Zondag1 13 April 1913.
5 centiemen het nummer
66stc Jaar 4578.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM,
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
W eek- tCalender.
DS&00CSSEWLR
Politiek overzicht.
Land-en Hofbouw.
IJii mijn Congoleesch
dagboek
OEÜIEEIIE VERGADERING
DER CHRISTEJ1E WERKLIEDEN-
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Zaterdag van iedere week onder dagteekening van den
volgenden dag. De prijs ervan is voor de Stad 3 frank met den Post ver
zonden 3,5o frank 's jaars, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met
3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ontvangen zijn ten
laste van den schuldenaar.
Vlen schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte Zoutstraat, n. 3i. en
in alle Postkantoren des Lands
Annoncen, per drukregel Gewone t5 centiemen Kleine Aankondigingen Ir. o;6o (3 a
4 regels) Reklamen fr. t,oo Vonnissen op 3e bladzijde 5o centiemen. Dikwijls te
herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet
teruggestuurd. Heeren Notarissen worden vriendelijk verzocht hunne inzendingen
te doen, uiterlijk tegen den Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentien uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad.
Aalst, den 12 April 1913
A PRIL
Pe zon gaat op te 5 u. 20 m. onder te G u. 14.
De dagen lengen van den 1 tol 3(1, 2 uur 10 m.
Eerste kwartier Maandag 14 April 5.39 u. 's more.
Evang. v. d. Z. Jeius'zegt (Uit hij lot zijnen
Vader gaat. Joann. XVI.
13 Zondag Jubilate. Plechtigheid van den II.Jozef,
bruidegom van Maria, beschermheilige van de
H. Kerk en van België. H. Hormenigildis, m. II
Ida van Leuven, maagd, II. Juslinus, martel.
11 Maandag HH Tihertius. Valerianus en Maxi-
inus, m H. Lidwina van Schiedam, in.
15 Dinsdag H. Anastasia, in. Oelukz. "Vakman,
abt van St Michielte Antw. 11. Octavia,
10 Woensdag H. Benedictus Jozef Labor, bel, H.
Eructuosus, biss. HH 18 Martelaren van Sarra-
17 Donderdag H. Anicetus, pau6 en mart. H. Lan-
drichs, bisschop.
18 Vrijdag H. Apollonius, martelaar.
9 Zaterdag H. Ursmarus, hiss. H. Emma, weduwe.
Het rood kluchtspel.
EERSTE BEDRIJF.
Speelt in één der prachtige salons
van citoyen Vandervelde Kr wordt
champagne gedronken aar, 10 frs. de
tlesch,en sigaren gerookt aan 1 fr.'t stuk
Destrée,— Ja citoyens, *alea jacta
est het lot is geworpen
Anseele (hij schijnt hier den lioogen
toon te voeren i. Onze eer stond op
het spel de gaaien zijn nu in den slag
geworpen, ze moeten hun eigen vel maar
verdedigen.
VanderveldeHet blijft toch een
gevaarlijk manoeuver, waaraan wij veel
strijdkracht nutteloos gaan verspillen.
Huysmans. Eéne noodlottige be
tooging, waarvan ik de uitslag zeer pes
simistisch te gemoet zie...
Anseele (heftig inschietend). Dat
maakt ons rekening'niet, beste ciloyen.
Wij zullen daar ons broek niet aan scheu
ren de A. W. was er noodig, ten eerste
om onze eer als leiders (hij steunt op
de woorden) te kavelen; en tweedens,
om den geestdrift te paaien der onnoozele
gaaien, wier hoofd we zot geraasd heb
ben van A. S. Neen; w< es overtuigd dat
we niets anders konden of mochten hau-
delen,
Hurin (bijgenaamd de spuwer-.)
Wel zeker Het Walenland slaat (hier
plaatst hij eenen Waalschen vloek) in
laaie vlam mochten wij dien kostbaren
geestdrift laten uitdoovon De A. W. zal
het stroovunrtje in gang houden en dat
js genoeg.
Destrée. Bravo, citoyen In de
Walen steekt er toch nog geestdrift, niet
waar, terwijl die domme blokken van
Vlaamsche werklieden, die zich afbeulen
voor hun wijf en hun binders, aan alles
onverschillig blijven Hatelijk en ver
basterd ras
Hubin. Dat is het werk der pa
pen (hier volgt weerom een Waalsche
vloek).
Terwagne. Weg met de papen
Furnémont. De duivel hale al die
paters en nonnen
Vandervelde (droogjes glimlachend).
Laat ons kalm blijven, citoyens. In
den strijd legen den Godsdienst zijn
wij hel allen eens. Hel A. S.kan daar
toe eenen machtigen hefboom worden
in de handen der massa.
UIT ÏIET BESTAAN DER
Vrijdenkers onzer eeuw
DOOR
Dr J. R. SNIEDERS.
EERSTE DEEL.
ie Vervolg.
Daar hield hy eenige maanden herberg,
was een paar weken op een handelskantoor
werkzaam, en nam daarna zijn intrek op
eene der bovenkamers van den Toren van
Babel, een hotel in een afgezonderd straatje
gelegen, waar wy den lezer later zullen
heenbrengen. Blits was vijf en dertig jaren
oud hij bad bleekrood doch zeer weinig
hoofdhaar, en ook bijna geen wimpers,
welke vervangen waren door twee blocd-
roode strepen over de boorden der oogsch"-
d.els. Ja, meester Blits, neem bet ons niet
kwalijk, onder de schoolmeesters van heel
hef koninkrijk was er geen leelijkcr ge
dicht da» het uwe.
De twee andere persoonaadjes, welke
wij by Landrij Ketzer aantreffen, noemen
zich Urbanus Stalp en Faustinus Gordel.
Het zijn twee groote, ruwe kerels, die
vroeger een tyd lang in Parijs rondgc
dwaaid, opde barricades hebben gevochten,
en hekend zjjn in meer dan een geheim
genootschap. De eerste zelfs zwetste er op,
dat hij het was, die den aartsbisschop op de
barricades had neergeschoten. Of hij wel
Destree. Ik zegde dan dat de toe
stand van het Walenland uitmuntend is
Daar groeit een vastberaden geslacht op
dat alle godsdienstjuk van zich afschudt,
en tot alles in staat is. Gij weet ook wel
hoe men die mannen moet bewerken,niet
waar citoyen (Hij ricfit zich tot Vander
velde) Met een gloeiend woord zijn zij
seffens te winnen, en 't is voldoende te
donderen op don kap van rijken en
kloosters, om er in triomf rond gedragen
te worden. Nog eens de gemoedsge
steltenis voor de A. W. is er zeer goed.
Vandervelde. Ik weet hetook
koester ik eene gegronde vrees voorde
kalmte der werkstaking moest dit mis
lukken, dan ware het spel heelemaal om
zeep.
Hubin (uitschietend). Ware ik
een werkstaker, ik zou niel kalm kun
nen blijvenMet zulk eene vervloekte
regeering
Vandervelde. Spreek niet zoo
onvoorzichtig. De gebeurtenissen van
1902, zouden u zulke laai niet mogen
doen voeren.
Huysmans. En vergeet niet, dat
hel Walenland, heel België niet is. verre
van daar In Antwerpen, en in 't alge
meen,heel 't Vlaamsche platteland door,
heerscht een gansch andere gemoedstoe
stand. Volkomen onverschilligheid bij de
eenen verbittering bij de anderen, die
gedwongen zijn te slaken moesten er
daarbij nog gewelddaden uitbreken, dan
zouden ik en de overige aanvallers er in
eene vieze positie zitten tegenover onze
troepen
Anseele (bijtend, terwijl hij geurige
rookwolkjes uitblaast). De gaaien zijn
verwittigd. Doen zij beestigheden, dan
dient het comiteit zijn ontslag in.
(Zij glimlachen in onderlinge verstand
houding)
De Bunne (hij mag er ook eens tus-
schenkomen).Natuurlijk wij kunnen
ons niet verantwoordelijk stellen voor de
dwaasheden die de onnoozclaars zouden
uitzetten.
Vandervelde. Citoyens. ik heb
mij op het Paaschcongres verwonnen ge
geven
Anseele (heel joviaal). Nood
dwingt
Destrée (id.)En gij speeldel er
eenen meesterlijken troef
Vandervelde. Diplomaat zijn wij
toch allen Maar ik herhaal het de
A W. laat mij niets goeds vermoeden.
De nijverheidskrachten gaan er ook zeer
door te lijden hebben, zooals lo Gent,
niel waar vriend Anseele
Anseele (zeer scherp). Wal kun
nen wij dat gobeleren,citoyen? De regee-
ring moest ons maar niet van de hand
wijzen, en ons in zulk eenen neteligen
toes'and brengen wat zoudl gij ver
kiezen, uwe plaals als leider te verliezen,
of de A. W-
Vandervelde (de vraag ontwijkend).
De toestand was moeilijk, ik weet liet,
ook ben ik mét u 't akkoord. Doch onder
ons, mag er wel gezegd worden dat wij
voor eene zeer gewaagde onderneming
staan.
Anseele. Hier viel alles te wa
gen, ofwel alles te verliezen.
I)e Bunne. De gaaien zullen van
wat honger niet sterven.Zij hebben reeds
dikwerf droog brood geknabbeld zij
zullen het nu ook wel kunnen.
Anseele. Intusschen beloven wij
hen maar hemel en aarde. Hoop doet den
honger vergeten, en onzo syndikale kas
sen blijven gevuld... Kom, kom, dezo
juist de waarheid zegde, is ons onbekend,
•loc.li wij zijn overtuigd, dal hij wol de man
was, om do grootste schelmstukken koel
bloedig te begaan.
Ziedaar, de drie personen, welko door
Landry Ketzer, na de begrafonis van den
braven schoenmaker, onthaald werden op
brandewyn en sigaren.
Stalp en Gordel waren langzamerhand
dronken geworden. Ketzer. die minder
gedronken had, was nog bij zijn versland
en Abraham Blits, die nooit nuchter, maar
eigenlijk ook nooit dronken was, vroeg elk
oogenblik op nieuw een glas bitter, en
stak telkens eene andere sigaar op.
De kleine Dard, het zoontie van den
schoenmaker, de handen in de broekzakken
gestoken, en de hakken op den stoelsport
geplaatst, was in slap gevallen.
Op dit oogenblik kwam er een man bin
nen,die om een glas rum verzocht, en zich
bij de anderen aan de drinktafel kwam
nederzetten. Het was een lange, zwarte
kerel, met brandende oogen, een grooten
valkenneu8 en kort kroeshaar. Hy droeg
een zwart, lakensch pak, een gouden ring
aan den vinger, en om den hals een zware
ketting, die zooals Ketzer oordeelde, toch
stellig van valsch goud was. Landrij Ketzer
had hem zien binnenkomen, en een oog
geworpen op de ccnigzins aanmatigende
houding van den vreemdeling, en by zich
zeiven gezegd, dat hij toch zeker een go-
iheone kerel moest vt ezen.
wolk zal ook wel afdrijven, en hot bij
zonderste is toch dat wij daarmede ons
deen doorgaan als mannen van karak
ter(hij drukt op de woorden) als door
drijvers die over de hinderpalen heen
kunnen, en bereid zijn alles voor de wer
kende klas te slachtofferen Dat is de
hoofdzaak. Aan de rest vagen wij ons
botten
(Allen schieten in eenen schaterlach).
Destrée. Kranig gesproken
Hubin Aprés nous le déluge
Na ons de zondvloed -)
Vandervelde (met geveinsden geest
drift). Laat ons dan den moed hoog
houden, en den beker ledigen op den
goeden uitval der A. W. Leve het Alge
meen Stemrecht
Allen Leve de Algemeene Werk
staking
(De zuippartij gaat. voort lot laat in
den nacht. Onde; tusschen bereiden de
werklieden zich tol de algemeene werk
staking ofte uithongering).
(Het 2de bedrijf volgt).
MEN VERZEKERT DAT OOSTENRIJK
met de vijf groote mogendheden in onder
handeling is ten einde een ultimatum aan
Montenegro te beteekenen, en de vlootbetoo-
ging in een blocus te veranderen.
DE RUSSISCHE*MINISTER VAN BUI-
TENLANDSCHE ZAKEN, heeft bevestigd
dat het Rumeensch-Bulgaarsch geschil in
der minne zal geregeld worden. Maar hij
zegt niet op welke wijze.
De Rumeensche pers beweert dat het kon-
flikt door het afstaan van Silistrie aan Ru-
menië, zal opgelost worden.
DAAR HET SERBISCHE ANTWOORD
ZOOWEL ALS HET MONTF.NEGRIJN
SCHE ontkennend was, mag men zich aan
den blocus der Montenegrijnsche kust ver
wachten, in afwachting dat de Europeesche
betooging een heviger karakter aanneme,
zooals de redevoering van Sir Eduard Grey
verleden Maandag in het Lagerhuis te Lon
den uitgesproken, het laat vermoeden.
DE REDEVOERING VERLEDEN-
MAANDAG DOOR DEN DUITSCHEN
Rijkskanselier uitgesproken, om de reden
van het nieuwe legerontwerp uit te leggen
was op vele punten belangrijk. De Europee
sche pers stelt zonder verdere verwondering
vast, dat de noodwendigheid van het ont
werp. als men de kanselier moet gelooven,
voortvloeit uit het gevaar dat er bestaat voor
Duitschland voor hetFransch en het Slavisch
gevaar. Dit laatste wordt door de aanhou
dende overwinningen der Balkanstaten altijd
dreigender. Men bemerkt ook zijne bevesti
ging, namelijk dat de te Londen genomen
beslissingen kost wat kost moeten uitge
voerd worden.
Eindelijk ziet men ook als bijzonder be
langrijk kenmerk, dat de Engelsche-Duit-
sche rivaliteit, in zijne redevoering naar het
tweede plan, om niet te zeggen 't derde ver-
DE AFGEZANTEN DER MOGENDHE
DEN VERGADERDEN DINSDAG TE
LONDEN. De blocus der Montenegrijnsche
kusten, ten einde het bevoorraden der troe
pen welke Scoetari belegeren tc beletten, is
nu een beslist feit.
Het antwoord op de nota der Balkanstaten
is dan ook vastgesteld. Men verzekert dat zij
hun eerste inzicht behoudende, nochtans
eenige voorstellen van financieelen aard in
aanmerking hebben genomen welke mis
schien tot een algemeene overeenkomst zul
len leiden.
UIT EENE MEDEDEELING VAN DEN
MINISTER VAN GELDWEZEN aan den
Voorzitter der Breziliaansche Republiek,
blijkt dat de flnancieele'toestand aldaar zeer
bedenkelijk is en men voor eene crisis
vreest. Het tegenwoordig te kort zou
180,000 contos bedragen, (een conto 601,71
fr.) en ook nog belangrijke spaargelden, het
werk staken, dat onbezonnen ingang werd
gestoken legt zich op, indien men eenen
rampspoed wil voorkomen. De Regeering
denkt er aan eene totale herziening der con-
.racten voor het leggen der ijzerenwegen te
bevelen deze herziening zou buitengewone
Verrassingen kunnen voorleggen.
IN ENGELAND WERD EEN EERSTE
STAP GEDAAN tot kieshervorming. Het
Lagerhuis heeft Dinsdag hij eerste lezing het
jvetsontwerp met 303 tegen 177 stemmen
aangenomen. Dit wetsontwerp stelt vast dat
een enkele kiezer voortaan niet meer dan
eens in eene kiezing mag stemmen.
NU KENT MEN DOOR EENE MEDE
DEELING aan de Engelsche pers den alge-
gneenen inhoud van het antwoord der afge
zanten te Londen aan de Balkanstaten,
uitgenomen de Turksche-Bulgaarsche grens
regeling, Bulgarië overwint, behouden de
mogendheden hunne eerste zienswijze no
pens de eilanden en de oorlogschatting. Men
moet daaruit echter niet afleiden dat vrede
daarom blootgesteld is. Het schijnt, integen
deel,om dezen rede dat benevens de bekende
onderhandelingen in hun princiep en in
hunne onmiddelijke uitslag, er geheime trak
taten bestaan, die waarschijnlijk bij machte
zullen wezen om de laatste hinderpalen weg
te ruimen.
DE RAAD DER Z\VlTSERSCHE STA
TEN moest verleden Woensdag, na den
nationalenraadde conventie van den Gothard
bespreken.
Hij heeft eene motie van M. Lachenal tot
uitstel besluitende afgewezen, en dan de
conventie met 33 tegen 9 gestemd.
1 DE DUITSCHE RIJKSDAG eindigde
verleden Woensdag de besprekingen van
het nieuwe, militaire ontwerp der Regeering,
en besprak'nadien de kwettie der te nemen
richting en der middelen.
'IV obrdeelen naar de wending, genomen
door deze eerste bespreking, bestaat er geen
twijfel, of het militaire ontwerp zal met
eene verpletterende meerderheid gestemd
worden. Maar men mag er zich aan ver
wachten dat hot Parlement belangrijke wij
zingen aan het financieel deel, daarmede in
betrek, zal brengen.
DE HOP
De oogst van 1912 mag als voldoende
in opbrengst en ook in hoedanigheid aan
zien worden, en daar de prijs tamelijk
hoog is gestegen (200 'r. de 100 kgr.)
hebben onze tloppeplanlers sehoonc •vin
sten kunnen verwezenlijken
Wat het jaar 1913 voorbereidt is moei
lijk om vast te stollen, maar zeker is 'l,
dat die landbouwers welke den grond
goed bewerken en doelmatig bemesten
reeds veel hebben gedaan om eene goede
opbrengst Ie bekomen. En dal de bemes
ting eel vermag hoeft nauwelijks gereid.
Bij den lieer De Clereq te Krembode-
j gem legde men in 1911 eene proef aan,
dioden volgende uitslag gaf
i Perceel I getuige enkel bemest
met stalmest en beir, ..af per beolaar
2400 kgr. drooge hop.
Perceel II Volledige bemesting 400
kgr. Kalksuperfosfaal, 200 kgr. Zwavel-
zure potasch en 2()0 kgr. Zwavelzuur
j Ammoniak, bracht per hectare 1224 kgr.
drooge bellen op.
De scheikundige meststoffen gaven bij-
gevolg eene meerdere opbrengst van
1824 kg.
In 1911 was de prijs derhopzeer hoog,
zij wierd door den band verkocht tegen
j 4 fr. de kilogr.
I De waarde der meerdere opbrengst
was dus
1824 x 4 729(5 fr. per hectare.
Zoo wij daarvan 131 fr. aftrekken,
zijnde de prijs der bemesting, dan blijft
er nog een nettowinst van 7292134
7162 fr.
Hoort ge dal, lieve lezer, voor eene
uitgave van 134 fr. deed de heer De Clereq
zuiver profijt van 7162 fr. per hectare.
Het spreekt van zelf dat de uitslagen
telken jarezoo loonend niet zullen zijn,
om de eenvoudige reden dat de prijs der
hop niet altoos zoo buitengewoon hoog
is, doch deze cijfers zijn welsprekend
genoeg om eiken kopplanter aan te zetten
zijne toevlucht tot de hulpmesten te
nemen.
Daarbij is liet ook bewezen dal de mine-
i ale elementen als fosfoorznur en potasch
en ook de stikstof, hop geven van goede
hoedanigheid, die rijk is aan hopmeel cn
daarenboven een aangonamen reuk heeft.
Derhalve raden wij aan per hectare te
gebruiken en zoo gauw mogelijk opper
vlakkig in te werken.
350—400 kgr. Kalksuperfosfaal
450—200 kgr. Zwavelzure potasch en
175200 kgr. Zwavelzuur ammoniak.
WILLY
LENTEVREUGD.
i.
Rozenkleurige wolkjes spreiden
liier en daar op 't hemelsblauw
doomend smelten beemd en weiden
in een schemerend meer van dauw,
zacht met goud gekleurde stralen
tint de zoune der hoornen top,
overal langs bosschcn en dalen
sprankelen lustige liedr'en op.
II
I.oovers. knoppen aller wegen,
bloeiende kelken overal...
't Is als zijpt een bloemenregen
neder over hil en dal...
Komt naar buiten... al die klanken,
al die bloemen, geur en \reugd,
dichter, in uw ziel gevangen
en genoten wat gij meugl.
Pol de Mont.
door PETRUS COSYN.
TERUG NAAR 'T VADERLAND.
LIL
Om 12 ure meen ik op te breken doch
juist breekt ei- een onweer los. 't Giet
water, 't weerlicht en t dondert en tus
schen dit hemclconcerl hoort men 't ge
knal der vuurroeren want criseen zwarte
juist gestorven en zijn poeder welk hom
nog restte moet toch verbruikt worden,
dus maar geschoten zoolang er een vin
gerhoed overblijft. Daarna op weg. Mijne
zwarten hebben ook goed binnengespeeld
en met blijden moed trekken ze op. Wij
bereiken Mukobé ten 3 ure 's namiddags.
'I Is een nette plaats cn bet Gouverne
ment heeft er, aan den oever der groote
j rivier Mukobwê,ten gerieve der reizigers
2 groote open hangaars doen bouwen om
daarin de tenten op te richten en twee
kleinere hangaars voor de zwarten waar
in zij slapen en bunnen pot koken Het
geheel is omringd door een afsluiting in
hout en alles is net en in orde onderhou
den ongeliikking door den regen dezen
middag is het water der rivier zoo blond
geworden als koffie mol. veel melk erin.
Ja 'l is nu eenmaal zoo, V ongeluk staat
nevens 't geluk cn bijzonder hier in Congo.
Op den hangaar waarin mijne tent is
opgericht is een plankje vastgemaakt cn
daarop lees ik Gite de Mukobé,Doste de
Kilwa, Avril 1912 Na een versterkend
avondmaal begoten door een goed glas
Claretwijn (ik geloof dat ik dit vandaag
wel verdient heb hé lezers) kruip ik om
Dó vreemde, zwarte man nam zijn glas,
stiet even tegen dat van Landrij en zeide
Oji uwe gezondheid, en ook op do
uwe, voegde hij er bij, terwijl hij met den
boord van zijn glas tegen dat van Abraham
stiet.
Ik heb de oer niet. u te kennen, ant
woordde Ketzer aarzelend, en hem scherp
beziende.
Niet zei de vreemdeling gij zijt
toch mijnheer Landrij Ketzer, indien ik
mij niet bedrieg
O ja hoe kent gij mijn naam
En mijnheer Abraham Blits ver
volgde de kroesharige man.
Om u te dienen, was het droog ge
geven antwoord van den gewezen school
meester doch ik herinner mij niet u ooit
ontmoet te hebben.
Niet Do heeron verblijven toch
altyd nog in den Toren van Bahel Of bob
ik u beiden daar niet meer dan oens zien
in- en uitgaan Nu, om het even ik be
woon eene kamer van liet huis, waar
Feldijk woonde.... de man is lieden hegra
ven, zoo ik meen en de heeren drinken
een glaasje op al de vermoeienissen en
den last, die eene begrafenis medebrengt.
Zooals gij zegt. meende Ketzer min
i.f meer gerankt om de vrijpostigheid van
den vreemdeling.
Blits, die liern voor de tweede maal
scherp aanzag, was gedwongen zijne oogen
neder to slaan vpor den brandenden blik
van den zwarten man.Hij stond op, wendde
voor, nog oeno bondschap te doen te heb
ben in de stad, maakte Spalp en Gordel,
die met het hoofd op de tafel lagen to ron
ken, wakker, en ging met lion do deur uit.
Landrij Ketzer bleef met den vreemdeling
alleen in de herberg. De kleine Dard zit
nog met de hukken op den stoelsport te
slapen.
Is dat liet zoontje van den schoen
maker vroeg de vreemdeling.
Ja, knikte Keizer, byna onverschillig
cn zegde dat hij zijn gelag ging betalen,
om ook naar huis te gaan.
Wat gaat er van dit kind geworden
De jongen heeft zeker vriend noch maag in
dè wereld
Feldijk was mijn schoenmaker, en
laat ik het maar zeggen, ook mijn vriend
antwoordde Ketzer en daarom heb ik
besloten voor zijn zoontjo zorg te dragen.
Dat is ook plicht, ze: do andere
dewijl gij de nalatenschap van zijn vader in
handen hebt.
Hoe meent gij dat vroeg Landrij
Ketzer, een onrustigen blik op hem werpend.
Hoe ik dut meen Heb ik mij mis
schien ook bedrogen? Waart gij het dan
niet. die de spaarpenningen van don schoen
maker mecnaamt
Kerel, wat denkt gij Weet gij wel
met wien gij spreekt Met Landrij Ketzer,
j die man van deftige» huize, candidaat in
de rechten, eon man van eer on aanzien,
en niemand noodig heeft, en van zijne
I inkomen leeft, een man die,...
Hebt gij dan de tienduizend franken,
die d schoenmaker voor zijn had wegge
legd, niet gestolen vroeg de kroesharige
man, bijna op onverschilligen toon.
Gestolen Indien gij geen schobbejak
waart, zou ik
Landrij Ketzer was recht gesprongen, en
had den vreemdeling vastgegrepen. Doch
deze gaf zich de moeite niet, zich rechts of
links te koeren, of op te slaan. Hij stak
zijn langen arm uit, opende zijne hand, die
wel iets van oen reusachtige» klauw had,
en deed met een>- lichte drukking den
dronken Lindrij nederzitten. Deze dood
geene poging meer om op te staan de
kroesharige man had hem eene ontzettende
vrees aangejaagd.
Ik zie dat gy eene opvliegende inborst
hebt, mijnheer Landry Ketzer. zeide do
vreemdeling doch waarom maakt gij u
boos Och, ja, had ik daar niet gezegd,
dat gij den spaarpot van uw vriend, den
schoenmaker. Iiadt gestolen
Dat hebt gij gezegd, zei Ketzer met
oen hangen blik op den vreemdeling gericht.
Verschooning, mijnheer Keizer ik
meende te zeggen, dat gij de tienduizend
franken hadt gevonden en meègenomen...
Welnu, wat kwaad s'eekt daarin Denkt
gy dal ik iemand zou willen verwyten die
kleinigheid in zijn zal: te stoppen Leven
wij niet in eene eeuw, waarin liet goud van
den rijke, ten minste een detrl ervan, aan
u, aan mij, cn andere brave lieden toebe
hoort Nu, de schoenmaker was juist wel
6 ure in mijnen pier want de Kapila zegt
mij dat het morgen nogmaals bari, bari
mingi,is,verre zeer verre naar Kapwasa.
4 December. Om 4 ure wordt ik
wakker, doe gelijk de kleine kinderen,
(ik wrijf namelijk met mijne twee vuisten
te gelijk den vaak uit de oogen\ geeuw
zoo wijd ik mijn mond kan opensperren,
rek mij uit en spring uit 'l bed. Ik wek
Lufungulu en de dragers om alles begin
nen in te pakken, doch de kapita zegt
mij vandaag niet vertrekken, T zal re
genen, 'k geloof er niets van man, aan
't werk. Maar jawel, een half uur nadien
begint het water te gieten en dat tot 10
ure, dan vermindert de stortvloed, doch
gansch den dag vliegt er een stuifregen,
soms onderbroken door een zware regen
vlaag of door een vluchtigen zonnestraal.
Ik kon dus niets beters doen dan hier
blijven en mij uitrusten wat ik dan ook
deed. Ik gebruik den dag om mijn linnen
te doen wasschen, brieven te schrijven
en mijn voorraad manioc, maïs, visch en
vleesr.h voor de zwarte te vernieuwen,
want die mindert oogenziens, het vel
over den buik der zwarten rekt als eene
kous en ik moet zorgen dat de kous, neen
den buik, goed opgespannen is als het
vlies over eenen trommel, anders zagen
ze gansch den dag mijn ooren kapot met
hun eeuwig bwana n'zala, meester wij
hebben honger, docli te veel hebben zij
nooit. Nu, goede soldaten moeten goed
eten hebben ook. Ik bezichtig tusschen
2 regenvlagen liet dorp Mukobé/t Is niet
veel, alleen het kerkhof is onderhouden
en door eene schoone omheining in bam-
bou en stokken afgesloten. Al de kerk
hoven hier zijn verdeeld in 2 deelen, een
deel voorde autorileiten «desultans» een
ander voor de "nulliteiten» of de eenvou
dige zwarten. Adel verplicht ziet ge. Om
5 1/2 ure lig ik reeds te ronken.
Wordt voortgezet.
De algemeene vergadering van Woens
dag avond, in den Katholieken Werk-
mansknng gehouden, is opperbest ge
lukt geweest. Wat verschil met de ver
gaderingen van socialisten en daensisten
Bij hen, 60 a 70 man, en dan nog met
muziek samengetrommeld bij ons, 700
tot 800 man opgekomen door eenen en
kelen oproep in de gazetten.
M. G. Gabriels heeft op eene klare en
overtuigde wijze doen uitschijnen, dat de
werkstaking, welke de beethoofden der
socialisten willen, eene politieke work-
slaking is, welke, verre van tot loons-
vermeerdering te leiden, eerder tot loons
vermindering moet brengen. De heer
P, Van Sehuylenbergh heeft dan de wijze
maatregelen doen kenuen, welke het
hoofdbestuur der cliristene vakvereeni-
gingen genomen heeft.
Die machtige vergadering is gesloten
geworden door de algomeene instem
ming met de volgende dagorde
De Chrislene Vakvereenigingen van
Aalst, in buitengewone vergadering op
9 April 1913
Overwegende dat de werkstaking door
de socialisten op touw gezet voorden
14 April, een uitsluitend politiek karak
ter heeft
Overwegende dat die werkstaking,
hoe zij ook uitdraaie, niet het voorge
stelde doel kan bekomen
Overwegende dat de socialistische lei
ders zelf in hun Congres verklaarden die
staking als waanzinnig en doelloos te
aanzien
niet rijk doch om het even ik voor my,
wanneer ik geld vind, neem ik hotmeê.
De vreemdeling speelde in de kaarten
van Landrij Ketzer, die half lachend met
het hoofd knikte.
Och, ja, lachte de vreemdeling, zyn
hoofd achteloos achteruit werpend ik denk
daar, Mijnheer Ketzer, dat gij my hieldt
voor iemand, die wel in staat konde zyn
om u te verraden zie, dat deed ik niet, al
konde ik al het goud der hoofdstad or bij
vt rdienen.
Indien ik u kende, fluisterde Landry
hem in het oor zou ik u misschien gun
stiger beoordeele»
Mijn naam is Isaac Galerini.
I)at is geen Vlaamsche naam.
M'yn vader was een Italiaan...
Isaac
Denkelijk van Joodsche afkomstnu,
dat is toch ook om het even ik ben in
Rome geboren cn opgevoed.
Gij spreekt Nederduitsch, alsof gij
hier in het land waart gewonnen en geboren.
Ik spreek even gemakkelyk Fransch,
Engelsch, Duitsch, Italiaansch, Spaansch
en alle levende talen.
Alle levende talen
Ook Latyu, Griekscli, Hebreeuwsch
en meer andere doode talen.... Ik heb in
mijn leven oneindig veel gereisd, en zoo
doende veel gezien, gehoord en geleerd.
Gereisd voor uw vermaak
Wordt voortgezet