Zondag 18 Augustus 1912.
5 centiemen het nummer
65ste Jaar 4516.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM,
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
J|an het Vlaamsche Volk,
GELOOF EN LIEFDE
Hopmarkten van Aelsl.
OPROEP
Vil mijn Congoleesch
dagboek
DITJES en DATJES.
DE DEN DER BODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagteekening van
den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met
den Post verzonden 0 frank 's jaars, fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden,
voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwit-
iantiën doo de Post ontvangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-QOOSSENS Korte Zoutstraat, nr 31, en in alle
Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3de bladzijde
50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bh accoord. Niet opgenomen
handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen moeten hunne inzendinger
doen, uiterlijk tegen den Dijnsdag en Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad.
CU IQ UK SUUM.
Aalst, I7 Augustus 1912
Op Zondag 7 Juli 1912 werd te Ant
werpen eene vergadering gehouden van
de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie.
Aan de dagorde stond de nederlegging
van 'L Wetsontwerp der Vervlaamsching
van de Genlsche Hoogesehool tijdens den
buitengewonen zittijd, die twee dagen
later zou geopend worden. Uit de bespre
king van dit punt volgde, dat er geen
hoegenaamde mogelijk beid bestond die
hoofdvraag van het Vlaamschgezind
programma te behandelen in den loop
van dezen zittijd en werd er beslist, dat
het wetsontwerp zal neergelegd worden
in November aanstaande en dan onmid
dellijk zal behandeld worden. De lijd van
werken is dus nabij en wij roepen alle
Vlamingen op, om de sedert jaren aange
vangen opwekking tot den strijd,kracht
dadig voort te zetten.
Ook de gevolgen van de verkiezingen
van 2 Juni zijn besproken geworden en
de wijze onderzocht, waarop deze ver
kregen zijn. Verklaringen werden daar
afgelegd waaruit blijkt, dat geene
leden der Commissie zich schuldig
gemaakt hebben aan miskenning der
regels voorgeschreven door de eischen
van de eendracht en dat er geen aan
leiding beslaat tot het opzeggen der
samenwerking. Daarom verklaren wij
nogmaals, dat het vraagstuk van de
Vervlaamsching van de Genlsche Hooge
sehool niets heeft te maken met den strijd
der partijen. Het raakt daarentegen de
hoogste geestelijke en stoffelijke belan
gen van het geheele Vlaamsche Volk.
Het is een vraagstuk, dat niet door
eene enkele partij kan opgelost worden.
Tot zijn oplossing is het een onmisbaar
vercischtc, dat de Vlaamsche Kracht,, die
in de verschillende partijen aanwezig is,
eendrachtig optreden om te zegevioren
over de macht van den tegenstand.
Dat werd begrepen toen deze groolscho
strijd werd aangebonden en ondanks de
vele pogingen, die van alle zijden wer
den in 't werk gesteld om de eendracht
te ondermijnen, werd deze onverbreek
baar bewaard.
Thans is deze eendracht meer dan ooit
vereischt. Geen beter bewijs is daarvoor
te vinden, dan het luid gejubbel, dat in
heel de anti-vlaamsche pers zonder
onderscheid van partijen is opgestegen,
toen het scheen, dat deze eensgezindheid
een knak zou krijgen. Zij juichte als ware
de Vlaamsche Hoogesehool reeds begra
ven dat mag een les zijn
Is het op het oogenblik. dat de Wal
lonisanten zich tegen ons oprichten en
de opheffing eischen van taalwetten, die
we met zooveel moeite veroverden; op
het oogenblik, dat de bestuurlijke schei
ding van het Vlaamsche en het Waalschc
de-1 van ons vaderland wordt gevraagd
door de Waalschc heethoofden op het
oogenblik, dat op het Waalsch Congres
van Luik wordt toegejuicht de een-
Geschiedkundige ridderroman uit den
eersten kruistocht
door Petrus Van Nuffel.
7e Vervolg
Daar straks, herbegon Diederik
bracht do bode gewichtige tijdingen uit
het vaderland aan Pieter don Eremijt
bekwam van Paus TJrbanus II volmacht
om do verovering van Jeruzalem aan te
prediken, Feeds doorliep hy veelerlei
streken, alwaar bij bet vuur van den
opstand duchtig aanstookte en alles te
wapen bracht
lk zag die kluizenaar menigwerf
van nabij,
Weihoe, heer En gij spandet hem
geenen strik Gy sloegt er de handen niet
aan Ik moest in uwe plaats geweest zijn,
ik Mijn dolk zou den opruier de tong uit
de keel gerukt hebben Meer schrik
aanjagende maren indien gij ze zoo
noemen wilt werd de boodschapper
machtig...
Go verontrust mij bovenmate.
x Zeker Godfried, hertog van Bouillon,
markies van Antwerpen....»
Hem ook ken ik.
heeft voorgenomen eveneens naar
Palestina op te rukken.
dracht der Franschgezinde katholieken,
liberalen en socialisten om op te komen
tegen onze billijkste eischen is hot op
dat oogenblik, dal wij tweedracht zouden
laten sluipen in onze gelederen en ons
daardoor zouden laten verlammen tot
groote vreugde van het franskiljonisme
Dat ware krankzinnigheid. Daarom zal
de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie,
in welke het Vlaamsche Volk zijn ver-
trouwen heeft gesteld tot het leiden van
de Beweging, de eendracht tot eiken prijs
bewaren en de andere Vlaamschgezinden
aanwakkeren om hetzelfde te doen. Met
onverzwakte eensgezindheid zal ze hare
taak volvoeren, die moet leiden tal ver
overing van wal het Vlaamsche Volk hel
dierbaarste moet zijn een volle onbe
lemmerde ontwikkeling en ontluiking
van zijn geestelijke begaafdheden in de
Vervlaamschte Hoogesehool van Gent.
Wij zeggen dus aan alle Vlaamschge
zinden het land door laat u niet mislei
den door de inblazingen van ben, die het
niet goed meenen met onze Heilige Zaak.
Wij herhalen hun den Riitli eed, waar
mede zoo prachtig onze Beweging werd
ingezet op de onvergetelijke Volksver
gadering te Antwerpen
Wir wollen sein ein einzig Volk von
\Brx\dern
In keiner Not uns trennen und Gefdhr!
Wij willen zijn een eendrachtig Broe-
[dervolk
In geen nood ons scheiden noch gevaar.
tot de Planters en Kooplieden
Het College van Burgemeerster en
Schepenen der Stad. Aalstbrengt ter
kennis, dat er 5 PRIJSKAMPEN worden
uitgeschreven voor de Landbouwers
welke van hun eigen gewas de beste Hop
op de merkt zullen brengen.
De p'ijskampen zullen plaats hebben
1° Zaterdag 14 September 1912, ten 15 u.
2° idem 21 idem idem idem
3° idem 28 idem idem idem
4° idem 5 October idem idem
5° idem 12 idem idem idem
Er zullen prijzen verleend worden van
5, 10, 15 en 20 fr. in evenredigheid der
hoeveelheid op de Merkt te koop gestelde
Hop.
In het beoordeelen der hop zal de Jury
rekening houden van 1° de rijkheid in
lupuline (geel stof) en geur (reuk) 20
punten 2° de fraaie kleiu; 5 punten
3° de verzorgde pluk 10 punten de
wijze waarop zij gedroogd is: 15 punten.
Iedereen weet dat de Groene bel de
rijkste is in lupuline en dat de Carnau
veel armer is dan de andere soorten. De
hop dor landbouwers die hun gewas
drogen bij middel van hot ijzeren toestel
dat de Hopcommissie kosteloos toeslaat
aan de planters welke hunnen eest wijzin
gen volgens hare inlichtingen heeft altijd
oenen fijnen geur en eene fraaie kleur.
Onzin weersprak Hoél. Zoodanig
tocht vergt verbazende uitgaven
Godfried zou deze weten in te staan
met bet domein van Bouillon aan het
bisdom van Luik te verknopen.
De kerk vervolger viel van do eene
verwondering in de andere. Ongeloovig en
angstvallig tegelijk, keek bij naar den
ongeluksbode, die voortsprak
Tachtig duizen i voetknechten, tien
duizend ruiters staan vliegensgereed om
den zoon van Ida, zuster van Godfried den
Bult, ter hulp te snellen.
U schijnt dit nieuws geene verlegen-
beid te baren, Diederik
Ba Waarom ons voorbarig ontrusten.
Ilc zie in Godfried alleenlijk een verwaan
den snoever, een eerzuchtigen gelukjager,
meer niet 1 Of bij den aangenamen kant
van zulkdanig reisje op de keper beschouw
de, is betwijfelbaar. Zeker is 't, dat bij liet
niet zoo gemakkelijk zal hebben, als tijdens
zijn verblyf aan het hof van Duitscliland,
waar bij, aan den troon van Hendrik IV,
lui en vadsig, bet schoonste zyns levens
sleet onbetwistbaar wordt hem, in 'net
tot bier komen, de wieken gekort, zijn
harde kop gebroken, zijne slaafsclie keur
bende uiteengedreven
Gy geeft derhalve den moed niet op
Ik, ik den moed laton zinken Te
allen tijde stiet ik lafheid verre van mij
Hoe vinniger bot gevaar mij omringde,
des te onversaagder ik werd hoe heeler
het gevectit was, des te stouter zag ik den
Op den fijnen geur der hop heeft groo-
ten invloed 1° hel plukken eer zij rijp
is 2° het te laat inoogsten 3° het
drogen op eenen hoogen warmtegraad
4° het verkeerd behandelen op den eest.
De hop moet zuiver geplukt zijn, zoo
danig dat zij noch lange stelen, noch
bladers bevat,
Men kan de hop bederven door hel
drogen 1" als zij te weinig gedroogd is
of te veel gebroken als er rook door
de bellen gaat, die aan de Hop haren
fijnen geur ontneemt 3° als men do IIop
te dik op de droogtafel legt en een groot
vuur maakt, zoodat de onderste laag bel
len verzengt, terwijl de bovenste laag
overvloedig zweet1° als men te vroeg
solfer brandt vooral terwijl de Hop zweet.
Rook en zwaveldampen lossen zich op in
liet vocht, kloven aan de schubben en
bederven den geur, de bellen verliezen
hunnen glans, de lupuline wordt bruin,
de looistof en de hars verliezen een deel
hunner kostbare eigenschappen.
Om aan den prijskamp deel te nemen
moet men ten minste 100 kilogr. Hop op
de Merkt brengen, welke in één of ver
scheidene zakken mag bevat zijn 300
kilogr, zullen twee loten, 500 kilogr.
drie loten uitmaken waarmede men naar
de prijzen kan dingen. De mededinger
moet dit gewicht door een bülletijn der
hoppewaag bewijzen. De hop mag op
voorhand niet verkocht zijn, zij moet ter
Merkt le koop gesteld worden. Ten einde
te vermijden dat dezelfde hop op ver-
schillige dagen aan den prijskamp zou
deelnemen, moet den mededinger net
bewijs brengen dat zijne hop verkocht en
geleverd is
Den 28 SEPTEMBER zal de groote
regionale prijskamp plaats Hebben,
waaraan alleen de leden der Vahver-
eenigingen mogen deelnemenen kun
nen 1000 franks premies toegekend
worden. Elke varileil Groene Belle
Witte rank en Carnau zal een
afzonderlijken prijskamp uitmaken..
De loten moeten zich vóór 8 uren
op de Hopmarkt bevinden.
Er zal een gouden eermetaal verleend
worden aan den koopman die op vijf
prijskampen meest hop gekocht heeft
waarvan een eerste, tweede of derde
prijs is toegekend
Wij denken do planters te mogen aan
raden, hunne Hop van rijke, geurig*
hoedanigheid, zooals de Groene en Friesche
niet te vermengen, met deze die arm is
in hoedanigheid, zooals vorige jaren zul
len do Brouwers de beste bij voorkeur
koopen, zelfs aan een hoogeren prijs.
Van heden af kan men inlichtingen be
komen hij de Leden der Hop com missiën:
MM. M.-L. Gheeraerdts, Voorzitter,
Baron Lodewijk de Bethune, F. Cumont,
Dés. De Wolf, C. Eeman-Callelnul, Rid
der L Schellekens, Od. Van der Schue-
ren, L. Van Overstraeten, J. Reyniors,
Schrijver.
Gedaan te Aelst, den 12 Augusti 1912.
De Secretaris,
Oscar REYNTENS. De Burgemeester,
M.-L. GHEERAERDTS.
d<iod 111 de oogen. Het was mijn leven
Bestendig kroonde eene uitstekende over
winning mijne dapperheid
Fier ben ik, flikflooide de edelman
11 tot vertrouweling te bezitten Eens bet
bijgeloof in den wortel uitgeworpen, valt
u de schoonste belooning te beurt. Over
tollig u te vragen, of gij er happig naar
zi.jt 1
Maar dat is zeer begrijplyk ook, beer
graaf riep Diederik levendig uit. En hot
loon, hoop ik, zal de waardij der bewezone
diensten ovenaren
De raadsman glimlachte schalks. Iloël
giste niet, dat zijn handlanger, hij liet
uitspreken der laatste woorden, de hand
van Maria bedoelde. Voor h' t oogenblik
onderdrukte de looze Mahomedaan de
onstuimige drift, welke hem bemcesterde
en omzichtig week hij van het kicsche
onderwerp af. Alvorens den be3lissenden
slag to wagen, wilde hij alle kansen goed
wikken en wegen te meer, nu hem de
zaak op geen ongunstigen voet bleek,
werd bij bevreesder dan ooit door een
enkel onvoorzichtig woord ginsch bet spel
te verbrodden.
Wil ray vcrschoonen, heer; sprak
bij zoo ik afscheid neem. Ons volk wacht
mij muren on torens eischen stipte bewa
king. Do dichter van het spreekwoord
's Meesters voeten beteren den grond,
sloeg, by het ruimelen, den nagel op den
kop. Hebt ge mij nog iets op te leggen
Neen, antwoordde de graaf.
door Puthus Cosvm.
Stichting van den landbouwpost
van Kitunguru.
XIX.
I 23 November 't Is nu al heel wel en
goed een huis le hebben waarin men
beschut zit tegen regen en wind en zelfs
in de groote voorzaal eene ronde tafel te
hebben, toch dienen de andere kamers
ook bemeubeld te zijn en voor alle meu
bels bezit ik, een vouwzetel, eene kleine
tafel, en twee stoelen. Eerst en vooral
stoelen en zetels gemaakt van bambou.
Als men de zwarten een model toont
maken zij hel gauw na, zij dubben er
dan ook niet lang op, nemen bambous
en zijn aan t klieven en snijden. Terwijl
zet ik er zes aan 't werk om mijn bureau,
van schrijftafels le voorzien en buffetten
en loketten om alle papieren en hoeken,
op orde to kunnen rangschikken. Vier
anderen rnaken mij, uit bambou, twee
buffetten voor in de groote voorzaal, in
iederen hoek een legen den achtermuur
en de deur in 't midden. Het brein der
"negers is voorwaar zoo zwart en donker
niet als hunne huid, en ,de meubels die
zij mij maken mogen waarlijk gezien
worden, zij hebben zelfs deze goede
hoedanigheid, boven fabriekwerk, dat
zij solied en sterk zijn. Hier moet ge
uiiiju zieiJ u zei ven te redden en slechts
steunen en betrouwen op u zelvon, want
hulp van anderen die komt hier te laat,
gij zoudt er lang moeten naar wachten.
Zie, nu moeten er deuren aan mijn huis
komen. Men heeft beloofd er mij to
zenden, maar eer die hier bij mij zullen
zijn ben ik zeker dat mijn congotermijn
van 2 jaar zal verstreken zijn, dus maar
zelf de handen aan 't werk geslagen, en
voor deuren en vensterluiken, bij gebrek
aan gezaagde planken, neem ik maar
bambou. '1 Sluit wel niet zoo dicht als
eene houten deur, maar 't stopt toch af
en zoo kan ik gemakkelijk mijne deuren
af wachten,maar 'k zie ze nog niet komen,
's Avonds zijn de meubels gemaakt, doch
de deuren eu vensterluiken niet. Terwijl
ik 11a het avondmaal, zoo op mijn dui
zend gemakken eene pijp lig te- rooken
in mijnen zetel, zie daar schiet opeens
iets in mijn gedacht, dat mogelijks voor
mijne beminde stambroeders, de Vlamin
gen, van nut zou kunnen zijn. Reeds zag
ik kleine woordenboeken en ook groote
in ki-swahili en fransch, doch tot hiertoe
zag ik nog geen enkel woordenboek
Vlaamsch ki-swahili. Het swahili, is de
taal die door 't meeste deel der negers
in Katanga gesproken wordt, en 't zou
dus voor de Vlamingen die zinnens zijn
naar Katanga over te komen, 't zij als
beambte van 't Ministerie, of als work
man, of voor zijn eigen risiko, van over
groot nut zijn, oonige woorden ki-swahili
te kennen, of gelegenheid te hebben dit
in eigen taal te loeren. Daarom zal ik
hier in De Denderbodc van tijd tot
Dus, tot dezen nacht. Zekerlyk zijt
ge bogecrig den vijand in zijne laatste
stuiptrekkingen te zien en hem eene
welgemeende voorspoedige reis naar zijnen
Hemel t» wenschen
Zulk genot laat ik voor niets ter
wereld ontsnappen
Dat doet mij gonoegen. Vaarwel dan,
en, fluisterde nog de ridder waak over de
jonkver
Hoe is hot mogelijk, Diederik, vloog
Hoël op langer achterdocht te koesteren
Uwe voorzichtigheid is alleszins lofwaardig
doch nu volstrekt overbodig.
Laat zijn. Intussohen veronderstel ik,
dat Maria, in openly ken moedwil, tegen
uwe bevelen opkomt, wat zijt ge voorne
mens
Uwe spitsvinnigheid bedriegt zich.
Niets is zeker.
Ik zal baar bijtyds schrik aanjagen,
bedreigen.
Dreigen is hier niets, bandelen alles,
verstaat gij
Ja wel, mompelde de burchtheer
verstrooid ten eenen male uit zijnen schik.
....Niettemin blijft ze toch nog altyd mijn
kind...
Eene schrikkelijke verantwoordelijk
heid weegt op u, heer, weel het welTot
wederziens
Warm handgedruk scheidde de vrienden.
Buiten gekomen, lachte Diederik sluw.
Een gesmoorde vloek stierf tusschen zyne
tanden weg, daar hij siste Myn voorge-
tiid eene les van ki-swahili inlasschen,
en ik raad de Vlamingen aan, die niet
zeer op de hoogte zyn der Franschc taal,
die lessen goed te volgen en uit te knip
pen, 't zal hun tetor hier in Katanga van
onberekenbaar nut zijn. Goede zaken
mag men niet uitstellen zegt ergens een
wijze, ik zal dus daarom maar heden met
mijne eerste les aanvangen
Vlaamsch ki-swahili. Vooreerst zij
gezegd dat men in ki-swahili, u altijd
uitspreekt als in 't Vlaamsch oe. De w
wordt uitgesproken als u kort, b. v.
kwenda gaan, spreekt uit ku-enda
morgend subui, spreekt uit soeboei
eene e spreekt men altijd uit als in eten,
de eerste e, en dit gezegd begin ik
vleesch nyama eiers maiai
visch samaki gras maiani
brood mampa boom miti
boter - manteka vuil taka
zout thjumvi schoenen - sapatos
peper pili-pili klompensapatos-na-
mes kisliu slangnioka [,niti
lepel suponi suiker sukari
vorket fokolé bed kitenda
tolloor sani sargie blanget
tafel mésa kafé kawa
stoel kiti seffens bio-bio
lamp lala tala zachtjes - pole-pole
water mai
Voor eene eerste les zal dit reeds
genoeg zijn. Ge ziet ik neem de woorden
liolse-botse en niet in alphabetische orde,
mogelijks zal ik later zoo'n klein zak
woordenboekje, Vlaamsch-ki -swahili,
ten dienste onzer Vlamingen uitgeven.
Nu geef ik enkel de woorden die men
dagelijks het meest gebruikt eu het meest
noodig heeft.
In de algemeene werksta
king zal alles op wreedzame wijze gaan.
zeggen nu de socios, om hunne blauwe
vrienden blauwe bloemekens op de
nouw te spelden, doch heeft het socialis
tische Kamerlid Ilubin, de spuwer, niet
gezegd voor enkele dagen dat de alge
meene werkstaking niet wreedzaam kan
zijn.
Anderen van over lang, spraken zoo
als nu
De heer Furnémont, nu Kamerlid,
zegde in Juni 1895 op eene meeting te
Molenbeek
- De vervorming der maatschappij zal
nietop wettelijke wijze gedaan worden».
Dus 't zal door revolutie zijn.
Gezel Defnet, gewezen rood Kamerlid
van Namen, schreef in Le Peuple in
Juni 1895
Opgepast voor den schok, als de
'i werkers woedend zullen opstaan om
i) de verdrukkers der werkende klas te
doen tuimelen.
Het zal dan waarlijk den eindstrijd
- zijn want do maatschappelijke revo-
lulie zal overal woeden. Men zal de
werklieden zich op hunne tegenstre-
vors zien werpen de kapitalistische
klas zal verschrikt vluchten de lente
- zal eenen rooden glans hebben in de
voel wordt bewaarheid de joukver is
ehristene, haar vader een bloodaard Ik
zou er durven myn hoofd op zetten, dat
Hoël, geroerd door haren verleidenden
blik,in staat is zjjnen bloeddorst te matigen
en den strijd te staken. Dit moet verhoedt 1
Ik ben slechts zijn dienaar, 't is waar,
doch hij draagt mij een onbepaald vertrou
wen toe, wikkelt mij in zijne minste
geheimen, tot zóo ver dat mij niet moor
derven kan éen spoor van zwakheid of
verraad boet hij met zyn leven Plicht
voor alles 1
Hij daalde grinnikkend den trap af. Op
den laatsten tred bleef bij staan, rustte met
den raafzwarton kroezelkop tegen den
wand en zuchtte Ach mij ook. den ge-
vreesden, hardvochtigen Diederik, my ook
veroverde Maria's reine oogopslag bij
deed in het diepste mijner ziel snaren
trillen, waarvan de klank mij vroeger
onbekend was maakte mijn hart week,
myn geheel laf en verwijfdGeen ster
veling zal ooit weten, boe driftig ik tegen
het opwellend minnevuur worstelde
Liefde Machtig too verwoord, meeslee-
pend en aanlokkend, hoe brengt gij do
zinnen op hol Maria toebehooren, haar
gedurig kunnen herhalen hoe smoorlijk ik
haar min,mij verlustigen in den galm barer
zoetluidende stem, haar voor eeuwig bezit-
ten, wat heil wat schoone droom
Dwaasheid Dwaasheid Zij vlucht mij als
den duivel, schuwt my lyk de pest Zij
haat mij dan wol diep diep en ik, ik
velden door den burgeroorlog ver
woest.
Gezel Defnet kondigt dus burgeroor
log aan moord en brand, verwoesting
der velden Zoudt gij denken dat de
werklieden daar wel zullen bijvaren
De raad van Dokter De Bie.
Gij zult leed en kommer schuwen
Overwerk en overdaad
Gij zult op den grond niet spuwen.
Noch in liuis noch op de straal
Hoesten als gij 't niet kunt letten,
Met den zakdoek voor den mond
E11 uw fluimen zult ge ontsmetten
Of verbranden op den stond.
Spoel den mond, en kuisch uw tanden
's Avonds eer gij slapen gaat
Voor het eten wasch uw handen
Eet gestatig en met maat
Laat de melk eens duchtig koken
Leen aan niemand uw gerief
Haat alcool en labakrooken,
En heb orde en reinheid lief
Slaap alleen met open ruiten,
't Liefste langs den zuiderkant,
Leg bij open weer u huiten,
Op een rieten ledekant.
Neem het stof met natte doeken
Van de meubels en den vloer
Laat de zon in al de hoeken
Stralen van uw huis en koer.
*4* De gasten die zich gesteld heb
ben als opmakers van wetten, zien niet
geerne het woord plicht en zouden
het willen uitschrabben. Zij kennen maar
het woord recht dat den zin heeft van
eene mogelijke winst, terwijl het woord
plicht het gedacht geeft van eene
schuld die te betalen is. Paul Féval.
Vooruitzichten voor den aan
staanden winter. Volgens de sta
tistieken was de thansafgeloopene maand
Juli de koudste sedert 1879, en de natste
sedert 1861.
De weerkundige, M. Robert Kempt,
maakt er de volgende vooruitzichten uit
op voor den aanstaanden winter.
De ijzige Julimaand van 1879 ging aan
den strengsten winter vooraf van ganseh
de 19e eeuw.
In December daalde de thermometer
tot op 23° onder De grootste koude
was 25°6 onder 0. De Seine bovroos, en
den 10 December kon men er droogvoets
overgaan te Parijs.
De zoo natte Julimaand van 1861 is
niets kwaads noch goeds voorafgegaan
toen was de Oogstmaand droog en de
winter normaal.
4*4 Achter de roode vlag. In
de provincie Luik denken de socialisten
voorzeker dat zij reeds volop meester
zijn. Te Herstal werden de leerlingen
der gemeentescholen naar de prijsuitdee-
ling geleid,metde roode vlag aan 't hoofd,
en nog wel juist op het oogenblik dat de
jaarlijksche processie uitging. Te Ans zal,
naar het schijnt, de prysuitdeeling aan
de leerlingen der gemeentescholen plaats
hebben in het Maison du Peuple
Men ziet daaraan wat er van de vrij
heid van onderwijs zou geworden, moes
ten de kartellisten ooit meester zijn in
ons land. Alleman zou, willens of niet,
achter de roode vlag moeten loopen.
snak naar bare wederliefde...! Gelukkig
haar minnaar slaapt de slaap der dooden
en zy is myner macht bewust vader en
dochter zullen my vreezen en eindigen met
mijn voorstel in dank te nemen...
Hoorbaar knarsten de tanden des door
trapten belagers en eene nieuwe godslaste
ring bonsde tegen het gewelf koortsig
doorliep hy den langen gang, op wiens
uiteinde eene met ijzeren platen bedekte
deur den trap verborg, die tot den hoofd
toren leidde. Dozen klom hij op en kwam
alras in een klein vierkant vertrek. Voor
allen opschik bemerkte men eene zware
tafel en een lompen stoel aan den muur
eenen blaashoorn, eene lantaarn en een
gryzen vilten hoed met groene verlepte
veder. Een man lag, tusschen steencn
drinkkan en kroes, met het hoofd op de
tafel, luid te snorken. Zyn haarbos was
stekelachtig en bloedrood, zyne kaken
paars en blauw en opgezwollen zijn wezen
droeg do sporen der verdierlyking en den
stempel der verwoesting, welke het onma
tig gebruik van den drank er onuitwisoh-
baar had ingeprent. Zijne band hield
eenen sleutelbos omkneld.
Diederik aanzag boosaardig don slapenden
torenbewaker en keek in de kruik.
Ledig IJdel tot op den bodem
preutelde hij. Die onverbeterlijke zuiper
Hij ontrukte hem den sleutelbuinlel en
sloeg er hem verscheidene malen mede om
de ooren.
Wordt voortgezet.