LANDBOÜWNOTA'S.
Bijvoegsel aan De Denderbode-28 JUNI 1914 - N* 4641
Bedrog in
Meststoffenhandel.
I De landbouwers zullen met veel
nut voor hen de volgende aanha
lingen lezen uit het weekblad
Les Mercuriales agricoles
De meststoffen welke men koopt
moet men doen ontleden. Ook moet
men voor deze ontleding dan nog
al de noodige voorzorgen nemen.
Vooral met de staalneming moet
men het meest bekommerd zijn
deze moet met de meeste nauw
keurigheid worden uitgevoerd
juist volgens de voorschriften door
de wet bepaald. Onder geen voor
wendsel moet men er zich toe
bepalen, zoo maar eenvoudig eene
handsvol meststoffen boven uit
den zak te nemen om die te doen
ontleden. Het monster der aange
kochte waar moet op verscheidene
plaatsen uit eiken zak worden ge
haald en uit zooveel zakken moge
lijk.
Deze voorzorgen zijn volstrekt
noodzakelijk, zooals het zal blijken
uit de volgende mededeeling van
den heer J. Graftiau, Bestuurder
van het Staats-laboratorium te
Leuven
De slimheid en de stoutheid
der landbouwschuimers komt
vooral aan het licht in den handel
der metaalslakken. Nadat ze aan
de lichtgeloovige landbouwers het
uitvaagsel der hoogovens, de
zwarte phosphaten, de bijna onop
losbare metaalslakken verkocht
hebben onder den naam van echte
ontphosphoringsslakken, hebben ze
nu wederom wat nieuws uitgevon
den, door mij officieel vastgesteld:
Ik v e'od.e volgende staalneming
gedaan van metaalslakken afgele
verd in zakken met het merk van
oorsprong geteekend
Het eerste monster werd geno
men met het staalboor onder in
de zakken de opbrengst der
boringen werd tot een monster
vermengd en geteekend met de
I woorden Onderste der zakken
Daarna werden de zakken langs
boven geboord en dit monster
geteekend Bovenste der zakken
Beide monsters werden afzon
derlijk ontleed en ziehier welke
belangrijke uitslagen men heeft
verkregen
Onderste Bovenste
der zakken der sakken
a) Püosphorzuur oplosb. 0/o °/0
in minerale zuren 8.73 16.38
b) Püosphorzuur oplosb.
in citraat 2 t.h. 7.24 12.94
De phosphaten waren afgeleverd
met een waarborg van 16 18 t.h.
phosphorzuur.
Ziehier dus een bedrog met
juistheid vastgesteld. De zakken
bevatten metaalslakken met een
gehalte van 8.73 t.h. in plaats van
16 tot 18 t.h. Alleen het bovenste
gedeelte der zakken is gevuld met
metaalslakken van 16.38 t.h. phos
phorzuur.
Welke zijn de gevolgen daarvan
voor den landbouwer
Indien hij geene stalen neemt
en geene ontleding doet uitvoeren,
ondergaat hij een verlies van 50
t.h. op den betaalden koopprijs.
Daarenboven ondergaat hij een
nog veel grooter verlies door ver
mindering der opbrengst van de
gewassen die niet behoorlijk wer
den bemest.
Zulk bedrog zal zelfs bij staalne
ming en ontleding ook nog onbe
merkt voorbijgaan, indien de
landbouwer, die dikwijls geen
staalboor bezit, zich bepaalt bij
het uitnemen van een handsvol
metaalslakken uit eiken zak.
Bovengemeldgeval is ter kennis
gebracht van den heer Procureur
des Konings.
Het hierboven aangehaald feit
is van aard om de landbouwers de
noodzakelijkheid eener ernstige
ontleding te doen inzien. Wij wil
len bij deze gelegenheid de voor
zorgen, welke dienen genomen te
worden bij de staalneming, nog
eens in het geheugen brengen
Minstens vijf zakken, of toch
altijd 10 t.h. van het getal zakken
waaruit de levering bestaat, moe
ten gepeild worden met een staal
boor, dat al de deelen der zakken
kan bereiken. De uitgeboorde
stoffen moeten nauwkeurig ver
mengd worden, vooraleer de drie
monsters samen te stellen.
Indien het boren der zakken
niet mogelijk is, zal men het voor
geschreven getal zakken op eenen
drogen en reinen vloer uitstor
ten en de stalen slechts nemen,
nadat alles goed met eene schup
is dooreengernengd.
De stalen van metaalslakken
moeten minstens 250 gram, die
der andere meststoffen minstens
80 gram wegen
In elk geval zal men drie stalen
nemen, die elk in een droge en
reine flesch worden gedaan. jDeze
flesch wordt toegemaakt en met
twee verschillende merken, in lak
geprent, verzegeld die zegellak
dient ook om een briefje aan te
hechten, waarop ten minste één
der bijzonderheden van proces
verbaal der staalneming wordt
aangeteeker.d.
Vele landbouwers bezitten geen
staalboor en daarin hebben zij
ongelijk, want zulk werktuigje is
verkrijgbaar aan zeer geringen
prijs (1.50). Zij zouden er zelfs
twee moeten bezitten het eene,
tamelijk smal, om de zakken te
peilen, welke fijngemalen mest
stoffen inhouden het andere,
wat breeder om de nitraatz-ikken
of de zakken met ruwe potasch-
zouten te boren. Neemt men voor
laatste meststoffen een te
smal staalboor, dan worden alle
dikkere stukken verwijderd en ver
krijgt men slechts een staal van
het fijner gedeelte der meststof.
Neemt men een breed boor voor
fijngemalen meststoffen, dan zou
te veel langs die grootere
opening kunnen verloren gaan.
In alle geval zorge men steeds
dat het boor zuiver en droog zij
Ara.
Ontledende of catalytische mest
stoffen. De straal- of radio
meststoffen.
Volgens de jongste ontdekkingen staat
de landbouwwetenschap onder den in
vloed nu eens van het een dan van een
ander wetenschappelijk vraagstuk.
Onlangs nog waren het de giftstoffen
die het voorwerp aller besprekingen
uitmaakten en men was ertoe gekomen,
de steriliseeiing van den akkergrond
aan te prijzen om hem weder vruchtbaar
te maken.
Nu zijn het de ontledende of cataly-
tische stoffen en straalgevende lichamen
die aan het dagorde staan morgen zullen
het wellicht de electrische stroomingen
zijn, daarna de x, y of z golvingen waar
op de toekomst van de nieuwe land
bouwwetenschap moet berusten.
Men moet niet zoo maar stelselmatig
dc nieuwe ontdekkingen der wetenschap
loochenen, onder voorwendsel dat daar
door al de leerstelsels, welke tot op
heden gangbaar waren, om verre worden
geworpen, maar ook moet men niet blin
delings geloof hechten aan alles wat men
daarover te leze:: krijgt en voorgesteld
wordt als door ernstige proeven bewezen.
Men moet het vóór cn het tegen goed
gewikt en gewogen hebben, alvorens
nieuwe leerstelsels in voege te brengen.
Vooral moet men wantrouwen koeste
ren tegenover eene alles overweldigende
reklaam, die enkellijk voor doel heeft
geld te slaan uit eenige wetenschap
pelijke bevindingen, die nog zeer
dikwijls in 't geheel niet rotsvast staan.
Sedert eenigen tijd wordt er veel
gesproken over catalytische en radio-
meststoffen, Men haalt voorbeelden aan
van de wonderbare uitwerkingen dezer
stoffen op den groei der gewassen en de
opbrengst vermeerderingen door dezelve
verkregen. Wij willen daarovtefcok hier
een woordje schrijven, om onze lezers
min of meer op de hoogte te brengen.
radiostoffen ter bemesting in den 'handel
te brengen.
Sommige stoffen zooals radium, acti
nium, polonium et uranium bezitten de
eigenschap van stralen te geven welite
door de photographische lichtplaat kun
nen opgevangen worden en welke zekere
gasachtige stof of uitstroomingen ver
wekken.
Talrijke proeven hebben bewezen dat
de straal- of radiostoffen, op bij'.ondere
wijze toebereid en vermengd met de
meststoffen de uitwerking dezer laatste
kunnen aanzetten en den groei der ge
wassen bevorderen.
Wat vooral veel belang heeft in deze
nieuwe ontdekkingen is dat de zwam-
ziekten, zooals de ziekten der wijnstok
ken, geheel en al uitgeroeid worden door
deze straalstofien. 't Is wel mogelijk dat
het radium in de bestrijding van die
zi< kteneen grooten rol zal spelen,
Hierbij moeten wij nu ook voegen dat
de uitwerking der radiostoffen niet altijd
en overal gunstig is geweest, men heeft
zelfs vele voorbeelden van opbrengst
vermindering door hunne toepassing.
Ziehier, voor geheel Belgie, de uitge
strektheid der nij /erheidsplanten in
1913
Gemiddelde opbrengst
23.133 heet. vlas t?, fg' f3",4
773 kg. lint
664 koolzaad 2 402 kg.
4.022 tabak 2.222 kg.
2.405 hop 1.395 kg.
8.584 bitterpeën 32.000 kg.
52.419 suikeibeet 26.554 kg.
Catalytische of ontledende stoffm
zijn lichamen, wier aanwezigheid alleen
voldoende is om invloed te hebben op de
scheikundige reacties en welke zelve
vreemd blijven aan die reactie. Zulk:
stoffen zijn, bij voorbeeld, het mangane-
sium of bruinsceenmetaal, het borax zuur,
zink, koper, aluminium, zwavel iodium,
enz. Deze lichamen spelen een belang
rijken rol in de vorming der organische
bestanddeelen der planten. De bijzon
derste eigenschap van deze stoffen
bestaat hierin dat zij zich zeiven nooit
uitputten en dat de ontledende kracht
welke van hen uitgaat bij voortduring
blijft bestaan, 't ls bijgevolg voldoende
éénmaal die stoffen in den akker te
brengen om altoos hu ine uitwerKing te
blijven genieten.
M.M. Bertrand en Thomassin hebben
aldus met 50 kg. zwavelzuur mangane-
sium, per hectare, een opbrengstvermeer-
deriug gewonnen van 18 t. h. baveistroo
en 26 t. h. havergraan.
Dr H. Agulhon heeft bij de teelt van
maïs, rapen en koolzaad een vermeeide-
ring van 25 tot 50 t. h. verkregen door
net gebruik van eene zeer zwakke hoe
veelheid borax zuur; ten hoogse 5 kg.
borax per heet;-re.
In Japan beeft M. Nakamura met veel
b'.jval 400 gram tot 4 kg. koolzure li .hium
of steenloogzout, evenals caesium
gebruikt, bij rijstteelt en daardoor
opbrengstvermeerderingen van 7 tot 14
t. h. bereikt.
Zich steunende op de uitslagen welke
door eene zco geringe hoeveelheid stof
worden verkregen, evenals op de vreem
de eigenschappen van het radium beeft
men zich toegelegd op de studie van den
invloed der radiostoffen op den groei der
gewassen. Men heeft zich de vraag
gesteld of dc uitstraling van het radium
den groei niet zouden aanwakkeren en
zoo is men er toe geraakt catalytische
Het is mogelijk dat men eensdaags
eene practischeaanwending van de radio
stoffen in landbouw zal kennen, maar to'
op heden is daarover nog te weinig licht
g< worpen. Eerder dan zijn geld te ver
spillen aan stoffen, wier nut nog niet
geheel bewezen is, zal de landbouwer
beter doen te wachten, totdat daarmede
bt paalde uitslagen zijl verkregen.
De catalytische radiomeststoffen wor
den tegen zeer hooge prijzen verkocht,
gewoonlijk tegen 50 of zelfs 100 fr. de
100 kg. Laten wij niet lichtzinnig ons
geld daaraan besteden en vooral houden
wij voor oogen wat er ia de wet geschre
ven staat
Indien men eene stof in den handel brengt,
welke benevens hare vruchtbiarm ikende waarde
een bijzonder bestanddeel bevat om den wasdom
te begunstigendan moei op de factuur worden
aangeduid de hoedanigheid van dat bestan l-
deel, de eigenaardige uitwerking van hetzelve
en de hoeveelheid in dewelke het in de geleverde
waar voorkomt.
Voor den oogenblik meenen wij te
mogen den raad geven deze stoffen niet te
koopen en te wachten totdat vol ledige
proeven de waarde van de catalytische
en radiostoffen hebben bewezen.
Vergeten wij daarbij nooit dat die
nieuwe stoffen toch nooit eenige uitwer
king kunnen hebben, zonder eene vo.ledi
ge toepassing van de gewone scheikundi
ge meststoffen.
F. Pirard.
Landbouw-ingenieur
(Verboden nadruk)
De landbouw-statistiek van 1913 bevat
de volgende inlichtingen over de Bel
gische teelten
Gemiddelde opbrengst
159.494 heet. tarwe
2 52)kg.
17.581
i spelt
2.207 i.
7.964
masteluin
2.026
259.491
rogge
2.199
30.343
i) wintergerst
2.756
3.690
n zomergerst
2.214
271.694
haver
2.562
1.233
boekweit
1.474
8.269
paardeboonen
2.414 i
5.012
erwten
2.037
Het oogsten der Voedergewassen.
Dc voedergewassen moeten ingeoogst
worden, wanneer ze de grootste hoeveel
heid verteerbare voedingsbestanddeelen
inhouden, dit is wanneer ze nog jong
zijn.
Evenwel gaat het te vroegtijdig af
maaien gepaard met een aanzienlijk ver
lies van droge stof en met grooter moei
lijkheid om te drogen. Men verliest in
gewicht, doch men wint in hoedanigheid.
Men zal den middenweg kiezen en
daarom het voeder afmaaien, wanneer de
gewassen in bloei staan.
Jong voeder is malsch en gemakkelijk
om verteren, omdat de verteriagssappen
met meer gemak de bestanddeelen kun
nen omzetten. Na den bloei gaan er
voedingsbestanddeelen uit de plant in het
zaad over, en, wanneer dan bij het
inoogsten die zaden uitvallen, zijn ook
die voedingsstoffen verloren. Ook moet
men afrekenen met de scheikundige
wijzigingen, welke er in de gewassen
na den bloei tot stand komen en waar
door ook de verteerbaarheid vermindert,
zooals dit uit talrijke proeven is gebleken.
In Duitschland heeft men de volgende
ge:allen desaangaande aangeteekend,
betrekkelijk groene klaver, welke door
werd verbruikt
Verteerbare Verteerbare
Eiwitstof Celstof
20 Mei (vóór den bloei) 71 */0 51
7 Juni (in den bloei) 65 47 °/0
20 Juni (na den bloei) 59 40
De verteerbaarheid neemt dus af met
den ouderdom van het gewas.
De bemesting heeft een onloochenbaren
invloed op den aard der graslanden, zoo
dat daardoor zelfs den aard der gewassen
kan gewijzigd worden. Eene stikstofbe-
sting begunstigt de vorming van stik-
stofhoudende bestanddeelen in het voe
der en wanneer de werking van de
stikstofmest haar tegenwicht niet vindt
in die der minerale bestanddeelen, dan
volgt vroeg of laat de verdwijning der
vlinderbloemige gewassen. Door phos
phaten en potasebmest integendeel
bevordert men de ontwikkeling der
vlinderbloemigen. De gewassen nemen
meer voedingsbestanddeelen op dan ze
wezenlijk noodig hebben en deze eigen-
sc iap benuttigt men om hun meer
phosphorzuur en kalk toe te dienen dan
vereischen deze overvloed van
bestanddeelen door de gewassen opgeno
men komt dan ten goede aan het dierlijk
organism.
Verliezen wij ook niet uit het oog, dal
eene overvioedige benuitiging van die
bestanddeelen voortspruit uit eene
grooter ontwikkeling van de groene
deelen en wortelen, welke op bare beurt
veroorzaakt wordt door de toepassing
vtn stikstof. Hieruit volgt dat men na de
eerste snede met voordeel kan toepassen:
600 kg. Tüomasslakken -J 200 tot 300
kuïniet en 100 tot 150 kg- nitraat.
De Wortelgewassen.
Het grootste bezwaar van de win ter
voeding der huisdieren is gelegen in de
noodzakelijkheid waarin men zich be
vindt, van te moeten geb uik maken van
gedroogd voeder, dat veel van zijne
rteerbaarheid verloren heeft. Het
groen voeder moet des Winters vervan
gen worden door de wortelgewassen:
bieten, wortelen, rutabaga, rapen en
door het ingekuild voeder.
De wortelgewassen vormen het be
langrijkste gedeelte en de landbouwer
moet zich daarom op de teelt derzelve
toeleggen.
Hij zal op behoorlijken tijd de beeten
planten en de wortelen zaaien in Juni
de rutabaga, de koolrapen.de paster-aken,
Op giond, welke alsdan beschikbaar
komt, kan hij nog, al is het seizoen
reeds verre gevorderd wortelen,en beeten
zaaien, die nog een halve opbrengst
kunnen geven, indien hij goede variëtei
ten kiest, en den grond behoorlijk bemest.
Tusschen de variëceiten, welke tot
d ze laatste zaaiingen het best geschikt
zijn, noemen wii voor de beeten de gele
eivormige des Barres de reusachtige
Vauriac, de gele en roode globe, enz.
voor de wortelen de witte met groenen
hals en de lange roode met groenen hals.
Al die wortelgewassen eischen eenen
diep bewerkten grond, welke goed losge-
gemaakt en overvloedig is bemest gewor
den. Benevens den stalmest, welke in
Herfst of Lente is ondergeploegd gewor
den. gebruikt men nog vóór de zaaiing
500 kg. superphosphaat en de noooige
hoeveelheid chilinitraat 400 tot 500 kg.