PONTIFICALE H00G|AI8 IN OPENE LUCHT
Aalst steeds in volle Feest
OP ZONDAG, 20 JULI 1913
Grooten Historischen STOET
ZONDAG 20 JULI 1915.
5 centiemen liet nummer
66ste Jaar 4592.
G O D SDI E N S T
HUISGEZIN, E I G E N D O M
V A D E It L I N I)
TAAL
V II I J HEID
IJZER EN WEG, - vem-ek,. ren uit Aalst na:
BUURTTRAM.
Vertrekuren
Statiën naar Aalst
uit de volgende
om 10 uren voormiddag
's Namiddags,
]E IE IR, S T IE TJITG AN"Q
van den
W eek-Kalender.
JULI.
MARIA-CANTATE
HïscHeld van ToonöiGöier L. de VoGtil
Dit blad verschijnt den Zatbr-
iedei
dagteekening van den volgend'
dag De prijs ervan is voor
de Stad 3 frank met den Post
verzonden 3.50 trank 's jaars.
voorop te betalen De inschrij
ving eindigt met 31 December
De onkosten der kwittantien
door de Post ontvangen zijn ten
liiste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. VAN DE
PUTTE GOOSSENS, 31. Korte
Zoutstraat en in alle Postkan
toren des Lands.
DE DENDERBODE
Vrij onafhankelijk volksgezind orga n van de
Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Annoncen, per drukregelGe
wone 15 centiemen Kleine
Aankondigingen fr. 0,60 (3 d 4
regels,; Reklamen fr 1,00; Von
nissen op 3« bladzijde 50 centie
men. Dikwijls te herhalen
bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften
worden niet teruggestuurd.
Hoeren Notarissen worden
iendelijk verzocht hunne in
zendingen tedoen,uiterlijk tegen
den Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit
■reemde landen zich te wenden
en bureele van dit blad.
DenderleeuwBrussel (Noord)
>?53 4A4 5.0/ 5.26 5,39 6,126,46 *7.31 ;,44* 8.54* *j,26 9,26
10,01 *10,1311,50 *12,48 14.05 14,33 15,30*15,57 16.24 **6,50
T .3/ *18.36 18,55 *19.08 *19,32 *19,37 *19,44 2I,o8 *22.20
*22,45 *22.54 .ro,53-
Denderleeuw, Ninove. Geeruardsbergen,Lessen, Ath, Bergen:
-3J 7,44 i°,°i 11,5° !4,33 16,28 17,37 18,55 21,08
lirpe-Meire, Burs-, Herzele, Sottegem; Ronsse, met aanslui
ting te Sottegem en Ronsse voor Kortrijk
*3,23 4,17 7,4° 8,59 11,54 14,40 *17,42 *gaat tot Sottegem.
Moorsel, Opwyck, Londerseel, Willebroeck, Boom, Ant
werpen, met aansluiting te Londerzele naar Mechelen
*4,02 3,45 9,02 xi,55 !4>48 18,00 *19,50 (*naar Opwyck)
De treinen met een of eenaangeduid zijn rechtstreeks.
Hofstade, Gijsegem, Dendermonde, Lokeren.
Kecloo, met aansluit, te Denderm. naar An r.
3,32 4,01 6,13 7,37 8,27 1050 14,42 15,20 17..;19,1.3
Gent (Zuid)
0,55 6,40 7,44 '8,15 8,38 10,24 12,06 12,17 14,34
16,26 ri7,04 17,39 ri7,40 18,09 18,44* 19,38 20,1 (X n.)
22,18 '22,57 '0,39.
Lede YVetteren
'0,55 6,40 8,38 rI0,24 12,06 '12,17 14,34 r'6,26 18,oj
19,38 20,41 (Z. n.) 22,18
Brugge Blankenberghe '6,08 '7,22 9,59 10,24 12,55
15,15 17,05 18,31 18,38 18,44 2i,oS
Brugge Heyst 6,08 7,22 9,59 10,24 *2,55 *3-°2
17,05 18,51 18,38 18,44 21,08
Aalsl (Koophandelstr.) naar Oordegein.:
Aalst (Zeebergbr n. Affligera, Assche
7,32 8,55 11,55 15,20 19,12
8,25 11,55 14,21 10.45 20,14
•Hl 5.58 6,34 6,44 7,°7
32 *10,10 10,41 11,40 11,44 12,09
Brussel Denderleeuw
7,40* 7-47 7.53* '8,25 - -
*12,2512.31 13,24' 14,35 114,4-i '15,57 '16,07-16.25 16.28 16,32
*17,06 '17,13 17.56 '18,08 18.14 1 ,',52 '20.40 20.57 '22.21 23.55
Bergen, Ath,Lessen,Geeraards'.>e yen, Ninove, Denderleeuw:
4.42 5.16 6.43*8.45 11.41 13-47 17-23 18.30 19,50
Ronsse, Sottegem, Herzele, Burs Lrpc-Meire met aanslui
ting te Ronsse en Sottegem vas Kortrijk naar Aalst
(Zaterd. v. Sottegem.<836) 6,24 10,23 11,45 15,33 (i9,43 tot
Sottegem) 21,34 van Sottegem.
Antwerpen (Zuid), Boom, Wiüe! roek, Londerzele, Opwyck,
Moorsel, met a
4,55 6,12 6,42 8.14
T5,22 17,04 IJ,04
nsluitmg va
>,49 (10,05 1
Eecloo, Moerbeke, Lokeren, Dendermonde, Gijsegem,
Hofstade, met aansluit, van Antwerpen (Middenst.) n. Aalst
5.11 8.12 10,02 11.38 13.27 16.52 19.05 20.38
Gent (Zuid).
4.42 '5,42 '5.50 7.11 '8.22 '8.43 '9.28 10.55 'I2-i8
'13,32 13.40 '15.00 Terv.'15.47 '16.24 17.33 Ï8-59 20.10
'21.50 21.53 0,25
WetterenLede.
4.59 6.18 7.27 '9.44 11.22 14.07 18.01 '19.15 20.37 22.18
Blankenberghe Brugge.
5.50 6.53 '8.28 10.53 14.53 14.53 17-20 20.04
Heyst Brugge.
5.33 '6.07 '6.30 '9.47 10.34 I3-56 'X7-I4 19-47
Mechelen naar Aalst
er Denderm. I 11,22 13,40
5,15 8,14 11,11 14,20 18,25
6,50 11,17 13,18 15,56 19,41
Assche (Staatsstatie) Aalst 6,30 10,53 13,18 15,30 19,15
UURTABEL van den 1 Juli tot den 30 Sept.
Aalst, den 19 Juli 1913.
Den 1 gaat de zon op ten 3 u. 33 m onder
i.OO 11
n den 1 tot don 31 kor
de
dagen 1 u. K
Laatste kwartier tien 26, ten 9,59 's morgens,
li. v. d. Z. De Phavizee'r en (le Publikaan.
Luc. xviii.
20 Zomlag H. Hieronymus TEiniliamis, bel. H.
Margarelha, maagd en martelares.
21 Maandag H. Praxedis, maagd. H. Arbogast, l>is.
II. Julia, maagd en martelares
22 Dinsdag H.Maria Magdalena. H.Vaudrillus, abt.
23 Woensdag ll.Apollinaris,l>. en m. II Lilmrius.b.
21 Donderdag H Christina, maagd en martelares.
25 Vrijdag H. Jacobus, apostel. H. Christophorus,
mart. H. Valentia, maagd.
26 II. Anna. moeder van 0. L. V.
Uurtabel der Zondagmissen in Aalst.
St-Marlinuskerk 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure. Lof 4 u.
St-Jozefskerk5 1/2. 7, 8 1/2, 9 1/2,1 ln. Lof 4 u.
O. L. Vrouwkerk, Mijl heek5, 6 1/4, 7 1/2, 9 u.
Kerk der FE PP. Jesuïten 1 1/2, 5 1/2, 6 1/2,
7 1/2, 9 u.
DE TWEEDE UITVOERING
DER
van Lod. de Vocht.
0—
Een zee van menschel).-- Een heerlijke
uitvoering.— Uittreksels uit eene pracht-
sludie. De volksgeestdriil. Een
huldebetoog waarvan een kuning zou
jaloersch zijn. Varia.
Zoo goed als ik in Hanunenecker den
priester-kampioen der Hooge Waarheid en
Gewijde Schoonheid wilde begroeten, zoo
zeer houd ik er aan een huldegroet te sturen
aan dezen jongen (de Vocht), aan dezen stou
ten en edelen ,die met tieren zwaai den schepter
in handen neemt van de meest koninklijke
der kunsten de zoete veredelende, verheili-
gende zangkunst, de muziek."
(MEJUF. BELPA1RE
in Dietsche Warande
n° 7, 1908, blz. 68
Dio zegedagen Zijn voorhij, maar on-
uitwischbaar blijft in ons de geestdriftige
herinnering er van loven. Daar komen
in hel beslaan van den menscli uren zoo
vol van diep en rein geluk, dat wij die
nooit meer vergelen Tijdens het viertal
weken dat Lod. de Vocht in ons midden
verbleef, hebben wij eenige van die uren
mogen genieten doch de allerschoonste
waren die van Zondag 11.
Alles had het ons voorspeld.
Heerlijk blauw gloeide de zomerhemel
boven 011s prachtig versierd marktplein
met zijn
Fier Belfort,
en zijn schilderachtig stadhuis, waarop
de vlagjes aan hun rilde vaandelstokkcn
hoog le wapperen hingen in 't wit bran
dend zonnelicht. We zaten wachtend in
het open raam niet de machtige lorenge
stalte voor ons, en daar beneden rond
het donker standbeeld van onzen Dirk,
speelde de zon een verblindend spel van
licht in al die gele zomerhoeden,en zacht
roze of lelie-blanke vrouwentoiletten.
Het krioelde daar van monschen, toe-
geslroomd uit de omliggende dorpen en
steden, inenschcn met vreugde op liet ge
laal en vreugde in hun rumoerige stem-
men. Uit alle straten kwam de stuwende
massa als een zee aanvloeien, en in de 1
vensters ook der omheenstaande huizen j
zag het zwart van volk.
De thebaansche trompetten
op de hooge torentin, joegen nu en dan
hun triomfantelijk geschal over de daken
en bliezen hun zegelied naar al de zonnige
verten
Intusschen hadden do zangers en spe
lers plaats genomen op het reusachtig
verhoog, en die frisschc groepen meisjes
en kinderen met linten in het haar en
kleurige zomerkleedij, betooverden van
ver het oog met hun zachte schakeering
van lachende tinten.
Nu was de markt eivol.
Met duizenden
stonden ze daar opeengepakt in een bran
dend lieele atmosfeer, en '1 scheen of
Dirk daar beteuterd stond in zijn zwart
kostuum boven die lawaaiende menigte
in haar Zondaagsclie feestdracht. De uur
plaat van het Belfort wees zes uren.
Daar rijst de Vocht op de bestuurders-
trede, met. zijn ranke veerkrachtige ge
stalte en zijnen schoonen bleeken kunste-
naarskop waaruit de vlam van zijn ziel u
tegenstraall. Hij buigt naar liet volk en
een donder van handgeklap rolt hem te
gemoet.Dan gaat de maatstok inde hoogte
en met wijd opengestrekte armen, staat
hij daar een oogenblik als een beeld zoo
stil, beheerschend zijne gemagnetiseerde
scharen die hem in 't oog hebben...
Alles zwijgt plechtig.
Tot eensklaps de leider met felle slagen
zijn maatstok op en neerzwaait en geest
driftig de aanhef losbarst uit de koperen
en houten blaasinstrumenten. Het zweept
u een siddering over 't lijf, en als een
oogenblik later de trompetten aan tie
beurt komen en begeleid door het zilverig
getinkel der fijnste beiaardbellen, den
aanhef uitbreiden en doen stijgen tot een
gansche wereld wakker is geroepen, zijt
ge voor goed overweldigd door deze mu
ziek, die van af het begin eene groote
machtige ziel verraadt.
Met een nydigen slag der cimbalen valt
het orkest weer in, en nu gaan al de
stemmen er op los, den zang aanpakkend
met een vastberadenheid 011 een geestdrift
zooals zij nooit vroeger deden. Men wordt
gewaar dat zij hunnen leider en hen zelf
eenen
Onvergeetbaren triomf
willen doen behalen.
Op de mannelijke kracht van den op
roep
Komt allen, komt! Vereent u in den
De harten hoog enz. [ronde
volgt nu het meer vrouwelijke, het smel
tend teedere en zalvende:
Vol kinderliefde en dank.
Hoe weet de Vocht dat enkel vers in
zijne muziek te ontwikkelen,er ai "t slree-
lende in le leggen van eenen liefdovoilen
kinderzang, het te doen deinen en klim
men in die breedo golving eener zielsvcr-
voerende melodie. Een oogenblik later,
als de koren komen aan liet vers
«Dat jubelklank ons dankbaarheid
[verkonde
wordt het wederom eon energieke zang,
die tegen de thebaansche trompetten op
worstelt in krachtdadigheid en' begeeste
ring. En zoo is het gansche werk,
Vol kleur en karakter
Dat heeft aanstonds al de muziekkenners
getroffen hier treedt een toondichter le
voorschijn dio tol in het merg van den
tekst weet te dringen, en de woorden
zoodanig kan doen vergroeien mei den
zang dal heiden uit dezelfde pen schijnen
le komen Dan komt nog die groote ont-
wikkelingskracht welke,naar liet oordeel
der bevoegdsle critici, voor de grootste
meesters niet moet onderdoen. Verders
wordt de aandacht seffens gaande gemaakt
door do. uitbundige weelde van melodieën
en den verbazende» rijkdom van koloriet,
welke door heel deze muziek zoo kwistig
liggen verspreid. Al die schitterende hoe
danigheden. welke het kenmerk der
Vlaamsche muziekkunst
zijn, bezit l od de Vocht in hooge male,
en alhoewel nog zoo jong, weet hij er
is den stempel zijner persoonlijkheid
op le slaan.
Hier dient herhaald wat ons liet meest
trof in eene prachtige studie over Cup
pens-de Vocht (dichter en toondichter
mui den Geestelijken Lied er krans
verschenen in het tijdschrift. I)e Sm
ient Kerstmis-aflevering, 1911.
Wij lezen daar
Onze kunst is die van Vondel, Gezelle,
Memlinc, Matsys, Van Ockegem, de Lattre
ook den grooten uit ouden Vlaamschcn
bloede gesproten Beethoven... Welnu de
nederige liederkunst die ons aanbelangt is
een telg van dit zonnig verleden, maar een
telg met eigen schoonzijn en eigen bloei
kracht, diep in den volksgrond geworteld en
hoog in 't vrije Kristi-licht geschoten. -
En verder
Is het geene zeldzaamheid bij liederen
schrijvers eene zoo nauwe communie van
letter-en toondichter aan te treffen, eene zoo
sterke wederzijdsche stemmingskracht van
klank en woord te ontmoeten lijk deze waar-
an het kunstenaarspaar Cuppens-de Vocht
het gehei m bezit
Het is wel gebeurd, ja, in de huidige Rus
sische school, dat men het muzikaal realism
of woordinvolging tot de volmaaktheid
heeft gedreven (0. a. Moussorgsky). Maar
dit is geschied volgens eene opvatting waar
door de muzikale ontroeringen of emoties
van zeer ondergeschikt belang worden in
zulke werken heeft de dichter, het drama de
bovenhand, en de toonzetter is niet vrij, in
de Beethoviaansche beteekenisvanhet woord.
Opvallend is het hoe het wondergenie, dat
Wagner heette, zijne muziek heeft kunnen
smeden en kneden, hetzelfde thema heeft
doen rijzen of duiken of wentelen naar gelang
de behoeften der dramatische toestanden.
Maar als men de muziek zuiver aanschouwt,
als subjectiveerende kunst, dan taant zelfs
voor de ultra-moderne kritiek de roem
van Bayreuth voor dien anderen klankenvin
der en tonenboetseerder, voor dien ovcr-
machtigen bouwreus, die Beethoven was.
Welnu, om op onze zaken terug te komen,
het is van de laatste opvatting van muziek
en lied, dat de Vocht is uitgegaan. Aan den
grond van zijne gedachte ligt er zeer dikwijls
eene concrete gevoelskoppeling (wat in de
zielkunde onder den naam van «syncsthésie»
bekend staat). Maar zijn gevoelen nochtans,
in muzikalen vorm omgezet, krijgt onder
zijne handen eene eigene zelfstandigheid, een
waar muziek zijn.
Zijne groote kracht is zijn uitbreidings
talent daardoor geeft hij aan de minste
zijner voortbrengselen eene zoo stevige een
heid, dat ik ze niet beter kan vergelijken dan
bij eene welbesnaarde Stradivarius-viool, die
overal 't zij in, onder-, boven- of tus-
schentonen ondanks al de beweegbaarheid
van hare klankkleuren toch haar zelfstan
dig karakter, als door een onvatbaar geheim,
weet te bewaren. -
Natuurlijk als een toonkundige over zijn
uitwerkingsvermogen zekerheid en meester
schap heeft weten te bekomen, dan moeten
zijne grondgedachten door rythmus en bouw
zeer onderscheiden wezen, zoo niet gaat zijn
werk min of meer over tot een variatie-genre.
Met andere woorden, hij moet toezien dat
zijne hoedanigheid geene overvloed-crisis
worde. Dit echter heeft de Vocht weten te
vermijden.
- Op eene nietigheid van melodie of har
monie bouwt onze toondichter gansche lie
deren.
Kunstenaars die zoo weinig materiaal van-
doen hebben, en er nochtans zoo verre af
zijn hunne aanhoorders te vervelen, die zijn
voorzeker hunnen naam waardig.
Ondanks die aangeborene uitwikkelings-
kracht, waarin toch ook de leiding van zijnen
meester Mortelmans te herkennen is, wordt
de kunst van de Vocht toch geene formule.
O neen. Hij heeft geene vastgestelde, vooraf-
bepaalde kunstgrepen al wat hij geeft is
echt. soms heel spontaan in hem ontloken,
soms ra langen arbeid tot volstandig werk
gebracht. Maar altijd rechtzinnig... Buiten
dien heeft hij nog eene eigenaardige, hoogst
persoonlijke harmonie en een even persoon
lek contrapuntisch beweeg, n
Ten slotte
Zeker die kunst is nog niet volmaakt,
zij is nog niet tot hare volle rijpheid gekomen,
daar zijn er geweest die reusachtiger van
gehalte waren... Maar van nu af aan, zoo
gelijk zij is, bevat zij eene wondere techniek,
eene originaliteit die buiten alle scholen of
stroomingen zich zelf geworden is en zich zelf
nog meer worden zal, en vooral een ideaal
van groote reine liefde en zielsverkwikkend j
optimisme. (Uit De Student
Indien,
Die geleerde kunstcriticus
reeds in zulk eene bewondering opgaat
voor «le» - Geestelijken Liederkrans
van de Vocld. welke geestdriftige booor-
doeling zou hij dan niet neergeschreven
hebben over «lit laatste omvangrijk werk
van den toondichter «Ie Maria-Can-
lale waarin hij met al «Ie hooger ont
leden hoedanigheden, zulk eenen konink
lijken vlucht heeft kunnen nemen
Heel dit werk is om zoo te zeggen één
stroomval van kristal reine melodieën,
nji verrukkelijke wijze georchëstreerd.
Wie is er niet tot tranen toe bewogen
geweest door dien heerlijken zang. zoo
breed van lijn, zoo edel golv- nd
O nooit volprezen Wonderbeeld
dat zooveel smarten hebt geheeld,
en zooveel gunsten uitgedeeld.
O Moedermaagd zoo goed,
Maria wees gegroet
Hoe heelt de kunstenaar den zin van
dit gebed weten uil te diepen, en 111 wat
mystieke atmosfeer laat hij het niet
zweven Als straks dan ook een driehon
derdtal pure kinderstemmen invallen
voor den tegenzang
O Moedermaagd zoo goed,
Maria wees gegroet
terwijl de mannen- en vrouwenkoren hot
eerste thema voort ontwikkelen, en van
hoogten naar laagten beurtelings over
nemen in dalende en rijzende akkoorden
als de trompetten en boiaardgéspcl den
Wees-gegroet insgelijks aanheffen
en hoog de lucht inzwaaien in oen steeds
groeiend crescendo
terwijl daar beneden de toondichter,
met immer verbreedcudon maatslag, al
zijne manschappen in den strijd rukt en
zegevierend opwaarts voort in dit aan
grijpend slotakkoord
Wie was er dan niet flor en dankbaar,
tevens
Vlaming en Christen
te zijn, omdat hij met heel zijn ziel in die
prachtige hymne aan Maria kon opgaan,
en eenige stonden van zalige ontroering I
beleven
En zoo is heel deze Cantate eene opeen
stapeling van schoonheden, waarin zicli
1111 eens «le lyrische, dan de dramatische
kracht van den jongen kunstenaar in
volle pracht kan ontplooien. Met een
bewonderenswaardige macht van realis
me schildert hij het onweder af. Die
grijnzende akolige wanklanken wegen
op u met al het bevangene van eene som
bere, stormzwangere lucht het is als
een horizont van dood en vernieling die
opengaal.
Als een gouden lichtstraal
door dien dreigenden nacht, dringt dan
het roerend smeekgebed dor kinderen
Maria, Gij de Ster der Zee,
ons toevlucht zijt ge in ramp en wee, enz.
Wat een bcloovereml-schooiie begelei
ding weofi «le Vocht daar rond ii.-l is
als zacht orgelgcruiscli waarin wee
klaagt en bidt met open armen, een
ganscli volk in doodsgevaar
O Moedermaagd zoo goed,
Houd staan dien watervloed
Hot is om slöeucn harten te breken,
en T lokt onweerstaanbaar naar uw
oogen een drang van zoete tranen. In die
goddelijke melodie leell de Vocht heel en
iranscli dat is zijn muziek, zoo eenvou
dig en zoo diep, zoo vol van hemeldauw,
zoo doorschijnend heelemaal als een
serafijnen z el. Dezelfde hemclsche lucht
ademt als wierookgeur oin
Den engelenzang
uil het tweede dool. Wij staan hier inder
daad voor eenen Fra Angelico in do
muziek, zooals Oorda, onzen toondichter
eens noemde.
En het was een lust 0111 zien, hoe die
zee van menschen op het marktplein
onder ons. zich bekoren en begeesteren
liet door die groote kunst,. Na ioderen
zang bijna ging een orkaan van geestdrif
tig gejuich op Ja. in de hartender massa,
«laar liggen nog snaren van enthousiasme
en hoogere, ontroering gespannen sna
ren die slechts zinderen en trillen wan
neer oen fijne kunstenaarshand als deze
ze weet te raken. En tot wat een
Ideale orkestleider
is >li Vocht niet gestegen in do oogen
«lier stom bewonderende menigte Heel
zijne cantate was naar lijn en rythmc in
hem verpersoonlijkt de minste rimpe
ling, «le fijnste golving dier muziek ging
over in zijn gebaren en leefde in heel zijn
lijf, terwijl al de kleurnuancen der
akkoord-n op zijne gelaatstrekken spie
gelen gingen.
Al wie hem Zondag doende gezien
heofi, zal zijn beeld als dirigent
Levend geschetst vinden
;elen vair Emmanuel
111 de volgende
de Bom
Of hij uit breede wateren schepte, zoo
Iaat hij zijne gebaren die soms algeheel
met den klankenstroom schijnen weg te drij
ven opeens met zich bezinnende kracht
onder zijn beheer terugvaren, en sterk en
strak spreken. De manschappen doorelec-
trisclie vonken doortinteld, hebben hem in
't oog, een sympathieke fluide gaat van den
leider tot de uitvoerders en keert met verdub
belde intensiteit terug tot hem
Het overweldigend slotkoor, met zijn
vuurwerk van zegeklankon was ten he
mel gevaren en nu barstte eene
Reusachtige ovatie
uit, zooals wij or nog nooit eene op de j
Markt beleefd hebben. Een half uur lang
zouden nu «le huldebetoogingcn ter eere j
van «le Vocht aanhouden. De Heer Bur-
gemeester, de Heer schepen De Herl, en
do Z. Z. Heer Deken wonschte» hem
beurtelings geluk, met tranen in de
o«»geii. Van wegc «le uitvoerders «n
bewonderaars, werd aan den ontroerden
toondichter een
Prachtig brons
aangeboden oen meesterstuk van den
beeldhouwerLerowo*, do Muziekkunst»
verbeeldende in eene harpspeelster. In
gulden- letters droeg het op oen plaatje
hel volgende opschrift
Hulde aan
Lodewijk de Vocht
Toondichter der
M aria-cantate
van wege
de uitvoerders en hare bewonderaars.
Aalst, 6 en 13 Juli 1913.
Van wege eenen edel moedigen muziek
liefhebber-kunstsmid. werd hem eene
kostbare pholo-omlijsting in gesmeed
ijzer overhandigd. I11 naam der zangers-
Luciferislen uit VoudePs drama, over een
paar jaren in St. Jozefscollegie. opge
voerd, werd aan den jongen meester
Eenen heerlijken beker
geschonken. Dan volgde een reeks van
bloemtuilen en aanspraken. HetSL Jozefs
collegie en «le volgende maatschappijen
hadden er aan gehouden hunnen gevierde»
leider dié. liefdeblijk te geven de Konink
lijke Harmonie «Al Groeiend Bloeiend
liet Land van Riem; Niets zonder Arbeid;
De Ware Vlamingen enz. enz.
Aan Mad. "Ie Vocht werd insgelijks
oenen overheerlijke» tuil aangeboden, 011
een prachtig gelegenheidsgedichtje ter ba
rer oer gelezen door Mejuf Clara De Vos.
Vergeten wij ook niet don E. 11. Vlerick,
de verdienstelijke dichter der Maria-
j Cantate, aan wien men uit dank eene
wondermooie bloemengarve aanbood.
Thans gingen wij nog een oogenblik
I van diepe emotie beleven. Het
Vaderlandsch Lied
I werd gespeeld en zie overal gingen de
1 hoeden tie lucht in, en uit al de ramen,
over heel «le Markt, en vooral op het
j verhoog rond den aanbeden kunstenaar,
I was hef. een geestdriftig en oorverdoo-
1 vend gejuich. Het wss één gejubel zon-
I «lor inde, één gewuif met neusiloekeii
en hociloii; één gestamp met do voeten
alsof heel het kiosk ging instorten. Dat
was meer dan ijdele klank, meer dan
jjdel lawaai daarin dreunde warm eD
driftig
De rechtzinnige Liefde
van honderden harten, die in een storm
van zegerumoer, hun genegenheid lucht
gaven. Dat is eene dubbele verovering
die de Vocht hier heeft gedaan: de zielen
geroerd en veredeld door zijne ideale
kunst de harten gesticht en gewonnen
door zijn ideale schoonheid als meusch
met zijn karakter zoo mannelijk, zijD
Godsdienstbelijdenis zoo fier en ridder
lijk, zijn gemoed zoo nederig en eenvou
dig. zoo vol zachtaardigheid en lieftallig
heid.
E11 die jonge inan weende als een kind,
toen hij om zich heen al die vriendenzie
len voelde iti een adem-ware lucht van
zot gejuich.
Verkwikt door al die liefde zal hij hel
Overvloedig zweet
vergeten «lat het aanleeren der Maria-
Cantatc hem hier heeft ekost. Al die
zweetdroppels staan thans als parels te
schitteren in zijne heerlijke triomfkrone.
waar geen koning- of keizerskroon aai.
kan.
Hij trede voort zijne kunstenaarsbaai
op, aangespoord door de onvergetelijk»
zegepraal binnen onze muren behaald.
Hij strijde voort als een manhaftige
Kristi kampioen met
De machtige wapens
der kunst, en levere voort nieuwe mees
terwerken,God en ons Vlaamsch Volk ter
eere. ter verwezenlijking van zijn trot-
schen kreet, dien hij niet aarzelt in hot.
aanschijn van gansch eenen bedorven
wulpschen wereld te werpen
u Zonder Godsdienst,
Geen ware,
Geen groote Kunst mogelijk
Aan allen die medegewerkt hebben,
één van hart en ziel. lot het wellukkcn
van «dit meesterstuk, onzen dank en onze
bewondering
De Burgerij,
verbroederend met de werkliedenklas
heeft nogmaals bewezen dat er in haar
rijke krachten liggen van geestdrift, van
kunstliefde en zelfopoffering,als het er op
aankomt iets grootsch en schoons tol
stand te brengen.
Hetzelfde is gebeurt voor den
Historischen Stoet,
die morgen in ongehoorde pracht onze
straten zal doortrekken
Dat is een pluimkcn «lat wij wel op
onzen hoed mogen steken.
Ten slotte nog een woord van dank
tot twee mannen, die zich in 't bijzonder
beijverd hebben, in deze laatste weken.
0111 alles met taaie werkkracht door te
drijven.
Tw.ee nederige, stille, kloeke werkers;
de E. H. Van Cromphout, do onver
moeibare proost der Worfkapel,
de Heer Jos Courteaux.
Aan beiden onze rechtzinnige hulde en
bewonderingElmar.
Wij ontvangen 't volgend schryven
Aan mijne geachte Medewerkers
en Vrienden
Alvorens de stad te verlaten, houd ik
er aan uitliet diepst des harten nog een
woord van warmen dank te sturen tot al
diegenen, uitvoerders en vrienden, welke
mij gedurende deze vier weken zoo dap
per ter zijde gestaan, en zoo menigvul
dige blijken van waardeering en sympa
thie hebben gegeven.
De taak welke mij op do schouders lag
was zwaar, doch «lauk aan den buiten
gewone» goede» wil en den onvermoei
bare» ijver die ik overal mocht aan
treffen, is zij mij zeer licht en aangenaam
"■wallen.
De naam van de goede stad Aalst, blijft
voortaan verbonden met «le herinner»i*'
aar. «één mijner schoonste levensdagen.
De indruk welke ik van hare inwoners
bewaar, Is dio van een edel en diep chris
ten volk in wiens harten nog versdie
krachten liggen van geestdrift en toe
wijding.
Met zulkdanigc elementen was het mij
«-en ware lust te mogen ijveren tot .Ie
verheerlijking van onze Goede Homel-
mooder, die voorzeker over de Haar ge
brachte hulde zal tevreden zijn.
Eene stad welke Haar met zooveel
liefde weet te vieren,raag ook aanspraak
maken op Hare bijzondere bescherming
Nog eens aan allen
Dank, dank duizendmaal
Lodewijk de Vocht.
Aalsl. 11 Juli 1913.