Vrij Katholiek, Vlaamsch. Volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst £|enneTgeTsehoSnj I JZ.EiR EN W EG. HKfui ome RDonneniBn. IN CONGO 'T EEN EN 'T ANDER ZODAG 29 MAART 1914. 5 centiemen bel nummer 678te Jaar 4628. Dit blad verschijnt den Zater dag van iedere weck onder; d gteekening van den volgenden dag De prijs ervan is voor c Stad 3 frank met den Post1 er/onden 3.50 frank 's jaars. oorop te betalen De inschrij ving eindigt met 31 December De onkosten der kwittantiën door de Post onuaugen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij VAN DE PUTTE GOOSSENS, 31. Kortel Zoutstraat en in alle Postkan-1 toren des Lands. DENDERBODE Annoncen, per drukregel Ge wone 15 centiemen Kleine Aankondigingen fr 0,60 <3^4 regels.; Reklamenl'r. 1,00; Von nissen op 3e bladzijde 50 centie men - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd Heeren Notarissen worden vriendelijk verzocht hunne in zendingen te doen,uiterlijk tegen den Vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Geen Taal, Geen Volk (Lcdeganck). 1.1. Q.i-. DenderleeuwBrussel (Noord) 3.53 4,024,14 5»o; 5.25 5,34 6,126,46 *7.31 7,43* 8,54* *0,26 .,22 10,01 11,50 *12,48 14-05 H,33 i5,3o lerv. 16,16 *16,50 1 ,37 *18,xo "19.00 *19,32-21,08 *22,20 Denderleeuw, Ninove, Geeraardsbergen, Lessen, Ath, Bergen: 5,39 7,44 I0>01 "'5° I4,33 i6>28 17,37 18,55 21,08 l roe-Meire, Burst, Herzele, Sottegem, Ronsse, met aanslui ting te Sottegem en Ronsse voor Kortrijk *1 23 4,17 7,40 8,53 11,54 14,4° *I7>42 *"aat tot Moorsel, Opwyck. Londerseel, Willebroeck, Boom, Ant werpen, met aansluiting te Londerzele naar Mechelen *4,02 3,45 9,02 xi,55 14,48 18,00 *19,50 (*naar Opwyck) De treinen met een of eenaangeduid zijn rechtstreeks. Vertrekuren uil Aalst naar I Hofstade. Gijsegcm, Deniermonae. Lokeren, Moerbeke, I Eecloo. met aansluit, te Denderm. naar Antwerpen (Mid.st.): 3,32 4,01 6,13 7,37 8,27 10 50 14,42 15,20 17,44 19,13 21,10 Gent (Zuid) 7,44 >8,14 8,38 9,00 10,24 12,06 12,19 14,34 ri5,x5 16,26 '17,46 18,09 18,4419.38 20,41 (Z.n.) 21.08 22,10 '22,57 '0,39. Lede etteren 6,40 8,38'10,24 12,06 '12>l3 14,34 '.6,26x8,09 ri8,44 19,38 20,41 |Z. n.j 22,10 Brugge Blanken'oerghe '6.08'7,44 10,24 15,15 17,0418,38 is,44 Brugge Heyst 6.0S 7,44 10,24 i7,°4 18,44 BUURTTRAM. Aalst (Koopliandulslinaar Oofdegcin 7,32 8,55 11,55 15,20 19,12 Aalst iZeebergbr n. Affligem, Assche 8,25 11,55 14,24 16 45 20,14 Vertrekuren uit de volgende Statiën naar Aalst Brussel Denderleeuw 4,41 '5,+° 5,58 6,14 7,00 7,07 7,45* '8,25 9,32 10,44 11,40 12,03 13,24 '14,42 15,57 16.2b 16,32 *17,13 rx8.o8 18,14 20.00 20,40 20,57 '22.21 23.55 °,57 Bergen, Ath,Lessen, Geeraardsbergen, Ninove, Denderleeuw 4.42 5.16 6.43 8.45 11.41 13.47 17-23 18.30 19,50 Ronsse, Sottegem, Herzele, Burst, Erpe-Meire met aanslui ting te Ronsse en Sottegem van Kortrijk naar Aalst (Zaterd. v. Sottegem 5,36) 6,24 10,23 11,45 15,33 (19,43 tot Sottegem) 21,34 van Sottegem. Antwerpen (Zuid), Boom, Willebroek, Londerzele, Opwyck, Moorsel, met aansluiting van Mechelen naar Aalst 4,55 6,12 6,42 8,14 9,49 (10^05 over Denderm.I 11,22 13,40 15,22 17,04 19,04 - Eecloo, Moerbeke, Lokeren, Dendermonde, Gijsegem, Hofstade, met aansluit, van Antwerpen (Middenst.) n. Aalst 5.11 8.12 10.02 11.38 13.27 16.52 19.05 20.38 Gent (Zuid). 4.42 '5,42 '5.50 '7.09' '8.22 '8.43 '9.2S 10.55 '12.18 '13,32 13.40 '15.00Terv. '15.47 '16.24 I7-42 l8>°5 i8-59 20.10 '21.50 21.53 WetterenLede. 4.59 6.18 '7.26 '9.44 11.22 14.07 18.26 '19.15 20.37 22.18 Blankenberghe Brugge. 5.50 6.53 '8.28 10.53 14.53 17.20 18,37 20.04 Heyst Brugge. 5.33 '6.36 10.36 13.56 '17.03 19.47 CVIQI I') NULM. üordegem Aalst 5,15 8,14 11.11 14,20 18,25 1 Asschn (Staatsstatie) Aalst 6,30 10.53 13,18 15,30 19,15 Affligem Aalst 6,56 11,17 13,18 15.56 19,41 UURTABEL van den 1 Oct tot den 30 April 1914 Aalst, 28 Maart 1914. Week-Kalender. MAART APRIL. De zon gaat op ten 5 u. 20 m., onder ten 6 u. 13 m. Van 1 tot 30 lengen de dagen 2 u. 1 m. Eerste kwartier den 3 April, oin7,41 u. 's avonds. E. v. d. Z. De Joden teillen Jezus steenïgen. Joans. VIII. Zondag 29 Passiezondag. H. Eustatius, abt. I1H. Jonas en Baracbisius, gez. mart. Maandag 30 H. Zozimius, bis. H. Vero, belijder. H. Quirinus mart. Dijnsdag 31 H. Cornelia, 111. en mart. II. Benjamin, 'mart. H Aeatius, mart. Woensdag 1. H. Hugo, biss. H. Walericus, abt. Donderdag 2, H. Franciscus de Paula, bel. Vrijdag 3. O. L V. der Vit Weeen.'H. Richar- dus. biss. Zaterdag 4, H. Isidorus. biss. en'kerkl. H. Plato, abt. Uurtabel der Zondagmissen in Aalst. SI- Martinuskerk: 5, 6, 78, g, 11 ure. Lof 4 u. St-Jozefskerk 5 1/2. 7, 8 1/2. 9 J/2, 11 u. Lof4 u O. L. VrouwkerkMijlbeek 5, 6 114, 7 1/2, 9 u. Kerk der EE PP Jesuïten t 1/2, 5 1/2, 6 1/2. 7 1/2 ure. Lof 6 ure. Kerk der EE. PP. Capucienen 9, 6, 7 1/2, 9 u. Lof om 5 1/2 ure. Wij hebben de eer onze Abonnenten to berichten dat wij in den loop der volgende week,door de post,het leesgeld over 1914 zullen laten ontvangen. Wij verzoeken hen vriendelijk op eerste aanbieding te voldoen, ten einde ons ver der werk en onkosten te sparen. De Bestuurder. Eenige kiekjes» uit de Overstrooming. (Vervolg en slot). Dubbele overvaart te Berlaere- Donck. - Akelige aanblik te Appels. Zoo hadden we dan eindelijk Berlaere-Donck bereikt. Doch geen middel hier door te beenen, tenzij wij het voorbeeld volgen van dien braven landman die inet hoog opgcsloofde broek tot aan de knieën door het water waadt dat heel den steenweg heeft overstroomd. Rechtover z(jn woning waar de vloed nog tot boven den dorpel reikt, ligt een zwaar-ijzeren boot ter overvaart gereed langsheen de grachtboomcn. Een zestal mannen hebben er reeds in post gevat, en al die lijven teekenen zwart tusschen de geweldig-donkere aflijnen derbooraen,op dien oneindigen achtergrond van blank water waarin den goudigen avond-hemel weerkaatst hangt Wij moeten ook nog instappen met een paar heeren, waaron der we den burgemeester van Berlaere verkennen. Onze dienstwillige gebuur die met forsch-gespierde kuiten zoo kalm door den rillenden stroom plast, legt een brugje van planken aan langs waar we door het schuimend nat in den boot kun nen springen. Deze zakt nu bijna tot aan don rand onder de vracht dier talrijke be manning, en wil maar niet vlot geraken. Naar het scliynt liggen we hier gestrand op den steenweg waar bet water ondiep is, en moeten we verder op boven den gracht komen. De man van hierover, sterk geschoord op zijne beenen waarin men de spieren ziet rekken en stijven, spant heel het gewicht van zijn hellend lijf in krachtige schouderstooten tegen den boot aan, terwijl onze roeiers dapper bun plomp alaam hanteeren om ons ach terwaarts te duwen... Langzaam deinst het lompe \aartuig in 1100de gestemde weerspannigheid, en lijzig verglijden do spookachtige boom-gestalten langs ons heen, hetgeen ons aanduidt dat we voor uil drijven. Zoo gaal hel voort in cene zeer bewogen en perikeleuze overvaart, en nu en dan geraken we verzeild in con eilandje van struikgewas dat daar zoo gansclt eenzaam boven den waterspiegel staal saamgelroppeld.of komen in botsing met verraderlijke... klippen,of nog,gaan heelemaal onzacht met een doffen dreun tegen één der bonkige kanadastammen van den grachtkant varen E11 telkens komt ons bootje overhoop ik vlieg tegen liet lijf aan van mijnen gebuur die bijna den roeistok in het oog krijgt, terwijl den man met den baard die op den boord van den boot zit naast zijn ijzeren paard, zijn rijwiel baast met ziju vilten hoed achterover tuimelt. Midden in het vaar tuig zit de burgemeester veiligheidshalve neergehurkt... Doch. einde goed, alles goed, en alleman landt behouden aan. Zoo staan we dan terug op 't droge in dikke lagen slijkon waaronder de kas seien verdwijnen. Hoeveel zijn we nu verschuldigd, vriend Wel mynheeren niks, dat kost niks. Dat is maar een plezier, ziet je. Wij moe ten elkander maar helpen op zulke dagen. Voorwaar 't zijn brave lieden te Ber laere. We loopen voort naar 't veer. Van op de hoogc dijken die hier den Donk omzoomen, staande lussclien twee reuzige waters in aan den eenen kant de Schokle, aan den andere het reuzig schouwtooneel der ovcrslrooming, genie ten we een heerlijk-grootschen aanblik. En we bejammeren 't fel hier geene plto tografiekas bij ons te hebben om dit te -kieken-). Doch, is het oog dat do Schep per schonk aan eenieder van ons, wel niet een ideaal pholografieloeslcl dat alle beelden om ons been, met een prachtig spel van helderheid en schaduw op het doek onzer ziel vooreeuwig liclitteekenl? Dit zijn dan eenige losse penkrabbelsmaar van dit overweldigend natuur-tooneel een geheimzinnige roodheid van wolken hing langs den kant van het Westen in den grilligen Maarthemel waarin de don kerte van ver drijvende buienalseen lezer in aftocht, somber week voor dien bols van gouden klaa; ten, en bet licht beefde alseen rooden lach in de woelige wate ren, waarin de wind die hier lievig om onze ooren flafte.eindelooze rimpelingen deed loopen. We droomdeD hier te slaan op een stuk rots in de zee., met allerwegen haar een tonig zwaar geluid van klotsend baren- gcschuim. En was het inderdaad niet als in een zee, dal ginder ver, in peilloos- diepe welving de kim ging nederbogen? En van'overal, inliet groeiend mysterie van het avonduur.rezen als verschijnin gen uit een sagen-wereld, lange proces- sie's op van boomon, wier gekandelaarde kruinen smartelijk rilden in den bloedi ge» licht-kus dien de zot. hen van achter den einder toewierp. Het water aan onze voelen zong mc- lancolisch... En scheen het. niet of gind- sehe hoornen met uitgorokkon armen, als van grijsaards in kruis gebed, om deernis smeekten naar het stervende daglicht, terwijl aldoor in een geruisch van verre boevaarten dé golfjës ons toerolden, pre velend met weeke stem-gebrom, eeuwig 011 altijd hun lilaniën van stille wee klachten Soms sloeg de wind or in met zijn for- sclien adem, en dan zwol liet gebed tot luide akkoorden van bitter noodgeschrei. Wij loopen voort naar '1 veer. Hier doet zich nu voor liet eerst het tooneel der aangerichte verwoesting in al zijn nare realiteit voor. De enkele hui zen welke we voorbij trekken staan zoo deerlijk van uitzicht met dien waterplas in schuur en verlaten stallingen Het natte spoor van den vloed op deuren en muren, duidt aan dat de stroom hij hooge tij hier meer dan een meter peil had Verder op, zijn dijken en halve steen wegen weggesloven voor de razernij der overstrooming. Overal gapen diepten en kloven vol omgewoelde aardhopen die doen denken aan eenegrondverscliuiving. Hier ook werken de manschappen met koortsigen i.iver, en hooge datnmen van zakken met zand liggen reeds opgewor pen langsheen den uitgegraven steenweg. Langs wippende brug-planken geraken we aan 't veer, waar we terug voor ons ue Schelde hebben, de wreedo, die r.u nog als van moeilijk-bedwongen toorn ge zwollen, heftig tegen hare oeverklotst. De stalgevel van het huis hier, slaat zienlijk verwrongen.In hot deurgat is liet dijkberd gemetst. Achter het raam zit eene zeer bleeke vrouw met een kindje aan de horst, is ze zoo bleek van de doorstane angsten en knikt ons wee moedig toe. Wij roepen iets tegen de ruit. Zij ver staat qet niet, en zet het venster eventjes op eenen kier. Kunnen wij hier overvaren,vrouwtje? Ja heeren, ge moet naar ginder tee- ken doeD. We willen nog wat vragen, doch "t menschje ziet er alles behalve gespraak- zaam uit, en sluit weer even gauw het kruisraam dicht, en 't kleintje aan haren boezem zet groote oogjes naar ons opon. Achter hen duistert het reeds in de een zame kamer..- Dan steekt mijn makker een paar vin gers in den mond, en doet met vollen ascm-ophaal van zijn flinke longen een zoo hel geschuifel over den stroom rol len, dal het aan den overkant als een kristallen pijl terugslaat tegen de huizen, en den nijd zou gewekt hebben van onze straatjongens die virtuosen zijn in het vinger-fluiten. Weldra komt ginder een kloekgebouw de jonge kerel iu den overzetboot ge sprongen,en worstelt metal de roeikracht van zijn armen en de sterkte van zijn lenig-krommend lijf legen de geweldige strooming der Schelde, om ons te gena ken. Eenige oogenblikken later drijven we reeds naar Appels toe, en bewonderen nog even hoe de dijken langsheen den oever dien we konten te verlaten, hunne zwarte lijnen golvit.g in een machtige donkerte heffen tegen den rozigen licht- glunseoncr kortstondig doorgloeide wolk, Intusschen taken we den anderen oever en hebben nu het laatste doch ook het gruwelijkste gedeelte van het overstroo- iningsLooneel bereikt. Appels werd het wreedst geteisterd. Het water heeft zich teruggetrokken, en laat ons zijn vernielingswerk in volle akeligheid aanschouwen,terwijl de avond stilaan zijn duisternis als een treur-sluier er over heen weeft. Schier heel den steenweg is op eene lengte van honderden meters uitgespoeld, en met gansclte karrevracliten aarde weg gedreven. Langs een smalle baan van zakken en planken vinden wij ternauwer nood eenen doortocht. Hier is een huis halfin puin gevallen. Daar ligt een tnuur met het ijzeren hof-hekken omgeworpen, en 't is er al bezaaid met verbrokkelde sieenen. Gindsche schuurgevel slaat hee lemaal doorgeborsten. Wat verder heeft men eene onlangs gebouwde woning moe ien onderschragen. Daar liggen boomen ontworteld. Andere staan in diepe kloven met al hunne wortels bloot gelijk reuzige bundels taai knokige pezen en zenuwen. Hagen hangen langs onder ganscli uitge graven met doorgesneden knuisten.Daar tegen slaan uoj alleen twee wankele stalmuren recht met een dak op.En waar een moestuintje of een bloemenhofken moest aangelegd geweest zijn, liggen nu in modderig water verspreide steenklom pen en voortgestuwde halken... Wal al indrukken heeft men niet, als men die verwoesting doorwandelt Heeft hier dan eene aardbeving plaats gehad Of vierde eene bende van bar- haarsche plunderaars hare woede bot? Of hebben de springbommen van een voor bijvarend leger hier hun moorddadig werk verricht Neen, geen werk van menschenhandett kan aldus in eene ontzettende kracht ontplooiing van één minuut, dijken door breken, steenwegen wegspoelen, mtue inbeokeh, boomen nèérbliksemen. Dat is liet werk geweest van het water. Eene bazinne verhaalt ons hoe het er hier verschrikkelijk toeging.Gewekt door het lawaai van den storm had zij hel raam van hare slaapkamer geopend en hoorde met huiveringen van angst, hoe het waler in de verte, als een loeiende zee in dolle wind-rukken kwam aanren- ren door den pikdonkcren nacht. Hcól Appels, meende ze, ging vergruisd wor den.Dan kwam deslroom binnengestormd en een barer dochlertjes werd uit de her berg in den gang medegc1 eurdwaar heur ouder zusje ze nog intijds kon opvangen. En de vrouw toonde ons in de keuken aan den nog half beroesten kachel pol hoe hoog het water had gestaan. Diep getroffen door dit alles verlieten we de kroeg. Daar zagen we mannen op hun land, met de vingers in de rotte aarde wroeten oin van het plantsoen te redden wat nog te redden was. Hooger op speelden kleinen rond de modderige pulten waar eertijds de steen weg lag, en ze deden de planken bijzen waarover we moesten treden Die schenen bezondere leute aan al deze ongewone dingen te hebben. Och het kind vind men overal terug met zijn zorgeloosheid en zyn spcellust... De avond hing nu rond ons,en't donkerde van lanes otnmeer. Geen ster pinkte in de zwarte lucht, waaruit een zachte regen begon te vallen. De puinen hielden op, en we namen koers naar Dendermonde. Langs de nat- glimmende baan zotten de lantaarns in de verte hun dansende licht-punten tegen den lagen horizont, die zijn vleermuis- donkere vleugelen boven de aarde uil breidde. Dien avond toen het treintje ons op den dommel rylhmevan zijn dof wielengcronk huiswaarts voordo, hadden we nog immer in het oor het ruischend lied der wateren. Heel het panorama der overstrooming herleefde in onze verbeelding, en diepe weemoed huiverde 011s door de ziel als we den langen schakel van ellende en armoe de overblikleu die hiermede werd ge baard. Water wat zijt ge wreed Water wat zijt ge machtig E11 zoo blijft liet dan waar, dat het na- tuur-element steeds lieerscher en meester is boven al het vernuft en de kracht van den mensch, 11a zoovele eeuwen \an ver bazende ontwikkeling en beschaving. Zoo zal liet dan eeuwig waar zyn dat de mensch, hoe ontzagwekkend ook in zijn genie en in zijne geestes-groolheid, steeds staan moet als een broos en nietig ding tegenover één enkele haar van de zee,die in schuimende woede opwentolt 19 Maart 1914. Elmar. hoofdman der Mirditen, bepaald de porte feuille van openbare werken weigert in het Albaneesch kabinet. Prins Joris van Griekenland zal de prinses van Rumenië niet huwen. Het blad Adeveral kondigt aan dat de trouwgesprekken aangegaan tusschen prin ses Elisabeth van Rumenië en prins Joris van Griekenland afgesprongen zijn. Prinses Elisabeth vindt in prins Joris den ideaal echtgenoot niet welken zij gedroomd heeft, en, liever dan een huwelijk aan te gaan dat haar geen geluk zou aanbrengen, heeft zij haren'vader, koning Carol verzoch t dat huwelijk op te zeggen. De prinses heeft overvloed van gelijk zich niet aan eenen man te laten verbinden, met wien zij denkt ongelukkig te zulten zijn, maar, onder staatkundig opzicht is die wei gering eene spijtige zaak voor Griekenland, want vast en zeker zal die weigering eene verkoeling te weeg brengen in de betrekkin gen tusschen Rumenië en Griekenland. Maar, wat wil men, prinses Elisabeth is de dochter van Carmen Sylva, de wereldbe roemde schrijfster, die, gelijk hare moeder meer de neigingen van haar hart, dan de be langen der politiek raadpleegt. Uit Mexiko. Nog de aanval van Torréon Men seint uit El Verijel (Mexikaansche staat van Durango) De wezenlijke aanval van Torréon door de oproerlingen is gisteren begonnen. De generaal heeft Lerdo bezet zonder tegen stand te ontmoeten. Te middag viel hij Gomez Palazio aan. Dat laatste gevecht wasoprecht moorddadig. Een zeer groot getal gekwetsten werden naar het gasthuis te El \eryel gebracht. De verliezen zouden aan weerskanten zeer aanzienlijk zijn. Generaal Villa zou verklaard hebben dat hij feitelijk meester is van de stad. Uit Cuidad-Juarez wordt het volgend tele gram ontvangen •Ce gouvernementele bondsgcne.aai Velasco heeft aan het hoofd van eene sterke legermacht eenen uitval beproefd. Torréon verlatend, viel hij Gomez Palacio aan, al waar de strijd tusschen gouvernementstroe- penen oproerlingen allerhardnekkigst werd gevoerd. Het gerucht loopt dat generaal Villa reeds een driehonderdtal krijgsgevangenen heeft gemaakt. Uit Japan. Politieke krisis. Ontslag van het Ministerie. De Japansche wetgevende Kamer heeft ge weigerd de begrooting te stemmen, zooals zij haar werd voorgelegd. Kamer en Senaat waren het niet eens. Ten slotte werd de begrooting voor de marine welke gevolgd werd voor 1913-1914 behouden voor het dienstjaar 1914-1915. Daar er in de begrooting voor dit laatste dienstjaar eene vermeerdering van 6 miljoen 500,000 pond sterling was voorzien, verliest de marine die kolossale som voor 1914-1)15. Woensdag namiddag, te 2 ure, heelt graaf Yamamoto, eerste minister, persoonlijk aun den keizer zijn ontslag en datgeen der an dere leden van het kabinet aangeboden. Uit Engeland. De Iersche Home-Rule Gespannen toestand in Ulster. Ten gevolge van den tegenstand welke de Engelsche regeering ontmoet bij de officieren die met hun regiment naar Ulster gezonden worden, en ook tengevolge der gisting welke heersffit onder een groot getal officieren van het Engelsch leger, om den wille der Home- Rule kwesiie, verkeert Engeland en vooral het Britsche kabinet in eenen neteligen toestand. Woensdag avond werd gemeld dat kolonel Seely, Engelands minister van oorlog zijn ontslag aan den koning had aangeboden, maar terzelfder tijd werd de verzekering uit gedrukt, dat Joris V dat ontslag niet zou Politiek Overzicht. De toestand in de Balkans. De samenkomst van den koning van Montenegro met den prins van Albanië 1? De Weeneren de Montenegrijnsche bla den hadden aangekondigd, met veel gerucht, dat de koning van Montenegro binnen kort eene samenkomst zou hebben met prins Wilhelm van Albanië. Tnans wordt dai gerucht heslist tegen gesproken. Uit Albanië is Woensdag een telegram 01»,rangen meldend dat P/enk Bi.u.ido, Men denkt ook dat zijn ontslag niet vol doende zou zijn om de gemoederen te be daren. Er werd ook gezegd dat Sir Edward Grey, het voorbeeld volgend van minister Seely, eveneens zijn ontslag aan den koning had gezonden. Die laatste tijding wordt evenwel erg in twijfel getrokken, daar Sir Edward Grey te zeer verkleefd is aan zijne partij en aan zijt land en hij, op dit netelig oogenblik, voor niets ter wereld beide in den steek zou laten. Er wordt ook gesproken van het ontslag van geheel het Engelsch kabinet, daar ver scheidene dezes leden de overhaasting af keuren, waarmede men is te werk gedaan om groote kontingenten troepen naar Ulster te zenden. Men schrijft het nemen dier ontijdige maatregelen toe aan den eersten lord der admiraliteit, aan generaal Sir Arthur Paget, opperbevelhebber der troepen te Dublijn, en aan veldmaarschalk Sir John French. Erge onlusten te Belfast. Bloedige onlusten hebben Woensdag plaats gehad te Belfast. Katholieke en Pro- testantsche orangisten werden handgemeen. Revolverschoten werden gelost en er werd met stokken en steenen geslagen. De policie had groote moeite om de vech tende menigte uit elkaar te drijven. Meer dan 70 personen werden gekwetst en ruim 80 vechters werden aangehouden. Uit Spanje. Senatoriale kiezingen in Spanje. Zijn gekozen 1S0 senators behoorende tot de volgende partijen en groepen 96 behoudsgezinden 38 liberalen 12 de mokreten 7 catalonisten 4 partijgangers van Don Jaime 3 katholieken 6 republi keinen 4'onafhankelijken en 9 bisschoppen. Land- en Tuinbouw. Eene voorname voederplant. Eene voornam^ voederplant is gewis de beet. Reeds lange jaren is de voeder- beet bij de vlaamsche landbouwers in eereen in de laatste tijden heeft die teelt groote uitbreiding genomen tenge volge van het meer belang dat men thans aan de veeteelt hecht. Dit verwonderde ook niet immers de voederbeet geeft eene groote massa ruw en uitmuntend wintervoeder dat in het doode jaargetijde wel te pas komt. Ten andere deze vrucht geeft gewoonlijk zekere uilslagen en de opbrengst is niet zoo wisselvallig, als die van menig andere teelten. De voederbeet dient overigens als voe der aan runddieren. paarden en zwijnen. Om die verschillige redenen verdien! dit gewas de hooge belangstelling van alle weldenken en vooruitziende land bouwers. Vandaar dat men moet streven naar hooger en hooger opbrengsten. En dit kan hier gemakkelijk en zonder vrees verwezen! lij kt worden, daar in algernce- ncri regel eene vrucht des te meer opbrengt naarmate de bemesting sterker is en men bij de beet geen nadoel voor overbemes ting dient te vreezen. Dit kostelijk wor telgewas oischt eenen lossen en mollige» grond opdat do wortels goed iu de aarde kunnen dringen en ontwikkelen. Als variëteiten zijn de Fckendorf en de Vauriac nog steeds de meest aanbevelenswaardigste. Verscho stalmest is voor boelen af te keuren. Seter is 't van in den winter of loch zoo vroeg mogelijk den stalmest onder Le Dloeeen op>Imi hii eoed on"vMi. den zij tegen dat het tijdstip van planten daar zij Beir voor liet planten of tijdens den groei toegediend is alleszins zeer voordeelig. Docli het staat vast, zooals wij overi gens in oen vorig artikel bewezen hebben, dat hooger opbrengsten eene sterker bemesting vragen. Stal vel te alleen is voor deze vrucht, meer dan voor alle alle andere, onvoldoende. Eene rijke toegeving van scheikundige meslslotfen is bier niet alleen gewescht, maar vol strekt noodzakelijk. De stikstof zal men onder vorm van zwavelzuur ammoniak geven, b. v. 400 tot 600 kgr. per hectare, 14 dagen voor het planten ingewerkt. Deze zal traps gewijze en gelijdelijk den heelen zomer lang nitrifieeren en den groei der beeten onderhouden. Het fosfoorzuur wordt gegeven onder vorm van superfosfaat 600 kgr. per hectare. Wal 1111 de potasch betreft, dit element is van groot belang in de beeten teelt. Immers eene gekende spreuk zegt -Zon der potasch geen suiker Voor voederbeeten raag men kaïniet of chloorpolasoli aanwenden. Hoe eerder die meststoffen gebruikt zijn hoe beter kaïniet zelfs voor of binst den winter. Van cliloorpotasch gebruikt men voor beeten 300 kgr per hectare en van kaïniet minstens 1000 kgr. William. slaak. De man had een engagement met de Uuion Minière geloof ik als prospec tor of zoeker naar mijnen en zal zoo 'Ipnderzoek hetn niet gunstig is naar België, mogelijk naar Rusland terug- keeren Hoe bekend komt mij hier alles voor op dit kalme meer en op den sloomboot. En die oevers 't Schijnt of zij mij liet welkom tegenlachen, mij als een oud bekende groeten. Nimmer vond ik liet meer zoo kalm, zoo lief en zoo grootsch. en 't was met een ontroerd hart dal ik den voet op Lukonzolwa's rotsachtig strand zette en den geliefden post terug zag. ('t Vervolgt). Eenige vraagsleens. 0) Wie zal er ons de juiste berekening geven, hoeveel de zeever van Pio Daens in do Kamer, aan t land reeds ge kost heeft als men weet dal één uur sprekens aldaar, berekend wordt aan •2700 fr. b) Wal nut of voordeel beert de zeever van Pie Daens aan 's lands zaken al bij gebracht c) Kan er iemand opsommen, al de tegenstrijdigheden van Pie Daens in zijnen zeever en zijne werkingen of stemmin gen in de Kamer en in de gemeenteraad van Aalst d) Hoe dikwerf beeft zeeveraar Daens, in plaats van de belangen van 't land te bespreken, geen misbruik gtynaakl van zijn vrij spreken in de Kamer"om perso nen aan te vallen die door eenieder ge- anlil on »:•,-» >- --- rechtschapenheid, hunne onbaatzuclilig- hcid en hunne groote bekwaamheden, onder meerde IieorSlaatsministerWoeste die wij de eer hebben sinds 40 jaren als vertegenwoordiger van ons arrondisse ment te bezitten e) Welke hoop en wat vertrouwen kunnen die verdwaalde en lichtzinnige kiezers van het arrondissement Aalst stellen in den zeeveraar van Chipka die enkclijk tot spot dienen kan van wijze en ernstige lieden f) Hoe is liet mogelijk dat er alhier nog snullen gevonden worden, die eeuig ge loof hechten aan die ijdelo beloften van 'n en Pie Daens die beweert do wereld 't or.dersle boven te keereti en België in een luilekkerland te herscheppen. g) Zal ons arrondissement nog lang de schand moeten dragen een volksverte- genwoordiger-zecveraar in de wetgevende Kamers te zien zetelen. h) Moest de zeeveraar nogmaals in de a s. Kamerkiozingen gekozen worden, ware liet niet om te wanhopen van de geestesgesteldheid zijner kiezers? en zou den wij dan niet de oorzaak zijn, dat ons Aalst tot spot diene van 't gansche land Zondagnist. Van 's middags tol middernacht, eeni ge dienstdoende Apotheek, op Zondag 29 Maart, M. Callebau/, Botermarkt. door Petrus Cosyn. XIII. In nijpend doodsgevaar Liefst schreef ik deze regelen niet, overtuigd dat menigeen, bij 't lezen zeg gen zal 't is ver van hier en dan is 'l goed liegen. Wie zal er gaan kijken Daarom zeg ik nog eens wie in Congo is of er van terugkeert, hoeft niet te liegen, want als hij enkel de zuivere eclite waarheid zegt of schrijft zal men hom nietgelooven. Ge moet de waarheid liegen, zei Bara van Burst Den 11 Augustus om 8 ure lichtte de - Emile Wangerinee bet anker vóór Kilwa, de sirene van den kleinen sloom boot zendt een schril gefluit door de ruimte, wij wuiven de Heeren Verbeke en Gorlet een hartelijk vaarwel toe dat niet min hartelijk wordt weêrgegeven. M. Gorlet Een agent controleur, op terugreis naar België, en die er liet zijne toe bijdroeg om ons 2 aangename dagen te bezorgen te Kilwa. Laat mij u thans mijne medereizigers voorstellen M. Billen, gekend in 't regiment. M. Halleux, Territoriaal bestuurder, die zijne plaats te Pwelo gaat innemen. Een vent zoo lang als deu langen Witten maar niet zoo mager. Een russisch ingenieur, die nog te Gembloers in België gestudeerd heeft De man begeeft zich naar Pwelo voor eene onaaangeuame zaak. Ziellier, naar hel zeggen van dedoceurs heelt hij de slaap ziekte en nu gaat hij nog eens naar Pwelo om zich te laten onderzoeken en verzekerd te zyn dal hij door die vrcese- lijke kwaal is aangetast. Men zou het hem niet aanzeggen, hij is vroolijk van geest, eet lijk 'nen dragonder of 'nen graver, maar is mager als 'nen boon- voor die zoo wijs zijn nog wat te willen bijleeren dat goed is. Die zijn vuur te groot maakt, verbrandt zijn schenen I zoo zei mij dees week onze stoelkeszetter. De man had immers vernomen hoe flink en geducht onze vriend Terz de beunhazen uit het blauw orgaan bij hunne tong heeft weten te pakken. 't Is waar, Flip, antwoordde ik alzoo; onze brave vriend Terz heeft die leugemannen leelijk bij het vuur gezet, en dat zal hen leeren te schrijven over zaken van onzen heiligen Godsdienst, waarvan zij het eerste gebenedijd woordje niet en kennen Maar, Flip, zeide ik alzoo, mag ik u ook een klein vraagje stellen Bij, ja, antwoordde Flip alzoo. Welnu, vriend Flip, vroeg ik alzoo, waarbij komt het dat gij zulk groot vuur maakt met de sporten, die uit onze kerkstoelen vallen \Vat,gij,Gier'gaard een mensch verstooten, Die bij gruis en zeemlen leeft Steeds uw rijkdom zien vergrooten, En niet vinden wat gij geeft 't Kind en zijne moeder dooden I.. Hemel toch 0schudt en beeft Beeft ja Christus zal hen wreken, Als Hij eens ten oordeel komt. Daar zal niemand voor u spreken, En daar staat gij als verstomd Vruchteloos dan u weggesteken Vruchteloos dan ook u vermomd Weet gij, vriend Fernz, vroeg mij over- laatst Boerjan, toen hij mij in den meersch- kant tegenkwam, weet gij, hoe men aan een Postje geraakt Dat hangt zoo wat af, antwoordde ik aan den vriend, dat hangt zoo wat af van de omstandigheden. Ja maar sprak Boerjan, ik kan dat rapper en meer be slist zeggen I... Aan een postje geraakt men door den nominatief, als men eenen grooten naam heeft door den genitief, als men van hooge geboorte is door den datief, als men vele kan geven en vele geeft door den accusatiefals men een ander zwart maakt om zelf wit te schijnen door den ablatief, als men iemand buiten kuischt en zelve binnen kruipt, gelijk men het ziet ge

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1914 | | pagina 1