TUINBOUW.
Voeding der Dieren.
WELKERIJ,
Voikswetensctiap.
Toemaat is voedzamer dan hooi, zooals
gebleken is uit talrijke ontledingen van
scheikundigen en landbouwkundigen.
Nochtans gebeurt het, zegt M.Joulie.dat
men met het voeden van toemaat niet tot
zou gunstige uitslagen komt als met hooi
der eerste snede. Dit komt hieruit voort,
dat de samenstelling van toemaat zich
meer verwijdert van de samenstelling van
een gewoon voederrantsoen.
Om doelmatig toemaat te gebruiken,
vermengt men hem met andere voeder-
middelen, waai door de benuttiging dan
vollediger is.
Ziehier, volgens Kellner, het gehalte
aan eiwitstof en zetmeelwaarde van hooi
en toemaat
Verteerbaar Zetmeel-
eiwitstof. waarde.
Goed weidehooi 3.8 31.0
Toemaat van niet bewa
terde weide 5.6 35.7
Toemaat van natte of
bewaterde weide 6.0 37.7
Toemaat van turiachtige
weide 5.4 33.8
F. P. della Campagne
(Verboden nadruk)
Indien men aan de Belgen eenigen
raad mag geven, zegt de Deutsche Lant-
wirtschaftliche Presse, dan ziehier
1° minder zware paarden kweehen
met minder weelderige vormen 2° in
de prijskampen aan de vette paarden
stelselmatig de prijzen weigeren 3°
minder prijzen toekennen en ze
slechts verleenen voor wezenlijk ver-
dienstvolle dieren4® de verkoopprij
zen niet overdrijven en 5° paarden
voortbrengen in verband met de
vereischten van den tijd, dit is vlug
ge en niet al te zware paarden. De
kolossen htbben hunnen tijd gehad.
Deze groote eters worden moei
lijker verkocht dan vroegervooral
nu dal de camion automobiel voor
alle zwaar vervoer meer in gebruik
komt.
Wij onderwerpen deze raadgevin
gen aan onze paardenkweekers, die
de bewijzen hebben geleverd, dat ze
minstens zoo goed als de D. L. Presse
weten wat hun te doen slaat.
Scheikundige meststoffen bij bloe
menteelt.
Men beeldt zich niet zeldtn in dat
de bloemen, welke soms zeer weeke plan
ten zijn alle voedsel onder vorm van
organische stoffen moeten ontvangen.
Daarom ook hebben sommige bloemen-
telers een wezenlijken afkeer voor de
scheikundige meststoffen. Men zou zeggen
dat de bloemen zoo teergevoelig dat ze
reeds genoeg hebben met de voedende
bestanddeelen van den bladermest om
zich te ontwikkelen tot krachtige planten
met overvloedige bloemen en weelderige
bladeren.
Welke dwaling! Men mag zelfs beves
tigen dat de krachtbouw der bloemen,
welke alleen hooge winsten oplevert een
overvloed eischt van voedende bestand
deelen, welke onmogelijk door bladmest
of zelfs den besten stalmest niet kunnen
beschikbaar gesteld worden.
Deze organische stollen kunnen noodig
of nuttig zijr. om den aard van den grond
te verbeteren, maar zij kunnen niet die
nen om aan de planten op tijd en stond
een voldoende hoeveelheid voedingsstof
fen te verschaffen. Dat men bij het
gereedmaken der bloembedden stalmest
of andere'organische meststoffen gebruikt
om humus in den groud te brengen en
dezen doordringbaar en licht te maken,
maar dat men ook de voeding der gewassen
niet uit het oog verlieze. Snelwerkende
meststoffen, welke zich zeer gemakkelijk
oplossen zijn daartoe noodig.
Dit heeft menig liefhebber er toe
gebracht volledige meststoffen- of samenge
stelde meststoffen- te gebruiken, welke dan
aangekocht werden tegen zoo belachelijk
hooge prijzen, dat hun gebruik niet meer
voordeelig was, ondanks al de goede hoe-
danighedtn die op het prospectus ver
meld stonden.
Het is beter zich te bedienen van
grondstoffen en tusschen deze di. gene te
kiezen, welke gemakkelijk oplossen en
bijgevolg spoedig werken, 't Is overigens
aan tc bevelen de meststoffen bij bloemen
teelt op twee inanieien te gebiuiken
1° voorde rechtstreekscbe grondbemes
ting de meststoffen in bunnen natuur
lijken toestand2° opgeloste meststoffen
om de planten ermede te begieten.
Voor n° 1 is het niet r.oodig zeer inge
wikkelde bemesticgsformulen te zoeken
prachtige uitslagen werden verkregen
door M. Nagels van Wiiryck, in zijn
bloementuin op de Tentoonstelling te
Gent; daar werd ter bemesting met de
bovenste laag vermengd, onmiddellijk
vóór de planting der bloemen: 8 kilogr.
superphospbaat, 5 kg. potaschsulfaat en
7 kg. chilinitraat per are.
Voor de besproeiingen kanmengebruik
maken per kubiek meter water van 2 kg.
chilinitraat, 8 kg. superphosphaat van
16/18, 1 kg. potaschsulfaat en van deze
oplossir g gebruikt men 2 gram per liter
water ter besproeiing.
F. P.
De zetmeelwaarde.
Wij hebben uitleg gegeven ovlt de
zetmeelwaarde en op korte wijze aange
toond, hoe men te werk gaat om de ver
gelijkende zetmeelwaarde van oedermid-
delen te zoeken en daarmede rantsoenen
samen te stellen. Tot nog toe is bet stelsel
der zetmee' waarde, welke wij verschul
digd zijn aan den geleerde, met name
Kellner, nog niet algemeen in voege en
bestaat er nog aarzeling. Nochtans, zoo
als Dr Smets het onlangs deed uitschij
nen in een artikel van de Mercuriaies
Agricoles dit stelsel kan een wezenlij
ken uitgang doen maken- op het gebied
der veevoeding. Hij wijst daarbij op eene
proefneming van Schneidewind, welke wij
hier ook zullen mededeelen, na in eenige
woorden het stelsel der zetmeelwaarde
uiteengezet te'hebben
Indien alle voedermiddelen dezelfde
voedingswaarde en dezelfde verteer baar
heid bezaten, indien ze alle évenveel
krachtontwikkeling vereischten om ge
knauwd en verteerd te worden, dan zou
den ze met gelijk gewicht elkander kun
nen verhangen. Zoo is het ongelukkiglijk
niet en daarom levert het nogal veel
moeilijkheden óp om een rantsoen be
hoorlijk samen te stellen of om een voeder
dooreen ander te vervangen.
Om dit te vergemakkelijken heeft Keil
ner al de voedermiddelen vergeleken met
zetmeel en tabellen van zetmeelwaarde
opgesteld na voorafgaandelijk de op-
brengstwaarde.van één kilogram zetmeel
te hebben bepaald. Wanneer de zetmeel
waarde van een voeder 35 bedraagt, dan
beteekent zulks dat 100 kg. van dat voe
der dezeltde uitwerking geven als 35 kg.
zetmeel.
Uitgaande van dit standpunt en zonder
acht te geven op de hoeveelheid verteer
bare eiwitstof die er tot verschillige doel
einden bij de voeding vereischt worden,
heeft Kellner de zetmeelwaarde aange
duid welke een rantsoen moet bevatten.
Als men nu in het rantsoen een voeder
middel weglaat moet hetzelve ver var. gen
worden door een of meer andere voeder
middelen, die tot dezelfde som vetmeel-
waarde komen. Die vervanging is gemak
kelijk als men over vergelijkende tabellen
beschikt, zooals er medegedeeld worden
voor de meest gebruikte belgische pro-
dukten in den Belgischen Landbouw-
Almanak
Wij hebben reeds vroeger in ons Land
bouw Bijvoegsel uiteengezet hoe zulke tabel
len van zetmeelwaarde worden samenge
steld en zullen daarop misschien latei
wel eens terugkomen.
Wij zullen ons heden beperken tot bet
verhaal der voederproeven van Schnei
dewind, te Halle.
De proeven werden uitgevoerd met 36
ossen, om op praktische wijze hot nut
van Kellner's stelsel te onderzoeken.
Al de ossen ontvingen, per 1000 k.
levend gewicht, 2 kg. vei tee r bare ei wi tstof
t*) Verkrijgbaar te Antwerp u, Keizerstr. 43.
Prijs 1 fr.
en 11 1/2 kg. verteerbare koolhydraten.
Deze voed ingsbestanddeelen werden toe
gediend onder vorm van verschillende
voederiniddelen. Sommige ossen ontvin
gen 8 kg. hooide andere kregen slechts
5 kg. stroo en daarbij maïsmeel, katoen
meel, gedroogde pulp of ingekuilde pulp
genoeg om tot bovei gemelde som voe-
dingsfccs.anddeclen tegeiaken.
De eerste groep dieren kréég dus veel
vezelachtig voeder en daarbij betrekke
lijk weinig krachtiger voeder
Dc tweede groep weiniger vezelachiig
voederen daarbij meer krachtiger voe
der de zetmeelwaarde des voeders van
den tweeden groep stond 2 kg. 180hon
ger dan die van het voeder van den eer
sten groep, alhoewel beide rantsoenen
evenveel verteerbare eiwitstof en kool <\-
draten inhielden.
De proefneming duurde 133 dagen.
De ossen van den eersten groep v. on-
nen gemiddeld 870 gram per dag c<.
andere 960 gram. Voor elke vijf dieren
was er dus een verschil van opbrengst
welke 61 kg. bedroeg.
Vlecschkeurders hebben Eet geslachte
vleesch onderzocht en bevonden dat dc
tweede groep de voorkeur verdiende dit
vleesch was vetter en bevatte slechts
49.94 o/o wa'er, terwijl dat der ossen Van
den eersten groep 62.61 °/0 water inhield.
Na aftrek der hooger prijzen betaald
voor de voedermiddelen van den tweeden
groep bevond men dat dc winst voor
dezen groep 55 frank hooger steeg.
Sch :eidewind doet opmerken, dat men
aan den tweeden groep nog meer dan
5 kg. vezelachtig voedsel met voordeel
had kunnen geven
Zooals 1 St. s doet uitschijnen, be
wijst dez prof-fn. ning de groote waarde
van het stelsel uer zetmeelwaarde, zij
toont dat het doelmatig is de rantsoenen
te b:rekenen met de zetmeelwaarde vol
gens Kellner tof grondslag.
F. Pirard
Landbouwingenieur
(Verboden nadi ijk)
De Hooikaas
Zoo noemt men eenc soort magere
kaas, welke in sommige streken van
Frankrijk uit afgeroomde melk wordt
vervaardig en wc 'ke door het personeel
der hoeve vei brui» t wordt. Men noemt ze
hooikaas omdat men dezelve om te rijpen
eenigen tijd in het hooi steekt.
Ziehier, volgens M. Leroy, hoe deze
kaas vervaardigd wordtmen giet 50 liter
ontroomde melk in een ketel welke op
open vuur geplaatst wordt en men brengt
de melk op 26 tot 30 graden warmte.
De verwarmde melk wordt in een
houten kuip gegoten en daarbij worden
twee lepels zwak stremsel gevoegd; dit
stremsel heeft slecht een vierde der kracht
van gewoon stremsel (Fabrc). De kuip
wordt toegedekt en na een uur is de
stremming volledig. De wrongel wordt
dan in stukken gesneden met een lang
houten kaasmes en niet met de hand zoo
als op vele pachtexijen nog geschiedt.
Daarna laat men de wrongel gedurende
twintig tot dertig minuten stilstaan en
men schept de bovendrijvende wei af.
Vervolgens wordt de wrongel samen
gedrukt, om er nog eene hoeveelheid wei
CTit tc verwijderen, welke dan ook afge
schept wordt, en daarna gaat mea over
tot de vorming. (Merken wij hierbij aan
dat het beter ware de Wi ongel niet met de
handen samen te drukken, maar de wei
af te zonderen met eene kaaspers)*
De vorm is niets anders dan een bakje
met gaten doorboordwelk langs bov< n
35 centimeter cn langs onder 30 centim.
wijdte en 18 centimeter diepte heeft.
De vorm wordt met wrongel gevuld en
met kracht aangedrukt. Gedurende het
errste half uur herhaalt men verscheidene
malen dit persen om alzoo de grootste
hoeveelheid wei te verwijderen en eene
harde massa in den vorm te verkrijgen.
Daarna wordt de vorm geschud en
geklopt totdat de kaas er los in ligt, men
haalt dezelve uit den vorm om ze er on
middellijk weer opnieuw in te kneden
waardoor de vastheid toeneemt.
Daarna laat men de kaas gedurende
twee dagen onder pers uitdruipen en
vervolgens wo; dt zo gezouten en gedroogd
aarbij zorg dragende dezelve alle acht
dagen het onderste boven te keeren.
Na drie weken is de kaas geheel droog
en kan naar den kelder worden gebracht;
Jaar r. ordt oike kaas in toemaat gewikkeld
en met twee of drie op elkander tegen
den grond gelegd. Voortdurend worden
de kazen dan nog alle acht dagen omge
keerd en de bovenliggende onder gelegd.
De kazen blijven alzoo bewaard gedu
rende drie maand n in herfst of winter,
slechts gedurende zes weken in de zomer;
voor gebruik onderzoekt men met een
boor welke het best gerijpt zijn.
Door. de veivaarJiging en vooral de
rijping beter te verzorgen, zou men tot
een product kunnen komen, welk voor
den handel zou kunnen dienstig zijn.
The Dairyman
^Verboden nadruk)
Het vervaardigen van kunstmatige
harde eieren is eene gansche nijver
heid geworden in Engeland. Het geel
bevat meel en ameldonk, het wil be
slaat uit eiwiistof. De scheikundige
samenstelling der kunstmatige eieren
stemt overeen mei die der natuurlijke,
zoo beweerd men. Het binnenste vlicsje
is niets anders dan een weinig lijm-
stof of gelalien en de schil, wat dikker
dan v. n de natuurlijke eieren bestaat
uit gips. Eerst wordt het geel bolvor
mig gerolddaarna hard bevrozen en
eindelijk in eiwitslof gehuld men
geeft aan het geheel den vorm van een
ei, door eene zeer snelle wentelende
beweging en eindelijk wordt het ei
weer opnieuw hard bevrozen.
Eenige vooroordeelen over de
voeding.
Onde: titel: Terechtwijzing van eenige
vooroordeelen over dc gew ne voeding,
geeft de Parijzer Revue Scientifique eene
voordracht, gehouden door den geleerdn
professor Armand Gautier. Wij vinden
in die voordracht zooveel nuttige wen
ken, dat wij-dezelve in Y kort willen
mededeelen.
De gewone voeding is een belangrijk
vraagstuk zoo voor den rijke als voor den
arme; een h-ofdvraagstuk waarvan de
krachten en de gezondheid afhangen en
toch is de gewone voeding zoo slecht
begrepen dat zij niet zelden de oorzaak
is van ziekten en ellenden.
Men weet algemeen zoo weinig over
de.regekn der gewone voedir.g van den
men sch dat men mag zeggen dat de voe
ding zoo niet miskend, dan toch onge
kend is.
ZooaJs MGautitr het zegt, men voedt
zich tegenwoordig nog zooals over ecu
wen. Eikcen eet op zijne manier, volgens
eigen karakter, volgens eigen middelen
en volgens een stelsel willek .uiig uitge
dacht.
Sommigen meenen in een rijke voeding
eene bron van kracht en gezondheid te
vinden, overladen-daarom hun .e tafel
en hunne maag.met overvloedige spijzen,
waarvan de slecht verteerde overblijfsels
tot last der organen zullen dienen; an
deren, integendeel, die de nadeelen eemr
overvloedige voeding hebben ondervon
den, houden staan dat men dc tafel met
honger moet verlaten men vindt perso
nen die meenen dat in het vleesch alle
natuurlijke krachten liggen opgesloten
en daarom van hetzelve misbruik maken,
terwijl anderen zich geheel en al onthou
den van vleesch eten.
Over den drank b;staat er nog minder
overeenstemming; sommigegeneesheeren
verzekeren dat men bij het eten niet moet
drinken, omdat door het water het maag:
sap verslapt, andere prijzen het gebruik
aan van likeuren bij het eten en de ver
tering te bevorderen. Sommige geven
den raad zuiver water te drinken, terwijl
anderen mineraal water, of bier, of appel
drank, of wijn aanbevelen.
M. Gautier, steunende op de waar
neming van natuurlijke feiten heeft
onderzocht welke voedermiddelen, en
hoeveel van die voedcrmiddelen de
münsch noodig heeft om onder ons
klimaat gezond te leven.
Als grondslag nemends de vrije voe
ding van.de Paiijzer bevolking is hij on
geveer tot dezelfde uitslagen gekomen,
als door wetenschappelijke navors.hin-
gen. Aldus neemt hij aan voor een dage-
lijksch rantsoen 97 gram eiwitstoffen,
58 gram vetstoffen 418 gram koolhydra
ten. Deze voedende bestanddeelen moe
ten verschaft worden door een mengsel
van voedermiddelen uit het planten- en
uit het dierenrijk en niet door een van
beide uitsluitelijk. Ook moet afgerekend
worden met de smakelijkheid der spijzen
en met de toebereiding derzelve. Voor
aleer ze te gebruiken, moeten de spijzen
onzen eetlust hebben opgewekt.
Ziehier eindelijk eenige grondregels
voor eene goede voeding, volgers M.
Gautier.
Niet meer voedsel gebruiken dan er
noodig is om ta voldoen aan den eetlust,
welke niet kunstmatig werd opgewekt,
de hoeveelheid en den keus der spijzen
zoo regelen, dat men na de rust gecne
moeilijke spijsvertering, .geen slaperig
heid, geen maghte'cosheid totgeestes of
lichaamsarbeid gewaar wordt; niet stel
6elmatig het vleesch uit de voeding ver
wijderen; vleesch verteert gemakkelijk,
versterkt het hart en den w ilnochtans
geen onmatig gebruik maken van vleesch
omdat door overmaat van vleesch hc-t
bloed zuur wordt, hetgeen aanleiding
geeft tot ziekten; het gebruik van vleesch
altijd matigen door het gebruik van
groenten, die het bloed zuiveren; een
matig gebruik maken van gegiste likeu
ren; verkiest roeden wijn boven witten
die de nieren te zeer prikkeltindien dc
maag wijn verdraagt zal men liever wijn
dan appeldrank of bier gebruiken, deze
beide koude dranken zetten aan tot het
drinken van alkoholische dranken: met
de grootste matigheid gebruik maken van
prikkelende toespijzen, zooals peper; de
smaakgevende en niet prikkelende toe
spijzen niet verstcoten; drinken om de
dorst te lesschen aan tafel, zonder vrees
dan daardoor het maagsap aan de longen
of de maag te doen uitzetten; niet haastig
eten en zoo mogelijk zonder bekomme
ring; de goede toebereiding der spijzen
niet verwaarloozen, daardoor wordt de
vertering vergemakkelijkt.
Laten wij opmerken, dat er eenige be
schouwingen kunnen gemaakt worden
aangaande sómmige regelen van M.
Gautier. Waar hij zegt, dat men wijn
moet verkiezen boven bier of appeldrank
moeten wij niet vergeten dat M. Gautier
een Franschman is en dat in ons land de
maag niet alleen moet geraadpleegd
worden over het gebruik van wijn; de
beurs komt ook in aanmerking
Daarenboven meenen wij dat bier en
appeldrank zeer goed aan tafel kunnen
gedronken worden, zonder daarom ge
bruik te maken van brandewijn of gene-
ver na het maal.
Het gebruik van deze sterke dranken
na het eetmaal is een misbruik, dat door
iedereen kan vermeden worden
F. de Vineski
(Nadruk verboden)
Om het Noorden te vinden bij mid
del van een uurwerk, wanneer de zon
schijnt, gaat men als volgt te werk
men keert den rug naar de zon en
men plaatst den kleinen wijzer van
het uurwerk in de richting der scha
duw door het lichaam gevormd. Men
veronderstelt op het uurwerk eene lijn
getrokken van het middenpunt naar
hel middaguur, om alzoo met den klei
nen wijzer een driehoek te vormen
de middellijn van dezen driehoek
loopt recht op hel noorden uit.