PONTIFICALE H00G|AI8 IN OPENE LUCHT Aalst steeds in volle Feest OP ZONDAG, 20 JULI 1913 Grooten Historischen STOET ZONDAG 20 JULI 1915. 5 centiemen liet nummer 66ste Jaar 4592. G O D SDI E N S T HUISGEZIN, E I G E N D O M V A D E It L I N I) TAAL V II I J HEID IJZER EN WEG, - vem-ek,. ren uit Aalst na: BUURTTRAM. Vertrekuren Statiën naar Aalst uit de volgende om 10 uren voormiddag 's Namiddags, ]E IE IR, S T IE TJITG AN"Q van den W eek-Kalender. JULI. MARIA-CANTATE HïscHeld van ToonöiGöier L. de VoGtil Dit blad verschijnt den Zatbr- iedei dagteekening van den volgend' dag De prijs ervan is voor de Stad 3 frank met den Post verzonden 3.50 trank 's jaars. voorop te betalen De inschrij ving eindigt met 31 December De onkosten der kwittantien door de Post ontvangen zijn ten liiste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE GOOSSENS, 31. Korte Zoutstraat en in alle Postkan toren des Lands. DE DENDERBODE Vrij onafhankelijk volksgezind orga n van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Annoncen, per drukregelGe wone 15 centiemen Kleine Aankondigingen fr. 0,60 (3 d 4 regels,; Reklamen fr 1,00; Von nissen op 3« bladzijde 50 centie men. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Hoeren Notarissen worden iendelijk verzocht hunne in zendingen tedoen,uiterlijk tegen den Vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit ■reemde landen zich te wenden en bureele van dit blad. DenderleeuwBrussel (Noord) >?53 4A4 5.0/ 5.26 5,39 6,126,46 *7.31 ;,44* 8.54* *j,26 9,26 10,01 *10,1311,50 *12,48 14.05 14,33 15,30*15,57 16.24 **6,50 T .3/ *18.36 18,55 *19.08 *19,32 *19,37 *19,44 2I,o8 *22.20 *22,45 *22.54 .ro,53- Denderleeuw, Ninove. Geeruardsbergen,Lessen, Ath, Bergen: -3J 7,44 i°,°i 11,5° !4,33 16,28 17,37 18,55 21,08 lirpe-Meire, Burs-, Herzele, Sottegem; Ronsse, met aanslui ting te Sottegem en Ronsse voor Kortrijk *3,23 4,17 7,4° 8,59 11,54 14,40 *17,42 *gaat tot Sottegem. Moorsel, Opwyck, Londerseel, Willebroeck, Boom, Ant werpen, met aansluiting te Londerzele naar Mechelen *4,02 3,45 9,02 xi,55 !4>48 18,00 *19,50 (*naar Opwyck) De treinen met een of eenaangeduid zijn rechtstreeks. Hofstade, Gijsegem, Dendermonde, Lokeren. Kecloo, met aansluit, te Denderm. naar An r. 3,32 4,01 6,13 7,37 8,27 1050 14,42 15,20 17..;19,1.3 Gent (Zuid) 0,55 6,40 7,44 '8,15 8,38 10,24 12,06 12,17 14,34 16,26 ri7,04 17,39 ri7,40 18,09 18,44* 19,38 20,1 (X n.) 22,18 '22,57 '0,39. Lede YVetteren '0,55 6,40 8,38 rI0,24 12,06 '12,17 14,34 r'6,26 18,oj 19,38 20,41 (Z. n.) 22,18 Brugge Blankenberghe '6,08 '7,22 9,59 10,24 12,55 15,15 17,05 18,31 18,38 18,44 2i,oS Brugge Heyst 6,08 7,22 9,59 10,24 *2,55 *3-°2 17,05 18,51 18,38 18,44 21,08 Aalsl (Koophandelstr.) naar Oordegein.: Aalst (Zeebergbr n. Affligera, Assche 7,32 8,55 11,55 15,20 19,12 8,25 11,55 14,21 10.45 20,14 •Hl 5.58 6,34 6,44 7,°7 32 *10,10 10,41 11,40 11,44 12,09 Brussel Denderleeuw 7,40* 7-47 7.53* '8,25 - - *12,2512.31 13,24' 14,35 114,4-i '15,57 '16,07-16.25 16.28 16,32 *17,06 '17,13 17.56 '18,08 18.14 1 ,',52 '20.40 20.57 '22.21 23.55 Bergen, Ath,Lessen,Geeraards'.>e yen, Ninove, Denderleeuw: 4.42 5.16 6.43*8.45 11.41 13-47 17-23 18.30 19,50 Ronsse, Sottegem, Herzele, Burs Lrpc-Meire met aanslui ting te Ronsse en Sottegem vas Kortrijk naar Aalst (Zaterd. v. Sottegem.<836) 6,24 10,23 11,45 15,33 (i9,43 tot Sottegem) 21,34 van Sottegem. Antwerpen (Zuid), Boom, Wiüe! roek, Londerzele, Opwyck, Moorsel, met a 4,55 6,12 6,42 8.14 T5,22 17,04 IJ,04 nsluitmg va >,49 (10,05 1 Eecloo, Moerbeke, Lokeren, Dendermonde, Gijsegem, Hofstade, met aansluit, van Antwerpen (Middenst.) n. Aalst 5.11 8.12 10,02 11.38 13.27 16.52 19.05 20.38 Gent (Zuid). 4.42 '5,42 '5.50 7.11 '8.22 '8.43 '9.28 10.55 'I2-i8 '13,32 13.40 '15.00 Terv.'15.47 '16.24 17.33 Ï8-59 20.10 '21.50 21.53 0,25 WetterenLede. 4.59 6.18 7.27 '9.44 11.22 14.07 18.01 '19.15 20.37 22.18 Blankenberghe Brugge. 5.50 6.53 '8.28 10.53 14.53 14.53 17-20 20.04 Heyst Brugge. 5.33 '6.07 '6.30 '9.47 10.34 I3-56 'X7-I4 19-47 Mechelen naar Aalst er Denderm. I 11,22 13,40 5,15 8,14 11,11 14,20 18,25 6,50 11,17 13,18 15,56 19,41 Assche (Staatsstatie) Aalst 6,30 10,53 13,18 15,30 19,15 UURTABEL van den 1 Juli tot den 30 Sept. Aalst, den 19 Juli 1913. Den 1 gaat de zon op ten 3 u. 33 m onder i.OO 11 n den 1 tot don 31 kor de dagen 1 u. K Laatste kwartier tien 26, ten 9,59 's morgens, li. v. d. Z. De Phavizee'r en (le Publikaan. Luc. xviii. 20 Zomlag H. Hieronymus TEiniliamis, bel. H. Margarelha, maagd en martelares. 21 Maandag H. Praxedis, maagd. H. Arbogast, l>is. II. Julia, maagd en martelares 22 Dinsdag H.Maria Magdalena. H.Vaudrillus, abt. 23 Woensdag ll.Apollinaris,l>. en m. II Lilmrius.b. 21 Donderdag H Christina, maagd en martelares. 25 Vrijdag H. Jacobus, apostel. H. Christophorus, mart. H. Valentia, maagd. 26 II. Anna. moeder van 0. L. V. Uurtabel der Zondagmissen in Aalst. St-Marlinuskerk 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure. Lof 4 u. St-Jozefskerk5 1/2. 7, 8 1/2, 9 1/2,1 ln. Lof 4 u. O. L. Vrouwkerk, Mijl heek5, 6 1/4, 7 1/2, 9 u. Kerk der FE PP. Jesuïten 1 1/2, 5 1/2, 6 1/2, 7 1/2, 9 u. DE TWEEDE UITVOERING DER van Lod. de Vocht. 0— Een zee van menschel).-- Een heerlijke uitvoering.— Uittreksels uit eene pracht- sludie. De volksgeestdriil. Een huldebetoog waarvan een kuning zou jaloersch zijn. Varia. Zoo goed als ik in Hanunenecker den priester-kampioen der Hooge Waarheid en Gewijde Schoonheid wilde begroeten, zoo zeer houd ik er aan een huldegroet te sturen aan dezen jongen (de Vocht), aan dezen stou ten en edelen ,die met tieren zwaai den schepter in handen neemt van de meest koninklijke der kunsten de zoete veredelende, verheili- gende zangkunst, de muziek." (MEJUF. BELPA1RE in Dietsche Warande n° 7, 1908, blz. 68 Dio zegedagen Zijn voorhij, maar on- uitwischbaar blijft in ons de geestdriftige herinnering er van loven. Daar komen in hel beslaan van den menscli uren zoo vol van diep en rein geluk, dat wij die nooit meer vergelen Tijdens het viertal weken dat Lod. de Vocht in ons midden verbleef, hebben wij eenige van die uren mogen genieten doch de allerschoonste waren die van Zondag 11. Alles had het ons voorspeld. Heerlijk blauw gloeide de zomerhemel boven 011s prachtig versierd marktplein met zijn Fier Belfort, en zijn schilderachtig stadhuis, waarop de vlagjes aan hun rilde vaandelstokkcn hoog le wapperen hingen in 't wit bran dend zonnelicht. We zaten wachtend in het open raam niet de machtige lorenge stalte voor ons, en daar beneden rond het donker standbeeld van onzen Dirk, speelde de zon een verblindend spel van licht in al die gele zomerhoeden,en zacht roze of lelie-blanke vrouwentoiletten. Het krioelde daar van monschen, toe- geslroomd uit de omliggende dorpen en steden, inenschcn met vreugde op liet ge laal en vreugde in hun rumoerige stem- men. Uit alle straten kwam de stuwende massa als een zee aanvloeien, en in de 1 vensters ook der omheenstaande huizen j zag het zwart van volk. De thebaansche trompetten op de hooge torentin, joegen nu en dan hun triomfantelijk geschal over de daken en bliezen hun zegelied naar al de zonnige verten Intusschen hadden do zangers en spe lers plaats genomen op het reusachtig verhoog, en die frisschc groepen meisjes en kinderen met linten in het haar en kleurige zomerkleedij, betooverden van ver het oog met hun zachte schakeering van lachende tinten. Nu was de markt eivol. Met duizenden stonden ze daar opeengepakt in een bran dend lieele atmosfeer, en '1 scheen of Dirk daar beteuterd stond in zijn zwart kostuum boven die lawaaiende menigte in haar Zondaagsclie feestdracht. De uur plaat van het Belfort wees zes uren. Daar rijst de Vocht op de bestuurders- trede, met. zijn ranke veerkrachtige ge stalte en zijnen schoonen bleeken kunste- naarskop waaruit de vlam van zijn ziel u tegenstraall. Hij buigt naar liet volk en een donder van handgeklap rolt hem te gemoet.Dan gaat de maatstok inde hoogte en met wijd opengestrekte armen, staat hij daar een oogenblik als een beeld zoo stil, beheerschend zijne gemagnetiseerde scharen die hem in 't oog hebben... Alles zwijgt plechtig. Tot eensklaps de leider met felle slagen zijn maatstok op en neerzwaait en geest driftig de aanhef losbarst uit de koperen en houten blaasinstrumenten. Het zweept u een siddering over 't lijf, en als een oogenblik later de trompetten aan tie beurt komen en begeleid door het zilverig getinkel der fijnste beiaardbellen, den aanhef uitbreiden en doen stijgen tot een gansche wereld wakker is geroepen, zijt ge voor goed overweldigd door deze mu ziek, die van af het begin eene groote machtige ziel verraadt. Met een nydigen slag der cimbalen valt het orkest weer in, en nu gaan al de stemmen er op los, den zang aanpakkend met een vastberadenheid 011 een geestdrift zooals zij nooit vroeger deden. Men wordt gewaar dat zij hunnen leider en hen zelf eenen Onvergeetbaren triomf willen doen behalen. Op de mannelijke kracht van den op roep Komt allen, komt! Vereent u in den De harten hoog enz. [ronde volgt nu het meer vrouwelijke, het smel tend teedere en zalvende: Vol kinderliefde en dank. Hoe weet de Vocht dat enkel vers in zijne muziek te ontwikkelen,er ai "t slree- lende in le leggen van eenen liefdovoilen kinderzang, het te doen deinen en klim men in die breedo golving eener zielsvcr- voerende melodie. Een oogenblik later, als de koren komen aan liet vers «Dat jubelklank ons dankbaarheid [verkonde wordt het wederom eon energieke zang, die tegen de thebaansche trompetten op worstelt in krachtdadigheid en' begeeste ring. En zoo is het gansche werk, Vol kleur en karakter Dat heeft aanstonds al de muziekkenners getroffen hier treedt een toondichter le voorschijn dio tol in het merg van den tekst weet te dringen, en de woorden zoodanig kan doen vergroeien mei den zang dal heiden uit dezelfde pen schijnen le komen Dan komt nog die groote ont- wikkelingskracht welke,naar liet oordeel der bevoegdsle critici, voor de grootste meesters niet moet onderdoen. Verders wordt de aandacht seffens gaande gemaakt door do. uitbundige weelde van melodieën en den verbazende» rijkdom van koloriet, welke door heel deze muziek zoo kwistig liggen verspreid. Al die schitterende hoe danigheden. welke het kenmerk der Vlaamsche muziekkunst zijn, bezit l od de Vocht in hooge male, en alhoewel nog zoo jong, weet hij er is den stempel zijner persoonlijkheid op le slaan. Hier dient herhaald wat ons liet meest trof in eene prachtige studie over Cup pens-de Vocht (dichter en toondichter mui den Geestelijken Lied er krans verschenen in het tijdschrift. I)e Sm ient Kerstmis-aflevering, 1911. Wij lezen daar Onze kunst is die van Vondel, Gezelle, Memlinc, Matsys, Van Ockegem, de Lattre ook den grooten uit ouden Vlaamschcn bloede gesproten Beethoven... Welnu de nederige liederkunst die ons aanbelangt is een telg van dit zonnig verleden, maar een telg met eigen schoonzijn en eigen bloei kracht, diep in den volksgrond geworteld en hoog in 't vrije Kristi-licht geschoten. - En verder Is het geene zeldzaamheid bij liederen schrijvers eene zoo nauwe communie van letter-en toondichter aan te treffen, eene zoo sterke wederzijdsche stemmingskracht van klank en woord te ontmoeten lijk deze waar- an het kunstenaarspaar Cuppens-de Vocht het gehei m bezit Het is wel gebeurd, ja, in de huidige Rus sische school, dat men het muzikaal realism of woordinvolging tot de volmaaktheid heeft gedreven (0. a. Moussorgsky). Maar dit is geschied volgens eene opvatting waar door de muzikale ontroeringen of emoties van zeer ondergeschikt belang worden in zulke werken heeft de dichter, het drama de bovenhand, en de toonzetter is niet vrij, in de Beethoviaansche beteekenisvanhet woord. Opvallend is het hoe het wondergenie, dat Wagner heette, zijne muziek heeft kunnen smeden en kneden, hetzelfde thema heeft doen rijzen of duiken of wentelen naar gelang de behoeften der dramatische toestanden. Maar als men de muziek zuiver aanschouwt, als subjectiveerende kunst, dan taant zelfs voor de ultra-moderne kritiek de roem van Bayreuth voor dien anderen klankenvin der en tonenboetseerder, voor dien ovcr- machtigen bouwreus, die Beethoven was. Welnu, om op onze zaken terug te komen, het is van de laatste opvatting van muziek en lied, dat de Vocht is uitgegaan. Aan den grond van zijne gedachte ligt er zeer dikwijls eene concrete gevoelskoppeling (wat in de zielkunde onder den naam van «syncsthésie» bekend staat). Maar zijn gevoelen nochtans, in muzikalen vorm omgezet, krijgt onder zijne handen eene eigene zelfstandigheid, een waar muziek zijn. Zijne groote kracht is zijn uitbreidings talent daardoor geeft hij aan de minste zijner voortbrengselen eene zoo stevige een heid, dat ik ze niet beter kan vergelijken dan bij eene welbesnaarde Stradivarius-viool, die overal 't zij in, onder-, boven- of tus- schentonen ondanks al de beweegbaarheid van hare klankkleuren toch haar zelfstan dig karakter, als door een onvatbaar geheim, weet te bewaren. - Natuurlijk als een toonkundige over zijn uitwerkingsvermogen zekerheid en meester schap heeft weten te bekomen, dan moeten zijne grondgedachten door rythmus en bouw zeer onderscheiden wezen, zoo niet gaat zijn werk min of meer over tot een variatie-genre. Met andere woorden, hij moet toezien dat zijne hoedanigheid geene overvloed-crisis worde. Dit echter heeft de Vocht weten te vermijden. - Op eene nietigheid van melodie of har monie bouwt onze toondichter gansche lie deren. Kunstenaars die zoo weinig materiaal van- doen hebben, en er nochtans zoo verre af zijn hunne aanhoorders te vervelen, die zijn voorzeker hunnen naam waardig. Ondanks die aangeborene uitwikkelings- kracht, waarin toch ook de leiding van zijnen meester Mortelmans te herkennen is, wordt de kunst van de Vocht toch geene formule. O neen. Hij heeft geene vastgestelde, vooraf- bepaalde kunstgrepen al wat hij geeft is echt. soms heel spontaan in hem ontloken, soms ra langen arbeid tot volstandig werk gebracht. Maar altijd rechtzinnig... Buiten dien heeft hij nog eene eigenaardige, hoogst persoonlijke harmonie en een even persoon lek contrapuntisch beweeg, n Ten slotte Zeker die kunst is nog niet volmaakt, zij is nog niet tot hare volle rijpheid gekomen, daar zijn er geweest die reusachtiger van gehalte waren... Maar van nu af aan, zoo gelijk zij is, bevat zij eene wondere techniek, eene originaliteit die buiten alle scholen of stroomingen zich zelf geworden is en zich zelf nog meer worden zal, en vooral een ideaal van groote reine liefde en zielsverkwikkend j optimisme. (Uit De Student Indien, Die geleerde kunstcriticus reeds in zulk eene bewondering opgaat voor «le» - Geestelijken Liederkrans van de Vocld. welke geestdriftige booor- doeling zou hij dan niet neergeschreven hebben over «lit laatste omvangrijk werk van den toondichter «Ie Maria-Can- lale waarin hij met al «Ie hooger ont leden hoedanigheden, zulk eenen konink lijken vlucht heeft kunnen nemen Heel dit werk is om zoo te zeggen één stroomval van kristal reine melodieën, nji verrukkelijke wijze georchëstreerd. Wie is er niet tot tranen toe bewogen geweest door dien heerlijken zang. zoo breed van lijn, zoo edel golv- nd O nooit volprezen Wonderbeeld dat zooveel smarten hebt geheeld, en zooveel gunsten uitgedeeld. O Moedermaagd zoo goed, Maria wees gegroet Hoe heelt de kunstenaar den zin van dit gebed weten uil te diepen, en 111 wat mystieke atmosfeer laat hij het niet zweven Als straks dan ook een driehon derdtal pure kinderstemmen invallen voor den tegenzang O Moedermaagd zoo goed, Maria wees gegroet terwijl de mannen- en vrouwenkoren hot eerste thema voort ontwikkelen, en van hoogten naar laagten beurtelings over nemen in dalende en rijzende akkoorden als de trompetten en boiaardgéspcl den Wees-gegroet insgelijks aanheffen en hoog de lucht inzwaaien in oen steeds groeiend crescendo terwijl daar beneden de toondichter, met immer verbreedcudon maatslag, al zijne manschappen in den strijd rukt en zegevierend opwaarts voort in dit aan grijpend slotakkoord Wie was er dan niet flor en dankbaar, tevens Vlaming en Christen te zijn, omdat hij met heel zijn ziel in die prachtige hymne aan Maria kon opgaan, en eenige stonden van zalige ontroering I beleven En zoo is heel deze Cantate eene opeen stapeling van schoonheden, waarin zicli 1111 eens «le lyrische, dan de dramatische kracht van den jongen kunstenaar in volle pracht kan ontplooien. Met een bewonderenswaardige macht van realis me schildert hij het onweder af. Die grijnzende akolige wanklanken wegen op u met al het bevangene van eene som bere, stormzwangere lucht het is als een horizont van dood en vernieling die opengaal. Als een gouden lichtstraal door dien dreigenden nacht, dringt dan het roerend smeekgebed dor kinderen Maria, Gij de Ster der Zee, ons toevlucht zijt ge in ramp en wee, enz. Wat een bcloovereml-schooiie begelei ding weofi «le Vocht daar rond ii.-l is als zacht orgelgcruiscli waarin wee klaagt en bidt met open armen, een ganscli volk in doodsgevaar O Moedermaagd zoo goed, Houd staan dien watervloed Hot is om slöeucn harten te breken, en T lokt onweerstaanbaar naar uw oogen een drang van zoete tranen. In die goddelijke melodie leell de Vocht heel en iranscli dat is zijn muziek, zoo eenvou dig en zoo diep, zoo vol van hemeldauw, zoo doorschijnend heelemaal als een serafijnen z el. Dezelfde hemclsche lucht ademt als wierookgeur oin Den engelenzang uil het tweede dool. Wij staan hier inder daad voor eenen Fra Angelico in do muziek, zooals Oorda, onzen toondichter eens noemde. En het was een lust 0111 zien, hoe die zee van menschen op het marktplein onder ons. zich bekoren en begeesteren liet door die groote kunst,. Na ioderen zang bijna ging een orkaan van geestdrif tig gejuich op Ja. in de hartender massa, «laar liggen nog snaren van enthousiasme en hoogere, ontroering gespannen sna ren die slechts zinderen en trillen wan neer oen fijne kunstenaarshand als deze ze weet te raken. En tot wat een Ideale orkestleider is >li Vocht niet gestegen in do oogen «lier stom bewonderende menigte Heel zijne cantate was naar lijn en rythmc in hem verpersoonlijkt de minste rimpe ling, «le fijnste golving dier muziek ging over in zijn gebaren en leefde in heel zijn lijf, terwijl al de kleurnuancen der akkoord-n op zijne gelaatstrekken spie gelen gingen. Al wie hem Zondag doende gezien heofi, zal zijn beeld als dirigent Levend geschetst vinden ;elen vair Emmanuel 111 de volgende de Bom Of hij uit breede wateren schepte, zoo Iaat hij zijne gebaren die soms algeheel met den klankenstroom schijnen weg te drij ven opeens met zich bezinnende kracht onder zijn beheer terugvaren, en sterk en strak spreken. De manschappen doorelec- trisclie vonken doortinteld, hebben hem in 't oog, een sympathieke fluide gaat van den leider tot de uitvoerders en keert met verdub belde intensiteit terug tot hem Het overweldigend slotkoor, met zijn vuurwerk van zegeklankon was ten he mel gevaren en nu barstte eene Reusachtige ovatie uit, zooals wij or nog nooit eene op de j Markt beleefd hebben. Een half uur lang zouden nu «le huldebetoogingcn ter eere j van «le Vocht aanhouden. De Heer Bur- gemeester, de Heer schepen De Herl, en do Z. Z. Heer Deken wonschte» hem beurtelings geluk, met tranen in de o«»geii. Van wegc «le uitvoerders «n bewonderaars, werd aan den ontroerden toondichter een Prachtig brons aangeboden oen meesterstuk van den beeldhouwerLerowo*, do Muziekkunst» verbeeldende in eene harpspeelster. In gulden- letters droeg het op oen plaatje hel volgende opschrift Hulde aan Lodewijk de Vocht Toondichter der M aria-cantate van wege de uitvoerders en hare bewonderaars. Aalst, 6 en 13 Juli 1913. Van wege eenen edel moedigen muziek liefhebber-kunstsmid. werd hem eene kostbare pholo-omlijsting in gesmeed ijzer overhandigd. I11 naam der zangers- Luciferislen uit VoudePs drama, over een paar jaren in St. Jozefscollegie. opge voerd, werd aan den jongen meester Eenen heerlijken beker geschonken. Dan volgde een reeks van bloemtuilen en aanspraken. HetSL Jozefs collegie en «le volgende maatschappijen hadden er aan gehouden hunnen gevierde» leider dié. liefdeblijk te geven de Konink lijke Harmonie «Al Groeiend Bloeiend liet Land van Riem; Niets zonder Arbeid; De Ware Vlamingen enz. enz. Aan Mad. "Ie Vocht werd insgelijks oenen overheerlijke» tuil aangeboden, 011 een prachtig gelegenheidsgedichtje ter ba rer oer gelezen door Mejuf Clara De Vos. Vergeten wij ook niet don E. 11. Vlerick, de verdienstelijke dichter der Maria- j Cantate, aan wien men uit dank eene wondermooie bloemengarve aanbood. Thans gingen wij nog een oogenblik I van diepe emotie beleven. Het Vaderlandsch Lied I werd gespeeld en zie overal gingen de 1 hoeden tie lucht in, en uit al de ramen, over heel «le Markt, en vooral op het j verhoog rond den aanbeden kunstenaar, I was hef. een geestdriftig en oorverdoo- 1 vend gejuich. Het wss één gejubel zon- I «lor inde, één gewuif met neusiloekeii en hociloii; één gestamp met do voeten alsof heel het kiosk ging instorten. Dat was meer dan ijdele klank, meer dan jjdel lawaai daarin dreunde warm eD driftig De rechtzinnige Liefde van honderden harten, die in een storm van zegerumoer, hun genegenheid lucht gaven. Dat is eene dubbele verovering die de Vocht hier heeft gedaan: de zielen geroerd en veredeld door zijne ideale kunst de harten gesticht en gewonnen door zijn ideale schoonheid als meusch met zijn karakter zoo mannelijk, zijD Godsdienstbelijdenis zoo fier en ridder lijk, zijn gemoed zoo nederig en eenvou dig. zoo vol zachtaardigheid en lieftallig heid. E11 die jonge inan weende als een kind, toen hij om zich heen al die vriendenzie len voelde iti een adem-ware lucht van zot gejuich. Verkwikt door al die liefde zal hij hel Overvloedig zweet vergeten «lat het aanleeren der Maria- Cantatc hem hier heeft ekost. Al die zweetdroppels staan thans als parels te schitteren in zijne heerlijke triomfkrone. waar geen koning- of keizerskroon aai. kan. Hij trede voort zijne kunstenaarsbaai op, aangespoord door de onvergetelijk» zegepraal binnen onze muren behaald. Hij strijde voort als een manhaftige Kristi kampioen met De machtige wapens der kunst, en levere voort nieuwe mees terwerken,God en ons Vlaamsch Volk ter eere. ter verwezenlijking van zijn trot- schen kreet, dien hij niet aarzelt in hot. aanschijn van gansch eenen bedorven wulpschen wereld te werpen u Zonder Godsdienst, Geen ware, Geen groote Kunst mogelijk Aan allen die medegewerkt hebben, één van hart en ziel. lot het wellukkcn van «dit meesterstuk, onzen dank en onze bewondering De Burgerij, verbroederend met de werkliedenklas heeft nogmaals bewezen dat er in haar rijke krachten liggen van geestdrift, van kunstliefde en zelfopoffering,als het er op aankomt iets grootsch en schoons tol stand te brengen. Hetzelfde is gebeurt voor den Historischen Stoet, die morgen in ongehoorde pracht onze straten zal doortrekken Dat is een pluimkcn «lat wij wel op onzen hoed mogen steken. Ten slotte nog een woord van dank tot twee mannen, die zich in 't bijzonder beijverd hebben, in deze laatste weken. 0111 alles met taaie werkkracht door te drijven. Tw.ee nederige, stille, kloeke werkers; de E. H. Van Cromphout, do onver moeibare proost der Worfkapel, de Heer Jos Courteaux. Aan beiden onze rechtzinnige hulde en bewonderingElmar. Wij ontvangen 't volgend schryven Aan mijne geachte Medewerkers en Vrienden Alvorens de stad te verlaten, houd ik er aan uitliet diepst des harten nog een woord van warmen dank te sturen tot al diegenen, uitvoerders en vrienden, welke mij gedurende deze vier weken zoo dap per ter zijde gestaan, en zoo menigvul dige blijken van waardeering en sympa thie hebben gegeven. De taak welke mij op do schouders lag was zwaar, doch «lauk aan den buiten gewone» goede» wil en den onvermoei bare» ijver die ik overal mocht aan treffen, is zij mij zeer licht en aangenaam "■wallen. De naam van de goede stad Aalst, blijft voortaan verbonden met «le herinner»i*' aar. «één mijner schoonste levensdagen. De indruk welke ik van hare inwoners bewaar, Is dio van een edel en diep chris ten volk in wiens harten nog versdie krachten liggen van geestdrift en toe wijding. Met zulkdanigc elementen was het mij «-en ware lust te mogen ijveren tot .Ie verheerlijking van onze Goede Homel- mooder, die voorzeker over de Haar ge brachte hulde zal tevreden zijn. Eene stad welke Haar met zooveel liefde weet te vieren,raag ook aanspraak maken op Hare bijzondere bescherming Nog eens aan allen Dank, dank duizendmaal Lodewijk de Vocht. Aalsl. 11 Juli 1913.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1913 | | pagina 1