1
ALLELUIA!
Zondag 7 April 1912.
5 centiemen het nummer.
65ste Jaar 4478.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM,
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Buyl aan de kaak.
Litanie van den Coygo
Vit mijn Congoleesch
dagboek.
DERBO
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagteekening van
den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met
den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden,
voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwit-
tantiën door de Post ontvangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS Korte Zoutslraat, nr 31, en in alle
Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3dt bladzijde
50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen
handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen moeten hunne inzendingen
doen, uiterlijk tegen den Dijnsdag en Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad.
CLIQUE SIJUM.
Aalst, 6 April 1912
I)e Kerk treurde in stillen weemoed.
Het orgel zweeg, de klokken zwegen,
tol zelfs het kinderlijk klinkende belle
ken eerbiedigde haren rouw. Hare ge
zangen waren weeklachten.
Nu opeens heft zij weêr in feestelijke
tonen het Gloria in excelsis aan. Het
orgel juicht, de klokken luiden en het
koorbelleken laat opnieuw zijne schelle
klanken hooren.
Eerst lang en statig, dan vaster en
klimmenden ten derde male luid en blij
galmt nu het zegelied Alleluia Alle
luia
Het lijden is voorbij, de vernederingen
voorbij, de verheerlijking begonnen.
De haat der joden heeft uitgewoed, de
macht der hel is gebroken, de dood over
wonnen
Hij, die door de geeselslagen van het
hoofd tot de voeten met wonden over
dekt, gelijk was aan een melaatsche, die
tusschen twee moordenaars aan het
schandhout des kruizes was gestorven,
Hij is door zijne eigene macht verrezen,
schoon blinkend, heerlijk, onlijdenlijk,
onsterfelijk. Alleluia Alleluia
Hij verblijdt zijne H. Moeder, droogt
de tranen van Magdalena, verschijnt aan
Petrus, toont zijne wonderteekeus aan
Thomas. En voort gaat de blijde mare.
door al de steden,dorpen en vlekken van
Judea en Gallilea de Heer is waarlijk
verrezen. Hij is verrezen gelijk Hij het
voorzegd had. Alleluia
En sedert negentien eeuwen herklinkt
telken jare de dezelfde zegekreet, altijd
even nieuw als op den eersten dag, altijd
even opwekkend.
Het is een danklied voor het groot
verlossingswerk, een liefdelied der Kerk
voor haren Bruidegom, een zegelied op
zijne overwinning over de helsche mach
ten.
Het is ook tevens de ontboezemingen
der onwrikbare hoop, der zekerheid,
welke de Kerk heeft van hare eigene on
vergankelijkheid.
De vijanden van Jesus hadden gezegd
Laten wij Hem van deaarde der levenden
wegvagen en dat zijn naam zelfs niet
meer vermeld worde.
E11 de heidenen spanden samen met de
joden, de Romeinsche Overheid met den
Hoogpriester, de Prinsen met het volk,
de schriftgeleerden met de onwetende
menigte.
Maar Christus spotte met hun eedver
bond. Uit vrijen wil gaf Hij zijn leven,
liet zich in de rotsholte begraven, zijn
graf met eenen zwaren steen sluiten, den
steen bezegelen er wachten bij uitzetten,
op den stond door Hem bepaald rijst Hij
uit den schoot der aarde vol glorie en
majesteit tot schrik en verstomming der
wachten en hunne meesters.
Ook tegen de Kerk mogen vorsten en
volkeren samenspannen en ijdele plannen
smeden om haar te verdelgen. Zij siddert
niet, noch vreest.
De Heer is waarlijk verrezen, Alle
luia En hij die door zich zeiven uil
het rijk der dooden onlijdelijk, ontsterfe-
lijk te midden der levenden is terug ge
keerd, Hij heeft ook tot Haar gezegd
De poorten der hel zullen tegen U niets
vermogen.
Vervolging zal Haar aandeel zijn, want
indien zij Mij vervolgd hebben zoo zul-
len zij U ook vervolgen, maar vreest
niet, ik zal met U zijn tot het einde
- der eeuwen.
Laat dan hare vijanden juichen, alsof
zij Haar weldra verpletteren en voor
altijd begraven gingen het hart vol
hoop en onbevreesd antwoordt de Kerk
door haar zegelied Hij is verrezen gelijk
Hij het voorzegd had, Alleluia
Zoo zong zij onder de gewelven der
catacomben, toen zij zich voor de woede
der heidenen onder den grond verschui
len moest, even hoopvol en onverstoor
baar als toen zij in de wijde beuken der
Lateraansche Baziliek hare zegepraal
vierde.
Zoo zong zij in de eerste eeuw, zoo
zingt zij in de twintigste en trots alle
vervolgingen, scheuringen, ketterijen
en verergernissen, zoo zal zij zingen tot
het einde der tijden... De Heer is waar
lijk verrezen, en zijne onloochenbare
verrijzenis, is de waarborg van hare on
vergankelijkheid. L.
Over weinige dagen haalde de beer
Buyle, liberale Volksvertegenwoordiger
van Oostende-Veurne, ter Volkskamer,
de namen aan van katholieke Volksver
tegenwoordigers en Senaleurs, die als
Voorzitters van Maatschappijen van
onderlingen bijstand, toelagen van den
Staat hadden ontvangen.
De heer Buyl zegde het niet uitdruk
kelijk, maar gaf te verstaan, dat die
toelagen hadden gediend om katholieke
propaganda te maken... Nu, dit is vuige
lastertaal.
Het is bewezen geworden dat, blauwe
en roode Volksvertegenwoordigers en
Senateurs in de zelfde voorwaarden als
hunne Katholieke Collegas ook toelagen
ontvingen.
De liberalen en socialistische drukpers
verhaaste zich die lastertaal te versprei
den. De groene demokreten, alias de
Daensisten, bleven niet achterwege
vooral Het Land van Aalst deed zich
onderscheiden.
Met eene ware voldoening bestatigen
wij dat de logiebroer Buyle, die zich altijd
met 't vuilste werk onledig houdt, dooi
de liberalen zelf aan do kaak wordt ge
steld.
Ja, liberalen zijn hot die voor Buyl
afkeer en verachting gevoelen.
47c Vervolg.
Kameraden, riep ik, zoudt ge niet
wat diamanten meenemen Ik heb mijne
zakken gevuld
Weg met de diamanten, zegde Sir
Henry, ik hoop zo nooit meer te zien.
Wat Good betrof, die gaf geen antwoord.
Iiij nam, denk ik, afscheid van het stof
felijk overschot der arme zwarte, die hem
zoo zeer bemind had.
Hoe zonderling bet u moge schijnen,
lozer, dat wij de groote, onmetelijke rijk
dommen zoo kuilden verlaten, ik verzeker
u als gij vier-en-twintig uren in zulk een
somberen kerker liadt doorgebracht met
eten en drinken en boe dan nog tot
eenige bezigheid, gij zoudt er ook met aan
gedacht hebben u met deze diamanten
lastig te maken op een tocht door de inge
wanden dor aarde, welke slechts llauwe
hoop en redding bood.
Indien het geene tweede natuur van mij
geworden was niets van waarde achter te
laten als ik 111 de gelegenheid was het te
dragen, ik zou mij met gekweld hebben
met inyne volle zakken.
Vooruit, Quatermain, zeide Sir
Henry, die reeds op de eerste trede stond,
De Mutualist, vakkundig tijdschrift en
orgaan van het bestendig Comiteit der
Vlaamsche Mutualistische Landdagen,
waar de heer Max, de zeer liberale
Burgemeester van Brussel, de eere
voorzitter van is, drukt op de volgende
wijze zijn diepe verontweerdiging uit.
Het heeft ons dan ook verwondering
gebaard en 't is met spijt dat wij uezion
hebben, dat Volksvertegenwoordigers in
volle Kamer en ten aanzien van het heele
land, het verleenen van subsieden aan de
mutualiteiten beknibbeld hebben. Dat is
A nti- Demokratisch, dat is nu heel en al de
verkeerde icereld.
c Men zal ons wellicht antwoorden
Maar wij beknibbelen het verleenen der
subsieden niet, wij komen er enkel tegen
op dat de betalingsmandaten gezonden
worden aan Mijnheer X of aan Mijnheer
Y, die een politiek man is.
Maar daarop antwoorden 'wij dat,
alhoewel niet zetelende in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers, wij heel goed
begrijpen dat die mandaten gestuurd wor
den aan M. X of aan M. Y. Zè moeten
toch aan iemand gestuurd worden en die
heeren ontvangen ze niet omdat zij M. X.
of M. Y. zijn, maar wel omdat zij Voor
zitter der Vereeniging zijn, en dat is
zoo voor iedereen en dat gebeurt in alle
openbare besturen. Het mandaat, getee-
keiid door Voorzitter, Secretaris en
Schatbewaarder, wordt vervolgens ingo-
kaseoerd door den Kasmeester.
Wie kan daar graten in vinden 'l-
kan men eerlijker en rechtvaardiger te
werk gaan
Ja maar, Avordt dan ook nog gezegd:
Ge ziet wel, het zijn toch meest allemaal
Katholieke Hoofdmannen die in de
Kamers aangeklaagd geworden zijn.
Het antwoord is heel kort. 'I Is een
klaar bewijs dal de Katholieke Hoofdman
nen zich het lot van den werkman aan
trekken en dat zij steeds op de bres staan
0111 sociale werken te stichten en 't is
volkomen ter hunner eere.
Gemengd in eene onzijdige vereeni
ging tellen wij mutualistische vrienden
zoowel in de katholieke als in de liberale
rangen, en aan deze laatsten hebben wij
meer dan eens gezegd volgt het voor
beeld na van Ag kat kolieken en socialisten,
sticht mutualiteiten, pensioenkassen en
sociale werken. Hadden zij onzen raad
gevolgd, dan zouden ook naar ge-
lange hunner werking, de toegekende sub
sieden geweest zijn.
Daaromtrent zouden wij vele voor
beelden kunnen aanhalen en aantoonen
dat de socialisten en sommige liberalen
dien weg ingeslagen zijn en met recht en
reden ook heel belangrijke subsieden
getrokken hebben.
Wij, vrije en onafhankelijke mutua-
listen, niet verloren in den draaikolk der
politiek, betreuren ten zeerste het debat
der Kamers van verleden weekwaar
zooveel gezegd is en waar er, voor wat
onze mutualistische belangen betreft, zoo
weinig goeds kan uil voortspruiten. In
plaats van al die zittingen te zien beste -
den aan beuzelarijen die enkel politiek
voor doel hebben en geenszins de opbeu
rijg, de verbetering van onze geliefde
sociale werken, en die enkel hebben
aangetoond op sociaal gebied, de macht
en de werking van de eene partij tegen
over de andere, dus een heel verkeerd
uitwerksel, zouden wij veel liever zien
dal men in kalmte en bezadigheid naar
maatregelen uitzag om ons te voorzien
in eene verbeterde wet op de pensioenen,
om ons te helpen in onze werkingen, in
onze zieken- en lijfrentkassen, en in den
strijd die wij, mulualisten, ondernomen
hebben tegen de vreeselijke kwaal der
longtering.
.Ta, wij herhalen het, met eene ware
voldoening zien wij dat liberale schrijvers
erkennen dat onze instellingen van
Onderlingen Bijstand en Zelf Hulp, dik
werf in vreemde landen als voorbeeld
aangewezen worden en dat ONZPi instel
lingen van vooruitzicht, den roem van
België alom verspreiden.
Wij bemerken ook dat al onze tegen
strevers door het anti-klerikalism niet
totaal verblind zijn geworden.
In dit geval verkeert den heer Van den
Putte, den bevoegden opsteller van
De Mutualist welke schrijft
En rechtuit moeten wij hier bekennen
11 dat de regeering ons steeds eene behulp-
same hand gereikt hee/t en dat wij nog
meer verwachten van de openbare
machten
Zoo eindigt de kiescomedie van heer
schap Buyl.
Wie een put graaft voor een ander
vait er gewoonlijk in en dat is ook T lot
van heerschap Buyl, die onze katholieke
onbaatzuchtige voormannen met vuilnis
en slijk wilde bekladden
Mutualisten Oordeelt nu en zegt ons
dan Wie uwe beste vrienden zijn... Geen
twijfel uwe antwoord zal zijn De
Katholieken Stemt dan voor hen
ik zal maar voor gaan.
Wees voorzichtig voor ge stapt,
antwoordde ik. Er kan daar wel eens een
afgrond gapen.
Ik denk eer dat er nog zulke kamer
is, sprak Curtis, terwijl hij bij liet afdalen
de treden telde,
Toen hij vijjtien geteld had, hield hij
stil,
Hier is de bodem, zeide hij. Goddank,
ik geloof dat er een gang is. lvom maar
naar beneden.
Good ging voor inij. Toen ik ook
beneden was. stak ik een van onze laatste
twee stekskens aan.
Bij liet flikkerend licht konden wij zien dat
wij in een nauwen tunnel stonden, die juist
bij den trap een rechten hoek maakte en
dus twee wegen bood.
Voor wij moer konden zien, brandde het
teksken mijnen vinger en ging uit.
Wij stonden nu voor de moeilijkheid hoe
hoe té gaan. Wij konden natuurlijk onmo
gelijk weten, waar die tunnel heenliep en
nog minder aan welke zyde onze redding
lag of onzen ondergang.
We wisten geen raad, totdat net Good
plotseling inviel, dat de vlam van mijn
stek sko door den tocht in den gang links
werd geblazen.
Laat ons tegen den luchstroom in
gaan, sprak hy. Lucht komt altijd van
buiten, niet van binnen.
Wij volgen deze raadgeving op voor
zichtig tastend langs den muur, en geen
Wij hebben Zondag 11. eenige uittrek
sels meegedeeld van de Litanie van
den Congo in Mei 1908, weinige dagen
vóór de wetgevende kiezingen door Pie
Daens, bij duizenden en duizenden
exemplaren, gansch ons Arrondissement
door verspreid.
Men schrijft ons dat zekere Daensis-
:isehe slepdrager alom rondbrieven dat
het manifest waarvan wij gewag maak
ten niet bestaat ofwel vervalscht is...
Niet bestaan of vervalscht Wel
wij houden het ter inzage van wie het
verlangt... Wij zullen tezelfdertijde het
nummer van Het Land van Aelst vertoo-
nen dat de schandage Litanie heeft afge
kondigd...
Zouden die groene slepdragers hande
len op bevel van Pie Daens, die hier
door zou toonen dat hij over die Litanie
beschaamd is, nu vooral dat hij de bud-
jetten van Congo heeft gestemd.
voet verzettend voor wij onderzocht had
den waar wij op terecht kwamen, vertrok
ken wij van de vreeselijke schatkamer en
vingen wij den tocht op 't leren aan. Als
er ooit weer een levend wezen in dat hol
komt, wat ik betwijfel, zal hij er, als
sporen van ons verblijf vinden de geopende
juweelenkisten de leeggebrande lamp en
de verbleekte beenderen van Foulata.
Toen wij een kwartier of langer nog
door den tunnel voortgestrompeld waren,
maakte deze plotseling een scherpen
hoek mogelijk werd hij daar gesneden
door een anderen gang, dm wij nu volgden,
met den ecnigen uitslag, na eenigen tijd
weer 111 een derden te komen. Dit ging zoo
vele uren. Wij schenen in een steen en
doolhof te zijn, die tot niets leidde.
Wat al deze gangen waren kan ik
natuurlijk niet zeggen, maar wy dachten
rond te scharrelen in eene oude mijn met
metal hare aderen en schachten, gegra
ven al naar den loop der delfstof dit
noodig maakte. Dit is ten minste de eenige
verklaring voor den warnest van galerijen.
Ten slotte hielden wij stil, uitgeput van
vermoeinis en aangegrepen door die hope-
looze onderwerping, welke het hart ziek
maakt. Wij aten ons laatste overschot van
de biltong en dronken al ons water op,
want onze kelen waren als verschoeid.
Het scheen ons, dat wy den dood in de
zwarte schatkamer alleen ontkomen waren
om ten prooi te zijn van den dood in de
even zwarte tunnels.
Toen wij, 11a ons galgemaal, stil zaten,
meende ik een gedempt geluid te hooren,
waarop ik de aandacht mijner kameraden
vestigde, 't Was zwak er. zoer ver verwij
derd, maar het was een geluid, een zacht
gemurmel, want de anderen hoorden liet
ook.
't Is niet te beschrijven, welk eene
zegening dat geluid voor ons was, na die
uren van neerdrukkende, doodsche stilte.
Dat is stroomend water, riep Good
uit. Kom mee
Opnieuw gingen wij op marsch, thans
in de richting van waar Imt zwakke geluid
scheen te komen nog steeds strompelden
wij langs rotswanden. Hoe verder wij
liepen, hoe duidelijker het werd. liet
klonk ten slotte zelfs luide in onzen stillen
kerker. Wij gingen steeds voorteindelijk
konden wij zeker zeggen, dat het ruischend
water was. Hoe kan er toch stroomend
water zyn in zulk onderaardschen dool
hof t Maar het was toch zoo Good, die-
het voort6te ging, verklaarde zelfs dat hij
het kon rieken.
Voorzichtig, Good, waarschuwde Sir
Henry. Wy moeten er dichtbij zijn.
Zijne waarschuwing kwam te laat.
Een plomp Good was in den stroom
gevallen
Good, Good, waar zijt gij, riepen wij
doodelijk verschrikt.
Tot onze geruststelling kwam er ant
woord, zy het met een gesmoorde stem.
't Is in orde ik heb een rots gepakt.
Ja, Pie Daens heeft de budjetten of
begrootingen van Congo gestemd, waar
volgens hem, de jonkheden van
dezen tijd, de scholieren, de kin-
derkes die nu op den arm worden
gedragen, als soldaten zullen naar
toe gezonden worden om er door
serpenten, tiegers en draken ver
slonden of door menscheneters in
de bosschen opgepeuzeld te worden...
En indien zij hieraan ontsnappen te
bezwijken aan tropikaansche ziek
ten Rotkoorts, Tetanos, Melaats
heid, Slaapziekten en Malarias.
De Litanie eindigt met drij gebeden-
Wij laten hier het eerste gedeelte van
't eerste gebed volgen
Laat ons bidden.
- O Kiezers, weest toch kalm en
vastberaden uw werk is een werk
van hel allergrootste belang ziet de
Moeders, de Jonkheden en de Kinderen
- smeekend de handen naar u uitsteken
aanhoort hun gezucht, hun gekerm
Ziedaar Geachte lezers, ge moet een
doortrokken Volksfopper zijn om aldus
te durven liegen en bedriegen
Nu, Pie Daens bekent zelf dat hij in
1908 vele kiezers bedrogen heeft, daar
hij de begrootingen van Congo stemde.
Maar volksfoppen, liegen, bedriegen,
is bij Pie Daens een tweeden natuur
geworden. Hij fopt iedereen en zelfs zijne
beste vrienden hij zooverre dat Loeuwke
Plancquart van hem schreef
't Is 't lot vanalwie een Daens
helpt en ondersteunt, van er van
gefopt te worden. Dit is niet
zeer christelijk maar 't is echt
- Daensch.
Kiezers hoe is 't mogelijk van eenig
vertrouwen te stellen in zulk eenen
volksfopper en voor hein te stemmen
door Petrus Cosym.
Stichting van den landbouw-
post van Kitunguru.
I.
Den 4cn October begaf ik mij er heen
in de vroegte met mijne werklieden en
ik wees hun de hoornen aan welke voor
mijn doel geschikt waren. Met het vellen
werd aanstonds begonnen en het hout ter
bestemde plaats gebracht, 's Namiddags
teekende ik de plaats af mijner woning
met de verdeelingen en de plaatsen voor
de steunpilaren.
Den 5en werd de eerste slaak gericht.
Ik hield 6 werklieden hij mij en de overi
ge 10 (ik had daags te voren nog eenen
aanvaard) zond ik onder aanvoering van
den capita naar het woud om boomen
te vellen en over te brengen. Met mijne 6
werklieden richtte ik de hoeksteunen op
cn de staken voor de muren.
Steek een lichtje aan, dan kunnen we el
kaar zien.
Haastig steek ik mijn laatste steksken
aan. Bij het zwakke licht zagen wij aan
onzen voet eene donkere watermassa voort
ijlen. Een weinig verder hing de donkere
gestalte van onzen gezel aan een uitstekend
rotspunt.
-- Maak u gereed om mij op te vangen,
riep Good. Ik moeter voor zwemmen.
Wij hoorden weder een plomp cn eene
worsteling met het water. Do volgende
minuut had hij Sir Henry's uitgestrekte
hand gegrepen en werd hy hoog 011 droog
op den kant getrokken.
Sapristi zegde hy al hijgende, dat
ging 0111 leven of dood. Als ik diu rots niet
gepakt had en niet had kvnnen zwemmen,
zou het nu met my gedaan zijn geweest,
't Schijnt wel een sneltrein en ik kon geen
grond voelen.
Wij volgden de oevers van deze onde-
raardsche rivier niet, uit vrees bijdezwarte
duisternis er in te zullen vallen. Nadat
Good wat gerust en wij ons genoegen
hadden gedronken aan het water, datfriscli
was en zoet, waschten wij onze gezichten,
wat wol noodig was. Daarop verlieten wij
de verraderlijken stroom en begonnen
maar weer in onzen tunnel te loopen,
Good's kleeren dropen nog geweldig hy
liep voorop.
Ten slotte kwamen wij weer aan eenen
gang, die rechts liep.
Wij kunnen dien wel inslaan, sprak
Den 6 werd gansch de plaats die mijn»
woning zou beslaan met piketten afge
slagen en afgespannen met een netwerk
van bambous van 50 tot 70 centimeters
hoogdat moest dienen voor steun aan
dc aardewerken daar gansch het afge
paalde terrein 1/2 met.op sommige plaat
sen zelfs 0,70 met. moest opgehoogd
worden en de grond zeer zandachtig is.
Met dit werk belastte ik 4 werklieden de
overigen moesten terug naar het woud
0111 bambous te kappen.
7<n. Het houten geraamte van het huis
is thans gansch opgericht, alleenlijk het
houtwerk voor het dak ontbreekt nog.
Een groot deel bambous is ter plaatse.
In den namiddag worden dezelfde werken
voortgezet daar het ophoogen bij gebrek
aan de noodige werktuigen maar traag
zaam vordert.
8e October Zondag, rustdag. Ik maak
mij dien dag ten nutte om eene verken
ning te gaan doen in oostelijke en noor
delijke richting. Het schijnt mij toe dat
de grond zich langs die kanten voordee-
ligleenen zal voor den cultuur van ma
nioc, zoete aardappelen mais enz. De
ingebruikstelling van die landerijen voor
den landbouw zal niet veel werk ver-
eischen gezien dc grond lang voorheen
reeds bewerkt geweest is door de inlan
ders.Slechts enkele boomen zullen dienen
geveld te worden, het struikhout uitge
roeid en de grond gezuiverd. Ook Noord
west zal het gemakkelijk zijn om den
cultuur van vele gewassen in het groot
aan te vangen. Langs den westkant,waar
eene kleine rivier stroomt gevormd door
eene bron, vond ik eene geschikte plaats
om eenen moeshof in te richten voor
het droog seizoen, den moeshof voor
het regenseizoen echter dient in noorde
lijke richting, op de hoogte aangelegd te
worden. De gansche zuidkant is overdekt
met prachtige groote weiden waar jeug
dig groen gras wilderig opschiet en nu
reeds een overvloedig voedsel zullen
verschaffen aan het hoornvee en de an
dere dieren, welke Mr Godin mij zenden
zal zoodra de stallingen zullen opgemaakt
zijn. Echter schijnen mij die weiden een
weinig vochtig op sommige plaatsen en
zal ik wol gedurende het regenseizoen
verplicht zijn eene draineering aan te
leggen. Daar het terrein eene voldoende
helling zuidwaarts aanbiedt hoop ik bij
dit werk geene groote moeilijkheden te
ontmoeten.
9e October. Voortzetting der aarde
werken voor het ophoogen van den
vloer mijner woning. Daarna worden 11
werklieden gebruikt de (i anderen (giste
ren werd nog eenen aanvaard) gaan aan
het werk 0111 den weg te zuiveren en te
effenen die leidt naar de baan van
Lukonzolwa. Die weg 7 meters breed zal
later bezoomd worden met eene dubbele
of vierdubbele rij banaanboomen welke
ik zal doen halen in het kleine banaan
woud dat zicli hier diehttegen bevindt.
De aardewerken vorderen maar traag
zaam gezien het gebrek aan kisten om de
aarde te verdragen zoodat ik om het
werk iets of wat te bespoedigen verplicht
Sir Henryalle gangen zijn hier toch
eender. We zullen maar gaan tot wy er
bij neer vallen.
Langzaam gingen wij, lang, zeerlang en
bijna uitgeput door dezen nieuwen tunnel.
Sir Henry nu voorop.
Plotseling stond hij stil 011 kwamen wij
met hem in botsing.
Zie, fluisterde hij, ben ik aan 't dwa-
lon of zie ik daar licht.
Wij staarden met groote oogen en daar.
ja, daar ver voor ons uit was een glinste
rende opening, niet grooter dan van eene
dakpan, maar ze was er toch.
Het licht was zoo zwak, dat zeker andere
oogen dan die, gelijk de onze, sinds dagen
aan de duisternis gewend waren, liet niet
hadden opgemerkt.
Met vernieuwde hoop ging het er nu op
los.
Na eenige minuten bleef er geen twijfel
over liet was eene lichtopening. Een
stroom frisch leven ging door onze aderen.
Voort gingen wy.
Plotseling werd de tunnel nauwer, Sir
Henry «noest kruipen, wij achter hem ins
gelijks. Steeds smaller werd de gang,
totdat het nog slechts een vossenhol geleek.
Maar 't was aarde nu verstaat ge, aarde
de rots had opgehouden.
Wy groeven den tunnel nu uit, werkten
ons doorheen en zagen eindelyk, na eene
korte worstelling met de aarden muren,
de gezegende sterren boven ons en snoven
dezoclcnachtluchtop. Wordt voortgezet