Hulpgelden en toelagen. Zondag 10 November 1912. 5 centiemen het nummer 66ste Jaar 4539. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM, van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. GELOOF EN LIEFDE Na de H. Zending. Ijil mijn Congoleesch dagboek Winterbemesling der klavergewassen. Nieuwe Pensioenwet DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank mei den Post verzonden 0 frank 's jaars, fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwit- tanliën door de Post ontvangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij G. VAN DE PUTTE-GOOSSENS Korte Zoutstraal, nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQL'E SlilJI. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklaraen fr. 1,00 Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den Dijnsdag en Vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, den 9 November 1912. De wet van 5 Juni 1911 heeft nogmaals nieuwe voordeelen verschaft aan de leden der lijfrentgilden die stortingen doen om zich oen pensioen aan te winnen voor hunnen ouden dag. De toelagen en hulp gelden van den Staat, op de stortingen in de Lijfrentkas worden verhoogd en ver menigvuldigd, ten einde de menschen meer en meer aan te wakkeren om te zorgen voor een pensioen in bunnen ouden dag. lloegrooter toelagen en voor deelen de Lijfrentkas aanbiedt, hoe tal rijker en gewilliger de spaarzame en vooruitziende lieden zicli bij deze zoo nuttige instelling zullen aansluiten. Ziehier volgens de nieuwe wet van 5Junil911op welke manier destaats- toelagen verdeeld en verleend worden aan de personen die geldstortingen in de Lijfrentkas verrichten. Deze slaatsloolagen verschillen vulgens den ouderdom der personen welke in de Lijfrentkas storten. De storters geboren NA bet jaar 1870 dus in 1871 en naderhand blijven aan de. oude voorwaarden zonder verbetering of opslag van toelagen. Zij ontvangen 00 centiemen voor ieder frank in de Lijfrent kas gestort, tot aan 15 frank. Ieder frank van 1 tot 15 frank krijgt gratis enne toelage van 60 conti-men. Dus deze per sonen geboren NA bet jaar 1870, die 15 frank storten, ontvangen 15 maal eone toelage van 60 centiemen, dit is 15 x 60 q. 9 fr. toelagen cene stor ting van enkel 3 fr., wint driemaal 60 centiemen, dit is 3 X 60 c =1 fr. 80 c., 6 frank gestort winnen 0 x 60 c. 3 fr 60 c toelagen. Bijgevolg de personen geboren NA 1 Januari 1871 indien bun geldelijke toe stand het hun toelaat, hebben alle voor deel er bij jaarlijks 15 fr te storten in hunne Lijfrentgilde zij winnen door deze 15 fr. cene staatstoelage van 15 x 60 c. 9 fr. Kunnen zij onmoge lijk over 15 fr. beschikken, dan moeten zij trachten zooveel mogelijk te storten, daar ieder frank eene toelage van 60 cen tiemen aanwint. De voordeelen der nieuwe wet van 5 Juni 1911 zijn vooral toegestaan om de personen geboren VOOR 1871 ie begun stigen en te helpen door rijke toelagen. De personen geboren VOOR het jaar 1871 zijn reeds betrekkelijk in jaren gevor derd en niet zoo ver meer af van hun pensioenjaar zij kunnen niet zeer dik wijls nog hunne stortingen vernieuwen en alzoo een gewichtig pensioen aan winnen. Daarom verschaft de Staal, aan deze oudere personen talrijke toelagen ten einde hunne persoonlijke stortingen en eveneens bun pensioen te verhelpen en te versterken. Ziehier de toelagen voor de personen geboren voor 1 Januari 1871. I)e staalstoelagen worden verleend tol Geschiedkundige ridderroman uit den eersten kruistocht door Petrus Van Nuflel. 18e Vervolg Zoo weinig echter do christenen de pijlen der muzolmannen vreesden, zoo min schrik te deze laatsten de doodelyke val in de grachten af. Integendeel. Dwars door den dichten pijlenregen hielden zy immer voet by stek met gansche zwermen beklauter den zy den muur, tcrwyl ai deren op de groote ingangspoort hunne macht bot vier der. om deze uit hare scharnieren te heffen en zij boyendien een legioen welgeoefende boogschutters hadden, die meesterlijk het wapen behandelden. Ilóudt stand, cliris tene helden schreeuwde Wilfried, onaf gebroken den degen zwaaiende. - Getrouw tot der dood donderde het onophoudend. Zijn schrander doorzicht bewees hem niette min, dat hunne lichamelijke krachten aldra zouden ontoereikend geworden zijn om lan ger weerstand te bijden. Hij gaf aan een deelzyner soldeniers houweel en byl, beval hun liet binnendeel van den muur uit te brekon en de zwaarste steenen te verza melen eene andere ploeg zond hij naar de binnenplaats van liet kasteel, alwaar groote aan 24 franks. In geval deze 24 fr. gebed en ganscii me' VOORBEHOUDEN kapi taal gestort worden,dan wint ieder frank eene toelage van 60 centiemen, dit is 24 x 60 c. =11 Ir. 40 c. toelagen. Ieder frank van 1 lol 24 fr. ontvangt 60 cent. hulpgeld. De wet maakt hier een onderscheid in de manier van storten do zes eerste franken gestort met AFGESTAAN kapi taal winnen hoogere toelagen, vastge steld als volgt 1) Personen geboren in 1866-67-68-69 en 70 1 frank toelage op ieder der zes eerste franken met afgestaan kapitaal, en 00 centiemen op de overige gestorte franks tot aan 24 fr. Eene storting van 24 fr. waarvan minstens 6 fr. met afge staan kapitaal wint 16 fr. 80 c. toelagen, namelijk 6 fr. op de zes eerste franks, en 60 centiemen op ieder der 18 overige franks, dus 6 x 1 -(- 18 X 69 c. 16 fr. 80 c. toelagen. Iedereen mag -altijd ge heel zijne storting verrichten met afge staan of met voorbehouden kapitaal, of ook zijne storting gedeeltelyk met afge staan en gedeeltelijk met voorbehouden kapitaal doen. Aangezien (ie wet bijzon dere toelagen verleent voor ieder frank, van 1 tot 6 fr., gestort mul afgestaan kapitaal, alle storters geboren VOOR 1 Januari 1871 moeten zorgen minstens 6 fr. van hun geld met afgestaan kapitaal te storten. 2; Personen geboren in 1861-62-63-64 en 65 1 1/2 frank toelage op ieder dei- zes eerste franken met afgestaan kapitaal, en 60 centiemen op de overige frank lot aan 24 fr. De hoogste toelage te winnen is 6 x t 1/2 fr. 18 X 60 0. 19 fr. 89 c. Ieder frank van 1 tol 6 fr. met afge staan kapitaal gestort wint 1 1/2 fr. toelage alle overige franken, van 6 tot 24 fr. winnen altijd 60 cent. per frank, het is onverschillig of zij met afgestaan of mot. voorbehouden kapitaal gestort zijn. 3) Personen geboren VOOR 18612 fr. toelage op ieder der zes eerste franken met afgestaan kapitaal gestort, en 60 centiemen op de overige gestorte franken van 6 tot 24 fr. onverschillig op welke manier de overige franken gestort wor den. De hoogste toelage voor deze personen die 24 fr. storten waaronder minstens 6 fr. met afgestaan kapitaal bedraagt 22 fr. 80 c., namelijk 6 X 2 18 X 60 c.= 22 fr. 80 c. toelagen. De wetgevers schenken bijzondere toe lagen aan de leden der Lijfrentgilden ge boren voor 1871 die toch eenige franken met AFGESTAAN kapitaal storten. Daa rom deze rijkere hulpgelden op ieder der zes eerste franken, van 1 lot 6 frank mot afgestaan kapitaal voor de overige franken van 0 lot 24 fr. blijven de hulp gelden onveranderd, namelijk 60 centie men per frank, zonder onderscheid van stortings wij ze, zoowol voor liet voor behouden als hel. afgestaan kapitaal. Iedereen begeert en verlangt een pen sioen uit de Lijfrentkas te trekken, doch daartoe zijn dc stortingen noodzakelijk, en iedereen volgens zijne geldmiddels moet trachten zulkdanige geldstortingen te doen die hem bet hoogste pensioen voor den ouden dag zullen aanwinnen. Ons Staatsbestuur schenkt jaarlijks 5 a 6 miljoen frank toelagen aan de leden der Lijfrentgilden, doch deze moeten zich eenige moeite en spaarzaamheid getroos ten tori einde in rijkere maat deze hulp gelden te genielen. (Mutualist). De tijd der H. Zending is voorbij. De tien volle dagen dat zij duurde zijn in de j eeuwigheid verzwolgen. Gelukkig diege nen, gehoor gevende aan de stem van hunnen geestelijken Herder,zich kwamen versterken en opbeuren in Gods woord. Dagen van vrome godsvrucht, dagen van boetveerdigbeid en genade, dagen van zegen en geluk voor die welke uit den poel der zonde zijn opgestaan en zich met bunnen God hebben verzoend. 't Was een verrukkend schouwspel Ie zien boe 't kristen volk van Aalst „.ai 1 drie viermaal daags kerkwaarts spoedde, I en hoe men in den te klein geworden I tempel naar een stoel nf gunstig staan- I plaatsje zocht door de dicht opeen go- pakte menigte. Iedereen trachle om dicht vooraan te dringen, opdat geen enkel woord van de sermoenen het oor zoude ontsnappen. Met genoegen mag men bestatigen dal de H. Zending opperbest is gelukt. De overgroots toeloop, de aandacht j met de welke naar de EE. PP. Redemp.- I toristen word geluisterd, zijn tastbare I bewijzen. Paters Redemptoristen, Paters der Verlossing, welke schoone naam, zoo welluidend, ja EE. Paters, verlossing hebt. gij gebracht bij menige zondaar, die zich op die dagen van gratie, rouwmoe dig met zijn Schepper heeft verzoend. In menig huisgezin,aan veie huisvaders I en huismoeders, jongelingen en jonge dochters hebt gij, door ben hunne weder- 1 zijdsche plichten voor te houden, vrede en geluk terug geschonken, en aan de wanhopende, hoop op Gods bermartig- beid. Hebt dank Paters der Verlossing, hebt j duizendmaal dank, dank voor al hel gene gij voor onze dierbare Parochie van Sint I Marten hebt gedaan en tevens ook voor I de Parochiën van St. Jozef en O. L. Vrouw Bijstand Smaad en laster slaat U wellicht zeker 1 te wachten, hebt daarvoor geen bekom mernis, 'I zijn perels aan uw kroon, wan- t neer zij door zekere sclirijvelaars of godsdiensthaters worden uitgebraakt. Wij roepen U toe, tot weerziens, moch ten wij binnen enkele jar en nogmaals bel genoegen smaken uw heilig en ïriaeh- 1 lig woord, tot. heil onzer zielen Lc mogen aanhooren, mocht bel prachtig ge zang - Wij wil/en God. nog dikwijls de gewelven onzer kerken doen dreunen. En wat gezegd van de prachtige alge- meene H. Communie vo>r mannen, dit was immers eene der aandoenlijkste plechtigheden, want de opkomst was bui ten alle verwachting. Mannen uit alle standen (Ier stad hebben er aan gehouden dep oproep van den Berweorde heer Deken te beantwoorden. Joris. koperen ketels, met olie en pek gjvuld, slecht,8 op een klapperend vuur wachtten eindelyk nam hij liet puikste zijner strijd macht bij zicli en poogde den vijand voort durend het hoofd te bieden. Gelukkig wa ren de afgescheide gezellen spoedig met de hun opgelegde taak gereed eene groote hoeveelheid rotsbrokken werd opeenge stapeld en dikke rookwalmen verrieddon het ziedende vocht in de ketels. Dit zagen de Turken en niet zonder pijnlijke teleur stelling,vermits zij het uitwerksel der dogo- lyke verweringsmiddelen kenden. Twee steenen vielen naar omlaag en verpletterden in hunnen val verscheidene opklimmers, deed bun gillend en kennend, in den mol- derpoel zinken. Onderwijl schoten de be stormers nog altijd met hunne in vergif gedoopte pijlen krachtig naar den burcht, maar vandaar word hun mot dezelfde munt betaald het kokende pek, de ziedende olie bruisohten neder en bespattodun, verschroei den, overstroomden en doodden alles wat er zich onder bevond. I11 liet heetste van den strijd verscheen de dochter des Saraceenschen opperheer. Hare loshangende haarlokken golfden tiaar op den wind achterna gewapend met eene byl, mengde zy zicii onder de kaïnpers. Over haar schoon gelaat lag een tijgerach tige grijns de dorst naar wraak, die haren boezem verteerde, straalde uit hare oogen. Koel wachtte zij den eersten opdringer.haar eerste slachtoffer, af. Moed, broeders - schreeuwde ze Voor Christus en liet II. Graf, valt aan E11 met hare blikke rende byl hakte zij, met éonen houw, tweo handen af, welke zicli in den bovenrand des mnurs vastklampten de bloedige ledema ten vielen aan lure voeten, een lichaam verdween en een gruote steen,terzelfdertijd weggeslingerd, verhaastte nog den val. Ali het zoet genoegen tiaar slachtoffer in zijne laatste stuiptrekking te zien, moest zy smaken Grinniken J boog zy het hoofd en zag, beneden op dien vormloozen lykhoop, het vermorzeld overblijfsel van haren va der De strijdster zeeg in oenen bloedplas muchteloos neder. Wilfried, van dit alles ooggetuige, sprong zijne beminde ter hulp; daarna wierp hij zicli opnieuw tusschen de vechters... Allengskens versmolt de geestdrift in des n.uzelmans rangen eene beweging van moedeloosheid deed zich voor. Alles dood eenen wapenstilstand hopen. Van dit gun stig oogen blik maakte de jeugdige aan voerder gebruik om het terrein te verlaten, ten einde zijn duurbaren last in het kasteel buiten alle gevaar te brengen. Wel viel liet hem hard, zeer hard, zyn kostelyken pand te moeten verwijderen en dacht hy met kommer aan den zorgwekkenden toestand van het geliefde wezen, doch er was niets aan te doen. Hij vroeg eenen man van ver trouwen om hern te vergezellen en deze moest hem onder eed bezweren, dat liet meisje,onder zyne hoede, geer. onheil over. komen zou. Eerst had de bejaarde kruis 8— DOOR PETRUS COSYN. Landbouw te Kitungulu. XXXII. 't Is het gewoon geval met de negers vandaag liggen ze half over dood en mor- gefi zijn ze springlevend. Bij 't naar buis koeren voel ik mij ook levenslustig en zing blij te moede Weet ge wat? Neen. Ziehier, 't is een oud refrein dat men soms nog te Burst hoort, op Keizer Ka- rel. doch dat ik hier veranderd heb En van honderd zijn er geen tien, Die den Congo, die den Congo I En van honderd zijn er geen tien. Die yen Congo hebben gezien Wat zegt g'er van 't Is echter goed dat ge mij niét hoort want ge zoudt be ginnen roepenSchei er uit, schei er uit, ge zingt zoo valsch als moeders kat N11 ga ik in mijn bed zingen, pardon, ron ken, en zijt zeker dat. al zing ifc'valsch, ik niet valsch ronk. 20 Februari Een weer om te beginnen van belsche duivels, t Stormt in de boom kruinen en 't giet water. Als ze zoo den 6 ij. beginnen wat zal liet dan nog zijn voor nel avonti is. Goddank, orn uren klaart het uit en kan men beginnen te werken. Do wind echter is nog niet gaan liggen en waait den hoelen dag flink door Van gansch den dag ontdoe ik mij niet van mijn pardessus dan om te eten. 't Is juist, zoo'11 dag als bij 11 wanneer de Maartsche buien uitvallen, een snijdende koude bijtende wind. 'k Zal er van avond vroeg ondorlinggen want van koude hond ik niet veel. 21 Februari Warempel dal ontbrak er nog aan. 't Is 1111 parmentig gevrozen dezen morgend als ik opsta.'I. Is de eerste maal sinds mijn verblijf in Congo dat ik iets van vorst gewaar werd. En T beeft betrekkelijk goed gevrozen want de bla deren van mijnen mais staan stijf. Het klimaat gelijkt nu als twee druppels wa ter op eenen Novemberdag of oenen Maartdag, 's Morgens gevrozen en in den dag warm weertje. En op den middag krijgen wij nog eene stormvlaag met water genoeg om gansch België voor 14 dagen te gerieven. Hier echter op mijne hoogte, ziet men een 1'2 uur nadien niets meer van den regen en ook aanstonds daarna schijnt de zon. Mijnen boy vraagt mij oenen halven Üg congé 0111 naar do begrafenis van zij nen dului (broeder) te gaan. Evenals in België is bet hier do mode dat gansch de familie op de begrafenis tegenwoordig is en in al de dorpen waar do overledene bloedverwanten had, vergad- ren de vrou wen van het dorp in het Imis van bet fa- vaarder bittere tranen gestort om lat liet hom niet gegeven was deel te nemen aan aan liet voortzetten van den strijd, maar wanneer Wilfried licrn in beeldrijke taal het verhevene der hem opgelegde taak had voor oogen gelegd, achtte hii zicli gelukkig, fier zelfs, de beschermer der ed-ile deerne te zijn. Terwijl wai en de Saraconen op zekeren afstand der sterkte teruggekeerd. Daar zouden zij rijp overleggen hoe best en voor- deeligst hot gevecht kon worden hervat.Hun eerste work was natuurlijk don hoofdman opzoeken en dezen niet gewaarwordend!', vreesden zij eene erge ramp hunne ver slagenheid rees ten toppunte, wanneer een soldaat in liet midden wierp, dat hij liet lijk van Hoêl, zoo even in de gracht had zien milielid gedurende 8 dagen om er treur zangen te zingen en te weenen. Veel gemeend verdriet ontwaarde ik er niet bij. Zij schreien maar omdat bet mode is. ge lijk bij ons voor sommige suikernonkels en suikertanten ook soms gedaan wordt. Wat is de wereld toch een aardigen hut sepot. 22 Februari Wankelbaar weder, juist goed voor mijnen tabak die ik gisteren geplant heb. Spijtig ik heb zoo maai' een 50tal planton, 't is echter beter dan niets, want moest men hier wachten lot men uit België tabak krijgt dan zit ge den meesten tijd zonder en zoo smakelijk een pijpje tabak rooken na het eten en des avonds, dat verdrijft den tijd en verheugt liet hart bijzonderlijk als men moeder- mensck alleen is, gelijk ze te Hauthera zeggen. Daarom zoodra mijne pijp ge smoord is trek ik onder ds dekens, 23 FebruariNogal is men aan 't zui veren van het terrein, de naaste week lioop ik le kunnen beginnen met planten. In den voormiddag krijg ik cene verras sing. Ik was juist bij mijne zwarten bezig bet werk na le zien zoo'n kwartier van mijn huis wanneer mijn boy in vliegende haast tot mij komt om mij te zeggen dat bwana commandant na Lukonzolwa dit is M. de Chef de cultuur van le klas, de vriendelijke en goedige heer Godin, aangekomen is. Ik verhaast mij huiswaarts te keeren en halverwege komt mij waar lijk de heer Godin reeds tegen, ik moet niet zeggen hoe hartelijk en verheugd ik hem de hand druk als gij zult welen dat lid meer dan 4 weken geleden is dat ik een -blanke» gezien gezien heb. Wij ken vélen en kouten als twee oude wijven, liet meeste over ons ambacht (•landbouw en veekweek», doch ook over 't lieve duurbare België ea onze vooruit zichten. Binnen 9 maanden is de dienst tijd van den beer Chef uit maar mogelijks zal hij nog 3 maanden na zijnen lijd blij ven, zegt hij, om niet gedurende het re gonseizoen de lange reis te voet te moeten ondernemen. 'I Ware juist gepast immers nog 12 maanden en ik ook, zoo T God belieft, keer naar H vaderland terug om mijne zielsgeliefde, goed Moedertje in de armen te drukken en zoo zou ik op dc terugreis aangenaam gezelschap hebben, wat de reis zeer verkort en vervroolijkt. Wordt voortgezet. Ten gevolge van den overdreven waterslag en hel koude weder die wij gedurende den afgeloopen zomer te ver duren hadden, zal liet dierenvoeder den aanstaanden winter wederom schaarsch zijn. Ook neemt menige landbouwer thans reeds zijne* voorzorgen, om door eene doelmatige, overvloedige bemesting, de voortbrengsl groen voeder voor de vol gende lente te bespoedigen. Eens de laatste veldgewassen van den akker, het koolzaad geplant, de winter- Die verklaring sloeg bun het hart in en doofde do laatste sprankel geestdrift... Edoch, aangevuurd door lieden, die in sluwheid en snoode berekening nergens hunne weerga hadden, alles braveerden, voor niemand eenen duim breed weken en met gretige oogen naar liet opengevallen ambt loerden, waren zij gehouden alle verlegenheid lo verbergen, wilden ze niet voor bloodaards of lafaards zijn uitgeschol den. De hoofdman der kruisvaarders wa3 ge durende den wapenstilstand niet werkeloos gebleven. De vuren hadden nog geen enke len graad hunner 011 verdragelijke lutto verloren nieuwe steenlioopen stonden op do zwakste deelcn des muurs. Dan, in geene twee geslagene uren werden zij den vijand gewaar. Allicht bemerkten do laat dunkende inboorlingen hot onaangename van hot onthaal, dat hun tc wachten stond; misschien hadden zij de slotsom eener nieuwe bestorming berekend Hoe het zy, zo sloegen ten langen laatste hun krijgsge- tuig saam, sloten de gelederen en bliezen den aftocht. Snel verdwenen zij uit het oog. I)e christenen zagen ze jubelend na zoover zy konden. Maria bekwam uit hare bezwijming 011 opende de oogen. De bewaker, die, tot hier toe, onverpoosd hare minste bewegingen bad gadegeslagen, kwam tot haar. Waar ben ik vroeg zy. k In veiligheid, edele jonkver, begon de oude. Segher. die ook uwen God eert en dient, werd door Mher Wil fried uitverkoren om over u te waken. Hoe kwam ik hier Men bracht u bewusteloos van liet slagveld. Och, ja..,. Waar toch zijn mijne gedachten Nu herinner ik mij het gebeur de heel levendig. Werwaarts is de kapi tein Op do muren. Leid my tot hem. (i Dat kan niet, beste jonkver, neen zeker, dat kan niet Ik wil het, ik gebied liet 11, Seg her a Uw wcnsch, uw bevel is uitzinnig graangewassen gezaaid, worden de heer- putten gansch geruimd en hunnen inhoud op de klavers, zeldzamer op de weide gebracht. Dit is eene goede doenwijs er komt hier weinig of geen verlies op den beer, en. door de stikstof, welke hij bevat, schieten de klavers vroeg in de lente weinig door, en geven eene ver vroegde, overvloedige opbrengst. Dit is evenwel niet voldoende. De kla- yergewassen zijn op de eerste plaats potaschplanten, en vergen tevens veel fosfoorzuur. De minerale bemesting, er op toe te passen, geschiedt bij voorkeur gedurende het najaar, den winter, of althans zoo vroeg mogelijk in de lente. De regen en sneeuwwaters begunstigen de verspreiding der potasch- en fosfoor- zuurzouten door den grond, zoodat de bouwlaag er aan verzadigt, en zij togen het hernemen van den groei in de lente volkomen zullen aaneigenbaar geworden zijn. Zoohaast de zorgzame landbouwer er diens volgens den noodigen tijd toe vindt, zal hij niet langer wachten eene duchtige potasch-fosfoorzuurbemesting op zijne klavervelden toe te passen, 't zy 800 tot 1200 kaïniet en evenveel foosfaat Ber nard. Zeker, mag deze als eene sterke minerale bemesting aanzien worden, doch men vergete niet, dat hierdoor eon grooteren voorraad vrije stikstof zal gevestigd worden, de hoedanigheid der kla\ers er merkelijk zal door verbeteren, en de onbenuttigde potasch- en fosfoor- zuurzouten onder een beter aaneigenbaren vorm de tarwe, die gewoonlijk na klaver gezaaid wordt, ten nutte koipen. De nieuwe pensioenwet, waarmede de katholieke Regeering de Belgen zal be gunstigen, zal niet alleenlijk maar een gedeelte dor bevolking voordeelig zijn, doch toepasselijk op vrouwelijke en man nelijke arbeiders, inbegrepen de landbou wers en zelfs de bedienden, wier jaar wedde een zekere bepaalde som niet zal te boven gaan Het princiep van gelde lijke tusschen komst der bazen zal in de wet geschreven worden, en de werklie den zullen langs hunnen kant ook het mogelijke moeten bijdragen. Aangezien bet niet mogelijk is van alle de arbeiders, evenals van de mijnwerkers, te eischen dat zij 30 fr. per jaar storten, en het niet wenschelijk is verscheidene klassen van arbeiders te vormen met. verschillend op- loopen van stortingen, meent de heer minister de stortingen niet verplichtend te moeien maken dan in noodzakelijke mate, onder dien weg staande, de volle dige vrijheid te laten aan de werklieden, hetzij hun pensioen te verhoogen door bijgevoegde stortingen, hetzij door een gedeelte van hun loon te besteden aan eene leven verzekering. De minister denkt er ook aan het ouder domspensioen van 65 fr., hetwelk de noodlijdende ouderlingen gegeven wordt, merkelijk te verhoogen. op mijn hoofd blijf ik voor u verantwoor delijk De soldaat hield op met spreken, en hief, het stilzwijgen aanmanende, de band op, wijl hij duisterde - Luister Mij dunkt, de slag is geleverd. Zeg, zeg spoedig, wie ver» int Hoor Die zegezangen.... Dit vreugdegalmen... Dit klaroengeschal.... Geen twijfel meer Hoezee, jonkver, hoe zee de zege is aan ons Zijne lange armen als molenwieken boven liet hoofd zwaaiende, draaide de soldenier op de hielen rond de kamer, onvermoeid roepende Hoezee Zege Zege Gelijktijdig schoof de gordijn voor den ingang weg en Wilfried trad in. Glimla chend aanschouwde hij den vreugdedron ken makker. Goed zoo, Segher jokte hij. Haal uw hart maar op de barbaren zijn op de vlucht. Loop gewis ziet ge nog hunne hielen Daarna tot zijne beminde gaande, nam hy hare handen in de zijne en zoende die vurig Maria, liefste Maria, eindelijk breng ik 11 de verlossing, God zij geloofd murmelde h meisje. Wonlt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1912 | | pagina 1