H
Donderdag 8 Februari 1912
5 centiemen per nummer
65"e Jaar 4461
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
Fransche Vooruitgang.
Een vijand.
De leeuwerikken
In Verlegenheid.
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
VADERLAND, TAAL, VRSJHEID.
NDERBOD
üit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
oning van den volgen i-sn dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
ie Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
siudigt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont»
vtingen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de PuUe-Goostens, Korte Zoutstraat, N* 31
n in allo Postkantoren des Lands.
«UUll.
Aelst, 1 Februari 1915
Zonder ophouden bazuinen de liberalen
op alle tonen uit, dat Frankrijk een
land van vooruitgang is op alle gebied
en, voegen zij erbij, een land dat ons
voorbeelden geeft die, tot heil van België,
hier zouden moeten nageleefd worden.
Wij willen onze geachte lezers eens
over dien zonderlingen vooruitgang
laten oordeelen en hiertoe ontleenen
wij 't volgende aan Le Petit Palriote t
De cijfers getrokken uit de offlcieele
stukkpn zijn echt en onbetwistbaar
De Fransche begrooting bedroeg in
1869, twee milliard. In 1912 steeg
zij tol 4 milliard 503 millioen.
In 1898 was er een tekort van 20 mil
lioen iu de staatskas. In 1912 beliep
het te kort178 millioen.
In 1870 had Frankrijk eene openbare
schuld van 14 milliard.Het jaar 1911
eindigde met eene schuld van 44 milliard.
Sedert 1879 zijn de belastingen op
personeel en meubelen van 82 ten hon
derd, de patenten van 103 ten honderd,
en de taksen op deuren en vensters 71
ten honderd opgeslagen.
De boeren,die vroeger voor het tiende
inkomsten waren geslagen, betaalden
in 1905 aan den ontvanger 42 ten hon
derd.
Vóór 1870 telde men in Frankrijk
240.000 officiëele ambtenaren in 1910
loopen er 913.800. Dat maakt op eene
bevolking van 40 millioen één ambte
naar per 40 inwoners,
In 1872 beliep de begrooting van
't openbaar onderwijs 33,784.000 frs.
In 1910: 350 millioen.
Vóór de omwenteling mocht Fran
krijk roemen op 130,000 lagere scholen.
Nu blijven er nog 66,993.
In 1889 waren er 4000 Fransche
deserteurs. In 1909 16,000.
In 1898 telde men in 't leger 7000
weerspaunigeD. In 1910 70,000.
Over tien jaren trok een volksverte
genwoordiger 9000 fr. Nu vaagt hij
zyn botten aan den al en is met 15.000
fr. en een dik pensioen nog niet tevre
den.
124 echtscheidingen in 1884 12.585
in 1906.
In 1875 telde men 5000 zelfmoorden.
In 1904 werden er 9000 overgegeven
en sedert durft men het getal niet meer
openbaren.
In 184113,000 veroordeelingen van
minderjarigen iu 1906 30,000.
91* Vervolg.
In 1840 11,500 opgesloten zoten in
1900: 85.000.
In de gasthuizen van Parijs is er be-
staiigd, dat, tusschen de jaren 1901 en
1908, de moedwillige misvallen van 5
tol 16 ten honderd zijn gestegen.
Iets is er nochtans dat onder dat liefljk
bestuur NIET in vooruitgang is.."t zijn
de geboorten.
In 1885: 940,000. In 1909 nog
760,000 en van jaar tot jaar verminde
ren zij nog....
Ziedaar. Lezers, in al zijn akelige
naaktheid den toestand van het arme
Frankrijk.
Tracht dat schrikbeeld in uw geheu
gen te prenten en als liberalen eu socia
listen afkomen zullen met hun handen
en zakken vol ijdele beloften, wijst op
Frankrijk en zegt
Daar zijn uwe mannen, uwe vrien
den aan 't bestuur daar zien wij, wat
zij in 't schild voeren en tot wat zij be
kwaam zijn.
Is de Franschmao zoo laf te bukken
onder het juk van zulke dwingelanden,
ik ben BELG, dat is Christen en Vla
ming, daarom rap de voeten uit, of...»
Gij zijt man, handelt dus als man I
Er is, vooral in onze eeuw,een vijand,
een vijand van den meusch, die dezen
overlevert aan aller bespotting.die zijne
gezondheid ondermijnt en zijn leven
knakt.
Er is een vijand, een vijand van den
mensch, die dezen verdierlijkt en ver
nietigt, die zijnen wil verzwakt, zijnen
geest verstompt, zijne ziel verkankert,
zijn hart bederft en versteent.
Er is een vijand, een vijand van het
huisgezin, die armoede en ellende, twist
en tweedracht brengt in de familie, die
de vrouw doet mishandelen en verkwij
nen van harteleeö, de kinderen doet lij
den van honger en koude, de moeder
dikwerf ten grave sleept van verdriet.
Er is een vijand een schrikbare vijand
voor Maatschappij eu voor Staat, die in
groote mate alle individueel kapitaal en
nationalen rijkdom vernietigt, die in
alle standen der samenleving woekert,
en soms gansche streken ontvolkt.
En de vijand wie is hy
Het alcoholism
Het alcoholism ja, dat is een wreede
vijand Hoe menigwerf heeft woord en
schrift deze waarheid gezaaid onder de
menschen en helaas Hoe schaars is zy
fïf Hij legde de hand op hare gebogcne
schouders en keek hulpeloos naar Sering-
ham. Blindelings, hartstochtelijk als hij
Alice bemind had, had hij haar tocli tot
zooveel gevoel niet in staat geacht. Ze was
altijd een vlinder geweest, zorgeloos en
luchtig en wispelturig. Dus was hij niet
weinig verrast, en Seringham zat te kijken
alsof hij niet gelooven kon, dat het Alice
was.
Sheringham, wat moet dit beteekc-
nen? riep Gerald uit. Wanneer hebt ge die
huwelyks-acte gezien: voegde hij or by.
Alice hief haar bleek gelaat op.
Gisteren avond, antwoordde ze.
Gisteren avond. Dat is hetgeen ik u
te vertellen heb. Ik ging gisteren avond
naar haar toe. Ik wilde het niet gelooven.
Ik wilde u trouwen dat had ik mij altyd
reeds voorgenomen. Oh, Gerald ik moet u
eene vreeselijke bekentenis doen. Ik... ik.,
wist niet, of ik u ooit lief zou krijgen
maar toch was ik van den beginne af van
plan u te trouwen zelfs nog voordat ik u
ooit gezien had. Ik besloot het te beproeven
omdat gij zulk een goede party voor mij
zoudt zijn, en pas gisteren avond giste
ren pas, bemerkte ik, dat het mij niet zou
kunnen schelen wie of wat ge waart. Tot
op dat oogenblik wist ik niet hoeveel ik om
u gaf en toen ik het eenmaal wist, had ik
wel allerlei wanhopige dingen willen doen
om u te behouden wat ge ook waart,
Gerald.
Ze stond plotselings op, hem recht aan
kijkend, terwijl ook hij den blik op haar
hield en met heigenden adem en zenuw
achtig bewegende handen vertelde ze hem,
wat er den vorigen avond gebeurd was.
Ik bon byna eene moordenares, Ge
rald, zei ze zacht.
Men beweert, dat de wonde in den
hals niets was, slechts een schram, doch
dat maakte geen verschil uit. Slechts bij
toeval was zy niet ernstig. De kogel had
evengoed door haar hart kunnen gaan
juist als die andere, en dan en dan zou
ik geweest zijn. waar gij nu zijt.
Ze keerde zich een weinig af, stak hare
hand uit en klemde zich wanhopig, bevend
aan de leuning van een stoel vaat.
Ik ben even slecht, ging ze zacht fluis
terend voort, alsof ik haar werkelijk ge
dood had, en ik kwam van morgen tot de
overtuiging, dat ik hierheen moest gaan
terstond hierheen moest gaan om Gerald's
plaats in te nemen.
Gerald's plaats in te nemen Shering
ham sprong op.
Alice keek kem vast aan, terwijl hare
donkere oogen geen oogenblik knikten.
Wat bedoelt ge? vroeg Gerald scherp,
ontkiemd in de geesten en de harten, en
hoe schaars zijn hare vruchten
Het alcoholism dat is de vijand
Die geesel voor dorpen en steden moet
worden voorkomen, die wonde in de
samen leving moet geheeld, de onver
schilligheid waarmede velen soms zich
versmoren in den drank eu in de schan
de moot overwonnen
Ja. het alcoholism dat is een vijand
Zie Daar wankelt een dronkaard
over de straalschuinsch hangt de klak
op zijn verwaarloosden kop, die schom
melt van hier naar daar, terwijl armen
en beenen wanhopend door de lucht
zwaaien. O 'samenhangende kreten en
woorden klinken nog vansiotterendH lip
pen, terwijl snatereude guiten en grap-
zieke schoolkinderen spottend den be
lachelijken gang naapen, en menigen
vloek uit de heesche keel lokken. Niet
lang maar toch kunnen de vermoeide
beenen het zwaar schokkend lijf dragen:
nog een zwenk, nog een zwaai en de
dompelaar ploft vloekend neer in een
der straatriolen
Ziedaar nu de koning der scheppiog.
wringend en wroetend in het slijk
O laaggevallen menschdom
En wanneer men zulke voorheelden
soms dagelijks ziet, die van nabij of
van verre de verbeestende en vernieti
gende werking van deu Alcohol, in het
lichamelijk leven, og zedelijk en huis
houdkundig gebied te kennen geven,
dan voelt men, ja, op de lippen het
misprijzen liggen, maar dan voelt men
ook in het hart het medelijden opzwel
len.
Heb medelijden met de huisgezinnen,
die hunne ziel en hun lichaam dooden
in dit moordende vocht
Heb medelyden met de huisgezinnen,
die om wille van den man uitleven in
ellende
Heb medelijden met de Maatschappij,
die, om wille der alcoholplaag, den
ondergang te gemoet loopt
En wanneer ge waarlijk medelijden
hebben zult, trek dan ten strijde met
woord en voorbeeld.
Het alcoholism: dat is eon vijand
Laat die waarheid gedijen in u zij zal
vruchten afwerpen en gedijen bij een
ander.
Strijdt doelmatig tegen den gemeen-
schappelijken vijand sluit u aan en
maakt deel van bonden, die de drank-
strijding voor doel hebben, maar boven
al weest zeiven matig.
De kruistocht tegen het Alcoholisme
is begonnen en wordt hoopvol voortge
zet. Strijdt mede. lydt mede, out mode...
te overwinnen.
Als dit nummer, waarde lezer, U
onder de oogen komt, dan zal wellicht
de blijde zang van den leeuwerik in de
volle lucht uwe ooren al eeus getroffen
hebben.
De gewone leeuwerik (Alauda arven-
sis, Alouette des champs), zoo schrijf'. G.
H. I Yserbyt, is de vogel onzer breede
velden en groene weiden. Zoodra liet
eerste rood in 't Oosten schemert, rijst
de wakkere leeuwerik uit het doomende
gras, schudt deu dauw van zijne grijze
vlerken en stijgt opwaarts, honger altijd
hooger, lusiig zingend 't blijde lied.
in zoete tonen rinkelt door de morgen
lucht en als een smeekgebed ten hemel
opwelt. Waar hi) zweeft, geen oog zoo
scherp, dat hem volgen en zien kan.
Ach,hemelleeuwerke, waar zit je gij dan
Zoo luide en zoo lange te preken,
Waar dat ik met de oogen niet achter kan
Alle hebben ik zoo dikkens gekeken
(Guido Gezelle).
En voor al hunne schoone liederen,
wat krijgen die blijde zangers Gewoou-
lijk stank voor dank en dat nog van
's menschen wege, die hunne nesten
plunderen, ze opsluiten in vernepen
kooien, en, wat erger is, ze jaarlijks
bij millioenen slachten om reden van
hun lekker vleesch. Een geluk nog, dat
het vooraL de trekleeuwerikken zijn, die
iu de netten blijven haperen. Die zotte
vernielingswoede zou sedert lang den
laatsten leeuwerik uitgeroeid hebben,
ware het niet van huune groote vrucht
baarheid in gunstige jaargetijden
broedt ieder paar tot driemaal vier
zes eieren uit.
De leeuwerikken hebben ook hun
jachtgebied, dat gewoonlijk weinig uit
gestrekt is, maar altijd nijdig en hard
nekkig verdedigd wordt.
Men zou ongelijk hebben de leeuwe
rikken niet te aanzien als nuttige
vogels hun kost bestaat hoofdzakelijk
uit kerfdieren en onkruidzaden.
Van de overige stand of trekleeuwe
rikken is de kuifleeuwerik (Galerida
cristata, cochevis huppé) de voornaam
ste. Zijn lied is kort, en weinig afwisse
lend hij woont meest altijd iu do
duinen 's winters, als het eten schaars
is en het maagje toch moet gevuld wor
den, ziet men hem dikwijls de haver-
graantjes oppikken uit de ronde dingen,
welke de paarden langs wegen en
straten verliezen.
De leeuwerikkeu behooren bij de
kegelbekken, even al? de vinken en
musschen.
HemellawerKe heet gij, wakkere en
snelgewiekte strale, dio
'k, uit het zaailan-1 opgestegen,
lyk nen vierpyl rijzen zie.
Midden in Gods werken levend,
'tgaat hem beter, achter 'tland,
die u naziet, te eiker stonde,
daar hij zwaait en zweeuwten plant.
(Guido Gezelle.)
Ik wil sterven, gelijk ik leef sprak
een goddelooze. Was dat temeend
Och, de hoogmoed doet den mensch
zooveel zaken zeggen, waarvan hy in
den grond van zijn hart niets meent.
O die wolk van hoogmoed, die als
een zwart monster 's menschen geest
en hart iu duisternis legt
Eer. glorie, geld, vooruitgang, weel
de maken die zwangere wolk uit. Maar
ziet, daar nadert de dood, en grijnzend
veegt hij met zijn machtigen arm al die
prullen weg. Wat is eer, glorie, geld,
vooruitgang in het aanschijn van den
dood Wat onnoozele prullen.
Een meisje lag op sterven 't arme
kind scheen maar oenige oogenblikken
meer te zullen leven. De droeve vader
stood radeloos bij het sterfbed van zyno
dochter, die, helaas I geene moeder
meer had. De vader was een ongeloo*
v.ige, een godloochenaar. Het vergif van
zijne goddeloosheid had ook een druppel
in de ziel van zijn kind laten vallon...
Een vader die zijn kind vergiftigd
Maar toch leefde in haar de leer en het
voorbeeld der brave moeder, die zeker
in den hemel voor haar kind op dezen
oogenblik aan '1 bidden was.
Vader zei eensklaps het meisje,
terwijl zij hem by de hand greep, «moet
ik nu gelooven. wat gij zoo dikwijls
hebt gezegd, dat er geen God en geen
hemel, en geen hel is of moet ik me
houdeu aan den catechismus, dien ik
van moeder geleerd heb
Daar stond de man een oogenblik als
door den bliksem getroffen. Wat ging
er in zijne ziel oin Een strijd tusschen
hoogmoed en plicht, tusschen licht en
duisternis. Plicht en waarheid wonneu.
De vader boog zich over zijn stervend
kind Mijne dochter sprak hij,
geloof alleen wat moeder u geleerd
heeft
Dicht bij het graf.
Valt alle valschheid af.
doch ze koek hem niet aanHaar blik verliet
het gelaat van den advokaat, die dit nieuwe
misterie trachtte te ontraadselen, geen
oogenblik.
Ik moet zyne plaats innemen, zei ze
met zachte, vaste sten.. Ik ben de nu orde-
nares in gedachten, alhoewel niet in daden.
Ik was het die gisteren avond een der scho
ten afvuurde het doet er niets toe, welk
een der kogels doodde haar, en ik geloof
niet dat Gerald een der bi ide keeren schoot,
das moet gij my in zijne plaats stellen, lle-
gryp gij mij Ik moet zijne plaats innemen.
Men moet my van den moord beschuldigen
niet Gerald.
HOOFDSTUK XLI.
Lord Croft's geheim.
Gedurende een oogenblik keken Alice en
Lord Croft en Sheringham elkanücr te mid
den der doodschc stilte aan. Ged.urende een
oogenblik drongen de schreden van den op
en neer loopenden politieagent duidelyk tot
hen door, en teen stak Lord Croft Alice
met een kreet de handen toe.
Arm kind arm kind, riep liy uit.
Ze keerde zicli langzaam om, totdat hij
haar weer aankeek doch zij trad niet op
hem too.
Ge kunt.... Ge kunt nu niet meer
van mij houden, nu ge weet wat ik gedaan
h»:b, zei ze, en indien gij er dadelijk toe
over wildet gaan zy wondde zich weer
af, indien gij mij terstond wildet laten weg
brengen. mijnheer Sheringham, zou het
niet zoo hard wezen.
De advokaat struikelde over zyne woor
den, toen hij sprak. Zijne keel bonsde
vreemd, want hij was tot de erkenning ge
komen dat, hoe Alice vroeger ook geweest
mocht zijn, zij nu hoogst ernstig was. Hy
trachtte te lachen.
Wees niet dwaas, Juffrouw Challoner
zei hij Het valt niet zoo gemakkelijk, zulk
een zelfmoord te bedrijven, en Lord Croft
zal het niet veroorloven, is 't wel, Gerald?
Kom, ga weer zitten, juffrouw Challoner.
Er zullen nog vreemde dingen bij deze zaak
aan het licht komen, vermoed ik.
Langzaam gehoorzaamde zij. Ze was vol
komen'uitgeput. Haar gelaat zag bleek en
vermoeid, en haar voorhoofd was vochtig.
Zi) inef de hand op om er langs te strijken,
en hare hand beefdo als die eener oude
vrouw. Een snik ontwelde hare pijnlijke
keel en toen Gerald hare hand in de zijne
nam en die vast hield, weerstreefde ze niet.
Ze leunde met half gesloten oogen achter
over. Mr. Sheringham boog zich, terwyl
zijn mager, glad geschoren gelaat eene
scherpzinnige uitdrukking vertoonde, over
do tafel.
Juffrouw Challoner, we hebben uwe
mededingen vernomen, on ze heeft mij uit
het veld geslagen, doch nu moet gij ook die
van Lord Croft hooren, en we moeten, we
zullen een uitweg uit dit doolhof vinden. Ik
moet terstond zeggen dat ik vrees dat het
moeilijk vallen zal, Gerald's onschuld te
bewijzen, indien wij niet aan kunnen too-
:ien, dat er gisteren avond, behalve gij,
nog iemand anders in dat hu'S geweest is.
Wij moeten dat trachten te bewijzen. Dan,
vermoed ik, zullen wij wel hoop mogen
koesteren, Gerald van allo verdenking to
kunnen zuiveren. Onderwijl moet gij v«r-
nemen, wat er gebeurd is. Vertel mij eerst
eens. om hoe laat gij daar geweest zijt
Alice streek met bevende hand langs hare
oogen en trachte na te denken. Zij wist het
nietSheringham, keek haar scherp aan.
Hoordot gij iemand in huis terwijl gij
daar waart vroeg Sheringham. Er kwam
eene flikkering in Alice's oogen.
Ja, zei ae een weinig ademloos. Er
was iemand iemand klopte op eeuo
eigenaardige manier tegen de voordeur,
terwyl ik met de vrouw sprak, en zo scheen
te aarzelen, voordat ze open ging doen. Ze
scheen bang te zyn, maar oindelyk ging ze
toch, en liet mij alleen in de kamer achter.
Ze maakte eene hoofdbeweging in de rich
ting der huwelyks-acte. Terwyl zy weg
was, werd ik gek, geloof ik. De gedachte
aan.... aan dit alles maaktu mij gek. Ik
wilde haar vermoorden.
Dat doet er niet toe, zei Lord Croft
plotseling. Vertel ons eens hoordet ge
iemand binnen komen, toen zij de deur
opende
Alice knikte langzaam met het hoofd.
(Wordt voortgsist.)
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen Op
34* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen bandschriften worden met teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlyk tegen den dijasdag au vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zicb te wenden ten bnreele van
lit blad.