HET NEERHOF.
MELKERIJ.
Voeding der Dieren.
1 c
kg. nitraat en 200 kg. cyanamied
onder te eggen.*
De vermenging moet wellicht
dienen om de hevige bemestings-
waarde van den cyanamied wat
te matigen
Een fransch molenaar geeft den
volgenden raad om nieuw gedorschen
graan spoedig te drogen-, men vult de
zakken maar ten halve, maar men
bindt ze aan het uiteinde. De zakken
worden in de zon op mutsaarden te
drogen gelegd. Na vier en twintig
uren is het graan droog genoeg om
gemalen te wordenindien het- weder
geschikt is.Het middel is eenvoudig en
kan door iedereen beproeft worden.
Wortelgewassen.
Wannesr het gure wiaterweder de
velden van hun groen heeft beroofd,
en wanneer de weiden geen gras meer
verschaffen, moet toch de landbouwti
zijn vee nog onderhouden en daartoe
gebruik maken van den voorraad, dien
hij in het goede jaargetijde heeft opge
daan en vooral van de wortelgewassen,
die hij in kelder of in putten bewaart.
Het zijn de wortelgewassen, die het
waterachtig voeder in den winter uit
maken.
Tusschen deze voedermiddelen vin
den wij de beetwortel, de raap, de
gewone wortel, de pastenaak welke
zeer gezond voeder vormen. Met deze
gewassen kan men zeer gemakkelijk
van het groen voeder naar het droog en
van het droog naar het groen overgaan.
Ze zijn zeer verteerbaar, verfrissend en
een weinig afdrijvend hetgeen ge
wen scht is voor het verteringskarasl
bij droog voeder alleen.
De wortelen zijn voor de paarden
bestemd, terwijl beeten, rapen en pas
tenaak eerder aan de herkauwende
dieren worden gegeven. De pastenaak
wordt in ons land echter maar weinig
geteelt.
Ziehier volgens Kellner de samen
stellingen de zetmeel-even waarde van
deze voedergewassen
Droge Eiwitstof Zetmeeleven-
stof
waarde
Wortelen
13
0.8
8.7
Paste naken
16 8
0.9
11.6
Beeten
12
08
6.3
Rapen
8.5
0.6
4.5
Rutabaga
9.2
0.8
4.8
Suikerbeeten
25.0
0.9
14.8
De hoeveelheid verteerbaar vet is
weinig belangrijk, zij bedraagt slechts
0.1 voor de wortel en de pastenaak.
Men zal opmerken dat benevens de
groote hoeveelheid water, de wortelen
vooral stikstofvrije bestanddeelen
inhouden, waarbij vooral suiker. De
landbouwer heeft er alle belang bij
halve suikerbeeten te winnen, eerder
van middelmatige dikte dan reusach
tige.
Deze voedermiddelen bevorderen het
melkgeven ze zijn zeer wel geschikt
voor melkkoeien,alhoewel ook de ande
re dieren ze met voordeel verbruiken.
Eene te groote hoeveelheid bccten, zou
echter, door de overgroote hoeveelheid
water die ze inhouden, kunnen scha
delijk worden. Daarom moet te zamen
met deze wortelgewassen ook droog
voeder gegeven worden zooals koeken,
graan, hooi, zemelen, gedroogde draf,
moutkiemen, stroo, enz.
Aan de melkkoe mag men per dag
20 tot 30 kg. voederbeeten geven; 10
tot 15 kg. suikerbeeten tot30 kg. wor
telen 15 tot 20 kg. rutabaga 10 tot
12 kg. rapen.
Het paard mag 8 tot 10 kgwortelen
in zijn rantsoen ontvangen. De herkau
wende vetbeesten kunnen nog grooter
hoeveelheden verbruiken, tot 40 en 50
kg. beeten, 30 tot 40 kg. wortelen.
De slechte invloed, welke door eene
te groote hoeveelheid beeten in het
rantsoen, op de gezondheid der dieren
wordt uitgeoefend, zou moeten toege
schreven worden aan de groote hoeveel-
heit potaschr itraat, welke daarin
voorkomt 100 kg. beeten kunnen
0.66.gr. tot 3.13 gr. daarvan inhouden.
Dit zout kan eindelijk de nieren ziek
maken.
Volgens M. Léonzon, gaan de nitra
ten tijdens de bewaring der beeten tot
onschadelijke amiedachtige bestand
deelen over. Zelfs neemt de hoeveelheid
eiwitachtige bestanddeelen toe. Zoo
kan men begrijpen waarom de beeten
voedzamer zijn in Januari bijv. dan op
den oogenblik van het uitdoen.
Als nevenproduct der beeten hebben
we de pulp. Deze bevat weinig eiwitstof
en weinig vet. Ziehier, volgens Kellner
de samenstelling van versche en
gedroogde pulp
Versche Gedroogde
Droge stof 7 88.8
Eiwitstof 0.3 4.1
Vet -
Zeetmeelwaarde 5 51.9
Wanneer de versche pulp niet bedor
ven is, vormt ze een uitmuntend voe
der voor melkkoeien en voor vetbees
ten. Te dikwijls geeft men te groote
hoeveelheden men zou nooit hovende
20 25 kg. per dag mogen gaan 30
tot 40 kg. voor een os en niet meer
dan 15 kg. per dag.
Gedroogde pulp is een uitmuntend
voeder. Volgens Maercker en Morgen,
mag men per beest en per dag de vol
gende hoeveelheden geven 3 tot 4.5
kg. aan melkkoeien 4 tot 6 aan werk
ossen 5 tot 7.5 aan do vetbeesten 0.5
tot 1.9 kg aan het varken.
Eindelijk, de ingekuilde pulp moet
niet overtollig worden gegeven en
nooit mogen de dieren beschimmelde,
bevrozen of verrotte pulp ontvangen.
Daaruit komt de onpasselijkheid voort,
welke men de pulpziekte.heet en
welke ken baar is aan de volgende tee-
kens
De aangetaste dieren zijn stekelharig;
weigeren te eten, staan droefgeestig u
lijden aan hevigen afgang. Volgens M.
Arloiogkan mende nsdeeiige uitwer
king der pulp zeer te keer gaan door
bij het inkuilen 2 1/2 tot 3 kg. zout per
1000 kg. pulp te gebruiken.
F. Pirard
Landbouw-ingenieur
(Verboden nadruk)
Een Engelsch natuurkundigeHam
mond John, heeft van Februari 1911
lot Januari 1912 voortdurend den
inhoud onderzocht van de maag van
sprevuwen en van leeuwerikhen. Uil
het onderzoek van 239 spreeuwen is
gebleken dal deze vogels vooral nuttig
zijn in de Lente, in den Zomer en in
het begin van den Herfst allerlei
schadelijke insecten en larven werden
voortdurend en overvloedig in de
maag gevonden. In den Herfst vond
men ook eenige graanzaden in de
maag, doch altijd waren er insecten
bij aanwezig.
Van de leeuweriken werden er 171
onderzochtaltijd vond men de maag
gevuldjnet onkruid zadenslechts zeer
weinig klaverzaad en zaad van Ray-
grass werd er gerond, n in de maag
van 34 dier vogelen.
Het Konijn.
Men heeft wel eens beweert, dat men
zich 3000 pond rent kan verschaffen
met-konijnenkweek Dit is niet onmo
gelijk, maar het zal toch maar zelden
gebeuren. Nochtans is bet konijn het
meest winstgevend dier van het neer
hof het voedt zich met allerlei afval
en levert smakelijk vleesch op en soms
ook prachtige pelsen.
Wij zullen de verschillende rassen nu
niet bespreken. Alleen geven wij hier
eene tabel, welke de handels- en voe
dingswaarde van verschillende varië
teiten voorstelt. De hoedanigheden
worden voorgesteld door cijfers, gaande
van 1 tot 10.
Variëteiten
van
Konijnen
ff)
i
Z
j>
bi
c
I.
y
P!' H
t-
X
iZ
Cm
O)
s
0
Gewoon
9
5 8
4
2
Nicare
10 10 9
1
5
2
2
4
Hollandsch
10,10 9
7
6
2
2
Lyonneesch
8
8! 8
7
5
2
2
4
Haas
8
71 b
b
9
3
2
8
Ram
7
2 5
9
9
5
2
2
IC
Belgisch
0
1.4
4
2
2
10
Russisch
8
8, 7
8
9
6
4
0
Zilver
61 81 5
8
■b
10
5
(1
Chineesch
9
10 9
1U
10
9
4
8
Blauw
9
8 8
8
1
'1
8
4
5
Angora
5
3 7
J
8
10
5
Chinchilla
2
6 2
2
-2
8
2
4
Wit met roode
5! 6 5
b
9
6
5
oogen
ZijachtigeSiberie
7
91 6
0
7
7
6
6
Men bemerkt dat het ramkonijn en
hetbelgisch konijn of Audenaerdsch
zeer goed gepast zijn om bemest te wor
den ze eten veel en breDgen niet te
veel jongen voort. Zij kunnen tot 12 kg.
/.waar worden. Het chineesch konijn
of engelsch Windsor, ook mètiskonijn
geheeten, vereenigt de meeste hoeda
nigheden, van middelmatige grootte,
wit van kleur met zwarte vlekken op
den snuit, zwarte pooten, staart, en
ooren, roodeoogen.
Het voornaamste punt. is gelegen in
de verzorging van het konijnenhok. Dit
moet goed verlucht.zijn, klaar, frisch
in den Zomer, warm in den Winter on
altijd droog. Het best zitteD de konijnen
in eene platliggende ton, met het bom
gat naar onder gekeerd Isngswe&ide
vloeibare uitwerpsels wegvlieten. Een
bodem der ton wordt ver aDgen door
eene deur uit gevlochten ijzerdraad. In
de ton ligt een platte plankenvloer
doorboord met gaat jrs van 1 centimeter
doorsnede. De kon Iji'ien- ton nen worde n
ondereen afdak goh èd. naar het Zuiden
-of het Oosten gekeerd. In de ton is een
bak, op gepaste hoogte opgehangen,
fienende om het voeder in te leggen
en ook een drinkbak. Men beweert dat
het konijn geen drinkbak noodig heelt
en zelfs dat het water een vergif is voor
de konijnen, 't Is eene dwaling. De
konijnen drinken evenals de andere
dieren, maar dikwijls gebeurt het dat
bij gebrek aan voorzorgen, de vloeibare
uitwerpsels in den drinkbak komen en
dan is het water vergiftig. De drinkbak
moet daarom ook opgehangen worden.
Men moet ook verspilling van voeder
vermijden Het konijn kan veel voeder
verspillen loopt er op en bevuilt het
zelfde, zoodat het in den mest blijft lig
gen.
De konijnen ontvangen het meest
verschillend voeder, gras, klaver,
luzern, krok, wortelen, pastenaken,
cichorei, kooien, graan, zemelen, voe
derkoeken, gekookte aardappelen, gras
dat langs de wiegen groeit, bij uitzonde
ring van eenige planten. Het groen
voeder mag nooit nat worden geveven.
Men moet afwisseling in het voeder
brengen, bv, evenveel groen voeder,
droog voeder en gekapt stroo. Het
konija eet gaarne graan, vooral gerst
ea haver. Droge draf is ook goed.
Het voeder moet regelmatig toege
diend worden het eerste voedsel bij het
opkomen van den dag, het tweede
tegen den avond. Wanneer een dier
gemest wordt, kan men ook 'smiddags
nog wat geven. Om te bemesten geeft,
men vooral wortelgewassen, wortels
beeten, pastenaken. daarmedegekookte
aardappelenen zemelen, koeken, enz.
Veel verscheidenheid in het voeder is
aan te bevelen en eenige welriekende
kruiden in de dagen die het slachten
voorafgaan.
Om het mesten te bevorderen moet
het konijn rustig zitten, in halve duis
ternis, niet te veel beweging hel ben.
In den herfst bemest men met het
meeste gemak, doch dat kan in alle
jaargetijden plaats hebben
A VI COLA.
(Verboden nadruk)
Ziehier welke maatregelen het
ministerie van Landbouw in Enge
land voorschrijft, om het verottend.r
aardappelen tegen te werken.
De knollen moet goed droog zijn,
vooraleer weggeborgen te worden.
Men zal ze bestrooien met solfer -
bloem 1 kg. op 1000 kg. aardappe
len. De zwavel doodt de sporen der
zwammen,die de aardappelen tot ver
rotting brengen. De bewaarplaats
der aardappelen moet goed verlucht
worden. Op een land waar vele ver
rotte aardappels zijn voortgebracht
zal men gedurende ven cheidene jaren
ge ene aardappels meer planten.
Kaïniet bij het planten in de voren
gestrooid, tegen 62S a ySo kg. per
hectareof vóór de laatste egging
uitgezaaid, zal ook de verrotting
tegenwerken.
Wij kunnen dezen laat sten maat
regel niet geheel en al bijtjeden
Kaïniet bevat chloor en de recht-
streeksche toepassing van chloor op
de aardappels moet de hoedanigheid
der knollen benadeelen.
De Boter.
Volgens de klassieke bepaling is
boter niets anders dan de miscropisch
kleine vetbolletjes der melk, teer ver
schillend van grootte. Volgens de schei
kundige samenstelJu g is de boterden
mengsel van glycerieden van ;tte
zuren, dus samensiciiingen uie glyce-
rien als basis hebben.
Onze lezers, weinig met de scheikunde
vertrouwd, zullen verwonderd zijn hier
van glycerien te hoeren spreken zij
kennen de glycerien maar enkel als
een olieachtige vloeistof, die soms op de
huid wordt gesmeerd.
Glycerien komt voort van natuurlijke
vette lichameD, waarin zij zich ver
bonden bevindt met organische zuren,
vette zwrewgenoemd.tusschen dewelke
men vluchtige en niet vluchtige zuren
heeft.
Het is te danken aan het evenwicht
der glycerieden van beide soorten dat de
boter aromatisch is,welke hoedanigheid
de andere vctdende vfctf! n, vf-n duuij-
ken of plantaardigen oorsprong, niét
bezitten. Aan deze onafscheidbare hoe
danigheden moet het toegeschreven
worden, dat de boter altoos boven de
andere vetstolfen zal verkozen worden.
'tls door de veranderlijkheid van
sommige kenteekenen en door het
doseeren van de vette vluchtige en niet
vluchtige zuren, dat de scheikundige
ontdekt of de boter met vreemde vetstof
fen als magarien, cocoboter, enz. ver
mengd is geworden.
De magarien bevat bijna geene vluch
tige vette zuren, terwijl de boter er 4
tot 5 t. h. inhoudt. De plantenboter
bevat vooral de laurien, een glyceried
van vluchtig vette zuren.
In sommige bijzondere gevallen kan
het voorkomen dat het evenwicht dat
er bestaat tusschen de vluchtige en niet
vluchtige vette zuren ook in de natuur
lijke boter buiten de gewone grenzen
gaat,zoodat de boter den schijn heeft van
vermengd te zijn geworden met maga
rien ofcocovet'.
In sommige gevallen kan de koe
gemargarineerde melk geven in
andere kan ze gelaurineerde melk
geven zulks moet uitsluitelijk toege
schreven worden aan slechte gezond
heidsvoor waarden, waarin 2ich het dier
bevindt, ofwel aan verkeerde voeding.
Eene slecht gevoede, slechtverzorgde,
ruw behandelde koe vermagert, zij ver
bruikt van haar eigen vet en levert
gemargarineerde melk; door het toe
dienen van sommge voedermicdtlén
wordt de voorigebiachte bonr te rijk
aan glycerieden \an vluchtige zuren,
zoodat. meu zou zeggen dat er piaaten-
vet is toegevoegd.
Sedert jaren heeft men in alle landen
dieoiigewone boter gevonden, maar
altijd neeft men waaig -nomen, dat ze
van ongezonde koeien voortkwam.
Zulke meik en zu.ke boter zouden met
inden handel mi gen gebracht, worden,
omdat ze ongeschikt zijn voor hot
verbruik.
Men kan niet door een oppervlakkig
onderzo, k ondersch idtn, of de boter
anormaal is, daartoe is eene zeer inge
wikkelde, kostbare en Ongewone schei
kundige ontleding noodig. Zoodat het
moeilijk is zich te hoeden voor melk of
ooter, welke van ziekelijke beesten
voortkomen. Daar is, zegt Dr Lahach-e,
aan wien'we hier eenige bijzonderheden
ontleenen, maar een middel mogelijk
dit bestaat inde verdwijning van anor
male boter.
In de streken, waar de stallen vol
gens de regels der gezondsheidletr zijD
ingeriebten zuiver worden gehouden,
waar de dieren goed gevoed worden,
leveren de koeien geene verval: elite
boter. In Zwitserland bestaat geene
anormale boter.
De melkerij-inrichting van Vevey,
die de 'melk concentreert of verdicht,
welke voor'gtbiaeht wordt door de
koeien van meer dan honderd dorpen uit
de kantons Fribarg en Vaud, heeft nooit
anormale melk ontvangen. Deze fabriek
behoeft daartoe niets anders te doen
dan te zorgen dat door alle melk-Jeve-
raars nauwkeurig de voorschriften
nageleefd worden, betrekkelijk het
onderhoud der stallen en de voeding
der dieren.
De nalatige landbouwer, evenals de
melkboer diede melk vervalscht, heb
ben eene zware verantwoordelijkheid
tegenover de samenleving zij bederven
moedwillig de gezondheid hunner kli-
enten en soms van personen die niets
anders dan melk gtb uiken
Er zal toch wel een dag komen dat men
maatregelen tegen die vervalschers zal
kunnen nemen en dit ten bate van den
zorgzamen en eerlijken landbouwer.
The Dairyman
(Nadruk verboden)
De Staatslandbouwkundige M. Ras-
quin schrijft het volgende over bet ver
bruik van slechte haver, welke men niet
heeft kunnen verkoopen.
Wie over droogovens of eesten beschikt
kan ze drogen, zooniet moet de haver op
eene dunne laag over eenen plankenvloer
worden uitgespreid en dan zeer dikwijls
worden omgezet.
Vooraleer ze te gebruiken moet die
haver mei heet water overgoten of ge
kookt woiden, en in alle geval zal men er
zout aan toevoegen om ze beter te doen
knauwen door de dieren.
Wellicht gebruikt het varken de
gekookte haver het voordeeligstook de
kippen zullen gaarne gekookte haver
eten. Het hoornvee zal de gekookte
haver nog gaarne eten, al riekt ze ook
wat bedorven.
Opgepast voor beschimmelde haver in
het rantsoen van volle merriën, het mis-
weipen ware onvermijdelijk.
Kortom, de opbrengst is niet verloren,
doch het graan moet gekookt worden.