VAN DE PÖTTE-G00SSENS, BEHANGER-GARNÏERDER Aalst, 29 Korte Zoutstraat, 29> Aalst. LEEST EN VERSPREIDT AALST. 31, Korte Zoutstraat. 31, AALST lOBKSAffDIL, GROOTE KEUS van BehangpEngelsche Reddens, Matrassen voor Pensionnairen TER STOOM BOEK- EN STEENDRUKKERIJ gelast men zich met liet vervaardigen van alle slag van DRUKWERKEN, zooals Doodbeeldekens, Doodbrieven, Fakturen, Kwijlschriften, Cheques, Omslagen, biïelhoof'den, Memorandums, Vrachtbrieven, Plakbrieven, Trouwbrieven, Geboorte-aankondigingen, Spijskaarten, Visietkaarten, Adreskaarten, Registers enz. Bijzondere instelling voor het vervaardigen van Boekwe rken, Prijslijsten, enz. enz. Allerhande Formulen voor Gemeentebesturen. Eenig Agent derswanpen SWAN-INKT speciaal voor Vulpennen. Bureel- en S©h©©lbeh©eften Te gelegenheid van de HEROPENING der Scholen 13 Schrijfboeken voor frank Vulpennen te beginnen van fr. 0,50. GROOTE EN SCHOONE KEUS F.-UV SPEELKAARTENSpeelkaarten te beginnen van fr. 0,95 het dozijn ROYAL. Prijs 1,50 Zie vervolg in ons nummer van Zondag 28 September en volgende. Verder al wat den stiel betreft. Prijzen buiten alle concurrentie. Agent der Schrijfmachine SELF VULLER SWAN vult iedere Vulpen. (Gebreveteerd) Aubin niet ver van haar en haar meisje aan tafel zat zij nemen daar hun maaltijden en nu en dan blijf ik er ook eten Is zij getrouwd of weduwe Ik heb van vrouw Aubin vernomen, dat zij getrouwd is, maar dat haar man ver van hier is verwijderd. Overigens is iedereen het er over eens, dat zij een vlijtige vrouw is en een allerbeste moeder, voor wie niets te moeilijk of te zwaar is, om haar kind te ver zorgen... Zoo, gij zegt, dat zij gaat sterven Het gebeurt dikwijls zoo... De goeden ver trekken, ik moet nog naar Asnières. Goeden dag, dokter. Magloire, tot weerziens Terwijl de dokter de gang van het huis van vrouw Aubin binnentrad, stootte de een- arm de kar voort, waar zijn orgel op stond, en begaf zich op weg. II. Het gemeubeld hotel, evenals de herberg van vrouw Aubin stonden twee honderd stappen van het water,op welks oevers rechts de groote dokken van Saint Ouen zich ver heffen, en links een tiental fabrieken, waar onder die van den ingenieur Richard Ver- nière, machiene- en scheepsbouwer, van wien wij welhaast meer zullen vertellen. Achter een klein plein, waar kwijnende linden groeiden, bevond zich de herberg en restauratie van moeder Aubin. Des zomers stonden er onder die boomen tafeltjes, waar de klanten van den huize, bijna allen werklieden of bedienden der nabu rige fabrieken, hun maaltijd kwamen gebrui ken. Vandaar genoten zij het schilderachtig gezicht van den groenen hoek van het eiland Saint-Denis, en de onmetelijke vlakte van Gennevilliers met haar weelderige boomen en rijke moestuinen. Een laag muurtje was rondom dat plein gebouwd, waarboven een ijzeren traliehek bevestigd was. Recht over de straat was de deur der groote benedenzaal, waar altijd op tafels, met fijn linnen gedekt, geheele rijen borden met lepels, messen en vorken op de klanten stonden te wachten. Op deze zaal kwamen rechts en links, min dere kamers uit, die den grootschen naan van gezelschapszalen droegen. Een wenteltrap leidde naar de zaal van de eerste verdieping en andere bijzondere eet kamers. die bestemd waren voor de welge stelde klanten, die op zekere dagen aange trokken werden door de hartelijke manieren van de meesleresse des huizes, haar goede keuken en den lekkeren wijn uit haar kelder Het huis was nu t vier verdiepingen ge bouwd. De tweede, derde en vierde waren in afzonderlijke kamers verdeeld, die gemeubeld verhuurd werden Twee-en-twir.tig zulke kamers bevatte dit deel van het gebouw, en die waren altijd bewoond, zelfs al besproken, voor het geval er een zou ledig geaaken. Een bijzondere deur en trap leidden van de straat naar de tweede verdieping. Dokter Bordet klom de trap op tot aan de derde étage, trad een nauwe gang binnen en bleef staan voor een deur, waar met zwarte verf het cijfer 17 op geschilderd was De sleutel stak op het slot. De dokter klopte, en zonder het antwoord af te wachten opende hij de deur. Hoewel de kamer maar klein was, was zij nochtans ruim verlicht door een groot venster dat uitzag op de velden, die het park van Saint-Ouen bezoomen en zich van de kaai der Seine tot de dreef van Batignolles uit strekken. Was het ameublement eenvoudig, het was beter uitgekozen en bewaard dan dat in zulke huizen gewoonlijk het geval is. Het bestond uit een groot bed, een com mode, een tafel, drie stoelen en een kinder bed. Alles in goeden staat en blinkende van zindelijkheid. Men bemerkte er nog een dof geworden spiegel, alsook eenige haken, waar k'ecderen aan hingen. Deze zagen er wel gedragen uit, maar men zager noch vlek, noch scheur in. Men kon zien, dat de vlijtige hand eenor vrouw, die arme plunje met zorg onderhouden had. Op de tafel stonden -leschjes niet opschrjf- ten oorzien, een glas. een tinnen lepel. Er lagen ook twee boeken open. De lucht in de kamer was stikkend, door dat voor den schoorsteen, die het midden uitmaakte van den muur over de deur, een kleine kachel stond, waar kolen in brandden. Een ketel water, op de kachel geplaatst, was zacht aan het zingen. Toen de dokter de deur opende, stond een een meisje van zeven tot acht jaren van haar stoel op en kwam hem eenige stappen tege moet. Mijnheer de dokter, ik geloof dat moe dertje slaapt, murmelde zij met ontroerde stem. Het ware misschien het beste haar niet wakker te maken- Terwijl 't kind deze woorden sprak, wees het met haar handje naar het bed, waar de arme Germaine, mager als een geraamte en bleek als was, met haar oogen in blauwe kringen, hijgende borst en korten, sissenden adem, te rusten lag. Haar slapen waren druipnat van het zweet. Hoewel het meisje zeer stil, schier onhoor baar sprak, had de moeder haar verstaan. Langzaam opende zij haar oogen, die flik kerden van de koorts, en keerde met moeite het hoofd naar het midden der kamer. Ik slaap niet mijn kind, zeide zij met die gebroken stem der teringlijders, die zoo pijnlijk het gehoor trof Den dokter bemerkend, stak zij haar ont- vkeschde, bevende handen naar hem uit, die bijna doorschijnend waren van magerheid. Ha, zijt gij het, mijnheer Bordet, sta- -T j, na elk woord snakkende naar adem. Ik ben gelukkig u dezen morgen te zien. De dokter naderde de zieke en nam een der handen, die zij hem toereikte. Hoewel het aangezicht der zieke in het zweet zwom, vond hij haar hand ijskoud. Verwachttet gij mij niet, kind vroeg hij op vriendelijken toon. Och mijnheer de dokter, gij zijt al zoo dikwijls opgekomen. Het is reeds zoolang dat ik niet meer kan opstaan Gij zult dat toch eens moede worden... Gij meent toch niet wat gij zegt, niet waar, beste vrouw. Ik zal maar moede wor den te komen als gij zult genezen zijn. Germaine antwoordde niet, maar slaakte een diepen zucht. De dokter telde de polsslagen en ondanks zijne groote ondervinding was het met moeite dat hij ze kon gewaar worden. Het kleine meisje volgde de bewegingen van mijnheer Bordet en sprak Zoodra gij weg waart, mijnheer de dok ter, ben ik met uw recept naar den apotheker gegaan en ik heb aan moedertje gegeven wat gij gezegd hadt, alle uren een lepel. Het kind snikte en haar oogjes stonden vol tranen. Het dochtertje van die Germaine.van welke wij mijnheer Bordet en den orgeldraaier heb ben hooren spreken op de kade der Seine, de kleine Martha was juist zeven en een half jaar oud. Maar te oordeelen naar de leven dige uitdrukking harer gelaatstrekken, zou men gezegd hebben dat zij wel twaalf jaar was. Zelden had men wakkerder, verstandiger, zachter, innemender kindergezichtje gezien. Zij was groot voor haar jaren, blank, zeer zenuwachtig en buitengewoon gevoelig. Daar bij had zij schoone oogen, zwart als haar dikke gekrulde haren. Karei Van de Putte De Denderbode

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1913 | | pagina 4