstemmen met het betrachte doel en met het ver teervermogen der dieren. Ook moeten wij voeden met de geringste uitgaven. Dit laatste punt wordt door den land bouwer niet zelden over het hoofd gezien, omdat hij zich inbeeldt dat, om voordeelig te voeden, hij enkel moet gebruik maken van de opbrengsten der pachthoeve. Sommige landbouwers meenen groote winsten té doen, wanneer ze geen enkel kilogr. kracht voeder voor hun vee aankoopen. Welke dwaling Zeer dik wijls zou deiandhouwer meer winsten doen door de gewonnen vruchten te verkoopen in plaats van s/.a door het vee te laten verbruiken. Bijna altijd zal er meer voordeel bestaan in het verkoopen van sommige veldvruchten en in het aankoopen van krachtvoeder. Het voedsel der huisdieren kan in twee klassen verdeeld worden: 1° het gewoon voeder, 2° het krachtvoeder. Het gewoon voeder voimt den grond slag van het rantsoen,het bestaat meest al uit voortbrengselen der hoeve, zooals hooi, stroo, beeten, enz. Het krachtvoer der wordt door de nijverheid geleverd en dient om de voederrantsoenen aan te vullen en te verbeteren Tusschen de voortbrengselen dezer tweede soort komen op de eerste plaats de voederkoeken. Deze koeken, bestaan de uit den afval der olie fabriek en, bevat ten eene groote hoeveelheid voedende bestanddeeien onder een betrekkelijk geringen omvang. Het gehalte aan voedingsstoffen ver schilt natuurlijk volgens den aard der koeken, daarom kan eene soort koeken zeer voordeelig zijn in zeker geval en minder voordeelig in een ander. De koeken bevatten stikstof houdende bestanddeelen, vetstoffen en phosphor- zuur. Om aan de vereischten der wet op de voedermiddelen te voldoen moeten ze verkocht worden met een gewaarborgd minimum gehalte der twee eerste be standdeelen. Men vindt in den Belgische Landbouw-Almanak de gemiddelde samenstelling der verschillende voeder koeken, alsook verschillende voeder rantsoenen voorde huisdieren. (1) Sommige voederkoeken, die in den handel voorkomen en aan de land bouwers worden aanbevolen, hebben maar eene geringe voedingswaarde, ze bevatten soms gevaarlijke bestanddee len. Tot deze behooren de madiakoeken, de zonnebloem- en camelienkoeken, welke maar weinig waarde bezitten en de ricinuskoeken, de koeken van nacht schaden, vancroton, van mowraen van mostaard, welke schadelijk zijn. Te koop bij Oscar Mayolez en Jules Audlarte. Lebeaustraal Brussel, en in den Nederlandschen Boekhandel. Sf Jacobsmarkt,Antwerpen. Prijs 1 fr.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1912 | | pagina 3