I
li
De Denderbode Zondag, 29 September 19 i2
ZAAIGRAAN.
LAÏÏDBOÜWNOTA'S.
Voeding der Dieren.
aan
N° 4528
ANDBOÜW SIJVOEErSEL
Proefnemingen hebben bewezen
dat de opbrengsten veel verschil
len volgens de hoedanigheid der
gebruikte zaden.
In verscheidene landen worden
daarom zeer belangrijke maatrege
len genomen In Denemarken
bestaan meer dan 40 syndicaten
over het gansche rijk verspreid en
vereenigd in eene midden-maat
schappij de Danske landbojoremn-
gers Froforsyning, te Roskilde).
In Zweden heeft men ooksyndi-
katen zooalsin Denemarken, daar
enboven bijzondere staats-agen
ten, gelast met het toezicht der
zadenteeltprijskamp voor zaad-
winning;uitdeeling van uitgelezen
zaden aan de landbouwers, die
daarvoor eene gelijke hoeveelheid
van hun zaad in de plaats mogen
geven bezoldigde proefnemers,
waarvoor de Regeering elk jaar
eene som van 30.000 kronen
beschikbaar stelt en eindelijk stel
selmatige inrichtingentotzaadver-
betering te Svalöf en te Weibulls-
holm.
In Noorwegen wordt aan de
landbouwers een bijzonder onder
richt gegeven over zaadteelt. Er
bestaan inrichtingen, die zich
bezighouden met het uitlezen en
veredelen van zaden. Sommige
landbouwers krijgen er den titel
van zaadwinners op voorstel vaneen
toezichter, welke aangesteld is
door de Komgl. SeLskab for Norges
Vel.
In Finland bestaan er 10 maat
schappijen, afhankelijk van een
middenbestuur, welke zich met
zaadverbetering bezighouden
In Rusland, teSaratowenChar-
koff bestaan er inrichtingen tot
zaadverbetering.
In Bohemen wordtdeveredeling
van het zaaigraan bewerkt door
13 samenwerkende maatschap
pijen die voortaan hunne zaden in
verzegelde zakken zullen termarkt
brengen:
In de Vereenigde-Staten bestaat
er, te Washington, eene officieele
inrichting die voor'zending heeft
de meest gepaste zaden voor elke
streek te leeren kennen, ze aan te
schaffen en ze te verspreiden tus-
schen de landbouwers De land
bouwers en de zaadhandelaars,
welke onder toezicht dezer inrich
ting zich bezighouden met den
handel van deze gekeurde zaden,
maken groote verdiensten door
deze officieele aanbeveling, hun
ner zaden.
In ons land zou er op dit terrein
nog veel nuttig werk kunnen ver
richt worden, want tot hiertoe
werd weinig of niets gedaan en de
landbouwers hechten te weinig
belang aan den keus van zaai-,
graan.
Uitgaande van het standpunt
dat om tot de beste uitslagen te
19
geraken men zich moet toeleggen
op verbetering van inlandsche
zaden,zouden de landbouwkundi
gen moeten onderzoeken welke
variëteit der geteelde gewassen
voor elke landbouwstreek het best
gepast ismaatschappijen, die
zich zouden toeleggen op het tee
len van de aangeduide variëteiten
zouden moeten tot stand gebracht
worden zaadproefteelten zou
den van staatswege moeten inge
richt worden en de uitgelezen
zaden zouden onder bijzondere
verpakking met een officieel merk
bekleed in den handel moeten
gebracht wordenEr zouden voor
zeker landbouwers genoeg gevon
den worden, die zich aan de voor
schriften van deskundigen zouden
willen onderwerpen, om daarna
de gewonnen zaden, onder offi
cieele aanbeveling tegen hoogen
prijs aan den man te'brengen.
Ara.
Men bemerkt soms dat er donkere
kringen of vlekken in de aardappels
voorkomen. Dit is geen gevolg tan
slechte bewaring,maar is veroorzaakt
door het land, waarop ze geteeld zijn.
Kringerige aardappels hebben een te
laag kalkgehatle; ook is deze kwaal te
verhelpen door het land sterk met
kalk te bemesten.
Inkarnaat-klaverïn karnaat kla
ver of fransche klaver is eene uitmun
tende voederplant, welke reeds zeer
vroeg in de Lente eene goede opbrengst
verschaft. Deze klaver kan gemakkelijk
alstusschen vruch t worden geteeld, want
het afmaaien kan vroeg pene eg g. beu
ren, om na die opbrengst nog een ander
gewas te teelen.
Aangaande de vruchtbaarheid des ak
kers en de bebouwing stelt deze klaver
maar geringe eischen. Vroeg gezaaid
wederstaat zij zeer goed aan de koude.
De akker, waarop men deze klaver wil
winnen moet echter goed zijnomdat zij
tamelijk veeleischend is voor wat den
natuurkundigen toestand van den groüd
betreft. Kalkachtige gronden die bij
vochtigheid zwellen,zijn voor deze teelt
niet gepast. Leemachtige zandgronden
welke diep.gezond en frisch zijn,leveren
eene goede opbrengst. De akker magniet
te los liggen, maar moet eerder hard en
gesloten zijn. Te veel bewerking kan
zelfs schaden.
Men zal vroeg genoeg zaaien, opdat de
plant zich nogbehoorlijkkunneontwik-
kelen vóór den Winter. Men zal, bij
voorkeur, met regenachtig weder/.aaien,
want de droogte kan de opbrengst
gevaar stellen.
De beste zaden zijn die, welke in het
jaar werden gewonnen men gebruikt
25 tot 30 kg. per hectare. Bruine en dof-
k leurige zaden zijn te mistrou wenZaden
van twee jaar kunnen desnoods nog
gebruikt worden.
Tegen einde April, bfgin Mei, wanneer
de eerste bloemen verschijnen, kan de
klaver gemaaid wordtn. Wachi men te
lang met maaien, dan verliest het voe
der in waarde, want deze klaver wordt
spoedig hard.
Men oogst, per hectare, van 15.000
tot 20.000 kg. groen voeder, hetgeen
overeenstemt met 3.500 fot 4.500 kg.
klaverhooi.
Men heeft de volgende variëteiten de
getcone,welke einde April eu begin Mei
wordt gemaaid de late, waarvan de
oogst veertien dagen later begint; de
zeer late met witte bloemen en zaden,
en welke nietzoozeertegenkoudebestand
is, en eindelijk de extra-late, die ook in
de Lente kan gezaaid worden, een
struisch en zeer veel opleverend gewas.
Inkarnaat, klaver is een uitmuntend
voeder voor de paarden, doch wanneer
de bloemen gevormd zijn, is deze klaver
gevaarlijk voorde veulens, bij dewelke
d i bloemknoppen soms doodelijke onge
vallen hebben teweeggebracht. De inkar
naat klaver is niet zoo voedzaam als de
purperklaver, doch de trommelzucht is
bij de eerste zeldzamer.
Wintergarst - Ook sukrioen gehee-
ten, is eene graansoort, welke goede
winsten kan opleverenwan neerde teelt
d elmatig geschiedt. De brouwerij heeft
meer wintergarst noodig dan er in ons
land verbouwd wordt, daarom wordt er
jaarlijks eene aanzienlijke hoeveelheid
garst ingevoerd tot vervaardiging van
mout.
Daar de mouterij de beste garst opzoekt
en de brouwerij het beste mout, zal de
landbouwer zich moeten toeleggen op
het wincf n van allerbest graan, daartoe
zal jiij geraken door keus der beste varië
teit. Wintergarst eischt een lichten
zand-leemachtigen of zand-kalkachli-
gen bodem; kalkgrond is uitmuntend op
voorwaarde dat hij goed los en diep
bewerkt zij.
Wintefgarst groeit zeer wel na vlas,
koolzaad, aardappels, erwten, wikken,
braak en opgebroken graslaod. De hulp
meststoffen moeten doelmatig aange
wend worden. Nooit zal men onmiddel
lijk voor deze teelt stalmest, vloeimrst
of zeik aanwenden.
Bij de eerste bewerking kan men eene
halve bemesting met goed verteerden
stalmest toepassen, tezelfder tijd als 400
tot 500kg metaaislakken. Bij de zaaiing
strooit men 75 kg. chilinitraat uit. 200
tot 300 kg. kalksupefphosphaat, 75 tot
100 kg. chloorpotasch on 150 tot 200 kg.
pleister. Wanneer de groei herneemt
zal men nog 100 of 200 kg. chilinitraat
toepassen, indien de grond of het gewas
zulks vereischt.
Uit de volle hand zaait men 150 kg.
zaad, met het zaaituig 115 kg.
Thomasphosphaten en andere.
Wij bevinden ons nu op het beste tijdstip
desjaars tot aanwendingder metaalslak
ken en nooit zullen de landbouwers het
zich beklagen, deze meststof reeds te
hebben ingewerkt bij het ontstoppelf n
of bij hetomploegen van een braakland,
al was dit ook op het einde van Juli. Het
isvoordceligde metaals'akken te gebrui
ken als het weder nog tamelijk warm i?.
Het zal niet on noodig zijn aan de
landbouwers te herinneren, dat er ver-
ichillende soorten van metaalslakken
bestaan en hun te doen opmerken, dat
de waarde der Thomasslakken zeer
groot is, zooals dit blijkt uit talrijke
bemestingsprooven en vooral uit die
van M. Smets.
Wanneer de landbouwer metaalslak
ken koopt, moet hij inlichtingen nemen
over hun gehalte aan totaal phosphor-
zuur, waarvan 751. h. ten misstemoet
oplosbaar zijn in citroenzuur op 2 t. h.
(reacti 'f Wagner)over de fijnheid van
het gemaal, welke ook 75 t. h. moet
bedragen.
Evenals men tegenwoordig super
phosphaat verkcopt tegrn de eenheid
phosphorzuur oplosbaar in water en
ammoniakcitraat, zoo tracht men ook
n den handel de gewoonte in te voeren
van metaaislakken te verhandelen,
tegen de eenheid phosphorzuur oplos
baar In Wagner-citraat Door deze nieu
we schikking zou men uit den handel
de vervalschte Thomasslakken verwij
deren en ook die metaalslakken, welke
vermengd worden met phosphateD, die
een hoog gehalte totaal phosphorzuur
bezitt. n maar wier phosphorzuur maar
eene geringe bemestingswaarde bezit.
De landbouwer mag er zich aan ver
wachten, dat er binnen kort hande
laars zitUen gevonden worden, die hun
Thomasphosphaten aanbieden tegen
zooveel de eenheid phosphorzuur oplos
baar in citroenzuur op 2 t. h. Bijgevolg,
in plaats van, bijvoorbeeld, metaaislak
ken te koopen aan 0 fr. 225 de eenheid,
met waarborg van 20 t. h. totaal phos
phorzuur, waarvan 75 t h. oplosbaar
in Wagner citraat, zal hij diezelfde
waar koopen aan 0 fr. 30 de eenheu
phosphorzuur, oplosbaar in citroenzuur
op2t. h. waardoor dan toch de priji
per honderd kilogr. niet veranderd is.
F. P. délla Campagne.
(Nadruk verboden)
Ver-keerde benaming.
Men heeft het Chilinitraat de
meststof der Lente genoemd. Dat is
onzin. Indien er eene meststof is
welke te allenfijdekan aangewend
worden, dan is het wel nitraat.
Men zou kunnen begrijpen dat
men aan Thomasphosphaat den
naam van herfstmest of winter-
mesttoevoegde, alhoewel eene toe
passing van phosphaat in de lente
of in den zomer voorzeker niet kan
schaden men zou ammoniaksul-
faat in zekeren zin een zomermest
kunnenheeten,omdatereenzekere
graad warmte in den grond ver
eischt wordt om aan deze meststof
toe te laten, hare uitwerking te
verschaffen, maar nitraat kan in
zijnen vorm, zonder nïtrificatie
benuttigd worden door de gewas
sen en kan dus zijn uitwerking
geven zoodra er groei bestaat.
Nitraat moet ook in den Herfst
gebruikt wordenDe meeste onzer
graanvelden leveren de grootste
opbrengsten niet, omdat de jonge
gewassen in het begin van hunnen
groei, dusvóór den Winter, gebrek
lijden aan opneembare stikstof.
Men gebruike dan maar juist zoo
veel als er op dat tijdstip des jaars
noodig is, ongeveer 50 tot 100 kg.
per hectare, voor rogge, tarwe of
wintergarst, volgens de vrucht
baarheid van den bebouwden
akker. Deze kleine hoeveelheid
nitraat vóór de zaaiing of bij de
zaaiing ondergeëgd levert altijd
eene aanzienlijke opbrengstver
meerdering en winst op.
'"'"Ook op het einde van den Win
ter moet nitraat gebruikt worden
op de wintergranen. Vooral bij
rogge levert die stikstof de groot
ste winst op, welke het vroegst
door de gewassen kan benuttigd
worden.
Het amoniaksultaat en de orga
nische stikstofmesten kunnen op
dat tijdstip desjaars geenestikstof
beschikbaar stellen, vermits al de
factoren, welke tot de nitrificatie
vereischt worden,nog niet aanwe
zig zijn.Dat ook in Lente en Zomer
het nitraat de stikstofmest bij uit
muntendheid is, behoeft niet meer
bewezen te worden, zoodat men
kan zeggen dat het chilinitraat,
meer dan elk andere meststof, in
elk jaargetijde, vooreik gewas kan
aangewend worden.
Berekening der Rantsoenen.
Reeds meermalen hebben wij gezeid,
dat de landbouwer om veel voordeel uit
zijn veestal te trekken, eene doelmatige
voeding moet toepassen. Hij mag dus
niet zonder wegen noch meten te werk
gaan, hij moet zorgvuldig berekenen wel
ke rantsoenen moeten toegediend worden.
De hoeveelheid voedsel, welke eiken
dag door elk dier wordt vereischt, even
als de aard van dat voedsel verschillen
volgens de doeleinden, die men met het
dier beoogt en volgens het gewicht van
dat dier, volgens de voedingswaarde en
de handelswaarde der beschikbare voe
dermiddelen, enz-, enz.
Hoe zal nu de landbouwer te werk
gaan om het rantsoen vast te stellen
Hij onderzoeke eerst en vooral over -
welke hoeveelheid voedsel hij kan
beschikken, en verdeele daarna die hoe
veelheid over het aantal voedingsdagen
en voor een bepaald aantal dieren. Het
is natuurlijk, dat een landbouwer, die
over 50Ö0 kg. goed hooi beschikt om 5
melkkoeien, gedurende 6 maanden op
stal te voeden, niet meer dan 5.5 kg. hooi
per dagen per koe mag toedienen.
Op dezelfde manier zal hij berekenen
over hoeveel beetwortels, droog voeder,
stroo, aardappels en alle andere soorten
van voedermiddelen, welke hij op de
hoeve bezit, hij dagelijks kan beschik
ken. Ten einde die berekeningen gemak
kelijker te kunnen uitvoeren, kan hij het
beschikbare voeder berekenen voor 500
kg. levend gewicht.
Veronderstellen wij dat hij voor de voe
ding van melkkoeien en volgens de
hoeveelheid der voedermiddelen, welke
op de hoeve gewonnen zijn, per 500 kg.
levend gewicht over de volgende hoe
veelheden beschikt.
8 kg. hooi van middelmatige waarde.
22 kg. voederbeeten.
4 kg. haverstroo.
Volgens de tabellen, die de samenstel
ling der producten opgeven, bevat dit
voeder
Verteerbare Zetrneel-
Droge stof eiwitstof waarde
Kr. Kg Kg. Kg.
8 hooi 6.880 e.376 2.536
22 voederbeeten 2 640 0.132 1.958
4 haverstroo 3.44D O.056 0 692
Totalen 12.960 0.564 5.189
Volgens de opzoekingen van verschil
lende geleerden, bedraagt het onder-
houdsrantsoen van eene melkkoe, per
500 kg. levend gewicht 10 tot 15 kg.
droge stof, 0.350 kg. verteerbare eiwitstof
en 2 5 kg. zetmeelwaarde. Daarbij voegt
men voor de opbrengst, per kilogram
voortgebrachte melk 50 gram verteer
bare eiwitstof en 0.250 kg. zetmeelwaar
de.
Men zou dus noodig hebben voor eene
melkkoe an 500 kg. welke per dag 15 kg.
melk geeft.
Verteerbare Zetmeel-
Droge stof eiwitstof waarde
Kg. Kg Kg.
10 a 15 1.100 6.250
Zoodat volgens de boven aangeduide
producten, welke op de hoeve beschik
baar zijn, er een te kort bestaat van
1 tot 2 0.536 1.064