ZOXDAG 15 FEBRUARI 1914. 5 centiemen het nummer 67sle Jaar 4622. gIIS voik! Vrij Katholiek, Vlaamsch, Volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. £|enr Vertrekuren uit Aalst naar RUURTTRAM. Vertrekuren uit de volgende Statiën naar Aalst W eek- Kalender. BodO ae Vtaamsclie Rmenoememen POLITIEK OVERZICHT. ALCOHOLISME. IN CONGO Wal SGhaamtelooze verwringing der waarlieid!! m-Vmiging ie Halst. v 'T EEN M 'T UNDER Dit blad verschijnt den Zater dag van iedere week onder d igteekcning van den volgenden dag. De prijs ervan is voor de Stad 3 frank met den Post verzonden 3.50 frank 's jaars. voorop te betalen De inschrij ving eindigt met 31 December De onkosten der kwittanliën door de Post ontvangen zijn ten aste van den schuldenaar. Men schrijft in bij VAN DE PUTTE-GOOSSENS, 31, Korte Zoutstraat en in alle Postkan toren des Lands. DE DENDERBODE Annoncen, per drukregel Ge wone 15 centiemen Kleine Aankondigingen fr 0,60 13 A 4 regels,; Reklamen fr. 1,00; Von nissen op 3e bladzijde 50 centie men. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Notarissen worden rtendelijk verzocht hunne in zendingen te doen,uiterlijk tegen den Vrijdag in den voormiddag. Voor de advcrtentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Geen rijker kroon, eigen schoon! (Ledeganck). t.t. q.l. DenderleeuwBrussel (Noord) 3,53 4,02 4,14 5,07 5.26 5,39 6,12 6,46 *7-3,1 7.43* 8,54* *9,26 9,26 10.01 11,50 *12,48 14,05 14,33 lerv. 16,16 *16,50 17,37 *18,10 *19.00 *19,32 21,08 *22,20 Denderleeuw, Ninove, Geeraardsbergen,Lessen, Ath, Bergen: 5,39 7,44 10,01 11,50 14,33 16,28 17,37 18,55 21,08 Erpe-Meire, Burst, Herzele, Sottegem, Ronsse, met aanslui ting te Sottegem en Ronsse voor Kortrijk *3,23 4,17 7,40 8,59 11,54 14.40 *I7.42 *gaat tot Sottegem. Moorsel, Opwyck, Londerseel, Willebroeck, Boom, Ant werpen, met aansluiting te Londerzele naar Mechelen *4.02 3,45 9,02 11,55 14.48 18,00 *19,50 (*naar Opwyck) De treinen met een of eenaangeduid zijn rechtstreeks. Hofstade, Gijsegem, Dendermonde, Lokeren, Moerbeke, Eecloo, met aansluit, te Denderm. naar Antwerpen (Mid.st.): 3,32 4,01 6,13 7,37 8,27 10.50 14,42 15,20 17,44 19,13 21,10 Gent (Zuid) 7,44 "8,14 8,38 9,00 10,24 12,06 12,19 14,34 r*5>*5 16,26 '17,46 18,09 18,44 19,38 20,41 (Z. n.) 21,08 22,10 r22,57 ro,39- Lede Wetteren 6,40 8,38 rio,24 12,06 rl2,i9 14,34 r 16,26 18,09 ri8.44 19,38 20,41 (Z. n.) 22,10 Brugge Blankenberghe r6,o8 7,4410,24 15,15 17,0418,38 18,44 Brugge Heyst 6,08 7,44 10,24 I5.ï5 17.04 18,44 Aalst (Koophandelstinaar Oordegetn 7,32 8,55 li,55 15,20 19,12 Aalst (Zeebergbr n. Affligem, Assche 8,25 11,55 14,24 16.45 20,14 Brussel Denderleeuw 4,41 '5,40 5,58 6,14 7,00 7,07 7,45* "8,25 9,32 10,44 11,40 12,09 13,24 '14,42 15,57 16.2b 16,32 *17,13 ri8.o8 18,14 2°.4° 2°»57 '22.21 23.55 °.57 Bergen, Ath,Lessen, Geeraardsbergen, Ninove, Denderleeuw 4.42 5.16 6.43 8.45 xi.41 13.47 17.23 18.30 19,50 Ronsse, Sottegem, Herzele, Burst, Erpe-Meire met aanslui ting te Ronsse en Sottegem van Kortrijk naar Aalst (Zaterd. v. Sottegem 5,36) 6,24 10,23 11,45 15,33 (19,43 tot Sottegem) 21,34 van Sottegem. Antwerpen (Zuid), Boom, Willebroek, Londerzele, Opwyck, Moorsel, met aansluiting van Mechelen naar Aalst 4.55 6,12 6,42 8,14 9,49 (10,05 over Denderm.) 11,22 13,40 15,22 17,04 19,04 Eecloo, Moerbeke, Lokeren, Dendermonde, Gijsegem, Hofstade, met aansluit, van Antwerpen(Middenst.) n. Aalst: 5.11 8.12 10.02 11.38 13.27 16.52 19.05 20.38 Gent (Zuid). 4.42 >5,42 >5.50 7.09 >8.22 >8.43 >9.28 10.55 'K.18 '13,32 13.40 ri5.oo Terv. '15.47 '16.24 *7-42 i8.o5 l8-59 20.10 '2150 21.53 Wetteren—Lede. 4.59 6.18 7.26 r9-44 11.22 14.07 18.26 '19.15 20.37 22.18 Blankenberghe Brugge. 5.50 6.53 r8.28 10.53 14.53 17.20 18,37 20.04 Heyst Brugge. 5.33 '6.36 10.36 13.56 '17.03 19.47 CUIQl'K HU M. Oordegem Aalst 5,15 8,14 11,11 14,20 18,25" Assche (Staatsstatie) Aalst 6,30 10,53 13,18 15,30 19,15 Affligem Aalst .- 6,56 11,17 13,18 15,56 19,41 UURTABEL van den 1 Oct tot den 30 April 1914 Aalst,7 Februari 1914. •••••••••••••••••••••••••••••A FEBRUARI. De zon gaat op ten 7 u. 20 m. onder ten 4 u. 33m. Van 1 tot 28 lengen de dagen 1 u. 31 m. Laatste kwartier den 17, om 9 23 's morgens. E. v. d. Z. Gelijkenis van het gezaaide zaad. Luc. vin. 15 Zondag Sexagesima. HH. Faustinus en Jovita, martelaren. 16 Maandag H. Juliana, maagd en martelares. 17 Dinsdag H. Silvinus, bisschop. 18 Woensdag H. Simeon, biss. en mart. H Flavi- auus, bisschop. 19 Donderdag "H. Bonifacius van Brussel, hiss. H. Couradus, belijder. 20 Vrijdag II. Eleutherius, biss. van Doornik en 1 martelaar. 21 Zaterdag Gelukz. Pepinus van Landen, hertog van Brabant. H. Ablebertus, biss. Uurtabel der Zondagmissen in Aalst. SI- Martinuskerk 5, 6, 7, 8, g, 11 ure. Lof 4 u. St-Jozefskerk: 5 1/2.7,81/2.9 1/2, 11 u. Lof4 u. 0 L. Vrouwkerk, Mijlbeek 5. 6 1/4,7 1/2, 9 11. Kerk der EE..PP. Jesuïten 1 1/2, 5 1/2, 6 1/2. 7 1/2 ure, Lof 6 ure. Kerk der EE. PP. Capucienen 5, 6, 7 1/2, 9 u. of om 5 1/2 ure. Er blijft nog altijd een geur van poeder in de lucht hangen. Onze Vlaamsche Katholieke volkvertegenwoordigers, die het wel meenen met de geestes-belangen van ons volk, mannen uit één stuk als Van Cauwelaert, Van do Perre, Hen- drickx en anderen, blijven taai voet bij stek houden. Het schijnt nu dat men eeno Bevredigings-formuul aan 't zoeken is. Wij wenschen dat daarmede nog alles in goede plooi moge geraken, doch wij herhalen het alle politieke vooroordoelen, alle diplomaterij moeten hier van kant blijven. Het geldt hier eene" levenskwestie voor ons Vlaamsch volk, en zooals Hooger Leven het zoo kranig schreef, tover hel recht van een volk wordt er niet u gemarchandeerd Intusschentijd, om dit brandend vraag stuk van de Vervlaamsching van ons onderwijs wat nader te belichten en aan sommige halfslachtige volksvertegenwoordigers de oogeD te openen, laten wij hier daar over eenige gedachten van geleerde mannen van hoogleeraren, professors en bisschop pen volgen. Mgr. Rutten, bisschop van Luik Wat is dus de ware draagwijdte, welk doel streeft de Vlaamsche beweging wel degelijk na In hare essentie, wilt zij vooral, en ik durf zeggen wil zij alleenlijk het volgende be reiken het Vlaamsche volk ophelpen uit het soort van verval waarin het zich bevindt, het meer toegankelijk maken tot al den vooruit gang en de voordeelen onzer moderne be schaving, het meer en gezamentlijk doen ge nieten van de wetenschappelijke, sociale en godsdienstige kennissen welke de geleerde klasse bezitten. Daarom concentreeren hare pogingen zich op heden in het Vlaamsche on derwijs, opdat het intellectueel deel van het volk zijn karakter behoude, en opdat niet dieper en dieper eene kloof zou gegraven wor den tusschen lagere en hoogere standen, tot groot nadeel van de eencn en de anderen. Acta Congregationis Synodalis 1910. (H.L. 1910, nr 26). Hoogleeraar A. De Ceuleneer De ondervinding heeft geleerd dat het volkskind in twee talen opgevoed, noch de eene noch de andere goed kent... Nergens, in geen enkel werelddeel, wordt er een tweede taal in de lagere scholen aangeleerd, tenzij met een misselijken uitslag en om het vader- landsgevoel te vernietigen Bien Public 2 Sept. 1911. Hoogleeraar Dr G. Verriest Onlangs zei mij een groote kerkvoogd, en hij drukte er bij zijne hand tegen zijn hert Mijnheer Verriest, ik kom al de onder wijsgestichten voor meisjes van mijn bisdom te bezoeken, en ik was tot in het diepste der ziel geroerd te zien hoe de vlaamsche taal er veracht wordt. Dit zijn zijne eigene woorden. Ik heb ze onmiddellijk opgeschreven. Openingsrede op het 3e Groot Nederl. Studentencongres te Leuven 1912. N. Spaeninckx Noch Fransch, noch Vlaamsch kennen, dat ja, is de uitslag van het tweetalig onder wijs in de lagere school. - Het Besturend Komiteit van den Kath. VI Landsbond vreest niet te schrijven Af en vindt te Brussel kinderen, die de taal welke zij spreken niet kunnen lezen, en die welke zij lezen kunnen, niet verstaan. (H. L. 1910, nr 38). Mgr. Stillemans, bisschop van Gent Gij, juffers, ge verlangt ongetwijfeld nut tige leden te worden der maatschappij. Wel nu, hier zijn we in Vlaanderen en in Vlaande ren is daartoe noodig goed Vlaamsch te kennen Tot de leerlingen der kostschool van O. L V. Presentatie te St Niklaas 1910 HL. 1910, nr 32). Mgr. Rutten, bisschop van Luik Hij had geen ongelijk, de Vlaamsche rede naar die onlangs te Antwerpen uitriep met droefheid en met eenige bitterheid Dat men aan onzen haard de vlaamsche moeders van vroeger terugschenke, en wij zullen er de nationale zeden, de deugden van vroeger bewaren Maar eilaas de opvoeding welke men op heden aan de jonge meisjes geeft, ontrukt ze ons meer en meer 1 Acta Congreg Synodalis 1910. Een priester van Vilvoorde, wijdt eenige woorden aan een der punten door Mej. Baers behandeld, namelijk dat vele juffrou wen én door taal én door opvoeding niet in staat zijn aan socialen arbeid mee te werken. Er zijn hier vele zusters in de zaal die pen- sionnaten houden, welnu zij mogen het kwa lijk nemen, maar het is niet te ontkennen dat zij er veelal de schuld van zijn De Fransche opvoeding, die zij de kinderen geven, is een hinderpaal voor het sociaal werk Vrouwencongres te Antwerpen. 7 Oogst 1911 (Handelsblad, 1911, nr 184). Dit zijn maar eenige uittreksels. Wij horhalen het nog eens Vlaamsche volksvertegen woordigers, doet uwen plicht De toestand in de Balkans. Het verblyf van prins von Wied te Rome. Het is volgens de laatste berichten hoege naamd niet zeker dat prins von Wied naar het Vatikaan zal gaan. Het doen van zijne reis van Rome en Weenen heeft hoofdzakelijk voor doel 1 Persoonlijk in betrekking te komen met de mogendheden welke hoofdzakelijk belang heb ben in de kwestie van Albanië. 3. Bepaald de kwestie te regelen van het voor schot van 10 millioen, welke Italië en Oostenrijk hem zouden verleenen bij helft, ten titel van leening. uitkeerbaar op de leening van 75 mil lioen welke Albanië in de toekomst zou aan gaan. Tot nu toe is er, verzekert men te Rome, niets bepaalds beslist aangaande het bezoek welk prins von Wied zou afleggen bij Z. H. den Paus Pius X. De kwestie in het Vatikaan te verschijnen, na een bezoek gebracht te hebben aan het Quirinal, is en blijft een groote stronkeisteen. Men weet dat in het Vatikaan geene vorste lijke personen ontvangen worden, die eerst in gehoor geweest zijn bij koning Victor-Emma nuel. Daarom is het te denken dat de prins zich zal moeten bepalen bij eene samenkomst met kardinaal Mgr Merry del Val, die hem dan nog in het Vatikaan niet zal ontvangen, maar hem doodeenvoudig een gehoor zal verleenen in de woonst van een der Duitsche diplomaten aan het Vatikaan I De prins zal dus mogen onder handelen met den H. Stoel, op Duitsch grond gebied. Het antwoord van het Drievoudig Ver bond aan de laatste Britsche nota. Het antwoord welk het Drievoudig Verbond gezonden heeft op de laatste nota van Groot- Brittanje spreekt den wensch uit dat Grieken land den 1 Maart beginne met de door hem bezette streken te ontruimen om die geheel ontruimd te hebben tegen 31 Maart. De overige punten bleven nagenoeg onver anderd. Het Turksch-Servisch geschil. De Porte zal de bemiddeling vragen der mogendheden. Uit Pera wordt gemeld dat Turkije de tusschenkomt zal vragen van de mogendheden om het hangend geschil te vereffenen tusschen Turkije en Servië Het ontwerp der hervormingen in Anatholië, bekrachtigd door dekreet van den Sultan, zal morgen medegedeeld worden aan de zaakgelas tigden van Rusland en Duitschland. Uit Zweden. Het ontslag van het Zweedsch kabinet. Gisteren, te 1 ure, zijn al de leden van het Zweedsch kabinet in bijzonder gehoor ontvan gen geworden door Koning Gustaaf, aan wien zij hun gezamentlijk ontslag hebben aangeboden. Zij vroegen hem vooraleer hun ontslag aan te bieden, ot Zijne Majesteit zou goed zou willen wezen, telkens hij voornemens zou zijn ver klaringen te doen aangaande politieke zaken, eerst en vooral raad te vragen aan zijne mi nisters. De koning antwoorddeIk kan dat verzoek niet inwilligen, daar ik niet wil afzien van mijn recht vrij en onhafhankeüjk tot mijn volk te spreken I Ten gevolge van dit antwoord, bood het mi nisterie zijn ontslag aan. Uit Haiti. Zooals wij gemeld hebben, is generaal Oreste Zamor gekozen tot president der republiek van Haïti. Gisteren heeft hij zijn ministerie samen gesteld M. Léger bekwam de portefeuille van buitenlandsche zaken. Het diplomatisch korps heeft besloten al de vreemde marine-soldaten, die ontscheept waren weer aan boord te doen gaan hunner weder- zijdschc schepen. Nog over de taak der Matigheids bonden Wie de geheelonthouding wil tegen gaan en ze als dwaas en overdreven durft kenmerken, handelt niet katholiek. Maar wordt de geheelonthouding dan toch niet soms op onkatholieke wyze voorgestaan 0 zeker, onwaar en onka tholiek handelt hij, die van de geheel onthouding als een soort nieuwen gods dienst maakt, die de meening huidigi, als zou het drankmisbruik maar de eenige ondeugd zijn en met verjaging van den alcohol een paradijs op de wereld komen. De Joden in de woestijn waren geen alcoholisten, maar toch alles behalve lieve jongens Onkatholiek doet hij, die met hooghartig medelijden op hen, die geen geheelonthouder zijn, neerziet en als de pharizeeër zoo niet zegt dan toch denktMyn God, ik dank U, dat ik niet ben als die anderen. Onkatholiek eindelyk is hij, die de geheelonthouding losmaakt van alle hoogere bedoeling, en alleen in eigen hoofd en hart de kracht der beweging zoekt. Dit alles is natura lisme, waarvoor de kath. drankbestrij ding zich hoeden moet. Oin haar eerenaam van katholiek te verdienen moet onze drankbestrijding leven uit het geloof en een hooger doel nastreven volgens het voorschrift van den Apostel Hetzij gij eet of drinkt of iets anders doet, doet alles toreere Gods. Zij moet de onthou ding beoefenen uit een beginsel van ver sterving en boetveerdigheid, zooals Magdalena deed, toen zij bedroefd over hare zonden, zich het genot van een geurig reukwerk ontzegde en het uit stofte over de voeten van den Heiland. Zij moet de onthouding beoefenen uit het beginsel van christelijke voorzichtigheid, neergelegd in het woord des Heeren Indien uwe hand u hindert, kap ze af. Zij moet de onthouding beoefenen uit naastenliefde, om den zwakken broeder weer op te helpen en staande te houden, zooals de Samaritaan deed, toen hij olie en wijn voor den gewonde op den weg van Jericho prijsgaf. Wanneer het om een dier redenen ge beurt, dan is de onthoudim? geadeld, dan streeft zij een doel na, gelijk een waar katholiek zich moot voorstellen. Maar welke reden ook de drijfveer zij, altijd moot de onthouder zich vrijhouden'van dat gevoel van hooghartigheid, waardoor ook het beste werk bedorven wordt. - Laten we toch niet zoo zeide reeds de leeraar van den H. Gsesarius in de 6e eeuw, in onze onthouding ons zelfs verheffen hoven anderen, die geen zin hebben of niet in staat zijn om geheel onthouder te zijn en die met dankzegging gebruik makeu van hetgeen God ons heeft toegestaan. Het kan zijn. dat zij om hun nederigheid en wellicht om nog meer andere deugden ons overtreffen. Ziedaar de beginselen, die ten allen lyde in de kerk Gods gegolden hebben en die dus ook heden nog ons bij onze drankbestrijding moeten bezielen. Maar beginselen vragen toepassing al naar gelang van de eischen van plaats en tijd. Hoe moet de toepassing zijn in onze dagen Sinds den tijd dat Origenes de onthou ding van wijn een goede zaak noemde als een middel tot behoud van den zwakke, is er heel wat veranderd. Er zijn alcoholische dranken in de wereld verschenen zoo zwaar, zoo sterk, dat een enkel glas meer alcohol bevat dan een halvo liter wijn. De wereld is overdekt met tallooze verlokkonde drinkgelegenheden en drink- vooroordeelen, in zwang gekomen met een voor do meesten waarlijk dwingende macht. In dezen nieuwen stand van zaken moet de geheelonthouding op geheel andore wijze behandeld worden dan vroeger. Was het vroeger voldoende te zeggen, dat de geheelonthouding voor enkele drnnkzuch igen niet kwaad was, thans moet van de zaken verkondigd worden, dat zij voor velen, voor zeer velen, het eenige middel is om staande te blijven. En wijl de ervaring bewezen heeft, dat de zwakken aan die oprooping geen gehoor zullen geven, indien niet anderen, die het voor zichzelf niet noodig hebben, hun daarin voorgaan, moet evenzoo meer dan ooit en met alle kracht er op inge werkt worden, dat duizenden hun dien onmisbaren liefdedienst bewijzen. (Vervolgt). door Petrus Gosyn. VIII. Op de Luapula. Ik sluit de oogen en Kuniemba kulia Kuniemba kulia klinkt het in mijn ooren. Droom ik of slaap ik nu nog. Neen, ik heb zoo vast geslapen dat de boot om 6 ure vertrok ken is zonder dat ik wakker ben gewor den Hé zijt godaar M. Cosyn, roep mij M. Billen logen, wanneer ik met de twee vuisten le gelijk den vaak uit mijne oogon wrijf en op het dek verschijn. Maar hoe laat is het wel dan Tijd om 't eten lacht M. Billen. Wij spelen gemoedelijk een eierkoek binnen, daarna een stuk gebakken visch n et boterhammen en zoo gesterkt gaan wij onze plaats van gisteren terug inne men. Verwenschte hyppos zegt M. Billen binnen's monds. Hij wil er nog wat bij voegen doch een kreet van een der zwar ten weerhoudt hem. Musongo kiboko zegt de man. Blanke een hyppo. Ja, een goed honderd meters voor ons sterkt weerom een grauweren monster kop uit het water op. Het roer wordt ge draaid, wy stevenen het dier le gemoet, stil. geruischloos. Wij zetten ons op ééne knie. Het dier kijkt in onze richting met zijne groote domme oogen en... duikt onder. Hij speelt pieporkenduik zeg ik lachend. Zwijg, antwoord Billen en... Pi fPaf Vijftig meters voor ons was weerom de reuzenkop verschonen en een deel van een monsterlijf en wij hadden terzelver- gemikt. Geraakt roepen de zwarten. Ze weten er niets van zegt M. Billen want hij dook te spoedig onder.Opgelet Aan de oppervlakte van het water ver schenen groote kringen en midden die kringen het hoofd van den hyppo spu wende do hoogte in een... stroom van bloed ditmaal Pif Paf Twee kogels. Weerom pieperkenduik. Nu. M. Cosyn, zij M. Billen, opgepast, hij is gekwelst en zal ons aanvallen. Aan den toon der stem vat ik dat het ernst is, er ligt iets waarschuwends in dien toon. Eene beweging in het water 10 meters voor ons, onmiddelijk daarna verschijnt het monster, gulpen bloeds uitspuwend. Nogmaals P.f Paf Eene beweging van het dier of het zich wil op den boot werpen, een klagend tevens woedend gehuil en de massa zinkt de diepte in. Voorzichtig roeien onze bootslieden verder, het donkergele water wy zijn tegen den oever, is hier en daar door- striemd met roode stregen bloed. Overden rand gebogen doorpeilen onze zwarte bootslieden het ondiepe water om het monster dat hun een lekkere maal tijd belooft, op te sporen, wij, met 't ge weer in de hand, den vinger aan den trekker volgen in angstige spanning de bewegingen van liet water, doch alles blijft effen, alleenlijk de bewegingen onzer schuit doeu de oppervlakte rim pelen. Hier, hier, roepen eensklaps de roeiers langs den linkerkant, kiboko ana kufa. Ana-kufa aua-kufa jubelen allen Wij richten ons langs de n kant en ja. daar ligt de reus, op hot ondiepe bed der rivier roerloos, met zijn bloed het hem omringende water rood verwende. Wordt vervolgt. Men kan zich geen gedacht maken van de onbeschaamheid in het verwringen van de waarheid, welke hel schoon orgaan van het liberalism in het land van Aalst durft aan den dag leggen! Liegen, liegen, altijd liegen, gelijk de afschuwelijke aartsvader van het liber alism, dat is de leus van dat schoone orgaan. Voltaire, «le dernior des hommes, après ceux qui raiment-', Voltaire, »le Singe de Satan», Voltaire zou geen venyniger gift spu wen dan het orgaan van het Aalstcrsch liberalism aanhoudend doet. Voltaire is zijn leermeester, de God, such God as they are fit for zegt Car- lylewant de mannen van het fameus blauw orgaan behooren tot het nieuw geslacht, dat, gloeiend als lava en kil als de sneeuwjacht, rilt en trilt en huilt en loeit en knarstandt tegen don Heer en zijn Gezalfde, adversus Dominum el adversus Christum ejus. «Dors-tu content, Voltaire, et ton hideux sourirc. Vollige-t-ilencor sur tes os décharnés?» Heden zullen we eens een leugen van Aalstersche liberalism aanpakken Den 21 Juli 1773», zoo schrijft het fameus orgaan, «vaardigde paus Clemens XIV zijne breve van veroordeeling uit tegen de Jcsuioten...» En verder laat het «schoon 0 orgaan verstaan dat de Jesuie- ten den Paus tor dood brachten door ver- gif(- Wat is er nu waar daarvan Het is waar dat er den 21 Juli 1773 een breve van Paus Clemens XIV verscheen en .lat die breve tegen de Jesuieten ge richt was. Doch het is niet waar, dat die breve de Jesuieten veroordeelde Die breve ver oordeelt noch de de orde der Jesuieten, noch haar leden, maar ontbindt ze van hun geloften om des vredes wille, «de wijl», zoo staat er te lezen in de breve, het doel, dat wy ons voorstellen en trachten te bereiken is, te waken voor het heil der Kerk en de rust der volke- ren en tevens hulp en troost teverschaf- fen aan de leden dier sociëteit, die wij als bijzondere personen, hartelijk lief hebben in den Heer. Wij ontbinden hen, v opdat zij voortaan bevrijd van alle tegenkantingen, aanvechtingen en ver- smading, aan welke zij tot heden ten u prooi waren, met te meer vrucht in des 1 Heeren wyngaards kunnen arbeiden aan het heil der zielen En laat ons nagaan welke drijfveren Paus Clemens XIV er toe geleid hebben, die orde in 1773 op te heffen Clemens XIV was een man van oen zeer zacht en beminnelijk karakter.maar tevens vreesachtig en somtijds zwak. Do goddeloosheid aller landen van Europa had het inzonderheid op de orde der Je suieten gemunt,oindat zij ondervond dat do jesuieten de machtigste verdediging uit maakten tegenover de goddelooze plan nen van wereldontchristeiiing. De Bour- bonsche koningshoven,die heel en gansch onder den hiel lagen van de goddelooze werking, eischten van den Paus het op heffen der Jesuietenorde. Door toege ving op toegeving zocht de Paus, gelijk met zijn gemoedsaard overeenkwam, den vrede te bewaren eQ het drijven der Bour- bonsclie hoven tegen te houden.Maar het mocht niet baton dag op dag werd de aandrang om de geheelc vernietiging van de Sociëteit Jesus te verkrijgen,herhaald, terwijl men nu eens schoone voorspiege lingen deed, en dan weer grove bedrei gingen te baat nam. Door onbeschaamd heid en aanmatiging onderscheidde zich vooral de zaakgelastigde van Spanje, Monino, Graaf van Florida-Blanea. Van hem zegt een destijds te Rome aanwezig diplomaat «Hij heeft de breve van 1773 meer afgedwongen dan verkregen - Na vier jaar worstelens gaf de Paus ein delijk toe en schikte zich in hetgeene hij onvermijdelijk achtte. In den nacht vau den 21 Juli 1773 teukende hij de breve der opheffing: «Dominus ac Redomptor.» Zoo luidt de ware geschiedenis en bijgevolg is er geen spraak van *ver oordeeling, gelijk het -valsch- orgaan van het Aalstersch liberalism toch durft drukken. Wat de zaak der vergiftiging aangaat, dat durven bevestigen; tegen alle waar heid op, dit is weer een van die lage stre ken, waar alleen de volgelingen van den aartsleugenaar Voltaire bekwaam toe zijn, de volgelingen van dit lage schepsel, dat schrijven dierfMentez, mentez toujours, mentez comme des diables il reslera toujours queique chose- Liegt, liegt maar op liegt als do duivels daar zal toch iets van blijven.» Wat propere strekking groeit uit de werking van het Aalstersch liberalism!... en de godsdiensthaters, die zulke lage en gemeeno wroeting richten, zouden mee nen dat er een christen mensch,e«-n enkele kan gevonden worden, die in de kiezing zijn stem zou willen schenken aan het liberalism!... Niet een nooit!... Tus schen het liberalisme en het christen-zijn ligt een onoverkomelijke afgrond. TERZ. De moeders waarschuwde zij hare doch ters niet uit te huwen aan een drinker, de jonge meisjes zelf, zich niet te laten paaien door ijdele beloften, want Wie gedronken heeft zal drinken. Zy besloot met den algemeenen wensch uitgedrukt het congres, te Gent tijdens de tentoon stelling gehouden:De man aan zijn werk, de vrouw te huis, het kind op de school. De Eerw. Heer Deken dankte de be gaafde spreekster, daarna ging men over tot de verkiezing van het bestuur. Eerevoorzitster Mevr. baronnes L. de Béthune en Mevr. R. Moyersoen. Voorzitster Mevr. gravin Glénisson. Schrijfster Mevr. Van Ooteghem. Bestuurleden Mevrouwen Cieters en Scheerlinckx, Juffrouwen De Coen, De Paepe, Kiekens en Muylaert. Talrijke nieuwe leden zijn bijgetreden. We zijn nu met 170 reeds en zoo vat onze pas gestichte Mariavereeniging post in de drankweer, ter eere Gods en tot verhef fing van ons dierbaar Vlaamsche volk. LAPPER KRISPIJN. Gedicht van René De Clercq Muziek van Emiel Hullebroeck Vergadering van 8 Februari 1.1. Voordracht van Mejufier Vromant Samenstelling van het Bestuur. Talrijk ledental. De Mariavereeniging hierop 18 Januari gesticht, hield verleden Zondag hare eerste algemeene vergadering in de zaal van het Belfort. Aan de ijverige propa ganda door de inrichters gemaakt, werd ten volle beantwoord. Mej. Vromant, uit Geut, voorgesteld door den Zeer Eerw. Heer Deken, trad als spreekster op, met eene voordracht over De rol der vrouw in de drankbe strijding. Zij schilderde ons onzen groo- ten vijand «koning Alkohol» af met al de kwalen en ellenden welke hij veroor zaakt in huisgezin cn maatschappij op lichamelijk, zedelijk, stoffelijk en maat schappelijk gebied. Zij toonde de vrou wen de rol welke zij te vervullen hebben om dien vijand te bekampen en duidde eeuige middelen aan om hem zeker te overwinnen: Onthouding van sterke dran ken, matigheid in het gebruik van bier en wijn, geen alcoholhoudende dranken toe dienen aan kinderen beneden de ld a 12 jaar,zorgen voor gezonde en afwisselende voeding, reinheid over huis en kleederen. minzaamheid van karakter en voorko men zoodoende moet de man noodzake lijk het huiselijk leven verkiezen boven de herberg. Zij herinnerde ons de leuze Vrouwenwil is Godswil. De schoentjes gaan er met paren, En jammer de menschen ook 't Verstand komt niet voor de jaren De liefde? Wat vuur en wat-rook. Ach wisten 't de vliegende gaaien, Ze werden 't vrij leven niet moe, Ik zitte mijn schoentje te naaien, En trekke mijn draadje toe. Hoe groeide uit dat lustige grietj», Die knarrige, kolle katijf? Een liefje als een hemelen-bietje En nu zoo een duivelig wijf Vandaag al de winden aan 't waaien, En morgen nog ba, noc h boe. Ik zitte mijn schoentje te naaien, En trekke mijn draaidje toe. Wat heb je aan die pinten, die pijpen Neem liever een druppel, een dop Ei, moetje dat eisen weer slijpen Jees-Christus, wat eeuwig geklop Ik mag me noch roeren, noch draaien, 't Is al verkeerd wat ik doe, Ik zitte mijn schoentje te naaien, En trekke mijn draadje toe. Nu zit ze de passie te spreeken, Bij Annaken van den gebuur. En lapper geen woordje te preken, Is 't eten te zout of te zuur. Straks komt ze mij kozen en aaien, Of zoeken naar bezem of roê. Ik zitte mijn schoentje te naaien En trekke mij draadje toe. Weet iemand, daar valt mij al weder, Dat schoenmakers raadsel in. 't Verschil tusschen wijven en leder Voor mij is het klaar gelijk tin. De wijven zijn vellen van haaien, En leder is vel van de koe. Ik zitte mijn schoentje te na En trekke mijn draadje toe. voor die zoo wijs zijn nog wat te willen bijleeren dat goed is. Mijn Vlaanderen heeft een eigen taal God gaf elk land de zij'ne En laat ze rijk zijn, laat ze kaal, Ze is Vlaamsch en ze is de mijne zoo zong onze groote dichter, Guldo Gezelle en zoo zingen wij hem na, en dat uit volle borst en uit het diepste van onze ziel en ons gemoed. En het blijft en is waar het is langs en door de taal, dat ons Vlaamsch volk tot zijn verheffing komen moet en zal het is daarom, dat wij in Vlaanderen, gelijk in alle andere landen gedaan wordt, moeten zorgen dat de moedertaal, 't is te zeggen het Vlaamsch bij ons, de voertaal weze van alle vakken van het onderwijs. Zoo lang dat niet bekomen zij, mogen wij niet rusten. Ik en vind op aarde niets beters, als blij moedig te zijn, de zonde te schuwen en de deugden te oefenen. De Wijzeman zegt dat ook Et cognovi quod non esset melius nisi lectari, et facere bene in vita sua. La gaité est aussi nécessaire que le pain, zegt de Franschman, en de Vlamingen zeggen Die wel doet, cn moet niet vreezen. Daar hebt gij het in andere woorden. Wie zijn hert den Heere geeft, Gedurig vrêe en blijheid heeft. Een Italiaansche doctoor spreekt alzoo van zijn eigen zei ven Alle kwalen, die 'k niet en kenne, noem ik ongeneeslijk. Ondertusschen win ik veel geld, en ik moet hertelijk lacficn, omdat er zooveel zotte menschen iemand helpen leven die hen bedriegt, 'k En zuig ik, dat uit mijn duimen niet ik heb het gelezen in Oxenslirn. Pour ne pas avoir Fair d'inventer, je cite Io batizzo da maligno, Ogni mal che non intendo, Da moneta fratanto prendo, E da poi tra mi Sogghino, Che vi sia gente cosi pazza, Che stipendi che l'amazza. Nu kan er toch geen doctoor mij voor 't tribunaal brengen De Godsdienst, door God veropenbaard, is de eenige ware. De waarheid is een.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1914 | | pagina 1