Zondag If Februari 1912 5 centiemen per nummer 65** Jaar 1462 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van do Stad on 't Arrondissement van Aalst. i Ml VAN SALOMON, GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID Liberalism en Vrijmetselarij. Zondagrust. De Weidebemesting. MIDDENSTANDBOND Van Burst naar Katansa. Vakschool voor Meisjes Rit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ïoing van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor le Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving aiodigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont« vtingen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooHen», Korte Zoutstraat, Nr 31 n in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op W bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureel» van dit blad. CUIQUE suua Aelst, lO Februari 19IS Onbetwistbaar is de vrijmetselarij de grootste vijandin van Godsdienst en Vaderland. Hij, die tot vrijmetselarij behoort, beoogt slechts een doelden ondergang van Kerk en Vaderland. Nu de algemeene Kamer- en Senaat- kif-zingen voor de deur staan, achten wil het dringend noodzakelijk de aan dacht op de lielsche sekte in te roepen, des te meer daar wij te strijden .hebben tegen liberalen en socialisten die hare handlangers zyc. Aan 't hoofd der blauwe en roode partijen staan de voormannen der vrij metselarij en dus, moesten die partijen ooit de zegepraal behalen, dan zouden de vrijmetselaars hetbestuur van België in handen krijgen. Wat wil de vrijmetselarij Om die vraag le beantwoorden, wil len wij eenige punten aanhalen, die te lezen slaan in de verslagen van den hoofdraad der goddelooze secte 1. In zake van Godsdienst, verklaren de Loges den oorlog aan alle eeredien- sten en leggen de vrijmetselaars do i'eusachlige taak op, ze allen uit te roeien. (Bull, van den Belg. Opperaad, num. 30). Het opperhoofd der Vrijmetselarij is Satan zelf Gij allen die lijdt, heft het hoofd omhoog, want hij komt, hij, Satan de Groute. Revista X. bl. 265 «Ik groet u, o groote Satan gij hebt de Jehova der priesters overwonuen (Revista XVI, bl. 27). Welke christen mensch, hoe laag bij ook gevallen zij, zou ooit zulke duivels in menschenvleesch willen ondersteu nen De liberalen doen het omdat ze strij den voor de zegepraal der vrijdenkerij, der goddeloosheid. De Daensisten doen het ook want zij ondersteunen de liberalen en socialisten bij daad en woord. En inderdaad, zij die ter Volkskamer en Senaat zetelen aan de linker zijde, steunen do vrijmetselaarsloge, zelfs indien zij den Godsdienst niet recht streeks bevechten;., het is immers dank aan hunno tegenwoordigheid aldaar dat de vrijmetselarij meer invloed meer macht verkrijgt. 2. De Loges zijn holen van zedenbederf. Het is ons niet toegelaten in bijzonder heden te treden om zulks te bewijzen. Hij die ons niet gelooft, raadplege het boek Sephar H'Debarim, The Book of the Words, a^nbevollen door Bulletin officiel de la F M De vrijmetselarij heeft altijd de onze- digste schrijvers ondersteund en met eerebewijzen bekroond. Ten bewijze willen wij herinneren dat een werk van Eug. Sue, dat door de Fransche Rechtbanken werd veroor deeld als tegenstrijdig aan do goede zeden, en door de vrijmetselarij in twee talen verspreid werd de schrijver ODt- ving van de loge te Brussel eene gouden medailie en van die te Antwerpen een gouden pen... Wie heeft er zich verzet tegen het wetsontwerp-Woeste, tot beteuging der onzedige geroepen en liederen? De liberalen en socialisten, 3. België is het mikpunt der vrijmetse larij. Goblet d'Alviella, Senator en hoofd man der Loge in België, schreef het volgende In België kar. de minderheid (de Loge) niet strijden tegen den invloed der Kerk, tenzij zij zich van den Staat bediene als een wapen Indien zij dus de meerderheid bekwa men, zouden de vrijmetselaars al hunne macht gebruiken om de Kerk in ons land te be/echten. België, zoo lezen wij in het ver slag van den Opperaad der Loge(n° 32. bl. 68). is aangeduid om eensdaags het centrum te worden van een internatio naal vrijmetselaarsbestier. Is dat niet klaar en duidelijk genoeg Kiez >rs vergeet bet nietde speur honden der vrijmetselarij zijn de libera len en socialisten. Laat u dus niet om den tuin leiden door de schijnheilige beloften van geusche woordenkramers en schrijve- laars Als de liberalen en socialisten bewe ren dat ze niet tegen den Godsdienst zijn is het om uwe vertrouwen te winnen... Herinnert u dat het de liberalen zijn die het Kruisbeeld uit de gerechtshoven en scholen hebben verbannen, die den naam van God uit de troonrede schrab- ten, die het Te Deum afschaften, die den Pauselijken Nuncius schandelijk weg zonden, die de burgerlijke begra- veüissen hebben ingevoerd, enz. enz. Indien ooit de vrijmetselaars in België het bewind in handen krijgen dau zal het schuld zijn der liberalen, der socia listen en der daensisten. Te wapen dus, Katholieken strij ders Ontmaskert onze driekleu rige vijanden van Godsdienst, Vaderland en Koningdom 39« Vervolg. Driehonderd meters rond Twala's hut, waar do lijder lag, heerschte de groote stil te; de koning had bevolen, dat allen, die daar woonden tijdelijk ergens anders oen onderkomen zouden zooken, opdat geen geluid de ooren van den lydor zou bereiken. Op zekeren nacht, den vijfden van Gooda ziekte, ging ik volgens gewoonte, zyn hut binnen, vóór ik my in die van Sir Henry en ray ter ruste zou begeven. Ik trad behoedzaam binnen. De lamp, op den vloer geplaatst, verlichtte de gestalte van Good, die niet meer hoestte, maar doodstil lag. Zoo is het dan ten laatste geschied, dacht ik. In de droefheid van myn hart slaakte ik een diepen zucht. Hush-husch 1 zoo werd ik gewaar schuwd van uit de schaduw aan Gooda hoofdeind. Naderby tredend, zag ik, dat by niet dood was, maar vast sliep, Foulata's spiise vragera in zyno arme wnte band houdend. De crisis was voorby, hy zou in 't leven blyvon. Hij sliep zoo achttien uran. Ik durf het Van'smiddags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op ZoQdag 11 Februari 1912, M. Bonner, Bis schopstraat. nauwelyks zeggen, want ik vrees niet ge loofd te worden, maar al dien tijd zat de zwarte verpleegsters vol toewijding bij hem vreezende dat hy zou ontwaken, als zij hare vingers terug trok. Wat zij verduurd heeft van kramp en vermoeinis, om niet te spreken v&n honger en dorst, zal niemand weten, maar een feit is het, dat, toen hy eindelijk wakker werd, zjj moest weggedragen worden hare le dematen waren zoo styf, dat zij niet bewe gen kon. Toen eindelijk de crisis voorby was, ge nas Good snel en volledig. Niet voor hy weer hersteld was, vertelde Sir Henry hem dat hy zyne genezing te danken had aan Foulata. En toen men hem zeide, hoe do goede zwarte, achttien uren aan een stuk aan zijne legerstede had gezeten, vulden de oogen van den eerlijk°n zeeman zich mot tranen. Hij stond onmiddelijk op en ging naar de hut, waar Foulata het middagmaal bereidde want wy hadden ons oud k wa tier weer betrokken en nam mjj mee om zyn woorden te vsrtolken, als hy zich niet verstaanbaar kon maken. Maar ik moet zeggen ilat zij hem volmaakt begreep, hoe beperkt zyn woordenboek ook was. Zeg haar, sprak Good, dat ik haar myn leven verschuldigd ben en nooit hare vriendelijkheid vergeten zal. Ik vertaalde tiet en onder hare zwarte huid scheen te blozen. Zich tot hom wendend met eene van die vlugge, bevallige bewegingen, welke my Tot heden is de winter buitengewoon zacht geweest, en alles laat voorzien, dat men vroegtijdig met den veldarbeid zal kunnen aanvangen. Het dierenvoe- der is schaarsch geweest, en meer en meer doet de voedernood zich gevoelen. Dus niet getalmd en voor eene vervroeg de en overvloedige opbrengst gras gezorgd, dio alleen door eene oordeel kundige en overvloedige bemesting kan bekomen worden. Op droge, gemakke lijk genaakbare weiden, diont er daar mede niet langer gewacht te worden de natte, moeilijker genaakbare en vloeiwciden worden bemest, zoo baast de grond zulks toelaat. Gedurende den winter, als do grond bevrozen ligt. en de beerputten vol staan, worden de weiden soms nog al duchtig gi-beerd dit is reeds iels, doch niet voldoende. Wat maar nog al te dikwijls ver waarloosd wordt, is eene goede minerale bemesting, welke als de grondslag van elke oordeelkundige bemesting mag aanzien worden. De potasch, het fos- foorzuuren de kalk verhoogen zekerlijk de opbrengst gras zij werken evenwel voordeeliger nog op de hoedanigheid. Zij voeden de planten oordeelkundiger, vollediger, nemen do zuurheid des gronds weg, en doen eene menigte onkruidsplanten verdwijnen. Het besto potaschzout, thans op wei den aan to wenden, is de kaïniet. dat de opbrengsten merkelijk verhoogt en de hoedanighaid sterk bevordert, en som mige onkruidsplanten als bet ware ver brandt men zal er van 600 tot 800 kgr. per hectare van gebruiken. Een uitstekend fosfaatmest, is liet fosfaat Bernard, dat rijk is aan fosfoor- zuur, alsook aan vrije en koolzure kalk. Men gebruikt er eveneens van 600 tot 800 kgr. per hectare van. Beide meststoffen worden bij voor keur vóór de a&Dwending gemengd, ten einde in ééne maal de uitstrooiing te kunnen doen en aldus tijd en arbeid te sparen. Eene duchtige egging by middel der ijzeren eg is vervolgens allerge- raadzaamst, doch zonder deze, zullen voornoemde meststofien nog ioonende uitslagen geven. Fried Baüer, van 't Arrondissement van Aalst. Ingevolge den weusch gestemd in de 6* afdeeüng (Burgersbelangen) van het Congres der maand April van verleden jaar te Aalst, is er op initiatief van den Burgerskriug De Vriendschap» aldaar op 15 Juni volgende, een verbond gesticht lusscheu al de Katholieke Maatschappijen die in ons Arrondisse ment de belangen der middenstanden behartigen. Het voorloopig bestuur dier vereeni- ging dragende de benaming van altyd deden denken aan do vlucht van een wilden vogel, antwoordde Foulata zacht, hem met hare donkere oogen aanziende Neen, mijnheer. Vergeet maar. Heeft hy niet mijn leven gered en ben ik niet zijne dienares Het viel mij op, dat het jonge meisje geheel scheen te vergeten, dat Sir Henry en ik toch een aandeel hadden gehad in ha re bevrijding uit Twala's handen. Maar dit is vrouwenmanier. Ik herinner mij, dat mijne goede vrouw juist zoo was. Weinige dagen later hield Ignosi zijnen groote «indaba» of raad, waarin hij naar allo voorgeschreven vormen als koning werd erkend door de «indunas» of hoofd mannen van Kukuanaland. Het was eeno schoone plechtigheid gepaard als zy gins met eene schouwing van alle troeppen. Op deien dag worden de overgeblevenen van de «Witten» voor het front van het leger gebracht en daar openlyk bedankt voor hun schitterend gedrag in den slag. Ieder van hen ontving van den koning een geschenk in vee en allen werden bevorderd tot officier in het nieuwe regiment dor «Witten» dat gevormd zou worden. Een bevel werd nu afgekondigd, dat wij, zoolang wy 't land vereerden mot onze tegenwoordigheid, met den koninklykeu groet zouden worden aangesproken en zou den bejegend werden met hetzelfde cere monieel als den koning toekkwam. Ook word ons macht over leven en dood gege ven. Maar terzelfdertijd maakte Ignosi Middenstandsbond van het Arron dissement Aalst heeft een volledig ontwerp van staudregelen aan het onderzoek der verscliilüge belangheb bende bonden onderworpen en wenscht zonder verwijl over te gaan tot de benoeming van een volledig bestuur, en het nemen van alle verdere maatre gelen om het programma der werk zaamheden van de federatie vast te stellen. Op Zondag 18 Februari aanstaande, zal er om 3 ure namiddag, ten lokale van het Syndikaat der reizigers, bedien den en patroons, bij M. Loüis Van Laer, te Niuove, rechtover het Siadbuis, eene vergadering plaats hebben welke zal weerd worden door de tegenwoordig heid onzer poliiieke hoofdmannen en eenige vakmannen. Wij willen deze gelegenheid te baat nemen tot het vervullen van alle forma liteiten, welke de definitieve stichting van In t Vi-rb >nd vereischen. Men hoopt dat deze vergadering talrijk zal bijge- wooud worden. DAGORDE 1Bepaald goedkeuren der standregelen van het verbond. 2. Benoeming van een algemeen bestuur. 3. Aanspraken van verschillige bevoegde redenaars o Reisbeschrijving door Petrus Co»itv. Van Kaapstad naar Elisabethstad. TWEEDE DEEL. XXVI. 27 Maart In der haast nog eens naar 'tpostkantoorgeloopen om brieven en kaar ten voor Familie en vrienden in de bus to werpen Daarmèe zeggen wy vaarwel aan het vriendelyke Robertson metzjjne grootsche omgeving, aan Robertson, de blanke jonk vrouw in de bergen, met een bloemen- kleed getooid, aan onze beminnelyke gast vrouw en aan al do vrienden, daar tijdens ons al te kortstondig verblijf, gemaakt, en nemen den weg naar de statie waar het zwarte knorrend stoommonster, ons weldra zal opnemen en verre weg zal voe ren van dit goddelijk oord. Wy gaan terug naarWorcester,waar wij dien genoemden Zambezie trotter zullen nemen naar Bulowayo. Om 1,15 ure, na eene reis door valleien en bergen, landen wij te Worcester, de zuster van Robertson aan, en nemen onzen intrek in het Commercial Hotel Hier zullen wy vertoeven tot morgen daar er heden geen trein meer is. Na liet diner genieten wy eenige aange name oogen blikken. De Heer Florent Wyckmans van Antwerpen, waarvan ik u reeds meermalen gesproken hob, zet zich aan de piano en daar ruissohen do tonen van ons Nationaal Lied de Brabagonne nogmaals bekend, dat geen man meer zon der vorm van proces zou gedood worden en datde «tooverjachten» voor goed uitwaren. Toen het feest voorby was, maakten wij onze opwachting bij Ignosi en vertelden hem, dat wy nu toch eindelijk wel eens meer zouden willen liooren van de Salomon- mijnen. Wij vroegen wat hij ontdekt had. Vrienden, antwoordde hy, ik heb dit ontdekt De mijnen zyn gelegen daar, waar de groote «Steenen Wijzen» zitten, aan wien Gagool Foulata wilde opofferen. Het is bij dio «Zwygors,» sprak Ignosi, dat, in eene diepe grot, de koningen begra ven worden en gy Twala's lijk zult vinden bij de lichamen van die, welke hem zijn voorgegaan. Daar ook is een diepe put, die eons door lang overleden mannen gegraven is, misschien wol voor de steenen, waarvan gij spreekt en waarover ik ook in Natal on te Kimberley heb liooren sproken. Daar ook is in de «Plaats van den Dood» eeno geheime kamer, waarvan alleen de Koning en Gagool liet geheim kennen. Maar Twala is dood en ik weet het nog niet. En nu leeft er eeno legende in dit land, dat eens vele geslachten geleden, eene blanke man de bergen overkwam en door eene vrouw geleid is naar de geheime kamer, waarvan hem de weelde getoond weid. Maai- voor hy er ïots kon van nemen, ver- nod zjj hem. En toen werd hy door den koning van dien tyd teruggedreven over de bergen. Sindsdien heeft geen blanke man die plaats meer betreden. door de kamer.Een plechtige stilte heerscht in de zaal en 't is ons, wanneer die zoete klanken door de kamer trillen alsof de geest des Vaderlands ons omzweeft en een kus van liefde drukt op ons voorhoofd en met ons jubelt en juicht over de grootsche onderneming welke wy gaan aanvatten. De knappe pianist werd bij het eindigen op daverend handgeklap onthaald, 't Was misschien wel de eerste maal dat in deze Afrikaansche stad de Brabagonne klonk. Worcester mag men gemakkelijk de tweeling zuster van Robertson noemen. Huizen 't zelfde, magazijnen 't zelfde, lanen en openbare gebouwen 't zelfde, zeden en gewoonte 't zelfde. Een feit dezen avond voorgevallen, mag ik niet onvermeld laten voorby gaan. Dien avond ontvang ik een bezoek van den Heer De Jonghe, drukker en uitgever van de gazet Worcester Advertiser Na wederzijdsche groeten en kennismaking aanvaarde ik het mij gedane aanbod, in het weekblad van dien Heer, een artikel te schryveu over het doel en richting van de Mission Agricole Leplae waarvan wij deel maken. En zoo kwam het dat een Vlaming van Burst, uit het land van Aalst, correspon dent word van een Zuid Afrikaansch Weekblad. Aan welke posten n'en mensch zooal geraakt hé Nu 'k hoop dat bewusten artikel by middel van onzen Dendei bode wel on der de oogen mijner lezers zal komen, en zij my hun oordeel zullen laten kennen. Doch vooruit Dezen avond zien wy een schouwspel dat men nooit moer binst ons leven zullen zien. Onder de verandach van ons hotel ge zeten, met vóór ons de liooge bergen, zien wij op eer.s een klein vuur dat zich snel slingert rond de kopjes en kloofjes, en weldra zijn gansch die bergen in eene vuurzee herschapen. Hoog vóór ons zien wij niets dan vuur, zich sclierp afteekenendc tegen do hooge gryze bergen, als eeno slang kronkelde rond de rotsen, spuwend uit den muil, donkere rookwolken, waarin vurige slan gen kronkelen, die de koppen der rotsen likken en als oen vurige kam vormen op het hoofd der grijze steenreuzen. Een zeld zaam en prachtig vertoog dat wij zeker nooit meer zullen te aanschouwen krijgen. Om 10 ure trekken wy naar onze kamers, doch eene halve uur nadien zyn wy allen op den koer verzameld en bezien elkander rnet verdwaasche oogen 't Spookt in 't hotel beste vrienden en de hotelbeesten doen hunnen Sabathdans in onze bedden. Onmogelijk er in te blijven want zoodra wij in 't bed treden schieten zy op ons los als de kat op de muis. Ge raadt zeker reeds waarvan ik spreek. Voor dezen nacht is de slaap naar den duivel en kunnen wij maar om ons wakker te houden straat op, straat af wandelen. Welkeen nacht jWordt voortgezet). De geschiedenis schijnt wel waar, want op de bergen vonden wy dien witten man, zeide ik. Ja, wij vonden hem. En nu heb ik u beloofd, dat als gij de kamer kunt bereiken en do steenen er zyn.... Het kleinood op uw voorhoofd bewijst, dat zij er zijn, viel ik hem in rede. wyzend op den diamant, dien ik van Twala's hoofd genomen had. 't Kan zijn. Als zij er zijn, ging hij voort, zult gij er zooveel van hebben als gij dragen kunt, indien gy mij ten minste ver laten wilt, myno broeders. Eerst moeten wij die kamer vinden, zegde ik. Er ismaaréen wezen, dio ze u kan toonon, Gagool. En als die niet wil I)an moet zij stervon, zegde Ignosi.' Ik heb baar het loven gespaard maar ook hiervoor. Ik zal haar voor de keuzo stellen. Een wachter roepende, gaf hij bevel Ga gool tot hem te leiden. Een weinig nadien vorscheen zij, gesteund door twee wachters, want zy wankelde, terwijl zij voortging. Laat haar los, zegde de koning tot de wachters. Zoodra dit bevel was ten uitvoer gebracht viel het bundeltje goed - want meer leek zy niet, behalve hare twee schitterende oogen als een zak op den vloer. Wat wilt gij van my piepte zij. Waag het niet, my aan te raken, Als gij gesticht te Aalst. Parochie van O. L.V»'ouw. Door de zorgen van den E. H. Lauwe- rys, Pastoor van Mylbeke en onder het voorzitterschap van Mevrouw Barones Louis De Bethune, is er te Aalst-Mylbe- ke eene kantschool ingericht en reeds aan 'c werk. Iedereen zal deze edele poging tot welzijn van het volk toejuichen en we meenen wel te doen eenige inlichtingen nopens de school te geven. Men mag deze inrichting niet aanzien als zijnde eene soort van Werkhuis» (atelier)waar de meisjes nog niet op de hoogte van hun vak, henen gaan en onder de leiding van eene meesteres leeren werken en eene zekere winst kunnen trekk«n. Neen. dat is het niet het is eene echte school. Die school is dan ook niet wat ze was, bij de kantwerksters bij wie do kinderen ten huize gingen «kantjes leeron maken- Immers hoe ging dat daar Wel de kin deren kwamen bij 't braaf me isteresken toe; met eene soort van liefderijke be- zorgheid en tevens eene zekere fierheid, teekende de meesteres eene bloem of roosken en «vooruit, mijn kind» 't zal wel gaan. l)at kon goed zijn, in de veronderstelling dat de meisjes die te leeren gingen al reeds den steek kenden. Doch, uaar ons bescheiden oordeel, zelfs in dit geval was er daar iets te kort, dat wat later het meeste te pas zou komen, le welen eene echte leidingJn het vak. Er was geen leermethodezij die noch tans de grondsteen moet zijn aller vak- kenis, zij die toelaat aan natuurlijken aanleg, die bij sommige meisjes wonder is, wnt meer te wege te brengen dan het geen ze leerden. In do kantschool beginnen de kinderen te leeren met het begin, van den eersten en eenvoudigsten steek tot den laatsten en ingewikkelsten. Ze leeren trapsge wijze. De moeilijkheden aan iederen steek vast worden aanschouweb|k ge maakt Stil aan bekwamen die kinderen zich in den usteekn tot dat ze iederen steek op zijn eigen aangeleerd, niet alleeu keunon, maar vinnig met andere weten te samen brengen. Eu dit is met methode leeren dat i3 liet wat het Staatsbestuur vurig betracht: dat is hot wat in db pasgeborene kantnormaal school van Brugge geleerd wordt; dat is het wat in de vakschool van Mylbeke zal gevolgd worden Do kantschool van Mylbeke wordt gratis en kosteloos gevolgd, doch er kan daar nog geen kwestie zijn van geld te winnen maar enkel van een vak aan te leereu 't i3 eene vakschool, de kant school Reeds verscheidene leerlingen zyn goed aan 't werk. Met Paschen zal eene tweede afdeeliog beginnen voor de kin deren die reeds 12 jaren oud zyn. Alle inschrijvingen worden genomen bij den Eerw. Heer Pastoor. mij aanraakt, zal ik u treffen. Vrees myne toovermacht. Uwe toovermacht heeft Twala niet kunnen redden, oude weerwolf, en zal my niet schaden, was het antwoord. Luister, ik wil dit van u.gij moet ons de ka; ier toonen, waar de schitterende steenen zyn. Ha! ha! piepte zy. Niemand weet het geheim dan ik. En ik zal het nooit ver tellen. De witte duivels zullen met leege handen teruggaan. Gy zult het my vertellen. Daartoe zal u wel dwingen. Hoe, o koning Gy zijt groot, maar kan uwe macht de waarheid ontwringen aan den mond eener vrouw Het is moeilijk, maar ik zal het doen. Hoe, o. koning Aldus als gy het my niet vertelt, zult gy langzaam sterven. Sterven riep zy uit in schrik en woedo. Gy durft mij niet raken, man. Gy weet niet wie ik ben Ik heb uwe vaders gekend, en de vaders uwers vaders. Toen het land nog jong was, was ik liioT als het land oud wordt, dan zal ik hier nog zyn. Ik kan niet sterven dan van zelf of by een ongeluk, want niemand durft my slaan. Dan zal ik liet doen. Zie Gagool, moo- der van den booze, gij zyt al zoo oud, dat ge toch niet langer aan 't loven kunt hechten. •Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1912 | | pagina 1