HUN MANIFEST ZOMDAG I FEBRUARI 1914. 5 centiemen het nummer Vrij Katholiek, Vlaamsch. Volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. g|enneTgenr£ TtJ^KR ffi N W' Vertrekuren uit Aalst naar RUURTTRAM. Vertrekuren uil de volgende Statiën naar Aalst W"eek- Kalen der. PATER BEBTAOLD TE LEDE. POLITIEK OVERZICHT. IN CONGO AAi\ DE OUDERS. 67"* Jaar 4620. Dit blad verschijnt den Zatbr-| dag van iedere weck onder' dtgteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is voor de Stad 3 frank met den Post verzonden 3.50 frank 's jaars. voorop te betalen De inschrij-l ving eindigt met 31 December De onkosten der kwittantiënl door de Post ontvangen zijn ten1 aste van den schuldenaar. Men schrijft in bij VAN DE PUTTE-GOOSSENS, 31, Korte Zoutstraat en in alle Postkan toren des Lands. DENDERBODE Annoncen, per drukregel Ge- Iwone 15 centiemen Kleine Aankondigingen fr. o,6o 384 regels.; Reklamen fr 1,00; Von nissen op 3e bladzijde 50 centie men. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. INiet opgenomen handschrilter worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen worden vriendelijk verzocht hunne in zendingen te doen,uiterlijk tegen Iden Vrijdag in den voormiddag. de adv uit Geen Taal, Geen Volk! kroon, gen schoon! Ledeganck). t.t. q.l. DenderleeuwBrussel (Noord) 3..S3 4.°2 4,H 5.07 5.265,39 6,126,46 *7.31 7,43* 8,54* *c 9,26 10,ox 11,50 *12,48 14,05 14,33 15.30 lerv. 16,16 *it 17.37 *18,10 *19.00 *19,32 21,08 *22,20 Denderleeuw, Ninove, Geeraardsbergen,Lessen, Ath, Berg 5.39 7.44 10,01 11,50 14,33 16,28 17,37 18,55 21,08 Erpe-Meire, Burst, Herzele, Sottegem, Ronsse, met aanslui-I Lede t Ronsse voor Kortrijk J.23 te Sottegem en I '7,4° 8,59 11.54 *17,42 *gaat tot Sottegem. Wtllebroeck, Boom, Ant werpen, met aansluiting te Londerzele naar Mechelen *4,02 3,45 9,02 11,55 I4.4° 18,00 *19,50 (*naar Opwyck) De treinen met een of eenr aangeduid zijn rechtstreeks. Hofstade, Gijsegem, Dendermonde, Lokeren, Moerbeke, Eecloo, met aansluit, te Denderm. naar Antwerpen (Mid;st.): 3,32 4,01 6,13 7,37 8,27 10.50 14,42 15,20 17,44 19.13 Gent (Zuid) 7.44 r8.i4 8,38 9,00 10,24 12,06 12,19 14,34 1 16,26 ri7,46 18,09 18,4419,38 20,41 (Z. n.) 21,08 '22,57 '0,39* Lede Wetteren 6,40 8,38 rio,24 12,06 ri2,ig 14,34 r 16,26 18.09 19,38 20,41 (Z. n.) 22,10 Bruffge Blankenberghe "6,08 7,44 10,24 15,15 17,0418,38 18,44 Brugge Heyst 18,44 6,oS 7,44 10,24 15,15 Aalst (Koophandelstinaar Oordegein Aalst (Zoebergbr n. Affligem, Assche 7,32 8,53 11,55 15,20 19,12 8,25 11,55 14,24 16 45 20,14 1,10 hê Brussel Denderleeuw 4.41 '5.4° 5.58 6,14 7.°° 7,°7 7.45 '6,25 9,32 10,44 11,40 12,09 13.24 ri4,42 15,57 16.2b 16,32 *17,13 '18.08 18,14 20.00 20,40 20,57 r22.2i 23.55 °.57 Bergen, Ath,Lessen, Geeraardsbergen, Ninove, Denderleeuw: 4.42 5.16 6.43 8.45 11.41 13.47 17.23 18.30 19,50 Ronsse, Sottegem, Herzele, Burst, Erpe-Meire met aanslui ting te Ronsse en Sottegem van Kortrijk naar Aalst (Zaterd. v. Sottegem 5,36) 6,24 10,23 11,45 15.33 (19.43 tot Sottegem) 21,34 v'on Sottegem. Antwerpen (Zuid), Boom, Willebroek, Londerzele, Opwyck, Moorsel, met aansluiting van Mechelen naar Aalst 4.55 6,12 6,42 8,14 9,49 (10,05 over Denderm.) 11,22 13,40 15,22 17,04 19,04 Eecloo, Moerbeke, Lokeren, Dendermonde, Gijsegem, Hofstade, met aansluit, van Antwerpen (Middenst.) n. Aalst: 5.11 8.12 10.02 11.38 13.27 16.52 19.05 20.38 Gent (Zuid). 4.42 '5,42 '5.50 7.09 '8.22 '8.43 '9.28 10.55 ri2.i8 '13,32 13.40 '15.00 Terv. '15.47 '16.24 I7-42 18,05 18.59 20.10 '21.50 21.53 WetterenLede. 4.59 6.18 7.26 '9.44 11.22 14.07 18.26 '19.15 20.37 22.18 Blankenberghe Brugge. 5.50 6.53 '8.28 10.53 14.53 17.20 18,37 20.04 Heyst Brugge. 5.33 '6.36 10.36 13.56 '17.03 19.47 Oordegem Affligm Aalst Aalst 5,15 8,14 11,li 14,20 18,25 Assche (Staatsstalie) Aalst 6,56 11,17 13.18 15.56 19,41 UURTABEL van den 1 6,30 10.53 13,18 15,30 19,15 Oct tot den 30 April 1914 Aalst, 31 Januari 1914. FEBRUARI. Eerste kwartier den 3, om 10 n. 33 's morgens. E. v. d. Z. Jcsus stilt hei onwedcr op zee. Matte. viii. 1 Zondag II. Ignatius, hiss, en mart. H. Ephrom, 2 Maandag 0. L. V. Lichtmis. H Adalbaldus, belijder. 3 Dinsdag H. Blasius, biss. en mart. H. Adelinus, abt. 4 Woensdag H. Andreas Corsinns biss. H. Joanna de Valois.*HH. Phileas en Pliilöromus. marte laren. 5 Donderdag H. Agatha, maagd en mart. H. Ber- lol.lus, abt. HH. martelaren van Japonie. 6 Vrijdag H. Amandus, biss. van Maastricht. H. Dorothea, maagd en martelares. H. Vesdastus, bisschop. 7 Zaterdag H Romualdua, abt. H. Cbrysolus, mart. H. Kiohardus, koning van Engeland. Uurtabel der Zondagmissen in Aalst. St-Martinuskerk 5, 6, 7, 8, 9, 11 ure. Lof 4 u. St-Jozefskerk5 1/2 7, 8 1/2. 9 1/2, I lu Lul'4 u. 0 7, Vrouwkerk, Mijlbeek 5, 6 1/4, 7 1/2, 9 u. Kerk der EE. PP. Jesuiten t 1/2, 5 1/2, 6 1/2. 7 1/2 ure, I.of G ure. Kerk der EE. PP. Capucienen 5, 6, 7 112, 9 u. of om 5 1/2 ure. Zondag namiddag 1. 1., onder een zon- nigblauwen winterhemel, stoomden wc met den ge vierden spreker naar Lede. waar hij het toehoorders-publiek der Katli. VI. Hoogeschooluilbreiding, ins gelijks ging vergasten op zijne prachtige voordracht flooger Katholiek leven door de vrouw. D' Rubbens. de geestdriftige en over tuigde vlaming, die met zoo'n taaien iever voortwerkt aan de ontwikkeling van zijn volk, stond aan het station te Lede, en ontving ons met zijne gewone gastvrijheid. Zal er veel volk zjjn, goede heer dokter Ik hoop bet heeren. Dit zonnig we der echter, heeft veel liefhebbers naar het ijs gelokt, waar de schaatsenrij ders 11a eens hun hartje kunnen op halen. Gezellig werd er voortgepraat, tot liet tijd werd uit te zetten naar de voor- drachlzaal. Het was in de nieuwgebouwde feest zaal dat P. Bert hold zou optreden. Een juweeltje van een zaal, zoowel voor wat de uitwendige bouwtrant aangaat, als voor het inwendige met haren volmaak ten geluidsgalm, haar prachtig tooneel, zoo praktisch en heelemaal modern in gericht hare ruime en luchtige kelder zalen met het theater verbonden op de hoogst vernuftige manier. Dit alles konden we naar lust bezich tigen onder het geleide van den sympa- thidken heer dokter. Intusschen wierpen we eens 'n kijkjen in de spreekzaal die zich stilaan vulde met een puik publiek vele vrouwen en vlaamsche meisjes op de voorste rangen, terwijl de mannen op het achterplan ook stilaan bijeentrop- pelden. Klokslag half vier. toen de E E. H.H. Pastoor en Onderpastoor Heyse ook hun intrede gedaan hadden, ving de voor dracht aan. Na oene korte en zeer geestdriftige inleiding van den E. H. Heyse, beklom P. Berlhold het spreekgestoelte. En dan, bijna één uur lang, hebben we terug gezeten onder den overweldi genden indruk van zijne mannelijke welsprekendheid. Forsch en krachtig kwamen zijn woorden op ons af, met gespierde gebaren en meeslepend ent housiasme Met breeden zwaai van zijn armen lilde hij ons mede op in hoogen gedachten-vlucht, en de luchten 111 be roering gebracht. door de warme klank golvingen zijner stem, zinderden aldoor van begeestering. In die voordracht was nu geen zier conventie of cliché. Die welsprekend heid ging niet gekeurslijfd in stijve, nij pende vormen. Die gebaren waren niet afgemeten, niet bestudeerd in koelt- objectiviteit. De rijzingen en dilingen dier slem waren niet vooraf bepaald en fijntjes afgelijnd al naar een graadmeter- tjo van klassiek-doende Cicero's. Die geestdrift was niet kalmpjes beredeneerd en aangeblazen ais zeepbellen in ak koordjes van koudvallende woorden, Kortom, daar was in die voordracht niels gemaakt, niets peuterig, niets gestereo typeerd. Dat was nu een prachtige brok natuur. Het leven ging daar zijn gang, ongedwongen en onbelemmerd het sloeg uil in geweldige gebai en, in wilden jubel van woorden, in spontane bewe gingen van geestdrift. Het was als een bergstroom die voortgestuwd door zijn eigen volle zwaartekracht, in ruwe vaart door het dal gaat spoelen, en een zogen van vruchtbaar leven geeft aan alles. Zoo sprak P. Berthold byna een uur lang, en hamerde met zijn kloeke taal, zijn kloeke gedachten over Vrouwen beweging in de hoofden. Groot was zijn bijval. Niet allen voor zeker hebben hem in dien klapwiekenden vlucht van gepeinzen en redeneeringen zoo aanstonds kunnen volgen. Alle ge dachten leven teelt langzaam doch zeker. Het is de geschiedenis van den zaadkor rel die lang kiemt in donkere aarde, tot hij zijn weg naar het Licht heeft gevon den. En dat dit gedachten-zaad te Lede in goeden aarde schoot werd opgevangen, daar twijfelt niemand aan. Wij liet aller minst. Een hartelijk dankwoord stuurde daarna de E. H. Heyse tot den nederigen pater Capncien. Eerwaarde Paler, prachtige ge dachten, in een prachtigen vorm, en in prachtig-gesprolien taal hebt gij ons daar ten beste gegeven. En terwijl gij tiaar den grooten'inv'oed der ont wikkelde vrouw afschilde- det, dacht ik op die h -erlijke e'ulgenis welke de groote Ozanani eens aflegde van zijne moeder, toen hij bekende dal hij aan haar alles te danken had wal hij geworden was Nog eens hartelijk 'tank. Eerwaarde Pater, en ik roep U in naam van heet de zaal een blij Tot Weerziens toe. Eindeloos gejuich begroetto die woor den. Het was voorwaar '11 mooien na middag dien we daar mochten beleven. Het was 'n uur van veredelend geestes genot. En toen we 's avonds.dank aan de gaslvrye zorgen van den goeden heer Dokter, huiswaarts gevoerd werden in den vroolijken rit van eene lichte tilbury en in de laatsto fluweelige klaarten van eenen goud-gestorven winterdag, her leefde van her in ons al de gedachlcn- sehoonheid dier voordracht, en we peil den terug met juichenden blik al de ge- dachlen-dieplen er van. En hier, voor hel vergezicht van het wijii-open liggend schemerland onder bleeke avond-blauwten. doorkaatst nog van een geheimzinirg licht dat wind-aan- gewakkerd scheen te stijgen van ach'er onzichtbare einders, on waarin de eerste sterren gingen zilver-lachen, kwam het in ons op Wat zouden 6r nog gelukkige tijden aanbreken, vredig en mooi gelijk dezen ideaal-sehoonen winteravond, indien eens al dat heerlijk gedachlenzaad gedijen ging tot een prachtoogstIndien we eens vrouwen hadden die alle Itooger Vlaamsch en Christen leven met hun volle ziel door leven kunnen, en het schonken met al de volte en de mildheid van dezen vrede- avond, aan hun kinderen die ze voor de samenleving grootkwonken. aan hunne echtgenooten met wie zo verbonden zijn in eeuwige zielscommunie, aan al de zwakken, do onterfden, do ontaarden van onze hcidensche moderne eeuw Voorwaar, dat is geene utopie. Dat is geen denkersdroom. Onze moderne maat schappij heeft nood en schreeuwend nood aan hoogstaande vrouwen, aan hoog ontwikkelde sociale werksters. Laten wij dan hand in hand werken mei P. Berlhold Missiaen en met alle sociale voormannen om de stille stroo ming der Vrouwenbeweging steeds meer en meer vooruitstuivende daadkracht te geven. Hooger op De toestand in de Balkans. De heer Venizelos te Berlijn Eene samenzwering Volgens een telegram uit Athene, zou men te St-Petersburg eene samenzwering ontdekt hebben tegen het leven van M. Venizeios, het Grieksch kabinelshoofd. Verscheidene Bulgaarsche studenten zouden het ontwerp gevormd hebben hem te vermoor den bij zijne aankomst in de Russische hoofd stad. De Russische policic deelde de ontdekking van het komplot mede aan de policie van Athe ne. en de Bulgaren werden aangehouden Te St-Petersburg worden strenge voorzorg- maatregelen genomen voor de aankomst van M Venizelos. Wat er ook van zij, te Berliin zegt men dat hij heden avond de Pruisische hoofdstad zal verlaten en met naar St-Peters burg, maar naar Wecnen zal reizen. M. Venizelos is gisteren naar het Grieksch gezantschap te Berlijn gegaan, alwaar hij ont beten heelt, 's Namiddags legde hij eenige be zoeken af en 's avonds woonde hij met Keizer Wilhem eene gala vertooning bij in het groot opera en verbleef, gedurende twee bedrijven in de vorstelijke loge van Keizer Wilhelm Sir Edward Grey antwoordt aan het Drievoudig Verbond. Hij is kategoriek. Thans weet men met meer zekerheid wat Sir Edwart Grey, in zijne laatste nota heeft geantwoord op de notas welke hem overhandigd werden door de mogendheden van het Drie voudig Verbond. Bestatigend eenerzijds, dat de datum van 18 Januari, welke eerst werd vastgesteld voor de ontruiming van Albanië door de Grieksche troepen, en dat die datum verstreken is. zon der dat er iets werd gedaan om die beslissing na te leven, en dat het anderzijds onrecht vaardig zou wezen de Grieksche regeering ver antwoordelijk te maken voor de gebeurlijke onlusten, verwekt tijdens die ontruiming steld sir Edward Grey twee dingen voor i° De datum voor de' ontruiming zal vervan gen worden door eene meer onbepaalde uit drukking, door de woorden «Zoo haast moge lijk». bij voorbeeld 2® De Grieksche regeering zal zich verbin den op geene hoegenaamde wijze, 't zij recht streeks, 't zij onrechtstreeks, eenen welkdani gen weerstand aan te moedigen aan de be paald genomen beslissingen. Mits stipte naleving dier dubbele voorwaar de door Griekenland, zal de Britsche regee- nng de toekenning goedkeuren der eilanden aan de Hellenen De Engelsche minister neemt daarna nota van de verklaringen der Italiaansche regee ring betreffende de voorwaarden der teruggave van den Dodecanése aan Turkije. Hij doet evenwel opmerken, dat men niet mag vergeten dat de Europeesche mogendheden een groot belang hebben in het lot dier eilanden, aange zien, gelijkvormig aan de overeenkomst in Oogst laatstleden gesloten, het alleen aan al de mo gendheden toekomt te beslissen over de eind bestemming dier eilanden. Ten slotte steld Sir Edward Grey voor, dat verklaringen of beter mededeelingen zouden gedaan worden te Athene en te Konstantinopcl in den zin hierboven door hem opgegeven, op voorwaarde dat het goed verstaan weze. dal de mogendheden zich onder elkaar zullen moe ten verstaan om de maatregelen te treffen, welke van aard zouden zijn, in geval van nood beslissingen te doen eerbiedigen door de be langhebbende partijen Alhoewel de Engelsche nota geen woord rept, noch de minste zinspeling maakt aan gaande de welkdanige wijziging aan de Grieksch- Albanccsche grens, zou het onnauwkeurig zijn te gelooven dat de reis van M. Venizelos. geenen hoegenaamden uitslag hebben zal. Het algemeen gedacht is. dat het noodig is zoo rap mogelijk te handelen. De toestand in Albanië. Het Italiaansch Kamerlid Faelli, terugge keerd uit Albanië, alwaar hij een enkwest heeft gedaan over den toestand, verzekert dat de Europeesche bladen veel overdreven heb ben bij het beschrijven der gistingen en woe lingen in dat land. door de schuld der plaat selijke briefwisselaars, die alles door een ver grootglas hebben beschreven. Hij is van gevoelen dat prins von Wied goed zal onthaald worden in zijn nieuw land en vooral te Durazzo de nieuwe hoofdstad, waar alles normaal is. Burgeroorlog in Haiti. Men vecht te Port au Prince. Uit de Haïtische Kaap wordt geseind, dat het oproer zich uitbreidt in het Noorden. Geheel de bevolking van Port-de-Paix en der Gonaives is in opstand. De muiters zijn mees ter van Cupen. Uit Port-au-Prince wordt gemeld dat er daar sinds Woensdag gevochten wordt in de straten. President Oreste en zijne vrouw hebben eene schuilplaats gezocht aan boord van den Duit- sehen kruiser «Vineta». Duitsche en Amerikaansche matrozen en marine-soldaten zijn aan land gestapt en be waken de gezantschappen en de konsulaten. Het Fransch oorlogschip «Condé», dat thans kruistochten deed in de Mexikaansche wateren, heeft bevel gekregen, zich op het eerste ver zoek van den Franschen Minister, naar Port au Prince te begeven. Pier Daons heeft een manifest uitge geven - over de w-eede lasteringen van de Katholieken in hunnen Denderbo te trgen de reizende Werk lieden De Werkman 23 Jan. 1914.) Dat is nog allijd over het geval van die moord te Lelterhautem, waarover wij schreven in ons nummer van 16 Novem ber 1913Het was toen nog te ver van de kiezing en de stemmen-visscherij zou niet gepakt hebben. Pier heeft hel goed gedacht gehad, van daar twee maanden lang zoo stom over te blijven als 'ne pier. En nu almeleens, op 't gunstig oogenblik, de vernuftige man is 't volle gaz komt vriendjes allemaal en luistert naar [mijn lied, wat er in hunnen wreeden Denderbode» [is geschied De manifesten vliegen rond gelijk hol kaf op de winden, en alle reizende werklie-ten zijn aanzocht dit te ver spreiden en voor te lezen. Werkman id Ziedaar nog eetie van die feiten die de houding van Pier Daens en zijne partij, hunne fleemende valschheid ten voeten uit afleekenen. Pier weet in hart en ziel dat al wat hij op ons schrijven gaat, VALSCH is. Hij weet dat wij in liet artikel, waar voor hij ons nu aanrandt, de christen vlaamsche werklieden hebben ver- heerlij, t, en hunne deugd en zielen schoonheid in hel schoonste daglicht gesteldzooals-wy het overigens in onze nummers van 4 en 11 Jannai 11. ge noegzaam bewezen, en waarop Pier geen iota heelt geantwoord... Hij weet dus heel goed dat hij aan dien gestolen volzin uit ons artikel, een gansch Leugenach tige en misda <ige beleekenis geuft li ij zegt zwart, waar hij weet dat liet wit is. Och kom, daarvoor zal Pier niet eens zijn oogschelen verdoen. Daarvoor zal hij geen pinkel tje verroeren. Valsch zijn en valsch doen, dat is hem even zoo na tuurlijk geworden als eenige andere dagelyksche levensverrichting. Een bloem geuit, een druivelaar geeft wijn, eene bij geeft honing, Pi.-r geeft valschheid venijn. Zij handelen allen volgens hunne natuurlijke levensfunctie. En indien we vroeger nog aarzelden te gelooven, dat een monsch aldus zijn ziel kan laten verstijven en versieenen in de leugen en de schijnheiligheid gelijk eene Egyptische mummie, thans moeten we bekennen dat er zulke wezens bestaan. Want om eene daad te plegen, gelijk Pier Daens er met. zijn laatste manifest eene begaat, moet men sedert lang gewoon zijn de menschen a pp- len voor citroenen le verkoopen met den zoetsten lach der wereld, en hun ehikken voor suikerspekken in den mond te duwen. Och ja, niet waar Pier. beken maar dal ge aan uw proefstuk niet zijl Wal herinneringen roept het jaar 1007 al niet in uw geheugen wakker? Uw zieke broeder lag op sterven, en daar, op dit laatsle oogenblik, in het bijzijn van geloofwaardige getuigen zwoer hij uwe partij die reeds lang op d n doolweg was, plechtigiijk af... Dat was een gewich'ig uur, een uur van ge nade ook misschien... Die laatsto woor den van eenen stervenden priester die uw broeder was, spraken u van ver geven, van vrede, van terugkeeren... En dat die terugkeer dringend noodig was, dat wist gij ook genoeg door do handel wijze der strijders van liet eerste uur, die u allen reeds verlaten hadden... Terugkeeren Kom. kom, gij hebt hel gedacht als eene nachlmerrie van u geschud. Ge wildel aan uwen politieken rol xn al de voordeeltjes in specie die hij medebracht, niet verzaken En dan zijl ge met nieuwen drift uwen doolweg voortgegaan. Gij hebt gelogen dat de brokken er af vlogen. Gij zweerdet voor al wie het hooren wilde, dat priester Daens niets, niets, hoegenaamd niets had ingetrokken. Gij hield politieke ineetingen op zijn graf. En gij hebt al gauw een boek geschreven, deels out daarin uw eigen persoontje op een kon- solleken te zetten en om den naam van uwen broeder te bewaren voor uwe poli tiek, waaraan hij anders ging ontrukt worden... En jaar 1908 Kom gij ook eens voor de pinne, en vertel ons wat van den admirabelcn Pier Daens. 1-Iet was toen ter tijde dat de Congo- k west ie als eene donkere wolk hing aan den politieken hemel... En een man die Pier Daens heette, en de raazelen-koorts op het lijf had omdaL de kiezing aan de deur stond, doorwandelde onze Vlaamsche dorpen gelijk eenen lamen- teerend'-n profeet Jerctnias... Zijn tee nen slaken door zijn schoenen, zijn par lementair habiet was vervangen door een haveloos veslonneken en een ge lapte broek. Eu overal waar hy ging vvrwek e hij deernis en medelijden. En zijn voorhoofd was gerimpeld en ge fronst gelijk den Mozes van Michel- Angelo, zijn gelaat stond donker en drei gend gelijk de donkere dreigende Congo-wolk boven zijn hoofd... Eu de zuigelingen heeft hij uit hunne wiegkens genomen en le schreien gelegd legen zijn borst gelijk weleer Simeon bij tien tempel, en tranen holden uil zijn oogen, welke hij opdroogde met eenen grooten rooden boerun-neusdoek, en aan de tnoederkens voorspelde hij dat ook eens zwaarden van sinarl hunne harten zouden door boren indien zij den Congo lieten stem men Want uwe zoele lievelingskens, uwe hertlapjes, uwe oogappels, moe- derkens, lieve moeder/,ens, zullen moeten gaan vechten naar den Congo.. De zwarten zullen hen 0/1fretten, of zij zullen er met vergiftigde pijlen doorschoten worden, of van gloeiende koortsen sternen in de hitte.. Die on- noozele pio'jes. die droeve schaap- kens...» Ende daar was groot geween en la mentatie overal. Pier Daens weende, de moederkens weenden, de zuigelingskeus weenden... Ende midden dio zee van tranen hief Pier de armen profetisch in de hoogte, en hij deklatneerdu zijne Congo-litanie - Van dien wreeden Congo met zijn wilde dieren en zijn menschenelers, ve-jos ons Heer, Heere verlos ons En gij, moederkens doet uwe mannen allen voor mij stemmen, en ik zal be letten dat de kleri halen dat zwart land met al zijn lasten op onzen rug schuiven Ende groot was de ontroering, die Pier alumtne teweegbracht, en li ij werd begroet als de Verlosser, do Redder des volks, de groote Kindervriend. N. B. Pier Daens werd met klank ge kozen. De overname"van Congo werd g"Sietnd. Het laatste Congo budjel stemde Pier met beide handen omdat hij wijn had mogen leveren. En gij. jaar 1911 Wat al woelige tooneeltjes hebt ge niet bijgewoond De politieke, gezichteinder liing opnieuw zwanger van eene nieuwe wolk .- De Schoolwet. Als een paladijn, koen en dapppr, zoo stond Pier toen op de kamer-tribuun de nieuwe wet te verdedigen. En de reclt terzijde juchttehem loe, en katholieke bladen spraken hem lof.. Maar nu draai- d- Pier ons den anderen kant van zijn Janus-gezicht toe, waarop eene oorlog- verklaring stond te lezen. En hij die bij hoog en bij laag had gezworen niet deel le nemen aan den beruchten framassonsstoet ran 15 Oogst 1911 te Brussel, hij ging daar met den afgevallen priester Fon- teyne tegen den Godsdienst en de Schoolwet manifesteeren,in dien ake- ligen stoet waarin de walgelijkste spotprenten legen de Kerk gedragen toerden. Pier bewees daar hoe hij met handen en voeten gebonden lag aan de geuzen. En eenefractiezelf der chrislene demokra- ten welke het hart nog op de rechter plaats droegen en van Pier afgescheurd waren, protesteerden daartegen uit al hunne krachten... En het was ook in dien tijd,dat Planc- quaert de groote vriend van Daens, hem voor eeuwig en drie da gen dit vriendschappelijk-opschrift op den rug vasthechtte «Het is het lot van al wie eenen Daens helpt en ondersteunt er van gefopt te worden Dat is niet zeer christelijk, maar het is echt Daensch. P. S. Als Pier aldus zijne vrienden weet te foppenmannen als Piancquaert, die toch nog als verstandige menschen doorgaan, hoe moet hij dan niet den aap houden met zijne goedgeloovige en eenvoudige kiezers Ziedaar eenige feitjes maar uit liet lij vig foppers-dossier van Pier's politieke loopbaan, doch zij teekenen hem genoeg zaam. Als wij dit alles nu nog eens in kalmte overpeinzen, dan verwondert het ons geen zier dat hij nu opnieuw kiesparade komt maken met een zwerm valsche manifestjes. Het was Taine die eens verklaarde Le vice et la vertu sont des produits comme le vitriol el le sucre. - In dit geval zouden wij dien zin als volgt verta len Waarheid en leugen zijn pro- dukten gelijk vitriool en suiker. - De valschheid van deze bewering hoeft geen betoog. Want, moeten we den fran schen wijsgeer gelooven, dan zou de mensch deugen of niet deugen volgens zijnen aard zelf, al naar gelang hem dat ingeboren werd, gelyk vitriool van zy nen aard hijt- nd is, en suiker zoet. Dat is nu toch niet waar Maar, jandorie, we zouden dat met zoo n overtuiging niet meer durven herhalen tegenover oen zeldzaam politiek model als Pier Daens, die nu toch waarachtig in al zijn politiek handelen, de valschheid schijnt ingezo gen te hebben en met de leugen ver groeid te zijn. En het is zooals we het hooger ver klaarden eene bloera geurt, een druivelaar geeft wijn, eene bij geeft honing, Pier Daens geeft valschheid en venijn. Dat is nu niet zeer schoon en vooral niet zeer christelijk, maar om met Piancquaert te spreken het is echt Daensch -. Domien. door Petrus Cosyn. VI. Op de Luapula. Zacht wiegelt de barge op de wateren van de Luapula van den kant van Rho desia, waait ons een zoel wiutje tegen, uit liet hooge gras en de boomkruinen, die heide oevers bezooraon, schalt het gezang van oen gansch lietr bont geveder de vogels over do watervlakte, op een boom, daar eenzaam staande midden 't hooge gouden gras, de stam zwart ge- blakeri. door de jaarlijksche grasbran- den, de bladeren verwelkt door de zon newarmte, de takken uitstekend, als knoestige armen, inol knokkelige vin geren, naar 'l verkwikkende water, zit eonarend-vischt r, met donkerbruin kleed, witten kraag rond den hals, krommen bek, loerend over 'l water of niet een visch den kop bovenheft, om dan als eon pijl neer te schieten, liet a-'tne vischje in zijne machtige klauwen te prangen on hel met zijnen vreeselijken bek te verscheuren. Evenals in de maatschap pij, heerscht in 't dierenrijk de macht spreuk de grooten verslinden de klei nen op groole schaal. Op het voordek, liggend in onze arm stoelen, het mausergeweer tusschen de boenen, wachten wij, met een cigaar in den mond, het opduiken van een hyppo of kroko af, om de jacht te beginnen. Daar! daar! roept eensklaps M. Bil len en wijst met den vinger een zwart punt aan, dat boven het water uitsteekt. Ja daar zijn ze. niet één. maar wei 4 of 5 die hunnen monsterkop boven hei water verheffen, en ware het niet dat ik geloof in de ondervinding van mijtten reisgezel, maar ik zou die zwarte punten nemen voor rotsen zij hebben er juist het uit zicht van. Ook onze roeiers hebben de dieren bemerkt. Het gezang verstomd, geen woord wordt gewisseld, alleen hoort meu het regelmatig geplons der riemen in het water, en zacht geheim zinnig stil glijdt onze boot over het wa ter, de monsters tegemoet Daar duiken ze onder om een eindje verder terug te verschijnen. Voort, voort en geruisch- loos voort naderen wij de plaats waai de dieren het laatst verschenen. De rie men zijn uit liet water getrokken en lig gen naast de roeiers. De deining drijft ons naar den engelschen oever, en recht staande op het voordek, den kolf van het geweer vast togen den schouder ge drukt, den vinger aan den trekker van het vuurroer, peilen onze blikken de diepte van het water en den omtrek. Geen hyppos. Broum broum achter ous, en daar, op 200 meiers afstands van onze boot verschijnen wêérom de waterreuzen, en spuiten eeue kolom schuimend water de hoogte in. Onze boot is tegen der. oever gedreven, het lange gras streelt zijn kiel, uit het hooge riet, daar boven onze hoofden, dat mijlen ver het land bedekt klinkteen langgerekt gehuil, zoo naar, zoo vreeswekkend. De zwarten, den schrik op 't gelaat, heb ben de riemen genomen, en duwen met geweld en vlug, den schuit van deu oever af, ouder den kreetKaugoKango en wanneer wij iu 't midden der rivier zijn teruggekeerd zien wij, op een tamelijke hoogte, gevormd door een mierenhoop, uitstekend boven het goudgele gras, de koning der dieren, de leeuw, zijn strijd kreet uitgalmend, het lange gras, zwe pend met zijn staart, liet lijf ineenge- trokken alsof hy den sprong wagen ging en zich op onze boot werpen. Een in drukwekkender tafereel, in al zijn nare wenselijkheid en werkelykheid zag ik nooit. Midden op de blauwe wateren van den stroom, eene boot, rondom be mand met zwarte roeiers, op het voor plan twee blanken, rechtstaande, 't ge weer aan den schouder, en aan den oever op eeue hoogte die de rivier beiieerscht midden eene onmetelijke kring van rij pend gras, een leeuw gereed den inach- ligeu sprong te wagen en de vermele- leu aan te vallen. Geen schilder zag ooit eeu treffender onderwerp ('t Vervolgt.) De cinema's rijzen op als paddestoe len uit deu groud. Mot welk doel Om de zeden te verfijnen, het mensch- dom te ontwikkelen, te veredelen, te beschaven mot eeu sociaal dool. Zoo, ten minste, las ik iu een cinema-pro- g ra in ma. E11 op welk stuk of film steunde zich de eigenaar om uie stoute bewe ring te uiten Hel leveu eenor zedelooze touneolspeelster, op het doek gebracht om do manuon en vooral de jonge lingen te waarschuwen togen zokore vrouwen, die door hun drifugvlamuiend oog, hunne ondeftige kleediug, hunne lichtzinnige gebaren de mannen aan- lokkeu en huuue plichten doen vergeten.» Sedert wanneer dient men de menschen arsenik of ander vergif toe, om huu te I eeren, dat liet kaudoodeu Werpt men zich iu 't water, om le welen, dat men kan verdrinken Wie 't gevaar bemint, zal er in ver gaan De cinema-vertoouiugeu oefenen eeu allerslechsteu invloed uil vooral op de jonkueid. Ze doen de verbeelding werken, brengen de geesten op hol, hitsen de driften op, doen verlangens ontslaan, die men tracht te voldoen kost wat kost. Moet ik voorbeelden aan halen Te Berlijn poogt 11' veertienja rige kamermeid nare meestors met ar senik te vergiftigen. Te Parijs doet II jongen van twaalf jaar Bonnot na ity seniel naar vader, moeder, broeders en zusters, en naar de gendarmen, die hem aanhouden. Te Brussel steell een jongen te huis 8u0 fr. door eenen ka meraad doel Inj zich binden, eeu prop iu deu mond steken, en veinst door twee bandieten aangerand te zijn. Waar leer de de kleine gifluieugsler liet gebiuik van arseuik 7 Wie leerde die kinderen stelen, moorden Het gerechtelijk 011-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1914 | | pagina 1