De Denderbode- Zondag, 31 Augustus 1913
Bemesten.
Os Kisteloozi ttlii
LA1B0UWN0TAI
aan
N° 4598
LANDBOUW BIJTOEKSEL
Men oogst tegenwoordig boekweit,
paardeboonen en duiveboonen, eiwten.
linzen, hop, aardappelen, beetzaad en
hennep.
Ook wordt de voedermaïs nu meest
afgesneden, omdat de stammen anders
te hard zouden worden om tot groen
voeder te dienen. Kan men de maïs niet
onmiddellijk tot voeder verbruiken, dan
is de inkuiling sterk aan te bevelen.
In het vorig Bijvoegsel behan
delden wij het jaarlijksch beploe
gen van den akker. Vooraleer tot
deze werkzaamheid over te gaan
moet echter de landbouwer over
wogen hebben, wat hem te doen
staat met de bemesting, want op
rijk bemeste akkers alleen kan
men op rijke oogsten rekenen.
Krachtbebouwing wordt vereischt
om winsten te maken en kracht
bebouwing met stalmest alleen
gaat niet. De verhouding tusschen
deverschillendevoedingsbestand-
deelen van den stalmest stemt niet
overeen met de voedingsvereisch-
ten der planthoe groot wij dan
ook de hoeveelheid stalmest ne
men, toch blijft er steeds eene
ongepaste verhouding tusschen
de voedende bestanddeelen.
't Is om die reden dat de kracht
bebouwing altoos en overal het
gebruik der scheikundige mest
stoffen, die daarom hulpmeststof
fen of aanvullende meststoffen
genoemd worden, noodzakelijk
maakt.
Scheikundige meststoffen kun
nen echter ook als hoofdmesfstof-
fen, dit is zonder stalmest aange
wend worden, en nog we! met
voordeel, doch dit is de gewone
handelwijze niet van den boer,
die altoos in zekere mate ook over
natuurlijken mest beschikt.
Er zijn allerlei soorten van mest
stoffen, die de landbouwer kan
aanwenden, doch er zijn maar
drie soorten van stoffen, welke hij
benevens de kalk, noodig heeft.
Deze drie stoffen zijn phosphor-
zuur, potasch en stikstof en al de
scheikundige meststoffen die er
kunnen bestaan, of nog uitgevon
den worden moeten ééne, twee of
alle drie die stoffen inhouden,
daarom spreekt men van phos-
phaten, potaschmesten, stikstof
mesten en samengestelde mest
stoffen.
Deze meststoffen moeten vóór
het ploegen uitgestrooid worden,
zoo zullen ze des te beter door de
bouwlaag verspreid worden en
zoo zullen wij later niet verplicht
zijn duurder meststoffen aan te
koopendie dan toch nog niet even
gunstig zullen werken, omdat ze
niet met dezelfde regelmatigheid
door de bouwvoor konden ver
spreid worden.
Hoeveel meststoffen moet men
gebruiken
30
Dit hangt natuurlijk af van de
hoeveelheid stalmest, van de
vruchtbaarheid van den akker en
van het geteelde gewas.
Heeft men geen stalmest be
schikbaar, dan zal men, voor de
wintergranen van 800 tot 1000 k.
Thomasslakken, van 500tot800k.
kaïniet, van 300 tot 400 k. Chili-
nitraat inptoegen.
Te zamen met stalmest aange
wend,vermindert men die hoeveel
heden, in verhouding tot de hoe
veelheid stalmest zonder echter
lager te dalen dan 400 k. metaal
slakken, 200 k.. kaïniet en 100 k.
Chilinitraat per hectare.
Laat men die meststoffen ach
terwege, dan zal men ook eenen
oogst winnen, doch dan kan er
geen spraak meer zijn van kracht
bebouwing, evenmin als van het
verwezentlijken van voldoende
winsten.
Voor den aankoop van die mest
stoffen moet de landbouwer zich
wenden tot vertrouwbare hande
laars, want ondanks de wetten
betrekkelijk den handel in mest
stoffen, wordt er nog veel bedrog
gepleegd, waarvan de landbou
wers steeds de slachtoffers .zijn.
Dit heeft vooral voor oorzaak dat
de meeste verbruikers niet weten
hoe ze moeten te werk gaan om de
waarborgen te genieten, welke
hun door de wettelijke voorschrif
ten worden verzekerd. Wij zullen
daarom nog eens in het hierna
volgend artikel op duidelijke wij
ze uiteenzetten, waarin het toe
zicht op den handel in scheikun
dige meststoffen bestaat, en hoe
men moet te werk gaan om van
die voorschriften te genieten.
Ara
Om recht te hebben op de kostelooze
ontleding der aangekochte meststoffen
en veevoedermiddelen, moet de land
bouwer die waren aai.koopen bij een
handelshuis, dat onder toezicht
geplaatst der ontledings-laboratoria van
den Staat. Zulke handelshuizen 2ijn
onderworpen aan een reglement, waar
van sommige artikels belang hebben
voor den landbouwer en die we daarom
hier 2 uilen mededeelen.
De handelshuizen, die onder toezicht
staan, moeten te zamen met de wettelijk
voorgeschreven factuur afleveren eene
fovmuul voor procesverbaal van stml-
n ming en een ontledingsbon, toch dan
moet de bestelling bedragen minste:
5000 kg. metaalslakken, superphosphaat,
olafval, ruwe potaschzou'en van min
der élan 25 °U potasch, ofwel 2500 kg.
Chilinitraat, ammoniaksulfaat, kalkni-
traat, cyanamied, zuivere potasebzou-
ten, samengestelde meststoffen, ofwel
nog 5000 kg. veevoedermiddelen. Op
die wijze kunnen zij de aangekochte
waren kosteloos doen ontleden door een
Orttledings-laboratorium van den Staat
of door een aangenomen laboratorium,
naar keus, op vooiwaarde dat zij som
mige voorschriften betrekkelijk de staal-
neming in acht nemen.
Wanneer de bestelling der koopwaren
minstens 5000 kg. bedraagt, doch uit
verschillende meststoffen en voedermid
delen of uit beide soorten te zamen
bestaat, dan heeft men enkellijk recht op
kostelooze ontleding van ééne der waren.
Uit het voorgaande kunnen wij reeds
'pmaken, dat de landbouwers die eene
zoo aanzienlijke bestelling gewoonlijk
niet doen, alle voordeel vinden in de
gezamenlijke bestelling van meststoffen
voedermiddelen, ten einde recht te
hebben op de kostelooze ontledi g.
Volgens art. 5 moet men bij de staal-
eming acht geven op de volgende
voorschriften: Bij meststoffen of voeder-
middelen, in gemalen toestand, moeten
de stalen uit minstens 5 zakken en altoos
uit minstens 10 t. h. van het aantal gele
verde zakken genomen worden. Het
staalboor moet lang genoeg zijn om al
de deelen der zakken te kunnen berei
ken. De uitgeboorde stalen moeten
innig vermengd worden, vooraleer de
drie voorgeschreven stalen op te nemen.
Indien men geen staalboor gebruikt,
wordt de inhoud van het bepaald getal
zakken op een drogen, zuiveren vloer
uitgeschud, en met eene schup dooreen
gewerkt.
De stalen van metaalslakken moeten
minstens 250 gram elk wegen, de stalen
ji andere meststoffin miTTstens 80 gr
Art. 6. In elk geval moeten er drie
stalen genomen worden. Elk staal
wordt in eene zuivere en "goed droge
flesch gedaan, welke vervolgens met
zegellak of lood wordt dicht gesloten
lak of lood dragen twee verschillende
stempelzegels.
Aan het stopsel van elke staalflesch is
e n biiefje vastgemaakt waarop ten
minste ééne aanduiding voorkomt,
welke in het procesverbaal vermeld staat.
Geen enkel erkenningstecken mag op de fles-
schen, de stopsels, de biejjesde zegels, de
procesverbalen of andere stukken zichtbaar zijn
waardoor men op het laboratorium de firma
<an den verkooper zou kunnen erkennen
Hierdoor ziet men dat de ontleder
slechts de verzender van de stalen mag
kennen. Naar hem ook zullen de ontle-
dingsberichten moeten gezonden worden
;n hij zal de ontleding moeten betalen
ndien hij het ontledingsbon niet kan
aanbieden.
Wij zullen hier doen opmerken, dat
de zegelmerken soms op dwaze wijze
worden aangebracht zoo hebben w
zegelmerken zien staan tegen de wanden
of tegen den bodem der fl- sch zonder
ecnige betrekking met het stopsel,andtr-
maal stond het zegelmerk op het stop
sel, doch op zulke wijze, dat het stopsel
kan worden afgenomen zonder het zegel
merk te schenden. Natuurlijk hebben
zulke stalen geene waarde.
De stalen kunnen door den aankooper
genomen worden of door zijn afgevaar
digde. In beide gevallen moet het
geschieden in tegenwoordigheid
twee eerlijke getuigen, kunnende lezen
en schrijven, die mede het procesver
baal der staalneming zullen teekenen.
Door het ministerie van Landbouw is
de tekst van dit procesverbaal vastge
speld. Op hetzelve komt een afdruk voor
van de zegelmerken waarmede de flesch
is toegezegeld. Het procesverbaal ver
meld ook het bestanddeel of de bestand
deelen, welke in overeenstemming met de
wet moeten gedoseerd worden. Al de
doseeringen, welke door den kooper
gevraagd worden en niet op het ontle-
dingsbin zijn aangeduid, blijven ten
laste van den kooper.
De drie stalen en het procesverbaal
worden franco gezonden, binnen de
vier en twintig uren, naar een laborato
rium. De Bestuurder van het laborato
rium zendt zoohaast mogelijk den^uit-
slag van de ontleding naar den kooper
en deze stuurt daarna het ontledingsbon,
waardoor het handelshuis aan het labo-
atorium wordt bekend gemaakt.Vervol
gens ontvangt dan de verkooper een
ischrift van het ontledingsbericht en
tezelfder tijd wordt hem uitbetaling
gevraagd van het ontledingsbon.
Volgens het toegezonden ontledings
bericht wordt de rekening bepaaldelijk
opgemaakt, indien wij het eens zijn met
den verkooper zooniet wordt op ver
zoek van kooper of verkooper een
tweede staal ontléed op kosten van den
aanvrager.
De handel in meststoffen geschiedt
volgens vast gehalte of volgens ontle
ding.
Hierover zullen wij in een ander
artikel handelen.
P. Fernand d'Amay.
(Verboden nadruk)
Koopt nooit meststoffen bij eenen
handelaar, wiens -prijzen onder de
markt slaan. Zijne waren 2ijn ver-
valscht en wie vervalschte waar koopt
is tweemaal bedrogen eerstens om
dat vervalschte meststoven nog altijd
te duur betaald worden, ten tweede
om de mindere opbrengst du onver-
'elyk het gevolg is van hel aan
wenden van die minderwaardige
sloffen.
Verlies van nitrische stikstof
in den Herfst
Kalk. De plant heeft vier hoofdbe
standdelen noodig: stikstof, phosphor-
zuur, potasch en kalk.
De diie eerste stoften worden dikwijls
onder vorm van handelsmesten toege
diend; de kalk wordt niet zelden verwaar
loosd. Het kan nochtans gebeuren dat de
grond te weinig kalk inhoudt en dat het
daaraan moet toegeschreven worden dat
de scheikundige meststoffen niet behoor
lijk werken.
Kalk is even onmisbaar als de andere
bestanddeelen. Bevat de grond er te
weinig, of onder onopneembaren verm,
dan moet kalk gestrooid worden, want
1° eene groote hoeveelheid kalk blijft
opgesloten en wordt achtergehouden
door het geraamte der huisdieren2° met
de planten wordt een gedeelte kalk uit
den akker verwijderd3° stalmest brengt
er te weinig terug in den grond.
In den akker dient de kalk 1* tot los
making, wanneer zij zich uitzet en daar
door waimte én kracht verschaft: 2° tot
bevordering der nitrificatie van de stik-
stofbestanddeelen3° tot bestrijding der
zuren in den bodem4° tot het bevorde-
der oplossing van sommige potasch-
houdende samenstellingen 5° tot het
vergemakkelijken der opneming van de
nitraten6° tot vorming der gewassen
Het gebeurt wel eens dat de toepassing
in kalkgeen gunstige uitslagen oplevert,
maar dan moet dit toegeschreven worden
aan eene gebrekkelijke manier van toe
passen. Zoo kan er geen gunstige uit
werking volgen wanneer mtn kalk zou
aanwenden in een grond, die te weinig
phosphorzuur bevat.
In humusrijke gronden moet men kalk
gebruiken te zamen met phosphorzuur
en daar oude graslanden niet zelden rijk-
zijn aan organische stoffen, verkrijgt men
daar uitnemende uitslagen met Th ;mas-
slckken, die terzelfder tijd kalk tn phos
phorzuur in den groi.d brengen.
De stikstofbestanddeelen van den
bodem en die er met de organische stoffen
worden ingevoerd kunnen zoo maar niet
ongewijzigd door de gewassen worden
opgenomen: Zij moeten vooraf omgezet
orden in nitrische stikstof, door de
medewerking van giststofjen of fermen
ten en in zekere voorwaarden van ver
luchting, warmte, vocht enz.
De warmtegraad heeft vooral een groo-
ten invloed op de werkzaamheden der
nitrifieerende organismen, zoo gebeuit
het dat in de Lente de nitrificatie of sal
peterwording meestal ontoereikend is,
dat ze des zomers toeneemt, in den Herfst
haar toppunt beieikt en in den Winter
om zoo te zeggen onderbroken is.
De genitrifieerde stikstof wordt door
de groeiende planten in bezit genomen
zoodat er bijna geen verlies met het
regenwater kan plaats hebben. Nochtans
moeten wij doen opmerken, dat de nitri
ficatie juist het sterkst is opeen tijdstip
dat vele akkers geen groeiende gewassen
meer dragen. Daaruit volgt dat de land
bouwer alsdan verplicht is bijzondere
maatregelen te nemen om het verlies van
stikstof te keer te gaan, want vooral bij
nat weder, kan dit verlies zeer aanzien
lijk zijn in het najaar.
Onmiddellijk na het weghalen van der
oogst moet daarom de akker met snel
groeiende planten bezaaid wordenmos
terd, koolzaad, wikken, inkarnaatklaver,
of andere gewassen, welke als voeder of
als groenmest kunnen benuttigd worden.
Welke plant men ook kieze, mén zal
haren groei moeten bevorderen door de
aanwending van scheikundige meststof
fen; zoo zal men voor mosterd of koolzaad
300 tot 400 kg. superphosphaat. 150 tot
200 Chilinitraat gebruiken, terwijl voor
de vlinderbloemige gewassen eene nog
kleinedosis nitiaat kan volstaan.
Aankoop van zaden. In een on
langs verschenen Bericht aan de Landbou
wers-, uitgegeven dotr hot Landbouwbe-
heer,' geeft de heer Inspecteur Vander
va eren de vol6ende voorschriften aan de
landbouwers, die er belang in stellen van
goed zaad te ontvangen voor hun goed
geld.
Onder geen enkel vocrwi ndsel, zegt
hij, moeten de landbouweis de volgende
grondregels uit het oog verliezen
1. Bij eiken aankoop van zaden moet
de verkooper schriftelijken waarborg
geven van het volgende
a) Afkomst van het zaad, dit is het land
van waar het komtb) graad van reinheid,
dit is het ten honderd zuivere zaden van
de gevraagde variëteitc) de kiemkrucht,
dit is het ten honderd kiembare koriels;
d) de afwezigheid van warkruid voor het
k'avcrzaad en luzerntzaad; e) voor hel
beetzaad moet gewaarborgd worden een
maximum van 15 l. h. water en 3 t. h.
onreinheden; 15 t. h. kiemkracht en 140
kiemen op 1C0 zaadbolletjes na 14 dagen.
2. Evenmin als bij den aankoop van
meststoffen of veevcedermiddelen, moet
de landbouwer zich tevreden stellen met
deze waarborgen schriftelijk te eischen
hij moet de geleverde zaden doen onder
zoeken, nadat hij volgens de wettelijke
voorschiiften, en met dezelfde nauwkeu
righeid als dit gebeurt voor die koopwaren,
de stalen heeft doen opnemen.
Het gewicht der stalen zal ongeveer
1 kg. bedragen voor de dikke zaden
(granen, beet, gras) en 500 gram voor de
andere.
Fernand d'Amay
(Nadruk verboden)