Zondag1 13 April 1913. 5 centiemen het nummer 66stc Jaar 4578. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM, van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. W eek- tCalender. DS&00CSSEWLR Politiek overzicht. Land-en Hofbouw. IJii mijn Congoleesch dagboek OEÜIEEIIE VERGADERING DER CHRISTEJ1E WERKLIEDEN- DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Zaterdag van iedere week onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is voor de Stad 3 frank met den Post ver zonden 3,5o frank 's jaars, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ontvangen zijn ten laste van den schuldenaar. Vlen schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte Zoutstraat, n. 3i. en in alle Postkantoren des Lands Annoncen, per drukregel Gewone t5 centiemen Kleine Aankondigingen Ir. o;6o (3 a 4 regels) Reklamen fr. t,oo Vonnissen op 3e bladzijde 5o centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen worden vriendelijk verzocht hunne inzendingen te doen, uiterlijk tegen den Vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentien uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, den 12 April 1913 A PRIL Pe zon gaat op te 5 u. 20 m. onder te G u. 14. De dagen lengen van den 1 tol 3(1, 2 uur 10 m. Eerste kwartier Maandag 14 April 5.39 u. 's more. Evang. v. d. Z. Jeius'zegt (Uit hij lot zijnen Vader gaat. Joann. XVI. 13 Zondag Jubilate. Plechtigheid van den II.Jozef, bruidegom van Maria, beschermheilige van de H. Kerk en van België. H. Hormenigildis, m. II Ida van Leuven, maagd, II. Juslinus, martel. 11 Maandag HH Tihertius. Valerianus en Maxi- inus, m H. Lidwina van Schiedam, in. 15 Dinsdag H. Anastasia, in. Oelukz. "Vakman, abt van St Michielte Antw. 11. Octavia, 10 Woensdag H. Benedictus Jozef Labor, bel, H. Eructuosus, biss. HH 18 Martelaren van Sarra- 17 Donderdag H. Anicetus, pau6 en mart. H. Lan- drichs, bisschop. 18 Vrijdag H. Apollonius, martelaar. 9 Zaterdag H. Ursmarus, hiss. H. Emma, weduwe. Het rood kluchtspel. EERSTE BEDRIJF. Speelt in één der prachtige salons van citoyen Vandervelde Kr wordt champagne gedronken aar, 10 frs. de tlesch,en sigaren gerookt aan 1 fr.'t stuk Destrée,— Ja citoyens, *alea jacta est het lot is geworpen Anseele (hij schijnt hier den lioogen toon te voeren i. Onze eer stond op het spel de gaaien zijn nu in den slag geworpen, ze moeten hun eigen vel maar verdedigen. VanderveldeHet blijft toch een gevaarlijk manoeuver, waaraan wij veel strijdkracht nutteloos gaan verspillen. Huysmans. Eéne noodlottige be tooging, waarvan ik de uitslag zeer pes simistisch te gemoet zie... Anseele (heftig inschietend). Dat maakt ons rekening'niet, beste ciloyen. Wij zullen daar ons broek niet aan scheu ren de A. W. was er noodig, ten eerste om onze eer als leiders (hij steunt op de woorden) te kavelen; en tweedens, om den geestdrift te paaien der onnoozele gaaien, wier hoofd we zot geraasd heb ben van A. S. Neen; w< es overtuigd dat we niets anders konden of mochten hau- delen, Hurin (bijgenaamd de spuwer-.) Wel zeker Het Walenland slaat (hier plaatst hij eenen Waalschen vloek) in laaie vlam mochten wij dien kostbaren geestdrift laten uitdoovon De A. W. zal het stroovunrtje in gang houden en dat js genoeg. Destrée. Bravo, citoyen In de Walen steekt er toch nog geestdrift, niet waar, terwijl die domme blokken van Vlaamsche werklieden, die zich afbeulen voor hun wijf en hun binders, aan alles onverschillig blijven Hatelijk en ver basterd ras Hubin. Dat is het werk der pa pen (hier volgt weerom een Waalsche vloek). Terwagne. Weg met de papen Furnémont. De duivel hale al die paters en nonnen Vandervelde (droogjes glimlachend). Laat ons kalm blijven, citoyens. In den strijd legen den Godsdienst zijn wij hel allen eens. Hel A. S.kan daar toe eenen machtigen hefboom worden in de handen der massa. UIT ÏIET BESTAAN DER Vrijdenkers onzer eeuw DOOR Dr J. R. SNIEDERS. EERSTE DEEL. ie Vervolg. Daar hield hy eenige maanden herberg, was een paar weken op een handelskantoor werkzaam, en nam daarna zijn intrek op eene der bovenkamers van den Toren van Babel, een hotel in een afgezonderd straatje gelegen, waar wy den lezer later zullen heenbrengen. Blits was vijf en dertig jaren oud hij bad bleekrood doch zeer weinig hoofdhaar, en ook bijna geen wimpers, welke vervangen waren door twee blocd- roode strepen over de boorden der oogsch"- d.els. Ja, meester Blits, neem bet ons niet kwalijk, onder de schoolmeesters van heel hef koninkrijk was er geen leelijkcr ge dicht da» het uwe. De twee andere persoonaadjes, welke wij by Landrij Ketzer aantreffen, noemen zich Urbanus Stalp en Faustinus Gordel. Het zijn twee groote, ruwe kerels, die vroeger een tyd lang in Parijs rondgc dwaaid, opde barricades hebben gevochten, en hekend zjjn in meer dan een geheim genootschap. De eerste zelfs zwetste er op, dat hij het was, die den aartsbisschop op de barricades had neergeschoten. Of hij wel Destree. Ik zegde dan dat de toe stand van het Walenland uitmuntend is Daar groeit een vastberaden geslacht op dat alle godsdienstjuk van zich afschudt, en tot alles in staat is. Gij weet ook wel hoe men die mannen moet bewerken,niet waar citoyen (Hij ricfit zich tot Vander velde) Met een gloeiend woord zijn zij seffens te winnen, en 't is voldoende te donderen op don kap van rijken en kloosters, om er in triomf rond gedragen te worden. Nog eens de gemoedsge steltenis voor de A. W. is er zeer goed. Vandervelde. Ik weet hetook koester ik eene gegronde vrees voorde kalmte der werkstaking moest dit mis lukken, dan ware het spel heelemaal om zeep. Hubin (uitschietend). Ware ik een werkstaker, ik zou niel kalm kun nen blijvenMet zulk eene vervloekte regeering Vandervelde. Spreek niet zoo onvoorzichtig. De gebeurtenissen van 1902, zouden u zulke laai niet mogen doen voeren. Huysmans. En vergeet niet, dat hel Walenland, heel België niet is. verre van daar In Antwerpen, en in 't alge meen,heel 't Vlaamsche platteland door, heerscht een gansch andere gemoedstoe stand. Volkomen onverschilligheid bij de eenen verbittering bij de anderen, die gedwongen zijn te slaken moesten er daarbij nog gewelddaden uitbreken, dan zouden ik en de overige aanvallers er in eene vieze positie zitten tegenover onze troepen Anseele (bijtend, terwijl hij geurige rookwolkjes uitblaast). De gaaien zijn verwittigd. Doen zij beestigheden, dan dient het comiteit zijn ontslag in. (Zij glimlachen in onderlinge verstand houding) De Bunne (hij mag er ook eens tus- schenkomen).Natuurlijk wij kunnen ons niet verantwoordelijk stellen voor de dwaasheden die de onnoozclaars zouden uitzetten. Vandervelde. Citoyens. ik heb mij op het Paaschcongres verwonnen ge geven Anseele (heel joviaal). Nood dwingt Destrée (id.)En gij speeldel er eenen meesterlijken troef Vandervelde. Diplomaat zijn wij toch allen Maar ik herhaal het de A W. laat mij niets goeds vermoeden. De nijverheidskrachten gaan er ook zeer door te lijden hebben, zooals lo Gent, niel waar vriend Anseele Anseele (zeer scherp). Wal kun nen wij dat gobeleren,citoyen? De regee- ring moest ons maar niet van de hand wijzen, en ons in zulk eenen neteligen toes'and brengen wat zoudl gij ver kiezen, uwe plaals als leider te verliezen, of de A. W- Vandervelde (de vraag ontwijkend). De toestand was moeilijk, ik weet liet, ook ben ik mét u 't akkoord. Doch onder ons, mag er wel gezegd worden dat wij voor eene zeer gewaagde onderneming staan. Anseele. Hier viel alles te wa gen, ofwel alles te verliezen. I)e Bunne. De gaaien zullen van wat honger niet sterven.Zij hebben reeds dikwerf droog brood geknabbeld zij zullen het nu ook wel kunnen. Anseele. Intusschen beloven wij hen maar hemel en aarde. Hoop doet den honger vergeten, en onzo syndikale kas sen blijven gevuld... Kom, kom, dezo juist de waarheid zegde, is ons onbekend, •loc.li wij zijn overtuigd, dal hij wol de man was, om do grootste schelmstukken koel bloedig te begaan. Ziedaar, de drie personen, welko door Landry Ketzer, na de begrafonis van den braven schoenmaker, onthaald werden op brandewyn en sigaren. Stalp en Gordel waren langzamerhand dronken geworden. Ketzer. die minder gedronken had, was nog bij zijn versland en Abraham Blits, die nooit nuchter, maar eigenlijk ook nooit dronken was, vroeg elk oogenblik op nieuw een glas bitter, en stak telkens eene andere sigaar op. De kleine Dard, het zoontie van den schoenmaker, de handen in de broekzakken gestoken, en de hakken op den stoelsport geplaatst, was in slap gevallen. Op dit oogenblik kwam er een man bin nen,die om een glas rum verzocht, en zich bij de anderen aan de drinktafel kwam nederzetten. Het was een lange, zwarte kerel, met brandende oogen, een grooten valkenneu8 en kort kroeshaar. Hy droeg een zwart, lakensch pak, een gouden ring aan den vinger, en om den hals een zware ketting, die zooals Ketzer oordeelde, toch stellig van valsch goud was. Landrij Ketzer had hem zien binnenkomen, en een oog geworpen op de ccnigzins aanmatigende houding van den vreemdeling, en by zich zeiven gezegd, dat hij toch zeker een go- iheone kerel moest vt ezen. wolk zal ook wel afdrijven, en hot bij zonderste is toch dat wij daarmede ons deen doorgaan als mannen van karak ter(hij drukt op de woorden) als door drijvers die over de hinderpalen heen kunnen, en bereid zijn alles voor de wer kende klas te slachtofferen Dat is de hoofdzaak. Aan de rest vagen wij ons botten (Allen schieten in eenen schaterlach). Destrée. Kranig gesproken Hubin Aprés nous le déluge Na ons de zondvloed -) Vandervelde (met geveinsden geest drift). Laat ons dan den moed hoog houden, en den beker ledigen op den goeden uitval der A. W. Leve het Alge meen Stemrecht Allen Leve de Algemeene Werk staking (De zuippartij gaat. voort lot laat in den nacht. Onde; tusschen bereiden de werklieden zich tol de algemeene werk staking ofte uithongering). (Het 2de bedrijf volgt). MEN VERZEKERT DAT OOSTENRIJK met de vijf groote mogendheden in onder handeling is ten einde een ultimatum aan Montenegro te beteekenen, en de vlootbetoo- ging in een blocus te veranderen. DE RUSSISCHE*MINISTER VAN BUI- TENLANDSCHE ZAKEN, heeft bevestigd dat het Rumeensch-Bulgaarsch geschil in der minne zal geregeld worden. Maar hij zegt niet op welke wijze. De Rumeensche pers beweert dat het kon- flikt door het afstaan van Silistrie aan Ru- menië, zal opgelost worden. DAAR HET SERBISCHE ANTWOORD ZOOWEL ALS HET MONTF.NEGRIJN SCHE ontkennend was, mag men zich aan den blocus der Montenegrijnsche kust ver wachten, in afwachting dat de Europeesche betooging een heviger karakter aanneme, zooals de redevoering van Sir Eduard Grey verleden Maandag in het Lagerhuis te Lon den uitgesproken, het laat vermoeden. DE REDEVOERING VERLEDEN- MAANDAG DOOR DEN DUITSCHEN Rijkskanselier uitgesproken, om de reden van het nieuwe legerontwerp uit te leggen was op vele punten belangrijk. De Europee sche pers stelt zonder verdere verwondering vast, dat de noodwendigheid van het ont werp. als men de kanselier moet gelooven, voortvloeit uit het gevaar dat er bestaat voor Duitschland voor hetFransch en het Slavisch gevaar. Dit laatste wordt door de aanhou dende overwinningen der Balkanstaten altijd dreigender. Men bemerkt ook zijne bevesti ging, namelijk dat de te Londen genomen beslissingen kost wat kost moeten uitge voerd worden. Eindelijk ziet men ook als bijzonder be langrijk kenmerk, dat de Engelsche-Duit- sche rivaliteit, in zijne redevoering naar het tweede plan, om niet te zeggen 't derde ver- DE AFGEZANTEN DER MOGENDHE DEN VERGADERDEN DINSDAG TE LONDEN. De blocus der Montenegrijnsche kusten, ten einde het bevoorraden der troe pen welke Scoetari belegeren tc beletten, is nu een beslist feit. Het antwoord op de nota der Balkanstaten is dan ook vastgesteld. Men verzekert dat zij hun eerste inzicht behoudende, nochtans eenige voorstellen van financieelen aard in aanmerking hebben genomen welke mis schien tot een algemeene overeenkomst zul len leiden. UIT EENE MEDEDEELING VAN DEN MINISTER VAN GELDWEZEN aan den Voorzitter der Breziliaansche Republiek, blijkt dat de flnancieele'toestand aldaar zeer bedenkelijk is en men voor eene crisis vreest. Het tegenwoordig te kort zou 180,000 contos bedragen, (een conto 601,71 fr.) en ook nog belangrijke spaargelden, het werk staken, dat onbezonnen ingang werd gestoken legt zich op, indien men eenen rampspoed wil voorkomen. De Regeering denkt er aan eene totale herziening der con- .racten voor het leggen der ijzerenwegen te bevelen deze herziening zou buitengewone Verrassingen kunnen voorleggen. IN ENGELAND WERD EEN EERSTE STAP GEDAAN tot kieshervorming. Het Lagerhuis heeft Dinsdag hij eerste lezing het jvetsontwerp met 303 tegen 177 stemmen aangenomen. Dit wetsontwerp stelt vast dat een enkele kiezer voortaan niet meer dan eens in eene kiezing mag stemmen. NU KENT MEN DOOR EENE MEDE DEELING aan de Engelsche pers den alge- gneenen inhoud van het antwoord der afge zanten te Londen aan de Balkanstaten, uitgenomen de Turksche-Bulgaarsche grens regeling, Bulgarië overwint, behouden de mogendheden hunne eerste zienswijze no pens de eilanden en de oorlogschatting. Men moet daaruit echter niet afleiden dat vrede daarom blootgesteld is. Het schijnt, integen deel,om dezen rede dat benevens de bekende onderhandelingen in hun princiep en in hunne onmiddelijke uitslag, er geheime trak taten bestaan, die waarschijnlijk bij machte zullen wezen om de laatste hinderpalen weg te ruimen. DE RAAD DER Z\VlTSERSCHE STA TEN moest verleden Woensdag, na den nationalenraadde conventie van den Gothard bespreken. Hij heeft eene motie van M. Lachenal tot uitstel besluitende afgewezen, en dan de conventie met 33 tegen 9 gestemd. 1 DE DUITSCHE RIJKSDAG eindigde verleden Woensdag de besprekingen van het nieuwe, militaire ontwerp der Regeering, en besprak'nadien de kwettie der te nemen richting en der middelen. 'IV obrdeelen naar de wending, genomen door deze eerste bespreking, bestaat er geen twijfel, of het militaire ontwerp zal met eene verpletterende meerderheid gestemd worden. Maar men mag er zich aan ver wachten dat hot Parlement belangrijke wij zingen aan het financieel deel, daarmede in betrek, zal brengen. DE HOP De oogst van 1912 mag als voldoende in opbrengst en ook in hoedanigheid aan zien worden, en daar de prijs tamelijk hoog is gestegen (200 'r. de 100 kgr.) hebben onze tloppeplanlers sehoonc •vin sten kunnen verwezenlijken Wat het jaar 1913 voorbereidt is moei lijk om vast te stollen, maar zeker is 'l, dat die landbouwers welke den grond goed bewerken en doelmatig bemesten reeds veel hebben gedaan om eene goede opbrengst Ie bekomen. En dal de bemes ting eel vermag hoeft nauwelijks gereid. Bij den lieer De Clereq te Krembode- j gem legde men in 1911 eene proef aan, dioden volgende uitslag gaf i Perceel I getuige enkel bemest met stalmest en beir, ..af per beolaar 2400 kgr. drooge hop. Perceel II Volledige bemesting 400 kgr. Kalksuperfosfaal, 200 kgr. Zwavel- zure potasch en 2()0 kgr. Zwavelzuur j Ammoniak, bracht per hectare 1224 kgr. drooge bellen op. De scheikundige meststoffen gaven bij- gevolg eene meerdere opbrengst van 1824 kg. In 1911 was de prijs derhopzeer hoog, zij wierd door den band verkocht tegen j 4 fr. de kilogr. I De waarde der meerdere opbrengst was dus 1824 x 4 729(5 fr. per hectare. Zoo wij daarvan 131 fr. aftrekken, zijnde de prijs der bemesting, dan blijft er nog een nettowinst van 7292134 7162 fr. Hoort ge dal, lieve lezer, voor eene uitgave van 134 fr. deed de heer De Clereq zuiver profijt van 7162 fr. per hectare. Het spreekt van zelf dat de uitslagen telken jarezoo loonend niet zullen zijn, om de eenvoudige reden dat de prijs der hop niet altoos zoo buitengewoon hoog is, doch deze cijfers zijn welsprekend genoeg om eiken kopplanter aan te zetten zijne toevlucht tot de hulpmesten te nemen. Daarbij is liet ook bewezen dal de mine- i ale elementen als fosfoorznur en potasch en ook de stikstof, hop geven van goede hoedanigheid, die rijk is aan hopmeel cn daarenboven een aangonamen reuk heeft. Derhalve raden wij aan per hectare te gebruiken en zoo gauw mogelijk opper vlakkig in te werken. 350—400 kgr. Kalksuperfosfaal 450—200 kgr. Zwavelzure potasch en 175200 kgr. Zwavelzuur ammoniak. WILLY LENTEVREUGD. i. Rozenkleurige wolkjes spreiden liier en daar op 't hemelsblauw doomend smelten beemd en weiden in een schemerend meer van dauw, zacht met goud gekleurde stralen tint de zoune der hoornen top, overal langs bosschcn en dalen sprankelen lustige liedr'en op. II I.oovers. knoppen aller wegen, bloeiende kelken overal... 't Is als zijpt een bloemenregen neder over hil en dal... Komt naar buiten... al die klanken, al die bloemen, geur en \reugd, dichter, in uw ziel gevangen en genoten wat gij meugl. Pol de Mont. door PETRUS COSYN. TERUG NAAR 'T VADERLAND. LIL Om 12 ure meen ik op te breken doch juist breekt ei- een onweer los. 't Giet water, 't weerlicht en t dondert en tus schen dit hemclconcerl hoort men 't ge knal der vuurroeren want criseen zwarte juist gestorven en zijn poeder welk hom nog restte moet toch verbruikt worden, dus maar geschoten zoolang er een vin gerhoed overblijft. Daarna op weg. Mijne zwarten hebben ook goed binnengespeeld en met blijden moed trekken ze op. Wij bereiken Mukobé ten 3 ure 's namiddags. 'I Is een nette plaats cn bet Gouverne ment heeft er, aan den oever der groote j rivier Mukobwê,ten gerieve der reizigers 2 groote open hangaars doen bouwen om daarin de tenten op te richten en twee kleinere hangaars voor de zwarten waar in zij slapen en bunnen pot koken Het geheel is omringd door een afsluiting in hout en alles is net en in orde onderhou den ongeliikking door den regen dezen middag is het water der rivier zoo blond geworden als koffie mol. veel melk erin. Ja 'l is nu eenmaal zoo, V ongeluk staat nevens 't geluk cn bijzonder hier in Congo. Op den hangaar waarin mijne tent is opgericht is een plankje vastgemaakt cn daarop lees ik Gite de Mukobé,Doste de Kilwa, Avril 1912 Na een versterkend avondmaal begoten door een goed glas Claretwijn (ik geloof dat ik dit vandaag wel verdient heb hé lezers) kruip ik om Dó vreemde, zwarte man nam zijn glas, stiet even tegen dat van Landrij en zeide Oji uwe gezondheid, en ook op do uwe, voegde hij er bij, terwijl hij met den boord van zijn glas tegen dat van Abraham stiet. Ik heb de oer niet. u te kennen, ant woordde Ketzer aarzelend, en hem scherp beziende. Niet zei de vreemdeling gij zijt toch mijnheer Landrij Ketzer, indien ik mij niet bedrieg O ja hoe kent gij mijn naam En mijnheer Abraham Blits ver volgde de kroesharige man. Om u te dienen, was het droog ge geven antwoord van den gewezen school meester doch ik herinner mij niet u ooit ontmoet te hebben. Niet Do heeron verblijven toch altyd nog in den Toren van Bahel Of bob ik u beiden daar niet meer dan oens zien in- en uitgaan Nu, om het even ik be woon eene kamer van liet huis, waar Feldijk woonde.... de man is lieden hegra ven, zoo ik meen en de heeren drinken een glaasje op al de vermoeienissen en den last, die eene begrafenis medebrengt. Zooals gij zegt. meende Ketzer min i.f meer gerankt om de vrijpostigheid van den vreemdeling. Blits, die liern voor de tweede maal scherp aanzag, was gedwongen zijne oogen neder to slaan vpor den brandenden blik van den zwarten man.Hij stond op, wendde voor, nog oeno bondschap te doen te heb ben in de stad, maakte Spalp en Gordel, die met het hoofd op de tafel lagen to ron ken, wakker, en ging met lion do deur uit. Landrij Ketzer bleef met den vreemdeling alleen in de herberg. De kleine Dard zit nog met de hukken op den stoelsport te slapen. Is dat liet zoontje van den schoen maker vroeg de vreemdeling. Ja, knikte Keizer, byna onverschillig cn zegde dat hij zijn gelag ging betalen, om ook naar huis te gaan. Wat gaat er van dit kind geworden De jongen heeft zeker vriend noch maag in dè wereld Feldijk was mijn schoenmaker, en laat ik het maar zeggen, ook mijn vriend antwoordde Ketzer en daarom heb ik besloten voor zijn zoontjo zorg te dragen. Dat is ook plicht, ze: do andere dewijl gij de nalatenschap van zijn vader in handen hebt. Hoe meent gij dat vroeg Landrij Ketzer, een onrustigen blik op hem werpend. Hoe ik dut meen Heb ik mij mis schien ook bedrogen? Waart gij het dan niet. die de spaarpenningen van don schoen maker mecnaamt Kerel, wat denkt gij Weet gij wel met wien gij spreekt Met Landrij Ketzer, j die man van deftige» huize, candidaat in de rechten, eon man van eer on aanzien, en niemand noodig heeft, en van zijne I inkomen leeft, een man die,... Hebt gij dan de tienduizend franken, die d schoenmaker voor zijn had wegge legd, niet gestolen vroeg de kroesharige man, bijna op onverschilligen toon. Gestolen Indien gij geen schobbejak waart, zou ik Landrij Ketzer was recht gesprongen, en had den vreemdeling vastgegrepen. Doch deze gaf zich de moeite niet, zich rechts of links te koeren, of op te slaan. Hij stak zijn langen arm uit, opende zijne hand, die wel iets van oen reusachtige» klauw had, en deed met een>- lichte drukking den dronken Lindrij nederzitten. Deze dood geene poging meer om op te staan de kroesharige man had hem eene ontzettende vrees aangejaagd. Ik zie dat gy eene opvliegende inborst hebt, mijnheer Landry Ketzer. zeide do vreemdeling doch waarom maakt gij u boos Och, ja, had ik daar niet gezegd, dat gij den spaarpot van uw vriend, den schoenmaker. Iiadt gestolen Dat hebt gij gezegd, zei Ketzer met oen hangen blik op den vreemdeling gericht. Verschooning, mijnheer Keizer ik meende te zeggen, dat gij de tienduizend franken hadt gevonden en meègenomen... Welnu, wat kwaad s'eekt daarin Denkt gy dal ik iemand zou willen verwyten die kleinigheid in zijn zal: te stoppen Leven wij niet in eene eeuw, waarin liet goud van den rijke, ten minste een detrl ervan, aan u, aan mij, cn andere brave lieden toebe hoort Nu, de schoenmaker was juist wel 6 ure in mijnen pier want de Kapila zegt mij dat het morgen nogmaals bari, bari mingi,is,verre zeer verre naar Kapwasa. 4 December. Om 4 ure wordt ik wakker, doe gelijk de kleine kinderen, (ik wrijf namelijk met mijne twee vuisten te gelijk den vaak uit de oogen\ geeuw zoo wijd ik mijn mond kan opensperren, rek mij uit en spring uit 'l bed. Ik wek Lufungulu en de dragers om alles begin nen in te pakken, doch de kapita zegt mij vandaag niet vertrekken, T zal re genen, 'k geloof er niets van man, aan 't werk. Maar jawel, een half uur nadien begint het water te gieten en dat tot 10 ure, dan vermindert de stortvloed, doch gansch den dag vliegt er een stuifregen, soms onderbroken door een zware regen vlaag of door een vluchtigen zonnestraal. Ik kon dus niets beters doen dan hier blijven en mij uitrusten wat ik dan ook deed. Ik gebruik den dag om mijn linnen te doen wasschen, brieven te schrijven en mijn voorraad manioc, maïs, visch en vleesr.h voor de zwarte te vernieuwen, want die mindert oogenziens, het vel over den buik der zwarten rekt als eene kous en ik moet zorgen dat de kous, neen den buik, goed opgespannen is als het vlies over eenen trommel, anders zagen ze gansch den dag mijn ooren kapot met hun eeuwig bwana n'zala, meester wij hebben honger, docli te veel hebben zij nooit. Nu, goede soldaten moeten goed eten hebben ook. Ik bezichtig tusschen 2 regenvlagen liet dorp Mukobé/t Is niet veel, alleen het kerkhof is onderhouden en door eene schoone omheining in bam- bou en stokken afgesloten. Al de kerk hoven hier zijn verdeeld in 2 deelen, een deel voorde autorileiten «desultans» een ander voor de "nulliteiten» of de eenvou dige zwarten. Adel verplicht ziet ge. Om 5 1/2 ure lig ik reeds te ronken. Wordt voortgezet. De algemeene vergadering van Woens dag avond, in den Katholieken Werk- mansknng gehouden, is opperbest ge lukt geweest. Wat verschil met de ver gaderingen van socialisten en daensisten Bij hen, 60 a 70 man, en dan nog met muziek samengetrommeld bij ons, 700 tot 800 man opgekomen door eenen en kelen oproep in de gazetten. M. G. Gabriels heeft op eene klare en overtuigde wijze doen uitschijnen, dat de werkstaking, welke de beethoofden der socialisten willen, eene politieke work- slaking is, welke, verre van tot loons- vermeerdering te leiden, eerder tot loons vermindering moet brengen. De heer P, Van Sehuylenbergh heeft dan de wijze maatregelen doen kenuen, welke het hoofdbestuur der cliristene vakvereeni- gingen genomen heeft. Die machtige vergadering is gesloten geworden door de algomeene instem ming met de volgende dagorde De Chrislene Vakvereenigingen van Aalst, in buitengewone vergadering op 9 April 1913 Overwegende dat de werkstaking door de socialisten op touw gezet voorden 14 April, een uitsluitend politiek karak ter heeft Overwegende dat die werkstaking, hoe zij ook uitdraaie, niet het voorge stelde doel kan bekomen Overwegende dat de socialistische lei ders zelf in hun Congres verklaarden die staking als waanzinnig en doelloos te aanzien niet rijk doch om het even ik voor my, wanneer ik geld vind, neem ik hotmeê. De vreemdeling speelde in de kaarten van Landrij Ketzer, die half lachend met het hoofd knikte. Och, ja, lachte de vreemdeling, zyn hoofd achteloos achteruit werpend ik denk daar, Mijnheer Ketzer, dat gij my hieldt voor iemand, die wel in staat konde zyn om u te verraden zie, dat deed ik niet, al konde ik al het goud der hoofdstad or bij vt rdienen. Indien ik u kende, fluisterde Landry hem in het oor zou ik u misschien gun stiger beoordeele» Mijn naam is Isaac Galerini. I)at is geen Vlaamsche naam. M'yn vader was een Italiaan... Isaac Denkelijk van Joodsche afkomstnu, dat is toch ook om het even ik ben in Rome geboren cn opgevoed. Gij spreekt Nederduitsch, alsof gij hier in het land waart gewonnen en geboren. Ik spreek even gemakkelyk Fransch, Engelsch, Duitsch, Italiaansch, Spaansch en alle levende talen. Alle levende talen Ook Latyu, Griekscli, Hebreeuwsch en meer andere doode talen.... Ik heb in mijn leven oneindig veel gereisd, en zoo doende veel gezien, gehoord en geleerd. Gereisd voor uw vermaak Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1913 | | pagina 1