Vrij Katholiek, Vlaamsch. Volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst £|enneTgeTsehoSnj
I JZ.EiR EN W EG.
HKfui ome RDonneniBn.
IN CONGO
'T EEN EN 'T ANDER
ZODAG 29 MAART 1914.
5 centiemen bel nummer
678te Jaar 4628.
Dit blad verschijnt den Zater
dag van iedere weck onder;
d gteekening van den volgenden
dag De prijs ervan is voor
c Stad 3 frank met den Post1
er/onden 3.50 frank 's jaars.
oorop te betalen De inschrij
ving eindigt met 31 December
De onkosten der kwittantiën
door de Post onuaugen zijn ten
laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij VAN DE
PUTTE GOOSSENS, 31. Kortel
Zoutstraat en in alle Postkan-1
toren des Lands.
DENDERBODE
Annoncen, per drukregel Ge
wone 15 centiemen Kleine
Aankondigingen fr 0,60 <3^4
regels.; Reklamenl'r. 1,00; Von
nissen op 3e bladzijde 50 centie
men - Dikwijls te herhalen
bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften
worden niet teruggestuurd
Heeren Notarissen worden
vriendelijk verzocht hunne in
zendingen te doen,uiterlijk tegen
den Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit
vreemde landen zich te wenden
ten bureele van dit blad.
Geen Taal,
Geen Volk
(Lcdeganck).
1.1. Q.i-. DenderleeuwBrussel (Noord)
3.53 4,024,14 5»o; 5.25 5,34 6,126,46 *7.31 7,43* 8,54* *0,26
.,22 10,01 11,50 *12,48 14-05 H,33 i5,3o lerv. 16,16 *16,50
1 ,37 *18,xo "19.00 *19,32-21,08 *22,20
Denderleeuw, Ninove, Geeraardsbergen, Lessen, Ath, Bergen:
5,39 7,44 I0>01 "'5° I4,33 i6>28 17,37 18,55 21,08
l roe-Meire, Burst, Herzele, Sottegem, Ronsse, met aanslui
ting te Sottegem en Ronsse voor Kortrijk
*1 23 4,17 7,40 8,53 11,54 14,4° *I7>42 *"aat tot
Moorsel, Opwyck. Londerseel, Willebroeck, Boom, Ant
werpen, met aansluiting te Londerzele naar Mechelen
*4,02 3,45 9,02 xi,55 14,48 18,00 *19,50 (*naar Opwyck)
De treinen met een of eenaangeduid zijn rechtstreeks.
Vertrekuren uil Aalst naar
I Hofstade. Gijsegcm, Deniermonae. Lokeren, Moerbeke,
I Eecloo. met aansluit, te Denderm. naar Antwerpen (Mid.st.):
3,32 4,01 6,13 7,37 8,27 10 50 14,42 15,20 17,44 19,13 21,10
Gent (Zuid)
7,44 >8,14 8,38 9,00 10,24 12,06 12,19 14,34 ri5,x5
16,26 '17,46 18,09 18,4419.38 20,41 (Z.n.) 21.08 22,10
'22,57 '0,39.
Lede etteren
6,40 8,38'10,24 12,06 '12>l3 14,34 '.6,26x8,09 ri8,44
19,38 20,41 |Z. n.j 22,10
Brugge Blanken'oerghe '6.08'7,44 10,24 15,15 17,0418,38
is,44
Brugge Heyst 6.0S 7,44 10,24 i7,°4
18,44
BUURTTRAM.
Aalst (Koopliandulslinaar Oofdegcin 7,32 8,55 11,55 15,20 19,12
Aalst iZeebergbr n. Affligem, Assche 8,25 11,55 14,24 16 45 20,14
Vertrekuren uit de volgende Statiën naar Aalst
Brussel Denderleeuw 4,41 '5,+° 5,58 6,14 7,00 7,07
7,45* '8,25 9,32 10,44 11,40 12,03 13,24 '14,42 15,57 16.2b
16,32 *17,13 rx8.o8 18,14 20.00 20,40 20,57 '22.21 23.55 °,57
Bergen, Ath,Lessen, Geeraardsbergen, Ninove, Denderleeuw
4.42 5.16 6.43 8.45 11.41 13.47 17-23 18.30 19,50
Ronsse, Sottegem, Herzele, Burst, Erpe-Meire met aanslui
ting te Ronsse en Sottegem van Kortrijk naar Aalst
(Zaterd. v. Sottegem 5,36) 6,24 10,23 11,45 15,33 (19,43 tot
Sottegem) 21,34 van Sottegem.
Antwerpen (Zuid), Boom, Willebroek, Londerzele, Opwyck,
Moorsel, met aansluiting van Mechelen naar Aalst
4,55 6,12 6,42 8,14 9,49 (10^05 over Denderm.I 11,22 13,40
15,22 17,04 19,04 -
Eecloo, Moerbeke, Lokeren, Dendermonde, Gijsegem,
Hofstade, met aansluit, van Antwerpen (Middenst.) n. Aalst
5.11 8.12 10.02 11.38 13.27 16.52 19.05 20.38
Gent (Zuid).
4.42 '5,42 '5.50 '7.09' '8.22 '8.43 '9.2S 10.55 '12.18
'13,32 13.40 '15.00Terv. '15.47 '16.24 I7-42 l8>°5 i8-59
20.10 '21.50 21.53
WetterenLede.
4.59 6.18 '7.26 '9.44 11.22 14.07 18.26 '19.15 20.37 22.18
Blankenberghe Brugge.
5.50 6.53 '8.28 10.53 14.53 17.20 18,37 20.04
Heyst Brugge.
5.33 '6.36 10.36 13.56 '17.03 19.47
CVIQI I') NULM.
üordegem Aalst 5,15 8,14 11.11 14,20 18,25 1 Asschn (Staatsstatie) Aalst 6,30 10.53 13,18 15,30 19,15
Affligem Aalst 6,56 11,17 13,18 15.56 19,41 UURTABEL van den 1 Oct tot den 30 April 1914
Aalst, 28 Maart 1914.
Week-Kalender.
MAART APRIL.
De zon gaat op ten 5 u. 20 m., onder ten 6 u. 13 m.
Van 1 tot 30 lengen de dagen 2 u. 1 m.
Eerste kwartier den 3 April, oin7,41 u. 's avonds.
E. v. d. Z. De Joden teillen Jezus steenïgen.
Joans. VIII.
Zondag 29 Passiezondag. H. Eustatius, abt. I1H.
Jonas en Baracbisius, gez. mart.
Maandag 30 H. Zozimius, bis. H. Vero, belijder.
H. Quirinus mart.
Dijnsdag 31 H. Cornelia, 111. en mart. II. Benjamin,
'mart. H Aeatius, mart.
Woensdag 1. H. Hugo, biss. H. Walericus, abt.
Donderdag 2, H. Franciscus de Paula, bel.
Vrijdag 3. O. L V. der Vit Weeen.'H. Richar-
dus. biss.
Zaterdag 4, H. Isidorus. biss. en'kerkl. H. Plato,
abt.
Uurtabel der Zondagmissen in Aalst.
SI- Martinuskerk: 5, 6, 78, g, 11 ure. Lof 4 u.
St-Jozefskerk 5 1/2. 7, 8 1/2. 9 J/2, 11 u. Lof4 u
O. L. VrouwkerkMijlbeek 5, 6 114, 7 1/2, 9 u.
Kerk der EE PP Jesuïten t 1/2, 5 1/2, 6 1/2.
7 1/2 ure. Lof 6 ure.
Kerk der EE. PP. Capucienen 9, 6, 7 1/2, 9 u.
Lof om 5 1/2 ure.
Wij hebben de eer onze Abonnenten to
berichten dat wij in den loop der volgende
week,door de post,het leesgeld over 1914
zullen laten ontvangen.
Wij verzoeken hen vriendelijk op eerste
aanbieding te voldoen, ten einde ons ver
der werk en onkosten te sparen.
De Bestuurder.
Eenige kiekjes»
uit de Overstrooming.
(Vervolg en slot).
Dubbele overvaart te Berlaere-
Donck. - Akelige aanblik te Appels.
Zoo hadden we dan eindelijk
Berlaere-Donck bereikt. Doch geen
middel hier door te beenen, tenzij wij
het voorbeeld volgen van dien braven
landman die inet hoog opgcsloofde broek
tot aan de knieën door het water waadt
dat heel den steenweg heeft overstroomd.
Rechtover z(jn woning waar de vloed nog
tot boven den dorpel reikt, ligt een
zwaar-ijzeren boot ter overvaart gereed
langsheen de grachtboomcn. Een zestal
mannen hebben er reeds in post gevat, en
al die lijven teekenen zwart tusschen de
geweldig-donkere aflijnen derbooraen,op
dien oneindigen achtergrond van blank
water waarin den goudigen avond-hemel
weerkaatst hangt Wij moeten ook nog
instappen met een paar heeren, waaron
der we den burgemeester van Berlaere
verkennen. Onze dienstwillige gebuur die
met forsch-gespierde kuiten zoo kalm
door den rillenden stroom plast, legt een
brugje van planken aan langs waar we
door het schuimend nat in den boot kun
nen springen. Deze zakt nu bijna tot aan
don rand onder de vracht dier talrijke be
manning, en wil maar niet vlot geraken.
Naar het scliynt liggen we hier gestrand
op den steenweg waar bet water ondiep
is, en moeten we verder op boven den
gracht komen. De man van hierover,
sterk geschoord op zijne beenen waarin
men de spieren ziet rekken en stijven,
spant heel het gewicht van zijn hellend
lijf in krachtige schouderstooten tegen
den boot aan, terwijl onze roeiers dapper
bun plomp alaam hanteeren om ons ach
terwaarts te duwen... Langzaam deinst
het lompe \aartuig in 1100de gestemde
weerspannigheid, en lijzig verglijden do
spookachtige boom-gestalten langs ons
heen, hetgeen ons aanduidt dat we voor
uil drijven. Zoo gaal hel voort in cene
zeer bewogen en perikeleuze overvaart,
en nu en dan geraken we verzeild in con
eilandje van struikgewas dat daar zoo
gansclt eenzaam boven den waterspiegel
staal saamgelroppeld.of komen in botsing
met verraderlijke... klippen,of nog,gaan
heelemaal onzacht met een doffen dreun
tegen één der bonkige kanadastammen
van den grachtkant varen E11 telkens komt
ons bootje overhoop ik vlieg tegen liet
lijf aan van mijnen gebuur die bijna den
roeistok in het oog krijgt, terwijl den
man met den baard die op den boord van
den boot zit naast zijn ijzeren paard,
zijn rijwiel baast met ziju vilten hoed
achterover tuimelt. Midden in het vaar
tuig zit de burgemeester veiligheidshalve
neergehurkt... Doch. einde goed, alles
goed, en alleman landt behouden aan.
Zoo staan we dan terug op 't droge in
dikke lagen slijkon waaronder de kas
seien verdwijnen.
Hoeveel zijn we nu verschuldigd,
vriend
Wel mynheeren niks, dat kost niks.
Dat is maar een plezier, ziet je. Wij moe
ten elkander maar helpen op zulke dagen.
Voorwaar 't zijn brave lieden te Ber
laere.
We loopen voort naar 't veer.
Van op de hoogc dijken die hier den
Donk omzoomen, staande lussclien twee
reuzige waters in aan den eenen kant de
Schokle, aan den andere het reuzig
schouwtooneel der ovcrslrooming, genie
ten we een heerlijk-grootschen aanblik.
En we bejammeren 't fel hier geene plto
tografiekas bij ons te hebben om dit te
-kieken-). Doch, is het oog dat do Schep
per schonk aan eenieder van ons, wel
niet een ideaal pholografieloeslcl dat alle
beelden om ons been, met een prachtig
spel van helderheid en schaduw op het
doek onzer ziel vooreeuwig liclitteekenl?
Dit zijn dan eenige losse penkrabbelsmaar
van dit overweldigend natuur-tooneel
een geheimzinnige roodheid van wolken
hing langs den kant van het Westen in
den grilligen Maarthemel waarin de don
kerte van ver drijvende buienalseen lezer
in aftocht, somber week voor dien bols
van gouden klaa; ten, en bet licht beefde
alseen rooden lach in de woelige wate
ren, waarin de wind die hier lievig om
onze ooren flafte.eindelooze rimpelingen
deed loopen.
We droomdeD hier te slaan op een stuk
rots in de zee., met allerwegen haar een
tonig zwaar geluid van klotsend baren-
gcschuim. En was het inderdaad niet als
in een zee, dal ginder ver, in peilloos-
diepe welving de kim ging nederbogen?
En van'overal, inliet groeiend mysterie
van het avonduur.rezen als verschijnin
gen uit een sagen-wereld, lange proces-
sie's op van boomon, wier gekandelaarde
kruinen smartelijk rilden in den bloedi
ge» licht-kus dien de zot. hen van achter
den einder toewierp.
Het water aan onze voelen zong mc-
lancolisch... En scheen het. niet of gind-
sehe hoornen met uitgorokkon armen, als
van grijsaards in kruis gebed, om deernis
smeekten naar het stervende daglicht,
terwijl aldoor in een geruisch van verre
boevaarten dé golfjës ons toerolden, pre
velend met weeke stem-gebrom, eeuwig
011 altijd hun lilaniën van stille wee
klachten
Soms sloeg de wind or in met zijn for-
sclien adem, en dan zwol liet gebed tot
luide akkoorden van bitter noodgeschrei.
Wij loopen voort naar '1 veer.
Hier doet zich nu voor liet eerst het
tooneel der aangerichte verwoesting in
al zijn nare realiteit voor. De enkele hui
zen welke we voorbij trekken staan zoo
deerlijk van uitzicht met dien waterplas
in schuur en verlaten stallingen Het
natte spoor van den vloed op deuren en
muren, duidt aan dat de stroom hij hooge
tij hier meer dan een meter peil had
Verder op, zijn dijken en halve steen
wegen weggesloven voor de razernij der
overstrooming. Overal gapen diepten en
kloven vol omgewoelde aardhopen die
doen denken aan eenegrondverscliuiving.
Hier ook werken de manschappen met
koortsigen i.iver, en hooge datnmen van
zakken met zand liggen reeds opgewor
pen langsheen den uitgegraven steenweg.
Langs wippende brug-planken geraken
we aan 't veer, waar we terug voor ons
ue Schelde hebben, de wreedo, die r.u nog
als van moeilijk-bedwongen toorn ge
zwollen, heftig tegen hare oeverklotst.
De stalgevel van het huis hier, slaat
zienlijk verwrongen.In hot deurgat is liet
dijkberd gemetst. Achter het raam zit
eene zeer bleeke vrouw met een kindje
aan de horst, is ze zoo bleek van de
doorstane angsten en knikt ons wee
moedig toe.
Wij roepen iets tegen de ruit. Zij ver
staat qet niet, en zet het venster eventjes
op eenen kier.
Kunnen wij hier overvaren,vrouwtje?
Ja heeren, ge moet naar ginder tee-
ken doeD.
We willen nog wat vragen, doch "t
menschje ziet er alles behalve gespraak-
zaam uit, en sluit weer even gauw het
kruisraam dicht, en 't kleintje aan haren
boezem zet groote oogjes naar ons opon.
Achter hen duistert het reeds in de een
zame kamer..-
Dan steekt mijn makker een paar vin
gers in den mond, en doet met vollen
ascm-ophaal van zijn flinke longen een
zoo hel geschuifel over den stroom rol
len, dal het aan den overkant als een
kristallen pijl terugslaat tegen de huizen,
en den nijd zou gewekt hebben van onze
straatjongens die virtuosen zijn in het
vinger-fluiten.
Weldra komt ginder een kloekgebouw
de jonge kerel iu den overzetboot ge
sprongen,en worstelt metal de roeikracht
van zijn armen en de sterkte van zijn
lenig-krommend lijf legen de geweldige
strooming der Schelde, om ons te gena
ken.
Eenige oogenblikken later drijven we
reeds naar Appels toe, en bewonderen
nog even hoe de dijken langsheen den
oever dien we konten te verlaten, hunne
zwarte lijnen golvit.g in een machtige
donkerte heffen tegen den rozigen licht-
glunseoncr kortstondig doorgloeide wolk,
Intusschen taken we den anderen oever
en hebben nu het laatste doch ook het
gruwelijkste gedeelte van het overstroo-
iningsLooneel bereikt.
Appels werd het wreedst geteisterd.
Het water heeft zich teruggetrokken,
en laat ons zijn vernielingswerk in volle
akeligheid aanschouwen,terwijl de avond
stilaan zijn duisternis als een treur-sluier
er over heen weeft.
Schier heel den steenweg is op eene
lengte van honderden meters uitgespoeld,
en met gansclte karrevracliten aarde weg
gedreven. Langs een smalle baan van
zakken en planken vinden wij ternauwer
nood eenen doortocht. Hier is een huis
halfin puin gevallen. Daar ligt een tnuur
met het ijzeren hof-hekken omgeworpen,
en 't is er al bezaaid met verbrokkelde
sieenen. Gindsche schuurgevel slaat hee
lemaal doorgeborsten. Wat verder heeft
men eene onlangs gebouwde woning moe
ien onderschragen. Daar liggen boomen
ontworteld. Andere staan in diepe kloven
met al hunne wortels bloot gelijk reuzige
bundels taai knokige pezen en zenuwen.
Hagen hangen langs onder ganscli uitge
graven met doorgesneden knuisten.Daar
tegen slaan uoj alleen twee wankele
stalmuren recht met een dak op.En waar
een moestuintje of een bloemenhofken
moest aangelegd geweest zijn, liggen nu
in modderig water verspreide steenklom
pen en voortgestuwde halken...
Wal al indrukken heeft men niet, als
men die verwoesting doorwandelt
Heeft hier dan eene aardbeving plaats
gehad Of vierde eene bende van bar-
haarsche plunderaars hare woede bot? Of
hebben de springbommen van een voor
bijvarend leger hier hun moorddadig
werk verricht
Neen, geen werk van menschenhandett
kan aldus in eene ontzettende kracht
ontplooiing van één minuut, dijken door
breken, steenwegen wegspoelen, mtue
inbeokeh, boomen nèérbliksemen.
Dat is liet werk geweest van het water.
Eene bazinne verhaalt ons hoe het er
hier verschrikkelijk toeging.Gewekt door
het lawaai van den storm had zij hel
raam van hare slaapkamer geopend en
hoorde met huiveringen van angst, hoe
het waler in de verte, als een loeiende
zee in dolle wind-rukken kwam aanren-
ren door den pikdonkcren nacht. Hcól
Appels, meende ze, ging vergruisd wor
den.Dan kwam deslroom binnengestormd
en een barer dochlertjes werd uit de her
berg in den gang medegc1 eurdwaar heur
ouder zusje ze nog intijds kon opvangen.
En de vrouw toonde ons in de keuken aan
den nog half beroesten kachel pol hoe
hoog het water had gestaan.
Diep getroffen door dit alles verlieten
we de kroeg. Daar zagen we mannen op
hun land, met de vingers in de rotte aarde
wroeten oin van het plantsoen te redden
wat nog te redden was.
Hooger op speelden kleinen rond de
modderige pulten waar eertijds de steen
weg lag, en ze deden de planken bijzen
waarover we moesten treden Die schenen
bezondere leute aan al deze ongewone
dingen te hebben. Och het kind vind men
overal terug met zijn zorgeloosheid en
zyn spcellust...
De avond hing nu rond ons,en't donkerde
van lanes otnmeer. Geen ster pinkte in de
zwarte lucht, waaruit een zachte regen
begon te vallen.
De puinen hielden op, en we namen
koers naar Dendermonde. Langs de nat-
glimmende baan zotten de lantaarns in
de verte hun dansende licht-punten tegen
den lagen horizont, die zijn vleermuis-
donkere vleugelen boven de aarde uil
breidde.
Dien avond toen het treintje ons op den
dommel rylhmevan zijn dof wielengcronk
huiswaarts voordo, hadden we nog immer
in het oor het ruischend lied der wateren.
Heel het panorama der overstrooming
herleefde in onze verbeelding, en diepe
weemoed huiverde 011s door de ziel als we
den langen schakel van ellende en armoe
de overblikleu die hiermede werd ge
baard.
Water wat zijt ge wreed
Water wat zijt ge machtig
E11 zoo blijft liet dan waar, dat het na-
tuur-element steeds lieerscher en meester
is boven al het vernuft en de kracht van
den mensch, 11a zoovele eeuwen \an ver
bazende ontwikkeling en beschaving.
Zoo zal liet dan eeuwig waar zyn dat
de mensch, hoe ontzagwekkend ook in
zijn genie en in zijne geestes-groolheid,
steeds staan moet als een broos en nietig
ding tegenover één enkele haar van de
zee,die in schuimende woede opwentolt
19 Maart 1914. Elmar.
hoofdman der Mirditen, bepaald de porte
feuille van openbare werken weigert in het
Albaneesch kabinet.
Prins Joris van Griekenland zal de prinses
van Rumenië niet huwen.
Het blad Adeveral kondigt aan dat de
trouwgesprekken aangegaan tusschen prin
ses Elisabeth van Rumenië en prins Joris
van Griekenland afgesprongen zijn.
Prinses Elisabeth vindt in prins Joris den
ideaal echtgenoot niet welken zij gedroomd
heeft, en, liever dan een huwelijk aan te
gaan dat haar geen geluk zou aanbrengen,
heeft zij haren'vader, koning Carol verzoch t
dat huwelijk op te zeggen.
De prinses heeft overvloed van gelijk zich
niet aan eenen man te laten verbinden, met
wien zij denkt ongelukkig te zulten zijn,
maar, onder staatkundig opzicht is die wei
gering eene spijtige zaak voor Griekenland,
want vast en zeker zal die weigering eene
verkoeling te weeg brengen in de betrekkin
gen tusschen Rumenië en Griekenland.
Maar, wat wil men, prinses Elisabeth is
de dochter van Carmen Sylva, de wereldbe
roemde schrijfster, die, gelijk hare moeder
meer de neigingen van haar hart, dan de be
langen der politiek raadpleegt.
Uit Mexiko.
Nog de aanval van Torréon
Men seint uit El Verijel (Mexikaansche
staat van Durango)
De wezenlijke aanval van Torréon door
de oproerlingen is gisteren begonnen. De
generaal heeft Lerdo bezet zonder tegen
stand te ontmoeten.
Te middag viel hij Gomez Palazio aan.
Dat laatste gevecht wasoprecht moorddadig.
Een zeer groot getal gekwetsten werden
naar het gasthuis te El \eryel gebracht.
De verliezen zouden aan weerskanten zeer
aanzienlijk zijn.
Generaal Villa zou verklaard hebben dat
hij feitelijk meester is van de stad.
Uit Cuidad-Juarez wordt het volgend tele
gram ontvangen
•Ce gouvernementele bondsgcne.aai
Velasco heeft aan het hoofd van eene sterke
legermacht eenen uitval beproefd. Torréon
verlatend, viel hij Gomez Palacio aan, al
waar de strijd tusschen gouvernementstroe-
penen oproerlingen allerhardnekkigst werd
gevoerd.
Het gerucht loopt dat generaal Villa reeds
een driehonderdtal krijgsgevangenen heeft
gemaakt.
Uit Japan.
Politieke krisis.
Ontslag van het Ministerie.
De Japansche wetgevende Kamer heeft ge
weigerd de begrooting te stemmen, zooals
zij haar werd voorgelegd. Kamer en Senaat
waren het niet eens.
Ten slotte werd de begrooting voor de
marine welke gevolgd werd voor 1913-1914
behouden voor het dienstjaar 1914-1915. Daar
er in de begrooting voor dit laatste dienstjaar
eene vermeerdering van 6 miljoen 500,000
pond sterling was voorzien, verliest de
marine die kolossale som voor 1914-1)15.
Woensdag namiddag, te 2 ure, heelt graaf
Yamamoto, eerste minister, persoonlijk aun
den keizer zijn ontslag en datgeen der an
dere leden van het kabinet aangeboden.
Uit Engeland.
De Iersche Home-Rule
Gespannen toestand in Ulster.
Ten gevolge van den tegenstand welke de
Engelsche regeering ontmoet bij de officieren
die met hun regiment naar Ulster gezonden
worden, en ook tengevolge der gisting welke
heersffit onder een groot getal officieren van
het Engelsch leger, om den wille der Home-
Rule kwesiie, verkeert Engeland en vooral
het Britsche kabinet in eenen neteligen
toestand.
Woensdag avond werd gemeld dat kolonel
Seely, Engelands minister van oorlog zijn
ontslag aan den koning had aangeboden,
maar terzelfder tijd werd de verzekering uit
gedrukt, dat Joris V dat ontslag niet zou
Politiek Overzicht.
De toestand in de Balkans.
De samenkomst van den koning van
Montenegro met den prins van Albanië 1?
De Weeneren de Montenegrijnsche bla
den hadden aangekondigd, met veel gerucht,
dat de koning van Montenegro binnen kort
eene samenkomst zou hebben met prins
Wilhelm van Albanië.
Tnans wordt dai gerucht heslist tegen
gesproken.
Uit Albanië is Woensdag een telegram
01»,rangen meldend dat P/enk Bi.u.ido,
Men denkt ook dat zijn ontslag niet vol
doende zou zijn om de gemoederen te be
daren. Er werd ook gezegd dat Sir Edward
Grey, het voorbeeld volgend van minister
Seely, eveneens zijn ontslag aan den koning
had gezonden.
Die laatste tijding wordt evenwel erg in
twijfel getrokken, daar Sir Edward Grey te
zeer verkleefd is aan zijne partij en aan zijt
land en hij, op dit netelig oogenblik, voor
niets ter wereld beide in den steek zou laten.
Er wordt ook gesproken van het ontslag
van geheel het Engelsch kabinet, daar ver
scheidene dezes leden de overhaasting af
keuren, waarmede men is te werk gedaan
om groote kontingenten troepen naar Ulster
te zenden.
Men schrijft het nemen dier ontijdige
maatregelen toe aan den eersten lord der
admiraliteit, aan generaal Sir Arthur Paget,
opperbevelhebber der troepen te Dublijn, en
aan veldmaarschalk Sir John French.
Erge onlusten te Belfast.
Bloedige onlusten hebben Woensdag
plaats gehad te Belfast. Katholieke en Pro-
testantsche orangisten werden handgemeen.
Revolverschoten werden gelost en er werd
met stokken en steenen geslagen.
De policie had groote moeite om de vech
tende menigte uit elkaar te drijven. Meer
dan 70 personen werden gekwetst en ruim
80 vechters werden aangehouden.
Uit Spanje.
Senatoriale kiezingen in Spanje.
Zijn gekozen 1S0 senators behoorende tot
de volgende partijen en groepen
96 behoudsgezinden 38 liberalen 12 de
mokreten 7 catalonisten 4 partijgangers
van Don Jaime 3 katholieken 6 republi
keinen 4'onafhankelijken en 9 bisschoppen.
Land- en Tuinbouw.
Eene voorname voederplant.
Eene voornam^ voederplant is gewis
de beet. Reeds lange jaren is de voeder-
beet bij de vlaamsche landbouwers in
eereen in de laatste tijden heeft die
teelt groote uitbreiding genomen tenge
volge van het meer belang dat men thans
aan de veeteelt hecht.
Dit verwonderde ook niet immers de
voederbeet geeft eene groote massa ruw
en uitmuntend wintervoeder dat in het
doode jaargetijde wel te pas komt. Ten
andere deze vrucht geeft gewoonlijk
zekere uilslagen en de opbrengst is niet
zoo wisselvallig, als die van menig andere
teelten.
De voederbeet dient overigens als voe
der aan runddieren. paarden en zwijnen.
Om die verschillige redenen verdien!
dit gewas de hooge belangstelling van
alle weldenken en vooruitziende land
bouwers. Vandaar dat men moet streven
naar hooger en hooger opbrengsten. En
dit kan hier gemakkelijk en zonder vrees
verwezen! lij kt worden, daar in algernce-
ncri regel eene vrucht des te meer opbrengt
naarmate de bemesting sterker is en men
bij de beet geen nadoel voor overbemes
ting dient te vreezen. Dit kostelijk wor
telgewas oischt eenen lossen en mollige»
grond opdat do wortels goed iu de aarde
kunnen dringen en ontwikkelen.
Als variëteiten zijn de Fckendorf
en de Vauriac nog steeds de meest
aanbevelenswaardigste.
Verscho stalmest is voor boelen af te
keuren. Seter is 't van in den winter of
loch zoo vroeg mogelijk den stalmest
onder Le Dloeeen op>Imi hii eoed on"vMi.
den zij tegen dat het tijdstip van planten
daar zij Beir voor liet planten of tijdens
den groei toegediend is alleszins zeer
voordeelig.
Docli het staat vast, zooals wij overi
gens in oen vorig artikel bewezen hebben,
dat hooger opbrengsten eene sterker
bemesting vragen. Stal vel te alleen is
voor deze vrucht, meer dan voor alle
alle andere, onvoldoende. Eene rijke
toegeving van scheikundige meslslotfen
is bier niet alleen gewescht, maar vol
strekt noodzakelijk.
De stikstof zal men onder vorm van
zwavelzuur ammoniak geven, b. v. 400
tot 600 kgr. per hectare, 14 dagen voor
het planten ingewerkt. Deze zal traps
gewijze en gelijdelijk den heelen zomer
lang nitrifieeren en den groei der beeten
onderhouden.
Het fosfoorzuur wordt gegeven onder
vorm van superfosfaat 600 kgr. per
hectare.
Wal 1111 de potasch betreft, dit element
is van groot belang in de beeten teelt.
Immers eene gekende spreuk zegt -Zon
der potasch geen suiker
Voor voederbeeten raag men kaïniet of
chloorpolasoli aanwenden. Hoe eerder
die meststoffen gebruikt zijn hoe beter
kaïniet zelfs voor of binst den winter.
Van cliloorpotasch gebruikt men voor
beeten 300 kgr per hectare en van kaïniet
minstens 1000 kgr. William.
slaak. De man had een engagement met
de Uuion Minière geloof ik als prospec
tor of zoeker naar mijnen en zal zoo
'Ipnderzoek hetn niet gunstig is naar
België, mogelijk naar Rusland terug-
keeren
Hoe bekend komt mij hier alles voor
op dit kalme meer en op den sloomboot.
En die oevers 't Schijnt of zij mij liet
welkom tegenlachen, mij als een oud
bekende groeten.
Nimmer vond ik liet meer zoo kalm,
zoo lief en zoo grootsch. en 't was met
een ontroerd hart dal ik den voet op
Lukonzolwa's rotsachtig strand zette en
den geliefden post terug zag.
('t Vervolgt).
Eenige vraagsleens.
0) Wie zal er ons de juiste berekening
geven, hoeveel de zeever van Pio
Daens in do Kamer, aan t land reeds ge
kost heeft als men weet dal één uur
sprekens aldaar, berekend wordt aan
•2700 fr.
b) Wal nut of voordeel beert de zeever
van Pie Daens aan 's lands zaken al bij
gebracht
c) Kan er iemand opsommen, al de
tegenstrijdigheden van Pie Daens in zijnen
zeever en zijne werkingen of stemmin
gen in de Kamer en in de gemeenteraad
van Aalst
d) Hoe dikwerf beeft zeeveraar Daens,
in plaats van de belangen van 't land te
bespreken, geen misbruik gtynaakl van
zijn vrij spreken in de Kamer"om perso
nen aan te vallen die door eenieder ge-
anlil on »:•,-» >- ---
rechtschapenheid, hunne onbaatzuclilig-
hcid en hunne groote bekwaamheden,
onder meerde IieorSlaatsministerWoeste
die wij de eer hebben sinds 40 jaren als
vertegenwoordiger van ons arrondisse
ment te bezitten
e) Welke hoop en wat vertrouwen
kunnen die verdwaalde en lichtzinnige
kiezers van het arrondissement Aalst
stellen in den zeeveraar van Chipka die
enkclijk tot spot dienen kan van wijze en
ernstige lieden
f) Hoe is liet mogelijk dat er alhier nog
snullen gevonden worden, die eeuig ge
loof hechten aan die ijdelo beloften van
'n en Pie Daens die beweert do wereld
't or.dersle boven te keereti en België in
een luilekkerland te herscheppen.
g) Zal ons arrondissement nog lang de
schand moeten dragen een volksverte-
genwoordiger-zecveraar in de wetgevende
Kamers te zien zetelen.
h) Moest de zeeveraar nogmaals in de
a s. Kamerkiozingen gekozen worden,
ware liet niet om te wanhopen van de
geestesgesteldheid zijner kiezers? en zou
den wij dan niet de oorzaak zijn, dat ons
Aalst tot spot diene van 't gansche
land
Zondagnist.
Van 's middags tol middernacht, eeni
ge dienstdoende Apotheek, op Zondag 29
Maart, M. Callebau/, Botermarkt.
door Petrus Cosyn.
XIII.
In nijpend doodsgevaar
Liefst schreef ik deze regelen niet,
overtuigd dat menigeen, bij 't lezen zeg
gen zal 't is ver van hier en dan is
'l goed liegen. Wie zal er gaan kijken
Daarom zeg ik nog eens wie in Congo
is of er van terugkeert, hoeft niet te
liegen, want als hij enkel de zuivere
eclite waarheid zegt of schrijft zal men
hom nietgelooven.
Ge moet de waarheid liegen, zei Bara
van Burst
Den 11 Augustus om 8 ure lichtte de
- Emile Wangerinee bet anker vóór
Kilwa, de sirene van den kleinen sloom
boot zendt een schril gefluit door de
ruimte, wij wuiven de Heeren Verbeke
en Gorlet een hartelijk vaarwel toe dat
niet min hartelijk wordt weêrgegeven.
M. Gorlet Een agent controleur,
op terugreis naar België, en die er liet
zijne toe bijdroeg om ons 2 aangename
dagen te bezorgen te Kilwa.
Laat mij u thans mijne medereizigers
voorstellen
M. Billen, gekend in 't regiment.
M. Halleux, Territoriaal bestuurder,
die zijne plaats te Pwelo gaat innemen.
Een vent zoo lang als deu langen Witten
maar niet zoo mager.
Een russisch ingenieur, die nog te
Gembloers in België gestudeerd heeft De
man begeeft zich naar Pwelo voor eene
onaaangeuame zaak. Ziellier, naar hel
zeggen van dedoceurs heelt hij de slaap
ziekte en nu gaat hij nog eens naar
Pwelo om zich te laten onderzoeken en
verzekerd te zyn dal hij door die vrcese-
lijke kwaal is aangetast. Men zou het
hem niet aanzeggen, hij is vroolijk van
geest, eet lijk 'nen dragonder of 'nen
graver, maar is mager als 'nen boon-
voor die zoo wijs zijn nog wat te
willen bijleeren dat goed is.
Die zijn vuur te groot maakt, verbrandt
zijn schenen I zoo zei mij dees week onze
stoelkeszetter. De man had immers vernomen
hoe flink en geducht onze vriend Terz de
beunhazen uit het blauw orgaan bij hunne
tong heeft weten te pakken. 't Is waar,
Flip, antwoordde ik alzoo; onze brave vriend
Terz heeft die leugemannen leelijk bij het
vuur gezet, en dat zal hen leeren te schrijven
over zaken van onzen heiligen Godsdienst,
waarvan zij het eerste gebenedijd woordje
niet en kennen Maar, Flip, zeide ik alzoo,
mag ik u ook een klein vraagje stellen
Bij, ja, antwoordde Flip alzoo. Welnu,
vriend Flip, vroeg ik alzoo, waarbij komt het
dat gij zulk groot vuur maakt met de sporten,
die uit onze kerkstoelen vallen
\Vat,gij,Gier'gaard een mensch verstooten,
Die bij gruis en zeemlen leeft
Steeds uw rijkdom zien vergrooten,
En niet vinden wat gij geeft
't Kind en zijne moeder dooden I..
Hemel toch 0schudt en beeft
Beeft ja Christus zal hen wreken,
Als Hij eens ten oordeel komt.
Daar zal niemand voor u spreken,
En daar staat gij als verstomd
Vruchteloos dan u weggesteken
Vruchteloos dan ook u vermomd
Weet gij, vriend Fernz, vroeg mij over-
laatst Boerjan, toen hij mij in den meersch-
kant tegenkwam, weet gij, hoe men aan een
Postje geraakt Dat hangt zoo wat af,
antwoordde ik aan den vriend, dat hangt zoo
wat af van de omstandigheden. Ja maar
sprak Boerjan, ik kan dat rapper en meer be
slist zeggen I... Aan een postje geraakt men
door den nominatief, als men eenen grooten
naam heeft door den genitief, als men
van hooge geboorte is door den datief,
als men vele kan geven en vele geeft
door den accusatiefals men een ander zwart
maakt om zelf wit te schijnen door den
ablatief, als men iemand buiten kuischt en
zelve binnen kruipt, gelijk men het ziet ge