CHILINITRAAT Les Mercuriales Agricoles HOEVEEL? Bemeslicg t Beemd'en. Bijvoegsel aan De Denderbode 25 Januari 1914 Nr 4619 IS DE EERSTE DE ZEKERSTE EN VOORDEELIGSTE STIKSTOFMEST Voeding der Dieren. Eene der eerste vragen welke de landbouwer stelt, wanneer men hem spreekt over het gebruik ✓an scheikundige meststoffen, is deze Hoeveel moet men daarvan gebruiken De hoeveelheid meststoffen is onderworpen aan verschillende omstandigheden, waar tusschen de volgende de samenstelling en de vruchtbaarheid van den te bemesten akker de hoeveelheid toegepasten stalmest de natuur der planten die moeten geteeld worden de bestanddeelen welke in grooter hoeveelheid door de voorafgaande teelten aan den akker werden ontnemen. Een landbouwer, die de onder vinding van zijn vak bezit, kan de noodige hoeveelheid meststof fen door middel der volgende redeneering vaststellen Welke opbrengst zal mijn land geven, in geval er geen hulpmest wordt gebruikt? Hoe hoog zou de opbrengst wel kunnen stijgen, indien al de voedende stoffen er in overvloed aanwezig waren Hoeveel stikstof hoeveel phos phorzuur en hoeveel potasch is er bevat in deze vermeerdering der opbrengst. Om het antwoord op deze laatste vraag te geven, raadpleegt men Tabelj II van den Landbouw almanak, waarin de gemiddelde samenstelling der meest geteelde gewassen wordt opgegeven. Men kan daarna de noodige hoeveel heid kunstmest berekenen, zonder echter uit het oog .te verliezen dat er meer van die bestand deelen moet ingevoerd worden, omdat de toegepaste meststoffen niet geheel en al door. de gewas sen benuttigd worden. Om aan de landbouwers een leiddraad te geven, willen wij toch hier eenige getallen neer schrijven, die dan volgens de omstandigheden dienen gewijzigd te worden. Op eenen akker, waar nooit phosphaatmest werd gebruikt, zal men niet moeten aarzelen om onder - vorm van Thomasphos phaat, een goeden voorraad phos phorzuur in den grond te bren gen. Nooit zal men door nitslui- tend gebruik van stalmest genoeg pho.-phorzuur kunnen verschaf fen, want stalmest bevat dit bestanddeel in zeer geringe hoeveelheid.In zulkgeval kar.men 1000 kg. en meer Thomas-slakken P> r hectaar inwerken. Moet men alleen de vruchtbaarheid van eenen akker onderhouden, dan geelt men jaarlijks of alle twee jaar van 300 tot 610 kg Thomas-phosphaat of super- phosphaat van 16 Het gebruik van potaschmest IS zeer winstgevend in vele gronden en voor vele teelten nochtans is het niet zoo dringend noodig dezen mest even zoo dik- wijis en even zoo regelmatig als phosphorzuur en stiksrof aan te wenden. De grond bezit van naniurswege een goeden voorraad potasch en men kan, evenals voor het phosphoorzuur, een Inlichtingen, Brochuren, Monsters, worden KOSTELOOS verschaft door de Délégation des Producteurs dn Nitrate de Soude du Chili Keizerstraat, 43, Antwerpen voorraad van die stof in den grond brengen. Na eene onderploeging van 300 of 400 kg. chloorpotasch, of 1000 kg. kaïniet, kan men 3 of 4 jaar wachten, vooraleer opnieuw potaschmest toe te passen. De stikstof moet niet in voor raad aangebracht wórden en dit is een voordeel dat deze meststof bezit nauwelijks is het geld voor den aankoop van stikstofmest uitgegeven, of de opbrengsten zijn daar, om de som meteenen rijken intrest tej^ug te betalen. Van uit dit oogpunt beschouwd is het nitraat nog veel voordee liger dan de organische of ammo niacale stikstofmesten, deze toch moeten ingewerkt worden, teiwijl men nitraat nog kan aanwenden als men door het uiterlijke der gewassen kan zien, dat ze in staat zijn om vergoeding te be talen voor de uitgaven die men aan stikstofmest zal besteden. t Is vooral de ondervinding die den landbouwer moet gelei den bij het gebruik van nitraat. Men weet wel dat de vlinder bloemigen en de weiden met eene kleine hoeveelheid stikstof tevre den zijn van 50 tot 200 kg. per hectare dat de graangewassen gaarne met stikstofmest gediend 'zijn dat men zeer sterke hoe veelheden gebruikt op voeder- beetcnj: van 200:tot 600 en 800 kg., maar het is noodig dat de land bouwer de vruchtbaarheid van zijnen akker kenne en dat hij denke aan de hoeveelheid ge bruikten stalmest en aan de hoedanigheid van dien stalmest. ARA. Talrijke 'proeven hebben bewezen hoe heilzaam de stikstof werkt op de ontu. ikkeling der graangewassen.Men moet dus de noodig erkende hoeveel heden niet inkrimpen. Een dosis van 300 kg. nitraat per hectare levert uit muntende uitslagen op. M. de Molinaki (Belg. Landb. Almanak, 1914) BELGISCHE 15® Jaar 15® Jaar Uitgegeven door Jules AEBY Doctor in Wetenschappen De belangstelling van het land- bouwpubliek in dezen Almanak be wijst genoeg hoe nuttig hij is. Benevens het officieel gedeelte over Ministerie van Landbouw en Open- baie Werken, bevat deze uitgave onmisbare tabellen over meststoffen, veevoeder en zeer belangrijke arti kels, dooi de meest gekende land bouwkundigen van Belgie, uitslui- telyk voor den Belgischen Land- bouw-Almanak geschreven. Prijs 1 Frank. Verkrijgbaar in den Nederlandschen Boekhandel St-Jacobsmarkt 50, Antwerpen. Nooit zou de landbouwer uit het oog mogen verliezen, dat de grond eenige gelijkenis heeft met eene kast, waar men niets kan uit halen indiefi men er niets in legt. Iets maken van niets, gaat niet en wanneer men in eenen mageren grond niets invoert, kan hij ook maar weinig voortbrengen. Meestal wordt over het bemestings- vraagstuk maar weinig geredeneerd en men verlangt dat de gronden opbrengsten leveren, zonder dat men er de noodige bestanddeelen inbrengt. Stalmest wordt wel aangewend, en daarmede meent men dat alles aan den grand wordt teruggege ven hetgeen men hem door de oogsten ontnomen heeft, doch men geeft niet eens acht op de voedende bestanddeelen, die in dien stalmest bevat zijn. Ook wordt geen rekening gehouden met den toestand, waai in de grond verkeert even min als met de veteischten der op brengst. Men vergeet maar al te dikwijls dat de stalmest moet volledigd worden, op een verstandige wijze, om tot eene goede opbrengst te geraken. Stalmest alléén kan den grond niet volledig vruchtbaar houden, omdat de stalmest allerlei ver liezen ondergaat. Ook kan zich het geval voordoen, dat het gebruik van stalmest ondoelmatig is en dat de stalmest moet vervangen wor den door scheikundige meststoffen. Dit is niet zelden het geval met de bemesting der beemden. De natuurlijke graslanden zijn bijzon der geschikt om met handelsmeststoffen bemest te worden de winsten die ze kunnen opleveren stijgen aanzienlijk door eene gepaste bemesting. Een geringe uitgave meststoffen geeft dikwijls eene aanzienlijke vermeerdering "in opbrengst. Beemden, welke gemaaid worden, on dergaan vooral groote verliezen door 1000 kg. hooi ontneemt men aan den grond ongeveer 14.5 kg. stikstof, 5.5 kg. phosphorzuur19 kg. potasch en 8.6 kg. kalk, hetgeen voor eene gemiddelde op brengst van 601.0 kg. hooi, per hectare, gelijk staat inet 87 kg. stikstof, 33 kg. phosphorzuur, 114 kg. potasch en 51.6 kg. kalk. Van over vele jaren heeft men zich bezig gehouden met te onderzoeken wat de meststoffen op beemden kunnen ople veren. Deze onderzoekingen hebben ten volle bewezen le dat door de handels- meststoffen de opbrengst aan hooi aan zienlijk kan stijgen 2® dat door de mest stoffen ook de hoedanigheid van het voe der merkelijk verbetert. De invloed der meststoffen vei schilt ook volgens den aard dezer stoffen. De stikrtofuiesten spelen eenen overwegen den rol en tusschen de stikstofmesten komt op de eerste plaats de nitrische stik stof, dit is gebleken uit al de proeven, die tot heden zijn uitgevoerd geworden. Laat ons op de eerste plaats de proe ven aanhalen, welke Lawes en Gilbert, te Rothamstedt hebben uitgevoerd. Deze landbouwkundigen hebben zich op bij zondere wijze toegelegd op de studies der meststoffen op de beemden. Hunne proe ven hebben 18 jaren lang geduurd en ziehier de gemiddelde uitslagen hunner proefnemingen Kg. Zonder meststoffen 2746 Met -439 kg. superphosphaat 2919 Met 439 kg. superph. en 236 kg. potasch- sulfaat 4457 Met dezelfde meststoffen en 448 kg. am- moniakzouten 6554 Met dezelfde meststoffen en 616 k. nitraat 7205 Met 35000 kg. stalmest 5'452 Deze uitslagen bewijzen genoeg de groote werking der stikstof onder vorm -■an nitraat Met stalmest 5352 kg. Met ammoniakzout 6554 Met nitraat 7205 Doch er is nog meer op te merken over de uitwerking van het nitraat. Ook de voedende waarde der voortgebrachte ge wassen moet in aanmerking komen. Zie hier de hoeveelheid ruwe eiwitstof, welke :n die opbrengsten voorkomt: liüitraat, 300 kg. superphosphaat en 200 chloorpotasch. Op zuren, tuifachtigen grond: 100 kg. nitraat, 500 kg. metaalslakken en 500 kg. kaïniet. P. Fernand d'Amay. (Verboden nadruk) De proefteelten in Belgie ingericht hebben dotn inzien dat eene dosis ni traat van 400 hg. op aardappelen gebruikt de beste uitkomsten geeft volgens de omstandigheden kan men die dosis verminderen of vermeerde- *'en- G. Smets. (Belg. Landb. Almanak1914) DE BEMESTING. Ruwt eiwitstof Ruwt eiwitstof per hectare 242 kg. 385 kg. 775 kg. Zonder meststoffen 8.83 Met phosphorzuur en potasch 8.82 Idem en nitraat 10.77 Stalmest 7.43 De meststoffen kunnen dus eenen zeer grooten invloed uitoefenen op den aard van het voortgebrachte voeder. Doelma tig aangewend, vermeerderen ze niet alleen de opbrengst maar verbeteren ook dtn aard van het voortgebracht voeder. Eene vaste formuuil voor de bemesting .'an grasland kan niet gegeven worden. Ziehier nochtans, tot voorbeeld, welke dosissen zouden kunnen aangewend wor den op beemden welge afgemaaid worden: Op gewoon goed bouwland: 300 kg. chilinitraat, 400 kg. metaalslakken en 100 kg. potaschsulfaat. Op kalkacktigen bodem 200 kg. chi- In geen enkele onderneming, zegt een schrijver, is er winst zonder overleg, er be-staat geen overleg zonder orde en er is geen orde zonder rekening bouden. Die grondregel zou de landbcuwer nooit uit het oog mogen lieren en nochtans "gebeurt het niet zelden, dat hij maar voortgaat met boeren, meent nde dat hij winsten doet, terwijl hij inderdaad hoe langer hoe meer erliezen ondergaat. Dit is vooral l et geval bij het bemesten der huis dieren. Het gebeurt maar al te dikwijls, dat def landbouwer daarmede verliezen ondergaat, waarvan hij zich niet eens rekenschap kan gezen, omdat hij geen begrip heeft van ernstig boekhouden. Men meent, bij voorbeeld eene goede winst te doen, wanneer bij het ver- koopen de markt gunstig is en de prijs van het vleesch hoog staat, maar men weet niet eens hoeveel het vleesch, dat men te koop stelt, gekost heeft. Men kent den prijs an het dagelijsch rantsoen niet en men heeft nooit het dier gewogen om te weten hoeveel hetzelve per dag gewonnen heeft. Het doel dat men zich bij het btmesten moet voorstellen, is, op de voordecligste wijze, de grootste hoe= veelheid beste vleesch te verkrijgen. Om daartoe te geraken moet men een goede keus van vetbeesten doen en dan cokeen goed voedingstelsel volgen. Er worden twee soorten van beesten gevet eerstens de dieren, die uit- sluitelijk ter bemesting gekweekt worden; daarna de dieren, die eerst arbeid, melk of jongen moeten opleveren en daarna slechts ter bemesting bestemd worden. Tusschen deze tweede klas van dieren hebben wij de melkkoeien, de werkossen, de stieren en de wolschapen. Om een vetbeest te kiezen moet men rekening houden met het ras, den ouderdom, het geslacht, de gezond heidstoestand en den aard van het dier. Er zijn dierrassen, welke zeer gemak kelijk aanvetter, terwijl andere rassen maar moeilijk in gewicht toenemen. Een te jong dier leveit slechts vleesch an middelmatige waarde, terwijl een cud dier zeer moeilijk in gewicht toeneemt. Op den ouderdom van drie jaar, kan men beginnen met het aan- vetten van ossen 't is het vijfjarig rund, dat de beste uitslagen oplevert. Een aanbevelenswaardig tijdschrift voor de franschkundige landbouwers is het wekelijks verschijnend blad ABONNEMENT voor Belgie, een jaar fr. 10. voor de onderwijzers fr. 4. voor Buitenland fr. 15. Dit tijdschrift is onmisbaar voor alwie wil ingelicht zijn over de juiste prijzen der handelsmeststoffen, veevoedermiddelen, landbouwproducten, voor alwie op de hocgte wil blijven van wat er gebeurt op landbouwgebied, zoowel in vreemde landen als in Belgie. Al de vraagstukken over handel, huishoudkunde en landbouwtechniek worden daarin besproken. Beheer en Opstel Keizerstraat, 43, Antwerpen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1914 | | pagina 3