Aankoop öer Meststoffen. HET PLOEGEN. KWEEKERIJEN. aan De Denderbode - zondag, 27 juü 1913 n- 4593 LANDBOUW BIJVOEGSEL Tarwe en rogge moeten niet te laat gemaaid worden maar in de geelrijpheid dit is, wanneer er geene melkachtige stof meer uit de korrels kan geperst worden wanneer, de meeste halmen geel zien, zoodat het veld een geel aanzien heeft. De korrel moet over den nagel in tweeën kunnen gebroken worden. Wacht men langer dan bevatten de korrels toch niet meer voedingsstoffen en de zwaarste en beste korrels vallen gemakkelijk uit. i De voederwaarde van laat gemaaid istrooi is geringer. j De akker komt te laat beschikbaar voor de na vruchten. Het brood van vroeg geoogst graan is beter. Zaadgraan moet zoo laat mogelijk [gedorschen worden. Haver moet later geoogst worden de beste korrels der haver zitten bovenaan I en die rijpen bij de haver juist het laatst, Het eiwitgehalte der korrels neemt van den tijd der melkrijpheid tot dien der doodrijpheid nog voortdurend toe, wat bij de wintergranen het geval niet is. In Augustus oogst men ook nog erwten en wikken, ajuin ende.vroege aardappels. Deze menigvuldige oogstwerkzaamhe- den, daarbij het ontstoppelen en het zaaien der navruchten,maken deze maand der meest bedrijvige van het jaar Vóór dat de volgende maand ten einde loopt, hebben de landbouwers de hand aan den ploeg geslagen, om hune lande rijen gereed te maken voor de winter granen. Het ploegen dient om den akker in staat te stellen het zaad te ontvangen, om de werking van water en warmte in den bodem te bevorderen, om lucht door de bouwlaag te verspreiden, om de mest stoffen in te werken en innig met den grond te vermengen, om de natuurlijke scheikundige eigenschappen van den akker te verzekeren. Twee punten vooral worden tusschen de landbouwers, in betrekking tot het ploegen besproken: eerstens hoe diep moet men ploegenverder, hoe moet men ploegenplat of op panden Beide vraagstukken staan in innig rerband met elkander, zooals wij verder zullen zien. De diepte der ploegvoor hangt af van den aard des gronds en van het doel, dat men bij de bewerking beoogsthet ont stoppelen eischt slecht eene diepte van 5 tot 8 centimeterde jaarlijksche beploe ging vóór het zaaien der wintergranen gaat tot 12a 14 centimeter diepte en soms nog dieper, wanneer de bouwlaag zulks toelaat. Zoodra de ploegvoor 20 a 30centimet. diepte heeft, spreekt men van diepploe- gen; boven de 30 centimeter tot 60 en dieper heet men diepgronden of op breken, hetwelk met bijzondere machtige ploegen wordt uitgevoerd. Hoé diep moet men jaarlijks ploegen Eertijds, toen men nog over geen ninstmeststoffen kon beschikken, vreesde men de vermenging van den ondergrond met de bebouwde laag en nu nog zijn er Tele landbouwers, die het voor onvoor zichtig houden van ondergrond naar boven te brengen. Nochtans heeft het diepploegen groote voordeelen, welke door M. Damseaux als volgt worden samengevat: «In diep ge- ploegden akker hebben de gewassen min der te lijden van het nat en ook minder tan de droogtede grond ondergaat 19 veel beter den invloed van den damp kring; daar komen veel meer nuttige stoffen beschikbaar, de voedende kracht van het midden waarin zich de gewassen bevonden, is overgroot. De wortelen kunnen zich met meer gemak verder en menigvuldiger uitbreiden, waardoor de gansche plant zich krachtiger ontwikkelt en de opbrengst zekerder wordt. n Wij geven dus den raad overal de ploegvoor dieper te maken, doch daarbij moet men niet uit het oog verliezen, dat wanneer de ploegvoor eene dubbele diepte bereikt, de bemesting meer dan dubbel moet zijn, want de nieuw bewerkte ondergrond is op verre na niet zoo vrucht baar als de gewone bouwvoor. Zeker zal door de natuurlijke en schei kundige eigenschappen van den grond, na het diepploegen, de opbrengst in het begin niet overvloedig zijn, ondanks eene overvloedige bemesting, doch aldra zal men die mindere opbrergst rijkelijk zien vergelden. Vooraleer te ploegen zal men, benevens de gewone bemesting met stalmest, nog 1000 kg. metaalslakken en 1000 kg. kaï niet, per hectare, uitstrooien. Daarna zal men niet vergeten, dat, van het oogenblik dat men maar wat onder grond heeft bovengebracht, het gebruik van chilinitraat vóór den winter onmis baar; is. Indien men in dat geval geen 200 tot 30C kg. nitraat vóór de zaaiing inegt, zullen de jonge planten gebrek lijden en kwijnen totdat ze met hunne wortels den beteren grond geraken, welke dieper in de ploegvoor zit. Wat nu den vorm van ploegen betreft, heeft men in de laatste jaren kunnen waarnemen dat er meer plat geploegd wordt dan eertijds. Het ploegen op panden bemoeilijkt de andere landbouwwerkzaamheden maakt het gebruik van verbeterde land bouwwerktuigen niet zelden onmogelijk. De plat geploegde grond is meer gelijk vormig, het onderbrengen der meststof fen gebeurt er regelmatiger, de oogsten ook zijn er niet zoo ongelijk en er is geen verlies van grond. Gedurende verscheidene jaren is het plat ploegen begunstigd geweest door nogal droge jaren. Onvermijdelijk zullen echter sommige landbouwers misrekenin g. n oploopen bij het plat ploegen, in natte jaren, omdat ze niet in aandacht zullen genomen hebben dat plat ploegen moet samengaan met diep ploegen Een 30 centimeter diepe ploegvoor kan eene ontzaggelijke hoeveelheid water opnemen, welk dan bij droogte weer de oppervlakte stijgt't is daarom dat wij hierboven schreven, dat in diep geploegden akker de gewassen minder te lijden hebben van het nat en ook der van de droogte. De noodzakelijkheid van langsom meer landbouwwerktuigen, maai-, zaai-, pik- en bindtaigen. enz. te gebruiken, uit gebrek aan arbeiders, zal de landbou wers langzamerhand ertoe verplichten hunne akkers plat te ploegen; dat zij zich dan van nu af maar toeleggen op het diepploegen. Ara. In Duitschlcind begint men overal, langsheen de spoorwegenop de grach ten fruitboomen te planten. Zoo heeft men, in 1909, alleenlijk in Beieren 40 000 appelboomen1-1.000 peréboo- men. 28.000 pruimeboomen, 7000 ker seboomen, 3000 moerbezieboomen600 perzik- en abrikoosboomen. 2000 note- boomen en 200 kaslanjeboomen ge plant, 't Zyn meest alle half hoog stam men en strniken,op sommige plaatsen ook hoogstammen. Nog dikwijls verneemt men, dat de vervalscher van meststoffen en voeder middelen voor het vee erin gelukken den landbouwer te bedriegen en dit ondanks de wet en de kostelooze ontleding. Ons schijnt het nochtans mogelijk, deze bedriegerijen te keer te gaan indien de landbouwer zelf daarin wilde medehel pen. 't Ware genoeg dat hij met nauw gezetheid de wetten en reglementen over die zaken in acht nam en dat hij alle handelsvoorwaarden weigerde, die met die voorschriften strijdig zijn of daar mede niet overeenkomen Ongelukkiglijk kan men overal waar nemen dat vele landbouwers geene van die wetsbepalingen kennen. Vele koeste ren wantrouwen voor die officielle maat regelen zij wijken moedwillig af van de voorschriften daarin bevatzij weten niet hoe zij gebruik moeten maken van een ontledingsbon zij weigeren zich met andere landbouwers te vereenigen om alzoo tot de hoeveelheid waar te gera ken, welke hun het recht geeft op koste looze ontleding door een Staatslabora- torium. Te veel landbouwers laten zich nog om den tuin leiden door de groot spraak van sommige handelaais, die hunne ware aanprijzen met niets betee kenende ontledingsbrieven. Wij zullen hier aan onze lezers uitleg gen hoe men te werk moet gaan om bij den aankoop van meststoffen of voeder middelen de kostelooze ontleding te genieten en om altoos de meeste waar borgen te hebben voor eerlijke verhan delingen. Wij verdeelen deze uitleggingen in drijdeelen 1° aankoop van meststoffen 2° aankoop van veevoedermiddelen 3' kostelooze ontleding. Aankoop van meststoffen. Telkens wij een aankoop doen van een product, waarin stikstof," phosphorzuur of potasch voorkomt, meet de handelaar daarbij een factuur afleveren, ten ware dat die producten bestonden uit natuurlijke voortbrengsels der hoeve, onder hunnen eigenlijken toestand verkocht, zooals stalmest, vloeimest, asschen of afval. Deze faktuur moet bevatten 1° deri naam of den aard der geleverde stof, olgens dar deze enkelvoudig of samen gesteld is chilinitraat, potaschnitraat, k alknitraat, ammoniaksulfaat, bloedmeel, hoornmeel, ledermeel, wolafval, mine- raal-superphos phaatsuperphosphaat van beenderen, geprecipiteerd of neerge slagen phosphaat, metaalslakken, groen beendermeel, ontlijmd beendermeel, mineraal phosphaat, beenzwart, chloor- potasch, potaschsulfaat, kaïniet, carnal- liet, ruwe guano, gemalen ofopgelosti guan«, samengestelde meststof enz. 2° de naam en de hoeveelheid ten honderd van elk voornaam bemestings bestanddeel, alsook den scheikundigen staat, waarin zich dat bestanddeel bevindt. Voor de organische stikstof, voor het phosphorzuur en voor de potasch moet de factuur daarenboven den oorsprong van die stof aanduiden, zoo den naam zulks niet te kennen geeft. Dit is vooral van belang bij de samengestelde mest stoffen, voor dewelke het geenszins vol doende is op de factuur aan te duiden bijvoorbeeld: bevattende 2°0 organi scbe stikstof, 3 °j0 phosphorzuur, 1 potasch de handelaar moet de afkomst van die meststoffen mededeelen bekend maken of die organische stikstof voortkomt van bloed, van guano, van leaer of van een ander productof het phosphorzuur voortkomt uit delfstoften uit beenderen of uit een ander product of de potasch door kaïniet of een ander zout er werd in gebracht. Ook over den scheikundigen toestand moet de factuur de noodige inlichtingen bevattenzij moet aanduiden of de stikstof onder nitrischen, ammoniac alen of organischen, toestand aanwezig is en in dit laatste geval, van welk organisch product, bloed, hoorn, leder enz. ze voortkomt voor het phosphorzuur moet vermeld worden of hetzelve water- rij is, of het oplosbaar is in water, in ammoniakcitraat of in minerale zuren voor de potasch of ze watervrij en oplos baar is in water, of ze voortkomt uit kaïniet, chloor, carnalliet ofwel afkom stig uit silicaten, feldspath enz. en oplos baar in minerale zuren. Wanneer men oliekoeken als meststof koopt, moet de factuur den aard der zaden aanduiden waaruit de koeken wer den gemaakt ricinus, mowra, ravison- koeken,enz. Indien de handelaar daarenboven voorgeeft dat de geleverde mest een bestanddeel bevat, dat een eigenaardige uitwerking heeft om het gewas te begun stigen, dan moet hij op de factuur den aard en de hoeveelheid van dit bestand deel dóen kennen. Dit moet in acht genomen worden, bij voorbeeld, voor producten,welke zouden zouden verkocht worden als hebbende een invloed op het dooden van insecten of van microben. an producten welke eene bijzondei e uitwerking zouden verschuldigd zijn aan mangaan, zwavel, magnesia, enz. De factuur moet ons terhand gesteld worden op den dag der levering van de meststoffen of binnen de 4 dagen die daarop volgen. Wanneer wij niet veel vertrouwen hebben in den handelaar, zullen wij de factuur per aangetcehcndcn brief doen opzenden, om alzoo te vermij den dat de handelaar ter rechtbank kome met eene factuur- of kopijboek, waarvan het oorspronkelijk nooit werd afgeleverd Vooral wanneer men handel drijft met een onbekend huis of een toevalligen verkooper, zal men nauwkeurige eischen stellen en voorafgaandelijk, dit is bij den inkoop en vóór de levering een monster doen neerleggen waarmede de geleverde waar moet overeenstemmen. Wanneer de koopprijs eenér meststof sn vierde hooger is dan de handels- aarde op 't oogenblik dat de koop werd gesloten, heeft men recht op prijsvermin dering, zelfs wanneer reeds de geheele meststof is uitgestrooid, op voorwaarden nochtans dat de oogst, die de meststof heeft ontvangen,nog niet gansch van het land is gehaald. Eindelijk moet de landbouwer ook nog weten dat hij, voor alle oneenigheid met den verkooper zich kan wenden tot den vrederechter van zijn kanton, die bevoegd is, indien er geen handelszaak door den landbouwer werd verricht, dit is, indien hij geen meststof'heeft vooil verkocht. Deze laatste voorschriften betreffen ook den handel in voedermid delen, waarover in een volgend bijvoeg sel. P. Fernand d'Amay. (Verboden nadruk) De boomteelt kun dig en leggen ei' zich meer en meer op toe, in Duitschland, om overal de tusschentcelten in te voe ren. Tusschen de hoogstammen plant men roode bezie en stekelbeziestruiken frambozentomaten en zelfs bloemen zooals boschleliën tot den verkoop bestemd. Deze tusschenplantingen le veren niet zelden eene winst van 500 per hectare op. Men geeft den naam van kwee kerij aan de plaats, waar planten geteeld worden en tot eene zekere grootte gebracht, om ze daarna op een bepaald midden uit te plan ten. Zoo kan men kvveekerijen hebben voor sommige groenten, voor fruitboomen, voor woudboo- men, voor bloemen, voor sierplan ten, enz. Welke ook de gewassen zijn, die men er kweekt, toch zal men al toos eenige regels moeten in acht nemen, om tot een bevredigenden uitslag te geraken, hetzij nu de planten bestemd zijn voor den handel, hetzij ze moeten dienen om op eigen erf uitgeplant te wor den. Benevens de plaats die wij uit kiezen om eene kweekerij aan te leggen, ligging en aard van den grond,heeft ook de vruchtbaarheid van den grond een buitengewoon belang. Dit heeft des te meer be lang omdat men zich niet zelden inbeeldt, dat eene plant, voortko mende van slechten grond, dus die armoede heeft geleden, op rijkeren grond des te beter zal gedijen. Welke dwaling Een gewas dat op mageren grond gewonnen is, heeft zich niet behoorlijk kunnen ontwikkelen en voornamelijk het Avortelgestel is niet in staat om naar behooren eene groote hoe veelheid voedende bestanddeelen te verwerken. Daarentegen heeft een gewas, op vruchtbaren akker gegroeid, zich krachtig kunnen ontwikkelen, het is sterk en bestand tegen het verplanten; het zal met zijn krach tiger wortelen onmiddellijk nut kunnen trekken uit den grooten voedsel voorraad, het zal beter aan zetten na het verplanten en weer stand kunnen bieden aan allerhan de wederwaardigheden. Een goede kweekerijgrond moet dus gezond, los, diep, goed gele gen en rijk voorzien zijn van voe dende bestanddeelen. Men vergete niet dat de grond der kweekerij spoedig is uitgeput omdat men voortdurend de producten uitvoert, van dewelke er niets ter plaatse 'er blij ft. Het gebruik van organische meststoffen en scheikundige mest stoffen is daarom onmisbaar in de kwéekerijen Het gebruik van organischen mest is algemeen de kunstmest stoffen zijn nog niet zoo zeer in gebruik, alhoewel hunne uitwer king krachtiger en spoediger is. Dekunstmeststen kunnen uitmun tenden dienst bewijzen ter aanvul ling van den natuurlijken, organi schen mest en wij vreezen niet te zeggen dat ze als dusdanig onmis baar zijn geworden in eene welin-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1913 | | pagina 3