Donderdag 29 Februari 1912
5 centiemen per nummer
Jaar 4467
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad en t Arrondissement van Aalst.
Ze waren zeker.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Iels over gevonden
voorwerpen.
Een afvallige priester.
Uurtabel der Missen
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
•mia? vaa dea volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
le Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dqj maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eiudigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
vtmgen lijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Vaa de Putte-Gootsens, Korte Zoutstraat, Nr 31
in alle Postkantoren dos Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
V bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heerm. Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentien uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
lit blad.
/lelst, 28 Februari ll> I 2
Niet zelden ontmoet men lieden, ja
eerlijke lieden, die overtuigd zijn dat
men zich een gevonden voorwerp mag
toeeigenen zonder ergens daarover eenige
rekenschap te moeten geven. - Gevonden
is niet gestolen zoo redeneeren zij, zij
zijn tergoedertronw, doch hunne meening
isteenemaal verkeerd; aangaande vin
den zoowel als betreffende stelen bestaat
er duidelijk wetsbepaling en ook strafbe
paling voor welke dezelve overtreden.
Met het doel onze lezers nuttig te zijn
willen wij bier een beknopten uitleg
geven.
Artikel 508 van het Strafwetboek luidt
als volgt
Zullen gestraft worden met eene ge
vangzitting van acht dagen tot twee jaar
en met eene geldboet van 26 tot 500 fr.
A. Zij die een aan een ander toebehoo-
rend roerend voorwerp geld, juweelen of
andere zaken van eenige weerde, gevon
den of deszelfs bezit toevallig verkregen
hebbende, hetzelfde bedriegelijk zullen
hebben verheeld of aan derden overgele
verd.
B. Zij die eenen schat ontdekt heb-
bendo, zich denzelve zullen hebben toe
geëigend ton nadeele van personen aan
dewelken de wet er een deel aan toe
kent;
Dat het toegeëigend voorwerp gevon
den, enkel verdoold of mislegd was dat
het bekomen werd door tusschenkomst
van iemand die het bij vergissing aflever
de, bij voorbeeld door een knecht of bood
schapper die zich van adres bedriegtdat
het door den eigenaar zelf bij misslag of
onachtzaamheid werd afgegeven. In
ieder geval is het toeval in 't spel en
voornoemde strafbepaling kan van
toepassing zijn.
Do rechtbanken hebben veroordeelin
gen uitgesproken tegen personen die
geldstukken ontvangen hadden aangaan
de de weerde derwelke de eigenaar zich
bij het uitgeven bedrogen liad, namelijk,
tegen een boodschapper die voor één
frank vijftig centiemen twee goudstukken
van tien frank en een zilverstuk van
vijftig centiemen ontvangen had. Wan
neer men hem 's anderdaags de goud
stukken terugvroeg, gaf hij er slechts
één af.
Maar de hoofdstof der wetovertreding
bestaat in het bedriegelijk inzicht zich
een andersmans goed toe te eigenen. Hoe
deze voorwaarde vaststellen De vinder
kan steeds houden staan dat hij het
inzicht had den eigenaar terug in bezit
dor vondst te stellen, hetgene eer loffelijk
zijn zou.
Het bedriegelijk inzicht zal blijken uit
de omstandigheden der zaak Een ge
vonden voorwerp verkoopen, in pand
geven het gebruiken tot eigen profijt
er vrijelijk overbeschikkenliet verdoken
houden zonder eenigen voetstap aan te
wenden om er den eigenaar van terug te
vinden of om de vondst ruchtbaar te
maken, of afliegen het gevonden tc
hebben, enz., zijn zoovele omstandighe
den die het slechte inzicht doen uitkomen.
Er dient nog opgemerkt dat het gevon
den voorwerp gedurende drij jaar ter
beschikking moet blijven van den verlie
zer, want, krachtens art. 2279 van het
Burgerlijk Wetboek, mag deze, indien
hij opdaagt en bewijzen kan dat het hem
toebehoort, hetzelve wedereischen en is
de vinder verplicht het terug te geven.
Hij kan vorvolgd worden in geval hij er
zich van ontmaakt heeft.
Na verloop van drij jaar wordt de
vondst eigendom van den vinder of zijne
erfgenamen. Zijn dezen verdwenen of
weigeren zij er bezit van te nemen dan
komt zij den Staat toe krachtens de wet
die zegt, dat ue goederen zonder meester-
als staatseigendommen gerekend worden
(art. 713 B. W.)
Dit alles geldt ook voor het ontdekken
van eenen schat, het is te zeggen,van een
voorwerp hebbende zekere weerde en
welke gedolven of verdoken zijnde, door
iemand, bij enkel toeval, wordt ontdekt
en aangaande hetwelke niemand zich als
eigenaar kan aanstellen.
Aan wie komt een schat toe, ontdekt
in de voornoemde voorwaarden
Artikel 716 van het Burgerlijk Wet
boek geeft desaangaande klaren uitleg
Een gevonden schat komt toe aan deze
die hem in zijnen eigendom ontdekt.
Indien de schat in iemand anders
eigendom ontdekt is, komt hij toe, bij
helft aan den vinder en aan den eigenaar
op wiens grond hij ontdekt wordt.
Wat staat er diegenen te doen die
eenig roerend voorwerp vinden of eenen
schat ontdekken
Het eenvoudigste is aan de Policie
daarvan kennis geven.
Het gevondene mag op het politiebu-
reel in bewaring gegeven worden maar
er bestaat daartoe geene verplichting.
Gewoonlijk is er in de policiebureolen
eene bewaarplaats voor gevonden voor
werpen, en men gaat er te werk zooda
nig dat de rechten en de belangen van
eenieder gevrijwaard zijn.
Eenigo maanden' geleden besprak de
Loge de klokluideis, welke liet afsterven
en de uitvaart dor Katholieke Regeering
zouden aankondigen.
Eilaas die menschen gaan hun pree
niet verdienen
Dc Regeering, welke dc Loge als ziel-
toogemle uitkreet,'was nooit zoo gezond
en zoo levenlustig tils ten huidigen dage.
De tegenstrevers worden het gewaar
en kunnen bet niet meer loochenen.
H
Onlangs schreef Üe socialistische leider
Bertrand in éen roode gazet van Char
leroi, dat de anti-clericalen ten strijde
trekken zonder hóóp op geestdrift.
Rpnd denzelfden tijd meende een
Luiksch liberaal blad, dat do Katholieken
kans hebben een van de twee nieuwe
zetels te Charleroi te veroveren een
gebeurlijkheid waar de Katholieken zelfs
niet op rekenen. Hetzelfde blad beweerde
nog dat een der anti-clericalc zetels te
Verviers gevaar liep.
En op het congres der liberalen uit de
Vlaamsche strekenjnoet heer Franck
volgens de verslagën van liberale bladen
de zegepraal van 't cartel voorspeld
hebben... binnen v;er jaar
Eindelijk, "C-or lice/t
citoyen Vander velde verklaard aan eenen
vriend, die hem op den man af vroeg of
hij waarlijk peinsde dat de Katholieke
Meerderheid ging omgeworpen worden
in Juni aanstaande - Neen, ditmaal zal
't nog niet gebeuren, en- wij voorzien
geene belangrijke veranderingen.
Neen, 't zal nog nietwaar zijn, zoomin
als 't waar was in 1910, in 1908, in 1906,
in 1904, in 1900... in 1896, in 1894...
in 1892... in... in al de jaren dat de
Vrijmetselarij den onvermijdelijken val
der Katholieke Regeering voorspeld heeft.
Ze waren, anders, ditmaal toch zoo
zeker
Volgende bevelbrief werd Zondag
voormiddag in al de kerken en kapellen
van het bisdom van Brugge afgelezen
Gustavus Josephus WAFFELAERT,
doctor in de godsgeleerdheid, door de
bermhertigheid Gods en de genade van
den H. Apostelijken Stoel, bisschop van
Brugge.
Aan de geestelijken en geloovigen,
zaligheid en zegen
94' Vervolg.
Indien ik, nadat mijn advokaat mijne za
ken geregeld had. niet een weinig geld
over gehouden had, zou ik er zeker oen eind
aangemaakt hebben, geloof ik. De straat,
waarin ik woonde, was vuil, somber en lee-
lijk. Ze stond vol huur-kazernen, en als de
deuren open stonden, hing er altijd een
lucht van eten, koken en stof.
Welnu, ik sloeg ziek, koud, en zoo
ellendig als ik maar zijn kon, don weg naar
myne kamers in, toen ik voor de eerste
maal Charlotte Russell ontmoette.
Het huis, waarin ik woonde had dub
bele deuren, en tusschen deze deuren vond
ik haar. De buitenste deur stond open, doch
de tusschenruimte was donker, zoodat ik
haar pas zag, toen ik bijna over haar viel.
Ze zat ineengedoken op den vloer, en
en toen ik mij voorover boog om haar in het
gelaat te zien, zag ze er zoo bleek en spook
achtig en schrikaanjagend uit, dat ik terug
deinsde.
Toen sprak ik haar aan, en bij het
geluid mijner stem hield ze verschrikt den
adem in en vertelde my, wat er gebeurd
was. Ze was duizelig geworden, zei ze, en
verplicht geweest een oogenblik te gaan
zitten doch nu zou het weer gaan, dacht ze.
Ge kunt wel raden, wat er daarna ge
beurde. Ik bezocht hare woning. Ze ver
bleef in een kosthuis, even ellendig als liet
mijne, en uit hare woorden nu en dan kon
ik opmaken, dat ze ongeveer verhongerde.
Ze was alleen, zei ze, zonder familie, behal
ve eene zuster, pie zich in Afrika bevond.
Ge kunt u wel voorstellen, hoe ze mij om
den tuin leidde, mij langzamerhand hare
levensgeschiedenis vertellende, op mijn ge
voel werkend. Alles, wat ze mij vertelde,
was gelogen, doch toen geloofde ik haar.
Ik begon diep medelijden met haar te krij
gen, zoodat, toen mijne zaken geregeld
waren en de dag van mijn vertrek naar
Afrika naderdo, het mij speet haar achter
te moeten laten.
Ge weet wat er toen gebeurde. Ik trad
op den dag, voordat wy scheep gingen naar
Afrika, in een klein dorpskerkje met haar
in het huwelijk. Ik trouwde haar onder den
naam van Gerald Turner. Ik had haar zeer
weing van mijne aangelegenheden verteld,
doch haar gezegd dat ik genoeg van Enge
land had, mijne gansche familie had gezwo
ren en plan koesterd nooit meer terug te
komen. Ik beweerde, dat de reden van
mijne naamsverandering was, dat ik wilde
verhinderen dat zij ooit een spoor van my
ontdekten, en dientengevolge kon men mij
ookmoeielijk vinden, toen ik ook eindelyk
den titel erfde.
Lord Croft zweeg plotseling. Zyn gelaat
was zeer ontdaan. Van buiten af klonken de
Zeer lieve Broeders,
Onlangs hebben wij u in 't algemeen
voorgehouden hoo noodzakelijk het is,
hedendaags meer dan ooit, onze Moeder
de II. Kerk, dit is onze geestelijke over
hcid, met allen eerbied, onderdanigheid
en liefde aan te kleven, willen wij ons
tegen het verderf van dwaalleer en god
deloosheid behoeden, en de grootste
onheilen van ons vaderland afweren.
Nu vinden wij ons verplicht dezo
onderrichting nader te bepalen, om u te
waarschuwen tegen een bijzonder gevaar
dat de godsdienstige gevoelens en den
christelijken zin van sommige min ver
lichte geloovigen bedreigt.
Het is u niet onbekend hoe een afval
lige priester, met naam Florimond Fon
teyne, na herhaalde vaderlijke verma
ningen, Ons gedwongen heeft hem met
zware geestelijke straffen te treffen,
verhopende hem aldus tot inkeer te
brengen.
Sedert dien hebben Wij onophoudelijk
voor hem gebeden, en met langmoedig-
heid hem tot beternis verwacht, allen
ondank, ja soms hoon en smaad van hem
stilzwijgend verdragende.
Hij bleef, helaas hardnekkig in de
boosheid, hoewel ook door Zijne Heilig
heid den Paus afgekeurd, en onlangs
werd hij een ware ergernis voor een deel
onzer kudde, ze pogende door woord en
schrift en gansch zijne handelwijze"ie
verleiden en aan den eerbied en onder
danigheid, der H. Kerk verschuldigd, te
onttrekken.
Daarom, Z. L. B., mochten Wij niet
langer meer zwijgen en komen Wij u
openlijk verklaren dat die ongelukkige
onwaardig is nog het priesterkleed te
dragen en het gebruik der IIH. Sacra
menten hem ontzegd is. Tevens vermel
den Wij u dat de lezing zijner schriften,
namelijk het weekblad de Volkseeuw,
aan alle christene geloovigen verboden
is en dat al wie hem in zijne weerspan
nigheid ondersteunt grootelijks plichtig
is voor God.
Deze waarschuwing zal van den predik
stoel afgelezen worden, onder al de
missen, op den eersten Zondag van den
vasten.
Gegeven te Brugge, 20 Februari 1912.
t GUSTAVUS-JOSEPHUS,
bisschop van Brugge,
Op bevel Zijner Doorl. Hoogte.
H. MAHIEU, kan. secret.
De lezing van dezen beteekenisvollen
bevelbrief, welke eene nieuwe veroor
deeling is van het Daensism door de
Geestelijke Overheid uitgesproken,
werd met de grootste aandacht aan
hoord.
Het streng verbod van de schriften
van den ongehoorzamen priester
Fonteyne en voornamelijk zijn week
blad De Volkseeuw te lezen, ver
wekte te recht eene groote ontroering.
Het voornaamste orgaan van 't Daen
sism draagt den titel van Het Land
van Aelst en De Volkseeuw
Te Brugge moet er dau ook een week
blad worden uitgegeven getiteld De
Volkseeuw opgesteld door den afge
val ligen priester Fonteyne.
Priester Fonteyne is de eerste luitenant
van Groene Pie Daens en ook zijn
boezemvriend. Pie keurt met beide han
den toe wat de afvallige priester uit
kraamt en ten uitvoer brengt.
En ten bewijze
In Het Land van Aalsten - De
Volks eeuw van 18 Februari 11. lezen
wij
In Brugge Zondag uit Mechelen
komende, zat ik op den trein met een
Aalstenaar, die zijnen Zoon-Soldaat
was gaan bezoeken in Brugge hij had
- daar een stoet gezien voor priester
Fonteyne, onafzienbaar zegde hij, en
- al kloek mansvolk. Ik hoor in de
- Kamer dat Brugge fel Demokraat
wordt.
Maar wat gaat Stinus over die voor
zeker vijfdo veroordeeling vaa. 't Daen
sism,.door Z.H.den Paus en HEI. IIH.onze
Bisschoppen van Brugge en Gent, nu
zeggen, hij die beweert Katholiek,
Christen te zijn gebleven.
Ongetwijfeld zal hij antwoorden. Ik
zit met priester Fonteyne niet in.
Flauwe kooien, man, ge behoort tot
het Daensism, dat de partij is van al de
zoogezegde christene demokraten,
partij, welker leerstelsels gij aankleeft
en handelwijze gij goedkeurt. Ziedaar
geluiden d«r schreden van den politieagont
op den houten vloer en van Sheringham's
stem, terwijl hij mot zijnen klerk sprak, tot
hen door. Lord Croft keek Alice aan, ter
wijl de afschuw over het verleden zich weor
van hem meester maakte en de bittere her
innering eraan hem als een mes doorboorde.
Ik dacht, zei hij bitter, dat ik heel
goed mijn leven door zou kunnen brengen
met voor haar te werken. Ze scheen zoo
hupeloos, zoo afhankelijk van mij, zooveel
van my te houden. Ze beweerde, dat ik haar
het leven had gered. Dat meende ook ik
doch jaren daarna vertelde hare zuster, de
vrouw die gisteren avond stierf, mij, dat
toen ik haar in het portaal neergehurkt
vond, zij zich daar verscholen had om een
politieagent te ontloopen, die naar haar
zocht 1 Ze was eene dievegge niet meer
of minder dan een der leden van eene die
venbende. Doch ik wist van dat alles niets,
en zou er geen woord van geloofd hebben
indien iemand het mij verteld had. Zij zag
er zoo eerlijk uit. Ze scheen altyd zoo on
schuldig, en bezat groote handigheid om
mannen te bedriegen, zcoals ik naderhand
tot mijne schade bemerkt i.
Wij bereikten Afrit a. on daar in Cape
Town, ontmoetten wy hare zuster, Fanny
Russell...
Weer zweeg hij, om bij de herinnering
daaraan don adem in te houden en in het
kleine vertrekje om zich heen to kijken,
alsof het zonderlinge de omgeving hem pas
opviel.
Ja zei Alice zacht, en toen
Toen, antwoordde Lord, begon ik
eene verandering bij Charlotte waar te no
men. Fanny en haar man waren tooneelspe-
lors van beroep, doch gedurendo ons ver
blijf in Cape Town schenen zij als millio-
nairste loven, zonder eene poging te doen
om de verbintenissen aan te gaan of naar
Engeland terug te keeren. Dit verbaasde
mij zeer voörnamelijk daar ik meende dat
Charlotte in Londen gebrek had geleden,
terwijl zij en Fanny nu dikke vrienden wa
ren. Doch er waren nog meer dingen,
waarover ik mij verbaasde. Ik hield niet
van hunne vrienden, en langzamerhand
ont3tond cr ecno verkoeling tusschen mij en
Charlotte. Ik was vol ongeduld om Cape
Town te verlaten en liet binnenland in te
trekken, waar ik bezigheid wilde zoeken
doch zij weigerde hare zuster to verlaten.
Zij zouden weldra naar Engeland terug
keeren, beweerde ze, en zo wildo zoo lang
mogelijk van haar gezelschap genieten on
zoodoende vertrok ik, toen ik eindelyk
ging, alleen, Charlotto in Cape Town ach -
terlatend om daar te blijven, totdat ze be
richt van mij zou krygen.
Ik had geen geluk. Het een of het
andere personage van vorstolijken bloede,
die zich in Zuid Afrika bevond, reisde voor
mij uit, en alles was door hem in wanorde.
Ik werd opgehouden, voort gedreven, en
zelfs nu en dan terug gezonden. De streea.
was vol politie en gendarmen, en iedre
vreemdeling werd met achtertocht be-
in de parochiale Kerken van Aalst.
Kerk van Sir.t-Martinus
Zondagen 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure.
Weekdagen 5 1/t, 6, 6 J/t> 7, 7 '/i»
8, 10, ure.
Kerk vau St Joseph
Zondagen: 5'/t> 7, 8 1li. 911 ure.
Weekdagen 6, 6 '/t» 7, 8, ure.
Kerk van Mijlbekc
Zondagen 5, 6 Vi> 7 i/s, 9, ure.
Weekdagen: 6, 7, 8, ure.
KERK DER E.E. P.P. CAPUCIENEN
ST. JOB.
1" gelezen Mis om 5 ure 2* Mis om
6 ure 3® Mis om 7 1/2 ure om 9 ure
Hoogmis 's avonds Lof om 5 1/2 ure.
schouwd, daar de prinses kostbare juweelen
bij zich had cn raon vreesde, dat er een
poging gedaan zou kunnen worden om haar
te bestelen Nu eens werd ik als een dief
beschouwd, dan weor verkeerdelijk voor
een der loden van het reisgezelschap ge
houden, on eindelijk zag men ray voor een
politieagent aan. Dat was hetgeen mij ten
verderve leidde.
Ik was gehinderd en tegen gehouden,
totdat ik er ziek van was. Honderd mijlen
zuidwaarts, in Cape Town, verbleef mijno
vrouw by lioden, waar ik een hekel aan
had, terwijl het weinige geld dat ik bezat»
in hare handen wegsmolt. Ik verlangde vu
rig, naar Ivimberley to komen en terstond
aan het werk te gaan, opdat ik haar aan
Fanny's invloed zou kunnen onttrekken.
Zelfs toen nog geloofde ik dat Fanny en
niet Charlotte de gewetenlooze was. Zoodat
toen in het plaatsje Beaufort een politie-be-
ambte den hoed voor mij afnam, ik hem
terug grootte. Ik deed zelfs nog meer. Ik
trad op hem toe en zei hom, dat het van be
lang was dat ik voor het vorstelijke reisge
zelschap uit reisde. Tot mijne verrassing
ondervond ik geono moeilijkheden. Ik word
voor een politie-beambte aangezien, die
eeuigermate op my goleek en zonder dralen
trok ik verder.
Ik bereikte Kimberiey, en was daar
nog .geen paar uren geweest, of ik ontstel
de hevig.
(Wsrdt voortgsesk.)