Zondag 16 Juni 1912.
5 centiemen het nummer.
65ste Jaar 4498.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM,
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De Priesters en de kari.elisten
GELOOF EN LIEFDE
Beschaving
in Belgisch Congo.
Vil mijn Congoleesch
dagboek
DITJES en DATJES.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt don Woensdag en Zaterdag van iedere week ondér dagteekening van
den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal Ier week voor de Stad 5 frank met
den Post verzonden 0 frank s jaars, fr. 3,25 vóór zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden,
voorop te betalen De inschrijving eindigt niet 31 December. De onkosten der kwit-
tantien doo de Post ontvangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij G. VAN DE PUTTE-GOOSSENS Korte Zoutstraat, nr 31, en in alle
Postkantoren des Lands.
CUIQLE 811 11.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3ae bladzijde
50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen
handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen moeten hunne inzendingen
doen, uiterlijk tegen den Dijnsdag en Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad.
Aalst, 15 Juni 1912
De laatste of pas geëindigde kiesstrijden
hebben ten overvloede bewezen hoe
gebeten de rood blauwe kartelisten op
de Priesters zijn, wat onverbiddelijke»
haat sommigen hun toedragen. En die
haat gaat zelfs zoo verre als zou men
denken dat hij door de hel wordt inge
blazen.
En om hunne vijandschap, hunnen
haal. te wettigen schreeuwen zij - De
Priesters maken politiek.
Zij maken politiek Is dat misschien
hun rcchl niet
Maar 't is immers gekend en geweten
wat de geuzen willen.
Wat zij zouden willen, 't is eene
onwetende en werkolooze Geestelijkheid
welke zicli om de haar toevertrouwde
kudden niet zon bekommerend
Alsdan zouden de rood blauwe schry-
vclaars en redenaars kunnen bulderen
op die verwenschte zwartrokken die
niets doen voor het volk en er zich bij
bepalen geduld, gelatenheid en onderda
nigheid aan te prediken. Maar wanneer
zij bestatigen dat de Priesters lot de land
bouwers, tot de werklieden gaan, dat
zij zich bekommeren om hun tijdelijk
welzijn door het stichten van allerhande
bonden en vakvereenigingen en andere
sociale instellingen, 0I1 dan rijst hunne
diiivelsche woede ten top en schreeuwen
zij - De Priesters bemoeien zich mej, de
politiek, dat zij in hunne kerk blijven-.
Nemen wij nu aan dat de Priesters
zicli met de pbliliek bemoeien. Maar
gaan zij hierdoor buiten lmn recht Zijn
zij dan geen Belgen, geen vrije burgers
lijk wij en zij
Bewijzende Priesters niet meer dien
sten aan de Samenleving en 't Vaderland
dan wie ook
BelcLen de Priesters niet meer schelm
stukken en euveldaden dan alle gendar
men en politie te samen
Wie meer dan de Priesters beijvert
zic h om de naastenliefde en de liefde tol
liet Vaderland,tot onze vrije Instellingen
tot het Koningdom in te planten
En 't zou ter wille van de geuzen dan
niet aan de Priesters mogen toegelaten
zijn te werken, opdat hun Vaderland
geregeerd worde door godsdienstige
mannen, met breede gedachten en
vooruitstrevend kooger ideaal liever dan
het lo zien vallen in handen van haatvolle
helsehe sectarissen
Wat liet afgezaagd deuntje betreft
De Priester in de kerk en de Burge-
- meester- op 't stadhuis - het ware
dwaasheid het nogmaals hel willen weer
leggen
En nu ten slotte. Wanneer de vrijden
kers en godsdiensthaters hunne plannen
tegen God en Kerk willen ten uitvoer
brengen in de krochten der vrijmetselarij
beraamd en gesmeed, dan hebben onze
Priesters niet alleen het recht, maar 't is
Geschiedkundige ridderroman uil den
eersten kruistocht
door Petrus Van Nuffel.
Zweren we, hij 1 Ie nog warme lijken
van vriend en vijand, 't werk der wraak
te voltrekken soldaten van Christus,
die wraak zal zoel, genotvol voor ons,
schrikkelijk en zonder genade voor den
vijand zijn. Zonder genade Dal. ras van
sluipmoordenaars zal den klauw voelen
des christenen strijders, die zich nooit
tergen liet
Dat zweren wij, dat zweren wii,
dreunde het Liever sterven dan liet
hoofd te bukken onder de vernedering,
dan te buigen onder de schande, ons
aangedaan
Als een wespennest, vervolgde de
jonker, in de richting der stad wijzende
zullen wij de sterkte den vlammen prijs
geven Geen steen blijve er op elkaar,
geen spoor toone de plaats, waar zij eens
hare bonken in den grond sloeg
Hoezee Hoezee zongen ontelbare
mannenstemmen.
Zooals Wil fried daar stond, was bij
liet ware evenbeeld van den oorlogsgod
hunne opperste gewetensplicht ze lot het
uiterste to bestrijden Kwamen zij er aan
tekort, zo zouden er verantwoordelijk
over zijn voor God, 't Vaderland en de
Samenleving
Tien jaren geleden verbleef alhier bij
onzen lieer Burgemeester Gheeraerdts',
een jonge Congolander.'t Was de boy van
wijlen den dapperen Albert Boone, een
der eerste voorvechters in den strijd voor
de beschaving onzer Colonie. Vooraleer
die boy genaamd Moussingi, naar Congo
terugreisde, nam bij eenige omslagen van
brieven ineê van liet huis waar hij ver
scheidene maanden de gastvrijheid geno
ten had en dit met de belofte tlat, wanneer
bij eens de noodige geleerdheid kon ver
krijgen, hij alsdan niet zou nagelaten
hebben te schrijven en zijne erkentenis te
betoonen.
Moussingi bleef zijnen heldhaftige»
meester getrouw tot wanneer deze
laatste door de dood van do wereld
werd gerukt, in 't begin van 't jaar 1908,
in liet gasthuis van Kinkanda.
Toen begaf Moussingi zich naar de Mis
sie van Umangi-Sint-Petrus, bestuurd
door de Eerw. Missionnarisseu van
Scheut.Hel is uit deze Missie dat de heer
Glieeraedts eenen brief komt te ontvan
gen van den Eerw. Pater D. Morelus en
hem tevens eenen brief terhandstc.lt
in gansche natuurlijkheid geschreven
door den Congolander Moussingi.
De Eerw. Pater maakt bekend dat de
neger die nu het H. Doopsel heeft onlvan
gen enden voornaam draagt van Maurice,
gehuwd, een goede christen geworden
en catechist is in Boso-Mobango en op 3
uren afstand van Umangi verblijft alwaar
hij het opzicht heeft over een vijftigtal
christenen en de heiden onderwijst die
zicli tot het christendom willen be
keer en.
Maurice is een groote, sterke en blij
moedige zwarte geworden en spreekt
volgaarne over Aalst en de sclioone Pro
cessie van het II. Sacr.unont die hij hier
gezien heeft Hij bewaart zorgvuldig
zijnen paternoster, hem geschonken door
Madame Boone. Jaarlijks laat hij een
Mis opdragen voor de zielerusl van zijne
vroegere meesters Ferdinand en Albert
Boone, den eerste overleden in Ivassaï en
den tweede in Kinkanda.
De brief van Moussingi bevestigt de
gezegden van den Eerw. Missionnaris
van Scheuthij verklaart dal. hij steeds
denkt aan degenen die hij hier .te Aalst
gekend heeft en dal, indien zijn meester
van deze wereld niet ware gescheiden,hij
sedert lang in Europa zou zijn terugge
komen. Maar nu dat hij gehuwd is met
eene negerin Balelela, gedoopt omlei
den voornaam van Marllia, verblijft bij
standvastig 111 de Missie en bidt daar da
gelijks den Heer voor zijne oude ken
Liefelijk speelde de wind in de lange
haarlokkeu en deed ze, in zachte golfjes,
heen en weer wiegelen rijzig kwam
zijne welgevormde gestalte uit liet krijgs-
unifonn boe verheven glansde hem liet
hoofd op de schouders, hetwelk hom
onder allen, bij den eersten oogopslag,
onderscheidde
In overwegingen verdiept, sloeg hij
den wegnaar zijne legertent in.
Aan den rechterkant van liet kamp
kwamen de soldaten in groepen le-zamen.
Hun onderling Wantrouwend gesprek,
die wezens bewolkt met een waas van
diepen ernst, dit zonderling vuur in I10L
oog, alles voorspelde iels van liet grootste
gewicht. Wil fried vermoedde geenzins
het doelwit zijner gezellen, want aan
zijne ruststede gekomen, viel hij op de
knieën, de handen in diepe godsvrucht
samengevouwen den blik ten hemel
stortte hij eene vurige bede
Almachtige Heer, God der Heirscha
ren, geloofd en gebenedijd voor uwe
heilige Voorzienigheid, die hare bescher
mende hand over mij,uwen onwaardigeu
dienaar, uitgestrekt houdtSchenk mij
hoop en sterkte in 't voorzetten van den
strijd voor Waarheid en Recht, strijd
tegen den vijand der Heilige Zaak gericht
Behoud en troost mijne geliefde ouders,
Maria, mijne aartsvriendin... Stort eene
sprankel van licht in den nacht van duis
ternis en dwaling, waarin haar vader,
dezóo machtige als godvergelen Hoèl,
Hij bezit, zegt hij, een Makako (moge
lijk een papegaai) en kon hij deze met een
Belgische witte reiziger meegeven als ge
schenk voor den heer Gheeraerdts, hij
zou hét volgaarne doen.
Het geschrift van den neger is voortref
felijk en zijne gedachten worden eenvou
dig en natuurlijk uitgedrukt. Dit alles
doet ten zeerste de hartelijke toegene
genheid uitschijnen der Belgische Missi-
onnarissen voor de beschaving onzer
zwarte broeders in den Congo en hoe
verdienstelijk en nooit genoeg geprezen
hunne zelfsopoffering voorkomt en moet
geloofd worden
Tegen hel MonT- e.i Klauwzeer.
In een Berlijnsch blad, het belangrijk
ste orgaan der Duitscho landbouwers-
partij, wordt medegedeeld dat dokter
Wilhelm Grugel, die als preparator
werkzaam is aan het hygiënisch gesticht
van de Hoogcscliool te Kostock, er na
lange studie en opzoekingen, in gelukt
is de baciel die liet mond- en klauwzeer
veroorzaakt, in reinkultuur te kweeken.
Bij gezonde dieren in het bloed gebracht
worden deze aanstonds door de baciel
aangetast. De geleerde is er bovendien
in gelukt uit de gedoode kuituren der
baciel een entstof voor te bereiden waar
mede de geënte dieren onaantastbaar
worden voor de gevaarlijke en verwoes
tende ziekte.
Er dient echter dit onderscheid ge
maakt, dal deze entstof geen genees
middel is, doch enkel de gezonde dieren
tegen de ziekte vrijwaart. De proeven,
op runderen genomen, hebben de beste
uitslagen gehad. Men heeft echter nog
geen zekerheid aangaande de kracht wan,
de entstof en den duur van de vrijwaring
tegen aantasting in dien zin worden
thans nog meer proeven genomen.
Men verwacht dat de Duitscho regee
ring eerlang den ontdekker van deze
entstof in de mogelijkheid zal stellen
zijne ontdekking algemeen te maken
Naar men verzekert zal het behoedmiddel
tegen een geringen prijs, drie mark of
3 75 fr. per dier, kunnen in den handel
gebracht worden.
door Petrus Gosyiv.
Stichting van den landbouwpost
van Kitunguru.
XI.
26 October Al de werklieden zyu we
derom vertrokken om bainbous en sta
ken le kappen. Dit zal zoo alle dagen zijn
lot er gras genoeg is om voort te werken
aan liet dak. Die kwestie van liet gras
begint bezorgd U-maken, want de vrou
wen die bel aanbrengen, komen maar
traag af en zeggen dat het gras 'schaarse!)
wordt. Dit ware eene erge tegenslag.
Uwen heiligen Rerediensl bekampt, dat
zijne reine dochter, die engel van goed
lieid. Uwe Voorzienigheid tot werktuig
strekko om zijnen overmoed, zijnen 011
wettigen wrok te dempen... Gur. mij de
genade, dat allen, in vrede vereenigd, in
een en hetzelfde heil versmullen, Uwe
goedheid prijzen, zegenen
Ridders en lijfwachtten verrasten hem
in deze uitstorting des harten. Mot vlot
tend gedrang verschenen" zij voor hom en
juichten
Heil Heil den overste
Dit deed hem sidderen. Hij verbleekte
Alles rees hem klaar voor den geest die
geheimvolle handelwijze, hem straks
onbegrypbaar ;'dic sombere blikken en
gefronste voorhoofden. Hij had begrepen
hem wilden zij als aanleider derchristene
bende
Beminde Broeders, stamelde hij
hoe zal ik u vergolden voor zooveel liefdo
en genegenheid
Afkeurend gemompel stoorde zijne
rede.
Makkers, hernam de spreker, mis
moedig hel hoofd schuddende: gij waant
mij sterker, moediger dan ik ben. Ik ben
zóo jong, zoo onervaren. Niets gunt mij
liet recht op do minste onderscheiding
aanspraak te maken.
Gij zijt edel De dapperste der dap
persten onderons sprak een bejaard man.
En, op een toon, die weerstand noch
Al de arbeiders hebben van M. Godin
een geschenk gehad, een «goia» of een
stuk stof in blauwe kleur om rond
de lenden te binden. Met zoo een «goia»
'staalde neger in groot toilet want ge-
I woon lijk hebben zij ook niets anders om
'om het lijf te hangen. Soms ontmoet men
wel eenen met eene oude versleten witte
broek en vest of in kakhi, dat hij ergens
van den eenen of den anderen blanke ge
kregen of... gerobberd heeft, maar verre
van 't meeste deel draagt enkel eenige
ellen stof rond de heupen.
27 October Nog altijd geen gras ge-
.nocg «marche bantu's kwenda na rniti et
Icimbala-, bouten bainbou balen.'t Staat
fhun goed aan dat werkje want ze zingen
een lustig deuntje bij 't heengaan. Ik ga
terwijl nog eens liet terrein «experteeren»
waar de hoeve moet opgericht worden.
'.Die zal hare plaats vinden tegen de bron
óp zoo een 150 meters van mijne woning.
Er zullen stallen opgericht worden en
lëenen omtrek van 1 a 2 hectaren zal
(rondom uitgepaald worden met hooge
staken waartusscheu men bamboesriet
(vlecht, dit otn te beletten dat wilde die
ren 's avonds of's nachts in de omhei
ning komen en hel vee aanvallen. Men
zal een wijde gracht delven en zoo liet
water der bron door den «lupanga» of
omheining leiden.
Zoo is er van zelfs voor gezorgd dal het
vee altijd frisch en versch drinkwater
heeft wat van kapitaal belang is voor de
gezondheid der dieren en liet spaart te
vens liet werk tweemaal daags water te
gaan balen naar de bron voor liet vee.
'b Namiddags zet ik al de zwarten
reeds aan liet. werk 0111 het terrein te
zuiveren van struikhout en gras. Vooral
moet de omtrek rond de bron goed gerei
nigd worden en alles blootgelegd want
'1 is juist op de vochtige en lommerrijke
plaatsen dal de schuil en woekeroorden
zijn van de tse-tse-vliegen en andere in-
sekten.
28 October Om 8 uren is bet de-
broussement gedaan. Ik zend de mannen
achter staken en terwijl neem ik mijn
meetgericf on paal het plan af waar de
stallingen moeien verrijzen, want zonder
op den grond de noodige lij non te trek
ken en putten te maken zouden de zwar
ten onbekwaam zijn te beginnen en
zouden ze u eenen stal maken als een
geitenslal bij ons, en een huis zonder
deuren. Nu daarin zouden ze de eerste
niet zijn want te Burst zag ik ook een
huis dat reeds vensterhoogte had en
waarin de metser de deur vergeten bad.
Nu missen is menschelijk en wie nooit
gemist of iets verkeerd gedaan heeft,
werpe dien metser den eersten steen. Ik
niet. Rekent eens uit voor mij, lieve le
zers en lezeressen, hoeveel hout er mij zal
behoeven <in zoo cone weide van 2 hec
taren uit le palen ik zal 11 nog zeggen
dat ge 5 slaken van 3 meiers hoogte 1100-
dig hebt per loopenden meter en ,".0 bam
bouspersen per meter hoogte 0111 de oin
heining te maken. E11 dit alles moet eene
uur ver gehaald worden. En dan belioe
ven er nog honderden en honderden
groote staken en duizenden en duizenden
persen om stallen, keuken, kiekenkot,
magazijnen enz. te maken. Ge moet niet
vragen of er werk op de planken is en
ware 't niet om u plezier te doen en mijn
vriend Joris daarbij, ik zou hier 's avonds
om 11 1/2 uren niet zitten te schrijven,
maar stillekens in mijnen tram kruipen.
Nu belofte maakt schuld, ik zal ze dan
maar zonder morren volbrengen
's Namiddags begin ik met 6 zwarten
aan liet oprichten der hoek palen en mid-
densteunen voor liet dak, de anderen
brengen allen maar hout aan, ik heb er
reeds eenen schoonen hoop. 's Avonds
zijn de palen opgericht en wanneer ik
zoo tevreden mijn werk sta te bezien,
schiet ik opeens in een luiden schatteren
den lach. Dat is nu warempel den faraeu-
zen theater van Burst met de kermis en
waarvan iedereen spreekt, die daar nu
voor mij staatniet den theater die ik de
laatste maal zag want dien was op wie
len, maar dien van voorgaande jaren en
die nu met stukken en brokken geëntre-
preneurd is. Oude vriend en speelmakker
mijner jeugd, zijt gë filosoof geworden,
gewis denkt ge nu in den een of anderen
somberen hoek waarin men u geborgen
heeft: - Sic transit gloria mundi. Hoe
tafereelen der jeugd hier in Coii&o soms
voor de oogen opdoemen.
Wordt vervolgd.
Voor de kiezers.Zooals het
na elke kiezing het geval is, komen er
van verschillende kanten klachten toe
van kiezers, diê op ITuniibn kiesbriel niet
aangeteekend stonden met het getal
stemmen, waarop zij rectit hadden, en
zij vragen of daar niets tegen te doen is.
Dat is volstrekt te laat geklaagd, en die
kiezers zelf hadden maar op tijds de kie
zerslijsten moeten nazien, om te onder
zoeken of zij wel nauwkeurig opgeschre
ven waren en met het getal stemmen dat
hun toekwam. Eens de kiezerslijsten defi
nitief gesloten zijn alle reklamaties nut
teloos.
Wat er ook van zij, tie kiezers, die nu
het getal stemmen niet hadden waarop
zij meenen recht te hebben, zullen wel
doen er onrfiiddelijk het Bureel der
Katholieke Werken, te Aalst, Ka
tholieke Kring, Groote Markt, van
te verwittigen. Er zal dan bij de aan
staande herziening der kiezerslijsten, in
de maand Augusti, gezorgd worden dat
alles in regel wordt gebracht. Dat zij ecb-
ler daarmee niet wachten zooniet zijn zij
liet binnen een paar weken vergelen.
Achterlijke wezens. Nauwe
lijks zijn de kieziegen voorbij of de libe
ralen vallen weer uit in beleedigingen en
versmaliugen legende buitenlieden...
Waarom die beleedigingen, die versma-
dingen
Wel, omdat de kiezers in den builen
zicli niet hebben laten beetnemen door de
leugens en lasteringen der blauwen en
rooden en hunno stemmen aan de katho
lieken hebben geschonken gelijk vroeger.
tegenspraak dulde, schreeuwden edelen
en onedelen
Heil den aanvoedcr
(iij eischt het Gij dwingt my!...
Mijn God.. Welaan, liet moet ik slem
toe Voor Christus .en zijn H, Graf.
Beveel, beveel
Dan stond Wilfriod recht en, krachtvol,
meesleepeiid en veroverend, rolde zijne
slem over de rnannonzce
Vrienden bet uur der wederwraak
is geslagen Wellioe, men komt al wat u
op aarde liet dierbaarst was, uit ons mid
den te rukken hom, dien wij beminden
als liet -licht onzer oogen, de ridder, voor
wie allen van 11 bun leven veil hadden
Snood en verraderlijk werd hij de eeuwig
heid ingezweept Zal die gruwel langer
zijne wettige straf verbeiden Nimmer!
Bij het H. Graf onzes Heeren wij zijn
geen lafaards! All! beef, trotsclio vesting,
die zóo menige eeuw uw kantig bolwerk,
als de kroon eens wereld veroveraars, in
het zwerk verheft Haast ligt al uwe
macht, geknakt als een strooibalm, aan
onze voeten uwe pracht vergruisd in
puinhoopen uwe paleizen, wat zeg ik 't
uw volk zelf in den niet teruggestort
uwe drommen verpletterd in éen onaf
zienbare» bloedplasWij tarten alles
BeefUw einde naaktde dood is daar 1
Vrienden Welken onbeschrijfelijken
indruk brachten die woorden niet teweeg
op lijfknechten en laten, bij de karavaan
aangesloten Hun zwol de boezem van
vrijheidszucht en blijde fierheid hunne
oogen flikkerden, wierpen gensters af van
trouwe dankbaarheid en verknochtheid.
Allen trokken, in vervoering, liet zwaard
uil de scheede pijlbussen rammelden,
boogpezen snorkten, bijlen en dolken
knetterden tegen elkaar, E011 oorverdoo-
vende zegekreet barstte los, door den
echo viervoudig herhaald. Ongemeene
bedrijvigheid heerschte opliet veld. Ieder
een maakte zicli slagvaardig. Groote
houtvuren werden aangelegd, waarover
men koperen ketels hing, die gevuld
waren met olie en pek. Van deze smook-
achtige vochten werden toortsen vervaar
digd, welke, eens aangestoken, in de
handen der soldaten het wapen zouden
vervangen.
Wanneer alles in gereedheid was, gaf
Wilfriod het sein tot den optocht. De fak
kels werden gegrepen en bij liet vuur
gebracht. Daarna bewoog zicli liet leger
entoog stadwaarts, 'tScheen éen krui
pende vuurslang, betooverond om aan
zien. ijselijk bij het berdenken wien die
ontelbare vlammen voorbestemd waren.
Schrikkelijk was bet schouwspel, dat
volgde. Geeno menschelijkekrachtscheen
de woeste vaart der soldaten te kunnen
tegenhouden. Door hun getier en ge
schreeuw waren de inwoners spoedig
gewekt en spanden zij alle pogingen in
0111 het dreigende gevaar te ontkomen,
hun leven te redden. .Meest allen ont
vluchtten hunne haardsteden. Vrouwen,
't Is de schuld der kiezers vau den bui
ten dat de blauwe en roode kartelisten
zulke formidable buis hebben opgeloopen
en waaronder zij nu verpletterd liggen.
La Flandre libérale van Gent,
schrijft het
Maar wat vooral zonneklaar is g<-
bleken dat is de achterlijkheid van den
Vlaamschen buiten.
Dus de buitenlieden zijn achterlijk,
dom, lomp en bekrompen... omdat ze
voor de kartelisten, voor de geuzen niet,
hebben willen stemmen Staat aange
teekend
Schijnheiligheid. Vóór de
kiezingen zijn de liberalen en socialisten
schijnheilig genoeg om onder alle vormen
en op alle tonen te verkonden dat ze
geen vijanden zijn van den R. K. Gods
dienst. Ja, dat verre van hem vijandig le
zijn, zij hem voorstaan, eerbiedigen en
zelfs verdedigen tegen de geuzen die hem
aanranden. Ja, zoo spreken de rood
blauwe kartelisten vóór de kiezing.
Maar eens de kiezingen voorhij rukken
zij hun makker van schijnheiligheid al'
on werpen het waar 't vliegen wil.
In dit geval verkeeren de schrijvelaars
van het Journal de Charleroien op
3 en 9 Juni 1912 schreven zij
- 't Is de Kerk die een hinderpaal is
- voor onze verlossing, 't is de Kerk die
- wij meer dan ooit moeten bevechten
(3 JuiT.)
Indien men generaties van gelen
-.(katholieken) wilt vermijden, moet
men niet alleen uit de school den pries-
ter verwijderen, maar ook liet kind, de
vrouw van de kerk verwijderen en
persoonlijk het voorbeeld geven. Geen
voetstap,' geen duit ten voordeele dor
zwarte mannen. Als men aldus handelt
- werkt men niet alleen om de geesten
en de gewetens vrij te makeirmaar ook
om de economische en politieke vrij-
making der natie te verzekeren. Is liet
niet daar waar de meerderheid der
werkersbevolking vrijdenker is, in
't arrondissement Charleroi cn liet
Centrum, dat men, in de laatste kiezin-
gen, de schoonste uitslagen heeft ver-
- kregen cn die bestaliging kan zij j„
gansch 't Walenland niet uitgebreid
worden (9 Juni 1912)
Neen neen ze zijn tegen den Gods
dienst niet
Een verjaardag. Zondag
aanstaande is liet 28 jaar geleden dat in
het Belgisch Staatsblad de benoeming
verscheen van het Katholiek Ministerie,
dat. na de verpletterende neerlaag der
liberalen in de Kamerkiezingen van 10
Juni 1881, aan liet bewind kwam. In die
28 jaren zijn er negen kabinetsoversten
geweest MM. Malou, Beernaert, J. de
Bariet, de Smet de Naeyer, Van den Pee
reboom, opnieuw de Smet de Naeyer, de
Trooz, Scliollaert en de Broqueville.
de wichtjes in den arm, vloden, onder
het slaken van erbarmljyke hulpkreten,
door de straten jonge dochters, haast
zinneloos van angst, verborgen zich in
kelders, op zolders mannen cn jonge
lingen, hoe moedig ook, dorsten het niet
bestaan den vijand in hel oog te blikken
'■n klommen op de daken der woningen
kinderen zochten kryschend hunneouders,
ouders hunne kinderen. Weldra kleurde
een akelige gloed den hemel.Eenige huizen
stonden in lichterlaaie; openbare gebou
wen hadden vuur gevat, begonnen te
branden. Dit verdubbelde de vernielings-
zuclit der soldeniers, de schrik der Tur
ken. Inwoners, den dolk in de vuist,
stonden op den drempel van liunnen
eigendom, hunne have te bescherm en
vonden er een gewissen dood. Naarmate
het vuur eene snelle uitgebreidheid nam
en zijne verwoesting met steeds toene
mende lievigheid voortzette, ging een
algemeenc gil onder de inwoners dei-
stad op Naar de poorten! huilden zij.
En, de daad bij liet woord voegende-,
vluchtten allen naar hetzelfde punt, doch
daar wachtte hen eene bittere teleurstel
ling alle uitgangen waren door christe
nen, bezet en verdedigd. Hier,daar,overal
zagen zij niets dan den onmeedoogenden
vijand, den wrekenden rechter. Dolzinnig
brak deze de deuren open en stak zijné
toorts aan alle brandvattende voorwer
pen.
Wordt voortgezet.