Het vernieuwen der Beemden Kunstmest en Groenteteelt. HET NEERHOF. Volkswetenschap. Boekennieuws. Klaver noemt men een verbeterende plant, omdat ze stikstof uit den damp kring tot zich neemt.Zij verlangt denzelf den grond als de tarwe, met wat meer kalk. In sommige gevallen wordt aan klaver een weinig chilinitraat gegeven om den kwijnenden groei aan te wakkeren. Phos phorzuur is onmisbaar Thomasphos phaten voor den Winter of in de Lente uitgestrooid geven prachtige uitslagen. Men strooit 500 tot 1000 kg. Voor klaver is kaïniet, 400 tot 600 kg. de beste potaschmest. Op witte klaver strooit 'men 500 kg. superphosphaat in de Lente of 1000 kg. Thomasslakken in den Herfst, volgens dat de grond meer of minder kalk inhoudt. Als er ook potasch moet gebruikt worden, strooit men 600 kg. kaïniet. Luzern. Dit gewas eischt kalk- achtigen of kalk-leemachtigen grond met diepe bouwlaag, goed bewerkt en door dringbaar. s Wanneer het luzemeveld wordt aan gelegd, gebruikt men 1000 tot 1200 kg. Thomasslakken, 400 tot 800 kilogr. kaïniet, welke meststoffen diep inge werkt worden. De volgende jaren geeft men in de Lente 450 tot 200 kg. kaïniet 200 tot 500k. Thomasslakken. Alhoewel de luzern eene vlinderbloemige plant is, zooals de klaver, gebruikt men toch met groot voordeel 50 tot 100 kg. chilinitraat in de Lente. Krok. Deze plant geeft een uit muntend voeder op kalkachtigen of kei- achtigen grond met doordringbaren ondergrond. Zij biedt even zoo goed tegenstand aan koude Winters als aan natte Winters. Zij wordt in de Lente onder het graan gezaaid of in den Herfst zonder dekgewas. De bemesting is dezelf de als voor luzern. F. P. dei.la Campagne (Verboden nadruk). De vervalsching van boter en melk neemt eiken dag meer uitbreiding. Overal hoort men klachten en hel u eenieders wensch den dienst van het Staatstoezicht te zien uitbreiden. Alles is vergankelijk in deze wereld Ook de graslanden ontaarden en Vergaan langzamerhand, indien men aan dezelve geene zorgen besteedt. Deze ontaarding heeft verscheidene oorzaken 1° de ver andering der flora 2° de overweldiging door onkruid 3° de ophooping van orga nische stoffen. De flora verandert door verscheidene oorzaken ten eerste, omdat men bij het aanleggen van graslanden zeer dikwijls geen rekening houdt met den aard van den grond en zijne scheikundige samen stelling en met de behoeften der planten welke men er zaait. Sommige gewassen, die zich aldaar in een gunstig midden bevinden, ontwikkelen zich met kracht en verdrukken de andere. De aanwezig heid van stikstof in overvloed bevordert de buitengewone ontwikkeling der gras planten ten nadeeleder vlinderbloemigen. De verdwijning dezer laatste geschiedt met meer spoed, naarmate er minder phosphorzuur en potasch in den grond voorkomen. Niet zelden doet het tegen gestelde zich voor door te veel minerale meststoffen aan te wenden en door ver- waarloozing van de stikstof, verdwijnen de grasplanten, overmeesterd door de vlinderbloemigen. De flora kan ook gewijzigd worden door de voorkeur welke de grazende dieren aan eene plant geven, en door het samenvallen van het afweiden met den bloei der gewassen De snelle voortzetting van het onkruid en van minderwaardige gewassen kan ook de beemd doen ontaarden. Eindelijk, kan er ophooping ontstaan van organische stoffen, welke eerst een ondoordringbare massa vormen waardoor de planten verhinderd worden de minerale bestanddeelen op te nemen. Dan wordt debidem zuur; de vlinderbloemigen ver dwijnen, en daarna ook de grasplanten biezen, carex en andere slechte gewassen nemen de plaats der goede gewassen in. Om deze ontaarding tegen te werken, moet de flora der weide verzorgd worden, door eggen, rolien, droogleggen of be wateren, maar vooral door aanwending van gepaste scheikundige meststoffen. Wanneer het grasland gemaaid wordt, strooit men per hectare 100 tot 150 kg. chilinitraat Thomasslakken en kaïniet tegen 800 tot 1200 kg. per hectare, bevor deren de ontwikkeling der vlinderbloe migen. Om het onkruid tegen te werken zal de grond gezond gemaakt worden en men zal meststoffen en zoo noodig verdel gingsmiddelen, als ijzersulfaat, kaïniet, Thomasslakken, superphosphaat, enz. aanwenden. Eindelijk, om nut te trekken uit de organische bestanddeelen, zal men kalk of Thomasslakken gebruiken. Wanneer een grasland gedurende vele jaren verwaarloosd werd en maar weinig en slecht voeder meer voortbrengtin een woord, wanneer de ontaarding algemeen is. dan zal men hetzelye best opbreken. Bij het omploegen zal men ook stalmest inwerken, indien er geene organische stoffen voorhanden zijn. In alle geval zal men 1000 tot 1500 k. Thomasslakken onderploegen. Gedurende een jaar of twee .teelt men dan op die plaats hetzij aard appelen, beteten of eene andere hakvrucht om den grond te reinigen. Daarna kan men met goed gekozen zaad de beemd wederom opzaaien, doch nooit zal men daartoe het hooizaad nemen, dat op schelf en schuur verzameld werd. G. des Prés. (Verboden nadruk Het gebeurt soms dat de paarden de gewoonte aannemen van hel hout der kribbe af te knagenEen eenvoudig middel om hen dit te ontwennen is alle hout in hunne nabijheid met bmdne zeep te bestrijken. Laat ons nog eenige proefnemingen van M. Foussat, tot eigen onderricht onderzoeken. De proef met spinazie werd uitgevoerd met eene reusachtige variëteit van Viro- flay. Gezaaid werd op 20 Maart en op 10 Meitusschen de rijen een afstand van 25 centimeter en men gebruikte 200 gram zaad per perceel. Per hectare berekend, won men l*perc. Niets. Opbrengst in kg. 4.50f| 2 30.000 kg. bladgrond r 5.000 .3 100 kg. nitraat 8.000 4 200 kgnitraat n 9.050 5 v 300 kg. nitraat 10.150 Op de perceelen met nitraat was de groei veel sterker, maar de ontkieming was niet zoo regelmatig en trager dan op dé perceelen met bladgrond. Om hierir. te voorzien, zal het voldoende zijn. het nitraat eenigen tijd vóór de zaaiing in te welken. In alle geval de vertraging bij de ontkieming werd spoedig teruggewonnen door den sterkeren groei. Na het inoogsten van de spinazie wer den kooien geplant zonder rechtstreeksche toepassing van nitraat. Men zag door de uitstagen, dat het nitraat, toegepast vooi de spinazie, niet geheel en al verbruikt was. evenmin als het nitraat op .de radij zen gebruikt. Daarbij is het npg nuttig te doen opmerken dat tijdens den groei er 259 mm. water viel uok de proeven met wortels gaven welsprekende uitslagen, het moet echter een onuitlegbaar toeval genoemd worden, dat het perceel met bladgrond minder voortbracht dan het getuige-perceel Per hectare berekend lepere. Niets 51.000 kg. 2* 30.000 kg. bladgrond 49.500 kg. 3* 100 kg. nitraat 59.500 kg. 4® 200 kg. nitraat 72.500 kg. 5® 300 kg. nitraat 75.500 kg. De salade had niet al het aangewend chilinitraat benuttigd, want de daarna geteelde kooien gaven, per hectare, de volgende opbrengsten lcperc. Niets 46.000 kg. 2e 30.000 kg. bladgrond 49.000 kg. 3® 100 kg. nitraat 65.000 kg. 4® 200 kg. 70.000 kg. 5® n 300 kg. 79.000 kg. Cichorei. Deze werd geplant den 13 April op een afstand van 42 centimeter tusschen de rijen en 35 centim. in de r(j. De tweede dosis nitraat werd den 30 Juni toegepast. Bij deze teelt heeft het nitraat merkelijk het doorschieten ver traagd .Ziehier de opbrengsten per hectare: leperc. Niets 17.500 kg. 2® 30.000 kg. bladgrond 20.000 kg. 3® 100 kg. nitraat 24.000 kg. 4® 200 kg. 27.000 leg. 5® 300 kg. 34.000 kg. Ook heeft men schoone uitslagen ver kregen met bloemkoolen 1® perc. Niets 22.500 kg. 2® 30.000 kg. bladgrond 24.500 kg. 3® 100 kg. nitraat 30.000 kg. 4® 200 kg. 37.500 kg. 5* -» 300 kg. - 39.000 kg. Tot dit gewicht behooren de wortelen, stammen en overtollige bladeren niet, aileen de kooien zooals ze ter markt ge bracht worden De geldelijke meeropbrengst van al die producten, met nitraat gewonnen, kan zeer gemakkelijk berekend worden en al de proeven bewijzen dat het chilinitraat eene zeer belangrijke rol in groententeelt kan vervullen. G. des Marais. (Nadruk verboden) VOEDING DER HENNEN. 't Is niet genoeg in bezit te zijn van een wel ingericht hoenderhok, van een uitmuntend ras te bezitten, men moet ook zorgen dat het gevogelte doelmatig gevoed wordt, zonder besparing en zon der verkwisting. Men vergete niet dat de kip alles eet en dat een gemengd regiem voor haar het best gepast is. Beweeren dat de hennen vleeschetende dieren zijn, omdat ze bij het dofschen der granen de zaden laten liggen, om eerder de insecten te vangen, dat is, naar onze meening eene verkeerde redeneering. Het natuurlijk voedsel der hoenders bestaat uit zaden, daarbij komt echter groen, dierlijk voeder, zooals insecten en vleeschmeel. Wat het beste rantsoen uitmaakt is een voeder dat de voedende verhouding van het ei nabij komt, dus 1 óp 2.3, om het schadelijk vet worden te vermijden. kippen moeten driemaal per dag gov.v;,; w den altijd op dezelfde uren en op dezeifde plaats, 's Morgens geve nen e^ne gereedgemaakte pastei'smid- hot overschot der tafel met groen voeder 's avonds graan. i k'- 'horgenvoedsel moet lauw warm v g. worden. Dat het beter is dit voedsel 's morgens te geven en.het graan 's avonds, blijkt uit de volgende proefne ming, ingericht, in het proefstation te s=ac '.usetts, met 2 loten van 20 hen nen Plymouth-Rocks met 2 hanen bei- n zoo gelijk mogelijk samenge steld, Aan het .eerste lot werd het graan 's na oddag-s, aan het tweede lot 's morgens gegeven.. De uitslagen waren de volgen de 1° lot 793 eieren. 2° lot758 eieren. De proefneming duurde van 7 Decem ber tot 20 Mei. Gedurende een volgend tijdperk, van 29 Mei tot 16 September, werden de rollen -Mi> -erd zoodat nu het 1° lot 's mor- r met graan werd gevoed en het 2® lot 's avonds. De uitslag was 1° lot 570 eieren. 2° lot 583 eieren, t 'u ook niet onverschillig of men de r >astei gereedmaakt met melk of metwater t hgens de proeven, genomen in -:t b-~ ibouwproefstation te Virginië, wa ie toebereiding met melk voordeeli- ger. Ziehier deze proefnemingen "horgens kregen de kippen een meng- J vari meel, vleeschafval, en daarbij a tgc.ro midc melk, ofwel water, 's namid dag: werden ze gevoed met graan. De proeven werden gedaan met 6 loten van elk 10 hennen en 1 haan. Gedurende het eerste tijdperk van 30 Juni tot 5 Augustus, gebruikte men tel kens 2 1/4 liter melk om het voedsel toe te bereiden voor de loten 1, 2 en 3. In het tweede tijdperk, van 6 Augustus tot 30 September, kregen de loten 4, 5 en 6 de toebereiding met afgeroomde melk. De opbrengsten aan eieren waren de volgende Met afgeroomde melk 1° Tijdperk 2® Tijdperk Loten Eieren Loten Eieren 1 337 4 4-52 2 279 5 382 3 245 6 386 861 1220 Met water. 1° Tijdperk 2° Tijdperk Loten Eieren Loten Eieren 4—207 1 302 5 202 2 363 6 223 3 313 632 978 Het beste morgen<1 voedsel bestaat uit verschillende soorten van meel, brood, aardappelen, zemelen waarbij men voe derkoeken en vleeschmeel kan voegen. 1-Iet geheel mag niet te nat en ook niet te droog zijn in 't eerste geval heeft men voor afgang te vreezen. in het tweede voor verstopping. Ook zal men opmer ken dat een te droge pastei den honger te spoedig stilt, zoodat de vogel zich slecht voedt. Men kan de volgende voederkoeken gebruiken aardnootkoek, sesaamkoek, lijnkoeken cocoskoek: deze verrijken het rantsoen aan eiwitstoffen, vet en minerale stoffen. In den beginne geeft men 5 gram per dag en per vogel, langzamerhand ver meerdert men de hoeveelheid tot 20 gr. Vleeschmeel is een zeer krachtig voe der, hetwelk met matigheid moet gebruikt worden. Nooit zal men meer dan 10 gr. per dag en per hen geven. Ook moet men de vogels daar langzaam aan gewoon maken en van tijd tot tijd het toedienen van vleeschmeel onderbreken, zoo niet krijgen de kippen er afkeer van. Bij de pastei mag men ook lijnzaad en hennepzaad voegen. Keukenzout, 1 tot 2 gr. per dag en per kop is zeer aan te bevelen. Eens per week zal men eene kleine hoeveelheid houtskool onder de pastei mengen, een lepel voor twaalf hennen dit is een uitmuntend ontsmettings middel. Voegen we nog hierbij dat in Amerika, Canada en elders, uitmuntende uitslagen verkregen worden door.de zemelen in de pastei te vervangen door gemalen luzern. klaver of krok. Deze planten worden sterk gedroogd, zonder daarbij de blade ren te verliezen, daarna worden ze tot een fijn poeder, verbrijzeld, waarvan de voedingsverhouding die van het ei nabij komt. Zuoals wij het reeds gezeid hebben, bij de andere eetmalen krijgen de kippen groen voeder en graan. Avicola. (Verboden nadruk) De manen van het paard moeten niet afgesneden worden. Reeds snijdt men de haren aan de pooten en rond de hoeven weg, men kapt den staart af en weldra zal men hun de ooren 'afsnijden Al het stof dringt tusschen de afge sneden stijve maanharen en kan er zelfs met groote moeiten niet uitgebor- sleld wordenterwijl de lange manen die op den wind vlotten, geen stof op nemen, zoodat het nekhaar glanzend blijft. EETBARE BLOEMEN. De bloemen spelen eene groote rol in het leven van den mensch, zij versieren en vervroolijken zijne woning^, vetvullen deze met aangename geurenmen vindt ze in de paleizen en in de hutten, in koude en in warme streken. De dichters hebben de bloemen bezongen, schilders en beeld houwers leggen er zich op toe dezelve af te beelden en te verheerlijken. Ze worden geborduurd óp de mantels van koningen en keizers evenals op het kerkgewaad der priesters. Bloemen vertolken zoowel onze blijdschap als ons droefheid, men vindt ze op de feesttafel en ook op de graven van onze dierbare afgestorvenen. Vorm, geur en kleur der bloemen zijn zeer verschillend, sommige hebben eene schitterende schoonheid, andere zijn mis vormd of zonder beteekenis; men vindt er wier geur aangenaam en zacht is, andere die niet rieken ofwel een onaange- namen geur verspreiden. Terwijl sommige bloemen door hunne schitterende kl uren onze oogen voldoen, zijn er andere die alleen geschikt schijnen om den smaak te bevredigen, deze laatste zijn de eetbare bloemen, die vooral dienen om de spijzen aangenamer te maken. Ziehier daarover eenige bijzonderheden De bloemkoolen, de artisjokken, de Brusselsche kooien zijn genoeg gekend, Ook de kampernoetien en de truffels leveren ons als voedsel het gedeelte dat overeenstemt met de bloem. Vooral bij de suikerbakkers word veel gebruik gemaakt van bloemen, om suikergoed, likeuren, geurige dranken te bereidenin de heete landstreken waar er meer eetbare bloemen gevonden worden, nemen zij ook eene veel grootere plaats op de spijskaart in. In China, bij voorbeeld, wordt de soep geurig gemaakt met eene soort van Dagschoone waarvan uit de haven van Chin-Kiang jaarlijks 3500 ton over het geheele land wordt verzonden In Europa vooral in de Zuidei streken wordt opgc- legd goed welriekend gemaakt njet viool tjes, rozen en. jasmijnen. De gele water lelie, wier frisch geopende kelk een buiten gewoon fijnen geur verspreidt, wordt ook gebruikt in het Oosten van Frankrijk, om aan sommige opgelegde vruchten een uit nemend fijnen smaakte geven. De bloesems van oranje- en citroen- boomen worden niet alleen gebruikt om aan andere spijzen hunnen- aangenamen geur en smaak mede te deelen, zij leveren ook het oranjebloemvvater, dat kalinee- rende eigenschappen bezit. De trosbloemen van de gewone witte acacia hebben een welriekenden geur die aan de oranjebloemen doet denken, ze worden gebruikt bij het vervaardigen van lekkernij. De bloemblaadjes der chrysanthemen worden in Japan tot salaad toebereid, zooals hier de latuw en de veldsla, 't Is een volksgerecht dat algemeen opgediend wordt in November en December. Het schijnt dat de donkergele variëteiten het meest gezocht worden. In sommige landstreken eet men ook als salaad de bloemen der Yucca glo- riosa vermengd met gewone salaad, welke daardoor een nootachtigen bijsmaak «rijgt. In Midden-Europa, wordt de Caper- boom geteeld, waarvan de bloemknoppen in azijn opgelegd, de gewone capers zijn. Ook de bloemen der capucienen worden aan de salaad en aan de komkommets toegevoegd om hun aangenamen smaak. De welriekende geur der bloemen wordt veel benuttigd bij het vervaardigen van likeuren, hetzij na eenvoudige verplette ring, hetzij na distillatie, ook dienen deze geuren bij het suikergebak. Sommige bloemen geven benevens hunnen geur ook nog hunne kleur, zooals de safraanbloem Eindelijk kunnen wij nog doen aan merken dat talrijke bloemen in de artsenij kunde gebezigd worden, om sommige uittreksels te leveien of om dranken gereed te maken. F. de Vineski. (Verboden nadruk) De Heidebewoners in het nieuwe Kolenbekken. In dit werk wordt op treffende wijze beschreven en met prenten afgebeeld hoe ellendig het bestaan is der arme heidebe woners. Voor al de gemeenten van het Limburgsch Kolenbekken worden bijzon derheden aangestiptzoodat dit geheele werk na weinige jaren reeds, als de kool mijnen en de toehoorende nijverheden hunnen invloed hebben doen gevoelen, eene nog grooter waarde en aantrekke lijkheid zal verkrijgen. Afboende maatregelen om de heidebe woners hulp te verleenen worden voorge steld en besproken, zoodat ook al wie zich met maatschappelijke kwesties bezig houdt, daarin belang zal stellen. Verkrijgbaar bij den schrijver P. Pipers, professor inLandbouwkunde Athenaeum Antwerpen. Prijs 1 Frank.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1913 | | pagina 4