Franschen in Vlaanderen
Zondag 11 Augustus 1912.
5 centiemen het nummer.
65stc Jaar 4514.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM,
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De Staat baas.
4.) Emmanuel van den Berghe, zoon
van Petrus en van Catharina Bernaert, ge-
hu wd met Rosalia de Vadder, overleed den
13 Meert 1833. Zooals we gezien hebben,
was by timmerman, in dienst van den meier.
Met Adriaan de Vuyst deed hij de klokken
uit de torens der kerk en der Sint Rochus-
kapelhij brak de kapel Ter Eecken af,
enz., enz. Uitgestrekt, op zfln sterfbed,
smeekte hij om een priesterde E. H. van
BieseD, pastoor, snelde toe, hoorde zijne
biecht en diende hem de Troostmiddelen
der H. Kerk toe. Na de berechting vroeg
van den Berghe om van zijn bed afgenomen
te worden, en hy eischte dat men hem op
stroo legde - Ik ben niet meer weerd,
Ouderdomspensioen
van 65 ('ranken.
Uit mijn Congolcescli
dagboek
Burgersbelangen.
Niet tegen den Godsdienst,
Mariafeesten
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagteckening van
den volgenden dag. I)e prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met
den Post verzonden G frank 's jaars, fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden,
voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwit-
tantiën doo de Post ontvangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij G. VAN DE PUTTE-GOOSSENS Korte Zoutstraat, nr 31, en in alle
Postkantoren des Lands.
CIJIQI K SUUM.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3d# bladzijde
50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen
handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen moeten hunne inzendinger
doen, uiterlijk tegen den Dijnsdag en Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad.
Aalst, 11 Augustus 1912
't Is noodig er van tijd tot tijd op te
wijzen, dat volgens de blauwen en
rooden, in zake van volksonderwijs en
opvoeding, de Staat, zonder perk noch
paal zou moeten baas zijn.
Ja, volgens hen zou de Staat moeten
heerschen over de opvoeding, het ver
stand en den wil, het gedacht en 't ge
voelen der kinderen.
Nu, die overheersching zou moeten
onvoorwaardelijk, algemeen zijn.
Men weet dat. volgens onze tegen
strevers, hunne Franscho logiebroers
hun voorbeelden geven die hier te lande
zouden dienen nageleefd te worden Zo
kleven dus het Fransche stelsel aan,
't welk voorschrijft dat er, in zake van
onderwijs en opvoeding, geen vrijheid
mag bestaan daar de kinderen geen recht
op vrijheid hebben. Het recht van den
S'aat is onbetwistbaar de Maat is aan
gesteld als do oppervoogd over al de
kinderverstanden en aan deze opper
voogdij moeten alle huisvaders zich
onderwerpen.
Ziedaar liet Fransche stelsel
De liberalen en socialisten willen
meester zijn over de kinderen. Do ouders
•■hebben niets meer te zeggen. Zij en z:j
alleen dus willen het hart en den geest
der kinderen bezitten, want, men bc
morke het wel, dat zij de opvoeding en
het onderwijs der opkomende geslachten
willen regelen naar hun eigen wil Nu,
daarom zouden zij de vrije katholieke
scholen bevechten, zelfs doen sluiten, en
den schooldwang invoeren moesten ze
meester zijn.
Wij weten dat zij een gansch liberaal
goddeloos onderwijs begeeren.
De opper voogdij willen zij voor hen
alleen, .want moest ooit een katholiek
het in 't gedacht krijgen, alle scholen die
niet godsdienstig zijn uit te roeien met
geweld, gezoudtze hooren protesteeren,
en ze zouden gelijk hebben maar zij
zouden moeten begrijpen dat ze juist
hetzelfde willen doen, dat zij met bar-
baarschheid de scholen willen vernielen,
die niet in hunnen smaak vallen, dat zij
zich een recht toekennen, dat zij aan
hunne tegenstrevers hardnekkig betwis
ten
zij zouden moeten begrijpen dat hun
recht niet verder gaat dan dat hunner
tegenstrevers
zij zouden de opvoeding en 't onderwijs
lmnner kinderen niet willen toevertrou
wen aan andersdenkenden
zij mogen dus ook niet eischen dat
iedereen hen erkent als de oppervoogden
over de kinderen.
Onze tegenstrevers schermen met
sehoone woorden over de vrijheid, maar
miskennen de wijze les van den Katho
lieken Godsdienst over den eerbied dien
wij aan andermans vrijheid verschuldigd
zijnDoe niet nan anderenwat gij
niet gaarn hebt dal men aan u doen
zoa.
Maar de blauwe en roode geuzen be
kommeren zich weinig met dit gods
dienstig voorschrift. Ze kennen niet dan
helschen haat en wrok.
Bijdragen tot de geschiedenis der
Fransche Omwenteling
door Petrus Van Nuffel.
2e vervolg.
Onze blauwe en roode tegenstrevers
zouden dus goed doen anderen te meten
met de maat waarmee zij zelf willen ge
meten worden en allen dwang aan kant
laten, omdat zij zelf niet gaarne gedwon
gen worden.
De opper voogd ij, die zij willen uitoe
fenen op de opvoeding on 't onderwijs
van al de kinderen, zullen wij, Katho
lieken, met aanhoudende krachtdadig
heid en moed bestrijden, omdat het de
invoering zou zijn van oen niet te ver
duren onrechlveerdig en ongerechtigd
dwangregiem 't welk zou toelaten ons,
Katholieken, als overwonnelingen te
behandelen
Wet van 11 Mei 1912 tot wijziging
van artikel 9 dor wetten van 10 Mei
1900 en 20 Augustus 1903 op de ouder
derdomspensioeneil en van artikel 48
der wet van 16 Maart 1805 en van de
wel van 31 December 1908 op de alge-
meeno lijfrentkas.
Eenig artikel. Artikel 9 der wet
van 10 Mei 1900 gewijzigd als volgt
A. Eerie jaarlijksche toelage van G5
frank wordt verleend aan eiken Belg
die, eene verblijfplaats in België hebbende
is geboren vóór 1 Januari 1845 en in
i.ood verkeert
B. Aide Belgen, geboren te reke
nen van l Januari 1843 en voor 1 Januari
1849 die in de algemeone lijfrentkas
stortingen hebben gedaan lot een geza
menlijk beloop van ten minste 18 frank
kunnen op den ouderdom van 65 jaar cn
onder dezelfde voorwaarden de toelagen
genieten.
G. In afwijking van de wetten van
16 Maart 1865 en 31 December 1908
wordt de algemeene lijfrentkas gemach
tigd te aanvaarden tol 1904 inbegrepen
de stortingen gedaan voor uitgestelde
renten door hoogergenaamde personen,
ten einde de toelagen te genieten.
Plet ingcnotlreden van de renten, door
die stortingen verworven mag op aan
vraag der verzekerden worden uitge
steld tot dat zij den ouderdom van 68
jaren bereikt hebben-
Uitleg.
I. De lieden die vóór 1 Januari
1843 geboren zijn,c 11 in nood verkeeren,
kunnen de 65 frank verkrijgen, zonder
eenige stortingen te doen. Als in nood
zijnde worden aanzien de personen die
geen 360 frank inkomen hebben, door
dagloon of anderziens. Wanneer twee
gehuwde oude menschen samen inwonen
is de basis der berekening 720 franh.
II. De lieden die sedert I Januari
1843 tot 31 December 1848 geboren zijn,
kunnen de 65 fr. genieten, indien zij in
nood verkeeren, mits eene storting van
18 frank in de Pensioenkas.
Dus mogen de personeD in 1843, 41 en
45, geboren nu nog de noodigo storting
doen.
Wat valt meer bepaaldelijk te verrich
ten voor de menschen die geboren zijn in
1846, 1847 en 1848?
A. Voor de lieden van 1846.
Die personen moeten zich zoo spoedig
mogelijk inde Pensioenkas laten inschrij
ven en ISJfrank storl<-n.
zegde hij. Zoo stierf hij, letterlyk op-
geëten van liet ongediert, hetwelk hij met
volle handsgrepen van zijn lichaam nam...
Niemand dierf hom naderen. Dit einde was
hem voorzegd door vrouw de Vos, wanneer
hij den Christus van den Calvarieberg ver
nietigde.
5i. Petrus Cayman. Hij was zoon
van Ludovicus, dio te Herzele van vóór
1775, uit Henegouw, als smidsgast toe
kwam. Petrus woonde waar nu de gemeen
teschool gebouwd is. Onder meer schelmerij,
beproefde hy met eenen voorhamer de
klokken aan stukken te slagen., enz. Zijne
kinderen verkwistten heel zijn vermogen,
en waren eindolijk verplicht zich als knech
ten of meiden te verhuren. Hij zelf stierf
langzaam van honger, daar hij de kanker
in de keel kreeg en noch voedsel noch drank
kon innemen. Zijn eindo was verschrikke
lijk, want hij beeldde zich in, duivels rond
hom te zien, en hij zwoer, dat hij ze zag.
Cayman, een geweldige dronkaard,
die zijne vrouw sloeg, stierf den 16 De
cember 1831, oud zijnde 56 jaren en 8
maanden.
De bestuurders der Pensioenkassen zul
len hoogdringend de nieuwe Lijfrent
boekjes aanvragen.
Vervolgens zullen zij de stortingen
doen, op een bijzonder bordercelten
Postbureele. Die bordercelen zijn te ver
krijgen in de Lijfrentkas te Brussel.
Eindelijk zullen zij onverwijld de aan
vraag opmaken tot hot bekomen van de
65 ('rank voor 1912, en die aanvraag aan
den heer burgemeester laten geworden.
In dit geval kunnen de menschjen, in
1846 geboren, dil jaar nog, de 65 frank
bekomen.
B. Voor de lieden van 1347
Deze personen moeten zich ook dade
lijk laten inschrijven in de Pensi< enkas
en 18 frank storten.
De bestuurders der Pensioenkassen zul
len die gelden, saam met de geldon der
andere leden, in December op de Li frent
kas storten. I11 December zullen,
menschen van 1817, de aanvragen
maakt worden tot liet verkrijgen der
65 frank in 1913.
C. Voor de lieden van .1848.
Die menschen moeten vóór einde 191."
hun 18 frank gestort hebben lint is dus
raadzaam ze aanstonds in een IVnsioen-
kas op te schrijven. Ze mogen in 1912 hel
eene deel, 1111913, het andere detfl van
de 18 frank storten.
In December 1913 zal de aanvraag op
gemaakt worden tot liet bekomen an de
65 frank in 1911.
III. Er wordt niet vereisclil, zooals
vroeger, dat de aanvragers werklieden of
oud-werk lieden zijn.
door l»KT«L8 Oo?»V,X.
Stichting van den landbouwpost
van Kitunguru.
XIX.
Ge ziet van verre hé, dat ik seffens
mijn Mausergeweer nam om op zoek te
gaan achter den leeuw 'k Heb een vast
voornemen gemaakt, als de leeuw mij
niet komt opzoeken ik nog veel min naar
hem toe zal gaan, en in dit voornemen
wil ik leven en zoo laat mogelijk sterven,
vrouwtje. Echter om in de oogen der
zwarten mijne waardigheid op te houden
en als oen held aanzien te worden, nam
ik mijn geweer, vraag naar de plaats
waar de vrouw den Kango gezien heeft
en trek daar recht naar toe, doch eens
zoover dat de zwarten mij niet meer
kunnen zien, trok ik in eene andere
richting en ga liet spelen der zonnestra
len, in den kleinen waterval ten noorden
bewonderen en 1 1/2 ure nadien, keer
ik in mijne woning terug, door de bewon
derende blikken der zwarten nageoogd.
Zie, zooveel is er noodig om een held te
zijn 'k Ben echter te nederig 0111 mij een
standbeeld te laten oprichten en zog daa
rom maar liever de waarheid, 's Avonds
is waarlijk bet dak gemaakt, alles is
meègeslagen vandaag.
21 November t Zal vandaag naar de
goesting mijner zwanen zijn, kazi na
bulongo, in den kleem werken zeg ik
bun, de muren van den schaap- en geiten
stal met kleem bestrijken cn mot lust
.rekken zij er op los. Do capita vraagt
6.) Schietekate, vreemdeling, valsch-
munter, die do stukken der klokken gesto
len had en altijd haantje-vooruit was bij de
eene of andere plundering, is na den Be
sloten tijd naar Aygem gaan wonen, waar
hij zijn leven sleet in kommer en ellende.
7). Adriaan de Vuyst, gekend als dief
en valschaard, hielp Emmanuol van den
Berghe de klokken der kerk beneden
laten en is er voor betaald geweest. Hij
woonde op den toren van het oud kasteel.
Cieske de Vuyst zegt, dat hij mot val-
schen eed en valsche getuigenis, ten jare
1814, de Buggenhouters onrechtveerdig
aankloeg; de boeren sloegen hem daarvoor,
op oen avond, in den omtrek der kerk,
eene bil af. Hy stierf zoo arm als Job, den
23 November 1821, oud 71 jaren.
8) Josephus Moentjens. Het was een
boerenzoon van Sint Lievens Houtem, eige
naar van twintig dagwanden land, die
huwde ir.et eene dochter van 't Hof ten
Berge, te Hillegem. Hij vervoerde de klok
ken van Herzele naar Aalst. Onder liet
echtelijk dak hield hij eene bijzit, (hy heeft
er zelfs verscheidene gehad) en vrouw en
mij of ik gisteren den Kango gezien heb.
Ja, man,zeg ik, met het ernstige gezicht
dat ooit een fargeur gezet heeft, ik heb
er zelfs twee gezien Bili kango, bwana,
roept de man niet schrik, en legt de twee
handen op zijn hart. Zeker, jongen, zeker,
knik ik en ziehier, en ik duw hem een
papier onder den neus waarop twee
leeuwen zijn afgebeeld Dio, dio, bwana,
kango, bili, en de capita is weg om sef
fens aan de anderen te gaan vertellen dat
bwana twee leeuwen gezien heeft. Ik
hoor dan ook vandaag niets anders dan
van kango's, bunduki's en bwana n'gufu,
en 's avonds rond hun jumba, zingen zij
nog van kango's. Voo-r mij is 't een goe
de dag echter, gamch de stal is gebrost,
zooals men bij ons zegt, en ik ben heel
tevreden.
22 November Nu voort gewerkt aan
mtjn buis, allen aan 't bressen. Dit zal
vast en zeker vandaag gedaan zijn, rege
nen of niet, want nu zitten de zwarten
in 't droog en laat ze dan maar regenen.
Dat de zwarten ook filosoof zijn zou ik
vandaag ondervinden. Er kwam hier
eene vrouw om den broeder van haren
man, baar zwager dus, op tQ zoeken, en
liet nieuws dat zij hem te melden had
luidde mijn man, uw broeder, is dezen
nacht gestorven, en de vrouw weende.
En nu ineenl ge zeker dat de zwarte ook
aan 't huilen ging Mis man, zijn eenig
antwoord was ana kufa, ana kufa,
apana maneno, kesho na bulongo. Dood
is dood, daarom niet gehuild, morgen
zullen wij hem in <1 aarde steken en daar
op hervatte hij bedaard zijn werk.
's Avonds na het werk kwam hij mij
vragen of hij 's anderendaags geen dag
verlof zou kunnen krijgen om de begra
fenis van zijnen broeder te gaan bijwo
non. Van eigen dat ik hem dit niet wei
gerde. Juist op den raiddag ontvang ik
eene mokande van vriend Godfioid, mij
verzoekende hem terstond 7 werklieden
te sturen naar Lukonzolwa om dan van
daar met hem de schapen en geiten van
Pweto te gaan halen en naar hier te
brengen Godfried hoopt met de kudde
hier te zijn in den nacht van Zaterdag
op Zondag. Terstond zond ik hem de
gevraagde arbeiders want ook ik verlang
dat het vee van Pweto tookome en het
to kunnen verzorgen. Niettegenstaande
dien tegenslag is 's avonds mijn huis
gansch gebrost en zit ik beschut tegen
regen en wind. Ik haast mij dan ook
mijne tent op te breken en ze in eene
kamer van mijn huis op te richten. Ook
doe ik in alle plaatsen groote vuren
aanleggen om het drogen der muren te
verhaasten, wanl met het regenseizoen
is het vochtig, cu zou het huis voor altijd
rhumaliek zijn, en daar houd ik niet
erg van, want van oude rhumalieke hui
zen 011 een kwaad wijf,bewaar mij,Hoer
Wie zullen het meest te lijden hebben
van de algemeene werkstaking indien zij
moest uitbreken
Die vraag wordt gesteld door La Chro-
nique. Hei liberale blad antwoordt
Het zullen de werklieden zijn die
zich zullen blootstellen aan de ellende en
onverbiddelijke beteugelingen le gemoet
gaan
Het zal ook, en misschien meer [dan
iemand antlers, de kleine burgerij zijn,
met den kleinen bijzonderen handel" en
kind moesten zulks gedoogen. Hij kwam
mot dit slecht vrouwspersoon in twist cn
zij liep van hem weg Moentjes trok liaar
achterna, doch kwam acht dagen daarna
terug by echtgenoote en kind hij kloeg
dan van hevige krampen in den buik, en
stierf 's anderdaags, zonder priester, te
Grootcn berge.
9). ANTOON Brunfaut, bijgenaamd
Tonen do Garde was een schalie-
dekker van Aalst, gehuwd met Mari-t
Thcresia Hoeck, van Schooris9e. Hij ging
van dorp tot dorp en van stad tot stad. 0111
de kruisen af te doen, gelyk hij te Herzele
deed. Eenige jaren nadien werd hij, te Aalst
in zijn deurgat staande, voor zijne dcugnie
terij, dood geschoten maar Pieter do
Buvst, van Geyt en D'Haese, die dit ont
houden hebben, weten niet door wie.
Cieske de Vuyst legt nochtans de dood van
Brunfaut anders uit De Kozakkeu lagen
in 1814 te Aalst d* burgerij niet betrou
wende, dierven die vreemde krijgers in de
huizen niet verblijven en zij kampeorden op
do Groote Markt. Plotseling werd er van
uit liet oud stadhuis op de soldaten een
nijverheid, die niet voorzien zijnde van
genoegzame kapitalen om het einde van
den^strijd af te wachten, het pijnlijkst
zullen getroffen zijn.
Nu, hunne belangen zijn zoo eerbied
waardig als deze der werkende klas.
Uit liefde tot eene gemakkelijke
populariteit moet met aan demokratie
doen op~zijn zeeldraaiers, en onder voor
wendsel dat de werkman de gelijke is
van den burger, moet men den burger
niet reneweren om voldoening te geven
aan het onberedeneerde ongeduld van
zekere socialistische clubs.
De strijd in de Kamer is voor dezen
oogenblik voldoende.
«'Indien de leiders van het socialism
dat niet willen verstaan,indien zij voort
gaan eene dreigende houding aan te
nemen, tegenover vreedzame burgers,
goede vaderlanders, liberale verdedigers
der orde, en partijgangers van vreed-
zamen'vooruitgang, zullen er rnkel in
gelukken de afwijkingsbeweging van
de bevreesde kiezers nog meer ie doen
toenemen en alzoo den toestand van het
katholiek gouvernement te versterken.
't Is juist hetgeene wij. Katholieken,
reeds gezegd hebben.
Nu dat zekere liberalen zich ook gene
gen toonen 0111 de algemeene werkstaking
te ondersteunen en de revolutionnairen in
de hand werken, zullen de bevreesde
burgers meer en meer zien dat zij voor
het behoud van orde en rust, voorspoed
en vooruitgafig nog ërïkël kunnen De-
trouwen op de katholieke partij en al
degenen die niet eerst en vooral godde-
loozen en godsdiensthaters zijn, zullen
hunnetoevluchttotdeKa tholieken nemen.
Er valt niet aan te retetetten 't is het
katholiek Gouvernement alleen dat moei
instaan voor de orde, en dat er kan voor
inslaan.
De liberalen zijn niet tegen den Gods
dienst zoo zwoeren de geuzengazetten
bij al de duivels, sedert den 2 Juni,
Maar de kopstukken der liberalen zijn
allen Franc-Magons weinigen uitge
zonderd.
Nu de Franc-Magons zijn tegen den
Godsdienstdat zegt het Duitscli orgaan
der vrijmetselarij, Die Bauhütle in haar
nummer van 30 Maart laatsloden, in eene
reeks stellingen welke in de Logen wer
den besproken en gestemd.
Onder die stellingen komen voor
Nr 7. De katholieke Kerk is de
onverzoenlijke vijand van de geestekui
tuurhet is te zeggen van de beschaving;
zij verwerpt den vooruitgang, terwijl de
vrijmetselarij den vooruitgangbegunstigt,
als middel om de geesleskultuur te
begunstigen en algemeen te maken.
Nr 8.— In tegenwoordigheid van zulke
tegenstrijdige denkwijzen nopens de op
voeding en de voorbestemming van den
mensch, is het natuurlijk dat eene ver
klaarde vijandschap zich verdoet tusschen
de Katholieke Kerk en de Vrijmetselarij.
Nr 16 Overal waar de Katholieke
Kerk de verdraagzaamheid vervloekt,
waar zij de vrijheid van denkwijze
verdrukt waar zij het geweten tot slaaf
maakt waar zij de vrijheid van onder
zoek beperkt, met te trachten van het
kerkelijk geloofspunt den grondslag te
schot "gelost de Kozakken beukten de
deur van 't stadhuis in, doorliepen alle
zalen, snuffelden alles af, en vonden einde
lijk Tonen de Garde, aldaar verdoken,
die afgemaakt werd.
10). Fredericq, van Nevele, was een
verstokte aanhanger der Republiek. Hij
predikte meermaals tot het volk in den
ontheiligden tempel van Herzele. Hij was
broeder va-i Josephus Fredericq, die het
ambt van vrederechter uitoefende in de
vercenigde kantons van Sottegem en Her
zele, en stond dien als griffier, eenigen tijd
ter zydo. Na het Schrikbewind ging hij
naar Sottegem wonen in zijnen kelder
dalende, brak hy zich eer, been hy ver
viel in de uiterste armoede want zyn
broeder, de vrederechter, weigerde hem te
ondersteunen of binnen te nemen, en
sukkelde voort, onderhouden door het Arm-
bureel van Herzele.
11). Josbphus-Fkrdinandus de Lom-
baercd, geboren te Gent, maar den 20 Mei
1800 te Herzele getrouwd met Theresia
van Geyt, woonde op de Groote Markt,
achter liet schepenhuis, op den Oosthoek
maken van alle geeslkultuur op alle
gebied, moet de Franc-Ma^on haar
verklaarde vijand, zijn en moet hij haar
met de uiterste kracht bestrijden,
Het is dus wel duidelijk dat de Franc-
Magons tegen de katholieke Kerk zijn en
daar de leiders der liberale partij allen
Franc-Magons zijn, is het onweerlegbaar
bewezen dat de liberalen de vijanden
zijn der Katholieke Kerk.
De menschen zijn er overigens al lang
van overtuigd door hetgene ze hooren en
zien, maar het is goed dat de Franc-Ma-
cons zeiven dat eens zeggen.
Hel blad der socialisten van Charleroi
schreef in zijn nr van 31 Juli over eene
processie: Een kudde blatende geloovi-
gen die lichten op stokken dragen en te
zamen zoo iets uitmaken als aapmenschen
dat heet eene processie Wat zouden zij
wel schrijven indien ze eens tegen den
godsdienst waren Pouah
Reeds van in de 7e eeuw
bestond er te Aalst 0011e kapel
van O. L. Vr. ten Druiven.
Eene lieve legende is er aan
verbonden. In 681 werd Aalst
door eene vreeselijke over-
st oomir.g gctci-jier.I boo -
men, huizen, watermolens,
alles werd door het watergeweld omge
worpen en menschen en dieren moesten
worstelen met de dood. I11 dien hachelij-
ken toestand namen de Aalstenaars hunne
toevlucht tot de Moeder Gods. En zie,
op een bos bloeiende druiventakken
kwam een beeld van O L. Vr. den stroom
opgevaren, bleef landen aan de Werf en
van dit oogenblik zakte het water en
verdween het gevaar. De Aalstenaars
zagen daarin een goddelijk teeken. Vol
dankbaarheid zonken zij op de knieën
en loofden God om het gezegend wonder.
Toen de H. Amandus dit vernam, deed
hij eene kapel oprichten ter gedachtenis
en bewaring van het duurbare beeld.
Sedert groeide de godsvrucht der geloo
vigen immer aan. In 1363 verleende Paus
Urbanus een eeuwigdurenden aflaat en
om een blijvenden luister aan de veree
ring hij te zetten, vierde men allo 50 jaar
een plechtig juhilé.
De laatste ommegang geschiedde in
1863. In 1913 wil Aalst op plechtige en
indrukwekkende wijze het jubelbaar van
O. L Vr. ten Druiven gedenken. Een
Comileit is samengesteld bestaande uit
de beste ingezetenen der stad. Het Stads
bestuur heeft zijne milde medehulp toe
gezegd. Men bereidt Mariaspelen, waarin
hooger vertelde legende voorkomt, een
prachtigen historischen stoet, eene ge
legenheidscantate, eene Pontificale Mis
zal in open lucht gezongen worden, enz.
enz. Met een woord men betracht iets
grootsch, iets heerlijks.
Aalst onderscheidde zich vroeger mot
zijn heugelijken stoet ter inhuldiging
van het Nieuw Hospitaal, alsook met
zijne beroemde Passiespelen. Alles doet
voorzien dat de Mariafeesten in 1913 al
het voorgaande zullen overtreffen.
Men voorziet de medewerking van
ontelbare maatschappijen, ja, van heel dc
bevolking.
der Evendaelstraat. Hy bekleede liet ambt
van veldwachter. Nooit heeft men te Her
zele hem of iemand zijner familie kunnen
verdragen. Wanneer het donderde, opende
hij deuren en vensters en stond er te vloe
ken en te zweren. Hij is beticht van den
E. H. van Volxem, pastoor van Esschen,
die naar het hof Ter Herpen geroepen was,
verraden te hebben. Deze geestelijke wierd
aldaar gevangen, gekoord en gebonden,
naar Herzele gebracht en in den kelder der
herberg De sleutels opgesloten. Meer
dan twee honderd Esschenaars volgden
hem weenend de priester zegde hen van
naar huis te keeren, maar allen weigerden,
en het volk van 't Hoi Ter Horpen mocht
hem denzelfden dag bezoeken. De pastoor
weigerde te vluchten, alhoewel alles open
stond, en wierd gestuurd naar Aalst, Gent
en Parijs en ingescheept voor Cayenne,
waar hy in ballingschap stierf.
EINDE.