DE OOGST. LAHDBOÜWNOTA'S. DIKKE ZADEN. MELKERIJ- De Denderbode zondag, 30 juni 1913 aan N° 4502 LANDBOUW BIJTOEtrSEL Oordeelende naar het prachtig uitzicht onzer graanvelden tijdens den Winter en in den beginne der Lente, heett men in verscheidene bladen reeds geschreven dat de oogst rijk zal zijn en voorzeker de gemiddelde opbrengst der gewo ne jaren zal overtreffen. Wij hebben die zienswijze niet gedeeld en daarom schreven wij hier, op deze zelfde plaats, in het begin der Lente Men hoort links en rechts bevestigen dat er dit jaar geen nitraat noodig is op de wintergranen dit is eene dwa ling. De Winter was zoo zacht, dat de groei bijna niet onderbroken is geweest, doch ook is de nitri ficatie bijna niet onderbroken ge weest, zoodat in den akker geen voorraad stikstof meer zal zijn om een sterken oogst te vormen. Aldus redeneerende, steunden wij op de ondervinding van het vorige jaar. Op hetzelfde tijdstip, een jaar vroeger, schreven wij inderdaad het volgende De gra nen hebben zich sterk ontwikkeld in den Herfst en alsdan reeds eene groote hoeveelheid stikstof ver bruikt. In den Winter zijn er maar weinige dagen van sterke vorst geweest daarenboven was de grond beschut door het dichtuitge- stoelde graan, zoodat gedurende de geheele wintermaanden bijna de nitrificatie zich heeft voortge zet. De gevolgen daarvan zijn 1' Verlies van genitrifieerde stikstof gedurende den Winter2' Krach tige ontwikkeling van de planten in het eerste groeitijdperk der Lente, dank aan de reeds opge nomen stikstof3' Ontoereiken de stikstof voor verdere ontwikke ling en graanvorming. De landbouwers hebben kun nen waarnemen dat onze vooruit zichten zijn verwezentlijk gewor den en nu ook kunnen wij reeds voorspellen, dat de opbrengst aan graan niet zal beantwoorden aan de verwachtingen van vele land bouwers Wij hebben eenen oogslag kun nen werpen op de roggevelden in de provinciën Limburg, Antwer pen en Brabantoveral zijn wij getroffen geweest én door de bleekgele kleur der nog groeiende halmen én door het groot getal kleine aren, wier lengte slechts 4 tot 5 centimeter bereiktde zaden zullen fijn blijven en de oogst zal vóór het gewone tijdstip kunnen plaats grijpen. Stroo zal er in overvloed zijn en ook van goede hoedanigheid, de op brengst aan graan zal de goede middelmaat niet bereiken. Wij hebben ook het genoegen gehad eenige velden te bezoeken van landbouwers, die onze raad 16 gevingen van het vroegjaar in toe passing hadden gebrachtniette genstaande het prachtig uitzicht van hun roggeveld, hadden zij toch nog wat Chilinitraat uitge strooid. ofwel deze meststof ver vangen door vloeimest. Reeds van op afstand kon men die landerijen onderscheiden,door hun levendig groen en ook door de prachtige ontwikkeling der aren. Wij willen met deze waarne mingen, die eene goede les voor de toekomst bevatten, ons artikel niet eindigen, maar ook nog een woord toevoegen over den huidi- gen toestand onzer akkers. Elke landbouwer moet in aan merking nemen, dat de onder grond geen grooten voorraad water bevat. Zelfs indien de Zomer niet Overdreven droog wordt, zullen toch de gewassen niet zooveel water kunnen ver dampen, als zij zouden noodig hebben om uit eenen weinig vruchtbaren grond genoeg voe dingsstoffen op te nemen. De ondervindingrijke landbou wer zal daaraan reeds gedacht hebben,toen het land werdgereed- gemaakt voor haver, zomergarst en aardappelen, maar allen moe ten eraan denken voor de teelt der na- of tusschenvruchten. Wanneer een grond maar wei nig water inhoudt, moet de voor raad voedingsstoffen des te groo- ter zijn. Wie vroeger steeds rekende op de nawerking der hoofdbemes ting, zal nu voor de navruchten beslist moeten superphosphaat, potaschsulfaat of chloorpotasch en chilinitraat aanwenden, wil hij niet blootgesteld zijn aan de noodlottige gevolgen van voeder gebrek voor het vee. Vergeten wij niet, dat eene overvloedige bemesting grooten- deels in gebrek aan water kan voorzien. De bemesting der navruchten zal in het volgend nummer behan deld worden. Ara. De tuiniers moeien niet vergeten dat op dit tijdstip des jaars de asperge volledig moet bemest worden. Zoodra de plant nu mag doorschie ten, moet ze overvloedig voedstoffen vinden om tot voorraad opgenomen ie worden voor de volgende, lente. Geeft per are 8 kg. superphosphaat 4 kg. chloorpotasch en 7 kg. Chili nitraat. Ontbranding van hooi. Men weetdaterin te vochtig ingeschuurd hooi verhitting ontstaat, waarvan zelf-ontbranding het gevolg kan zijn. Daartegen kunnen, volgens M. E. Mer, de volgende voorzorgen worden genomen l°Nooit gras binnenbrengen op den dag dat het gemaaid werd altijd eeni ge dagen het hooi op de weide laten, opdat het water zou kunnen verdam pen. 2° Nooit le dikke lagen hooi in eens opstapelen men strooie het hooi over de gansche oppervlakte van den schelf uit, en zoo men over twe'e bergplaatsen beschikt, bretïgt men beurtelings op elke eene laag hooi aan. 3° Het hooi moet nauwkeurig uiteen- geworpen worden, opdat er zich geen pakken of nesten vormen ook moet men hetzelve niet te vast aanduwen, wanneer het niet zeer droog is. 4° Een houten vloer is beter op den hooischelf dan een steenen. 5° Toch moet men uit vrees van ont branding niet al te lang hooien, daar door verliest het hooi zyne goede hoeda nigheid. 't Is beter dat de gisting, welke onvermijdelijk tot stand komt, in de mijten en niet in de schuur plaats grijpt. 0Ondervindt men dat de verhitting te sterk wordt, dankaö men uit den hooi- stapel diepe lagen hooi uittrekken. Bruin hooi. Wanneer in den hooitijd het weder Ongunstig is, kan men om bruin hooi te maken als volgt te werk gaan Wanneer het gras droog genoeg is geworden, 20odat men het hoort ruischen wanneer het bewerkt wordt, dan zet men het in mijten de hooi lagen wórden goéd vast aange drukt en de mijt wordt mét een strooi en dak gedekt. Na korten tijd ontstaat de gisting en het hooi wordt zeer heet in de mijt. Na 4 of 5 weken is deze ver hitting voorbij én het hooi kan binnen gebracht worden. Eene te hooge ver hitting (-f- 100°) waai-door er zeifont branding ontstaat, moet vetmeden wor den het is dus noodzakelijk van tijd tot tijd den warmtegraad in de mijt te onderzoeken, en dezelve te openen zoo dra men vreest voor ontbranding. Te groote mijten stellen aan te groot ver lies bloot men zal slechts 2000kg. dro ge stof per mijt ophoopen ln Beieren wordt bruin hooi gemaakt met gewoon hooi, dat nog betrekkelijk veel vochtigheid inhoudt en Waarbij men 1 tot 2 keukenzout voegt. Het gebruik van keukenzout bij het in bergen van gewoon hooi is toch altijd aan te bevelen. Bemesting van afgemaaid gras land. Het. hooi'en zal aldra een vol trokkeü werk zijn. Sommige beemden zollen eene overvloedige, andere eeae te geringe opbrengst hebben opgele verd. In heide gevallen moet de beemd verzorgd worden. Tmmers. na een over vloedige opbrengst zijn er veel voeden de bestanddeelen uit den grond der wei de verdwenen en was de opbrengst maar gering, dan zal het wellicht moe ten toegeschreven worden aan een ontoereikenden voorraad voedingsstof fen. In beide gevallen moet men na de eerste snede bemesten en, hoe winstge vend deze handelwijze ook zij, toch wordt ze maar zelden in toepassing gebracht. Men kan per hectare uitstrooien 500 tot 600 kg. metaalslakken en 200 kg. kaïniet. Op drogen grond kan super phosphaat de metaalslakken vervangen De ontwikkeling der grasplanten zal men bevorderen door het uitstrooien van 150 kg. sodanitraat per hectare. Distelverdelging. Jaarlijks zien wij in alle gemeenten de voorschriften aanplakken nopens distels- en rupsen verdelging en toch blijft dit werk van openbaar nut eene doode letter. Het vernielen van distels wordt maar al te zeer verwaarloosd, alhoewel de ver meerdering van opbrengst rijkelijk terugbetaalt voor de moeiten, die men aan dit werk besteedt. De distels kunnen uitgeroeid wórden door uittrekken bij middei van eene houten tang, of door uitsteken met een distelmes, hetwelk bestaat uit een scherp en puntig lemmer aan een stok bevestigd. Het uitsteken is spoediger verricht, doch het werk is niet zoo doelmatig, want op den overgestoken wortel kun nen nieuwe stammen uitspruiten en dan moet men het werk herbeginnen. Al is dit werk wettelijk voorgeschre ven, toch blijft het veelal onverricht en wordt de akker van den zorgzamen landbouwer doorde nalatigheid van een buurman bedorven. De openbare bestu ren moesten daar beter de hand aan houden ze zouden eerstens zeiven moe ten zorgen voor het uitroeien van de distels langs de openbare wegen en daarna de distels ook doen uitroeien op de akkers der nalatige landbouwers, doch op hunne kosten natuurlijk. De uitgeroeide distels kunnen tot vee voeder gebruikt worden de varkens eten ze en; zoolang ze jongen niette hard zijn worden ze ook, ondanks de stekels, door paarden en koeien ver bruikt. Wanneer ze hard zijn, moeten ze gepletterd worden. Ziehier de gemiddelde samenstelling Van groene distels Water 86.7 °/0 droge stof 13.3°/ostikstof bestanddeelen 2.9 vet stoffen 0.9 stikstofvrije deelen 6.1 cel- stof 1.4," minerale stoffen 1.96. F. P. della Campagne (Nadruk verboden) Op elke tafel, wüaf fruit wordt opgediend, zou eene kommettr'isch en zuiver water moetenter beschik king der aanzit/enden gesteld wor den. Verleden jaar kwam, vooral uit Frankrijk, meermalen de lijding van vergiftiging door het eten van onge- wasschen druiven Sedert men allerhande sloffen arsenickoper, zivavef kalk enz. gebruikt orri. de druiven tegen hare vijetnden ie beschermen, is de druif een gevaarlijk fruit geworden. Nooit zou men eenig fruit moeten eten, zonder hetzelve voorafgaande lijk af ie spoelen, dil eischl de rein heid en de gezondheid. vens de kiem, ook het voedsel voorde eerste ontwikkeling inhoudt. Hoe dik ker zaad, hoe krachtiger kiem en hoe grooter de voorraad bestemd tot de eer ste ontwikkeling. Eene krachtige kiemontwikkeling is een schutmiddel tegen de ziekten en de wederwaardigheden bij het begin van den groei. Hiermede zqn het de verstandige land bouwers overigens eenshet is door nala tigheid, door slecht berekend winstbe jag of door valsche spaarzaamheid dat zij verkeerd handelen. Talrijke proefnemingen hebben op ontegensprekelijke wijze het voordeel van de zware zaden bewezen. Men zou een boek kunnenschrijvenover de bewij zen van Lehmann, Schribaux, Hickx, Dabney en vele anderen. Altoos heeft men be vonden,dat uit de zwaarste zaden de sterkste stengels, de best ontwikkel de wortelen.de grootste en ook de beste opbrenffeten voortspruiten. De vermeerdering van opbrengst door zwaar zaad verkregen bereikt soms 50 °lo. Ook de vroegrijpheid is een onbe twistbaar gevolg van de deugdelijkheid van het zaad. Teveel landbouwers zijn ongelukkig lijk genegen om de beste granen cn za den te verkoopen omdat ze duurder wor den betaald zij bekommeren zich niet om de goede hoedanigheid der zaden die op hun eigen erf zullen gebruikt wor den zij offeren de toekomst aan het heden op en vergeten dat de zaadkeus een vraagstuk van het allereerste belang is, nietallepn uit het oogpunt van land bouw beschouwd, maar ook uit het oog punt van handel en zelfs van maat schappelijk belang, vermits de 'goede zaden de hoogste opbrengst geven tot voeding van het grootste getal tnefl- schen op een kleinste oppervlakte. F. d'Amav (Nadruk verboden) In het zaad ligt dekiem van hetgewas, welk zal opgroeien zooals dat waarvan het zaad voortkomt. Het zaad vervultdus een belangrijken rol, waarover veleland- bouwers en zaadhandelaars zelfs maar een klein denkbeeld bezitten. Voor deze laatsten vooral is het zaad eene gewone handelswaar, die op zicht wordt verhan deld, zonder dat ze zich bekommeren met de innerlijke hoedanigheden der zaden. Het staat nochtans boven allen twijfel dat bij de planten de overerving bestaat zooals ook bij de dieren. Terwijl in vee teelt nauwkeurig wordt nagegaan wel ke eigenschappen op de afstammelingen zullen kunnen overgezet worden, ver waarloost men zulks meestal zoowel bij hetzaad kweeken als bij het zaad aan koo- pen. Niet alleen moet er aandacht geschonken worden aan de reinheid en dekiemkracht der zaden, ook moet men den omvang en het gewicht in aanmer king nemen, want hiermede staat de handels- en ook de landbouwwaarde in rechtstreeksche verhouding. De dikste en zwaarste zaden brengen de best ontwik kelde gewassen voort. Ditisgemakkelijk om begrijpen, aangezien hot zaad, bene- De meikerij-werkiuigen moeien zorgvuldig worden onderhouden en bij het reinigen moet men som mige voorschriften in acht nemen, welke weieens mogen herinnerd worden aan de landbouwers. De gebruikte gereedschappen zijn van hout of van metaaldeze laatste zijn het best geschikt op voorwaarde dat ze van goed fabri kaat zijn en zoo weinig mogelijk hoeken of naden bevatten. Gebruikt men houten werktui gen, dan zal men er op acht geven dat ze in despleten, die zich kun nen voordoen, geenmicroben her bergen. Zulke voorwerpen mogen toch niet met de versche melk in aanraking komen, ze kunnen enkel dienen bij de bewerking der boter. Om ze te reinigen wor- neri ze eerst in heet, daarna in koud water afgewasschen, dan zal er geene boter aankleven. Alle gereedschappen moeien onmiddellijk na het gebruik ge reinigd worden, eerst met lauw warm, daarna met kokend heet water. Gebruikt men te heet water voor de eerste afwassching, dan kookt de melk ter plaatse en kan moeilijker verwijderd worden uit de spleten, waar zich dan eene

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1912 | | pagina 3