De slag van Waterloo
DE
Parlement met den"Bode".
Zaterdag 22 Mei 1015 in oorlogstijd 5 centiemen liet uuimnei
68sle Jaar N" 4654
KATHOLIEK NIEUWS- iv\ AANKOXDIGINGSBLAI)
VAX DE PUTTE-GOOSSES
Op Zondag 18 Juni 1815.
DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 frank 's jaars
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKER-UITGEVER
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0./5 fr.twee maal 1,25 Ir.
Gewone annoncen <>,15 fr. de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0.50 fr. de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
I)ag -Bode»
Dag geliefde
menschen alle
maal
Zijt ge daar
weer 't Doet ons
plezier.
En mij ook
zulle.
Dat heeft 11 zeker verdroten van
zoo lange weken en maanden te moeten
thuis zitten 1
Dat kunt ge peinzen. Gewoon zijn
van reeds 68 jaren mijn trouwe, weke-
lijksche ronde te doen in onze beminde
Denderstreek... Nog zoo fiks op de bee
nen staan als een'jonkheid van driemaal
zeven... En dan al met 'nen keer niet
meer mogen uitgaan op mijnen tournee...
Mijn oude bekende kalanten en vrienden
niet meer mogen bezoeken... Hen geen
nieuws meer kunnen brengen... Geen
troost- en hoopwoorden kunnen zeggen
voor deze droeve tijden...
Enfin Bode maak er geen ver
driet in. Nu zijt go toch weer verrezen
met de lente.
Deo gratias Goddank ja, brave
menschen.' En kloeker en taaier te been
dan ooit,E11 met een splinternieuw fraks
ken aan zoo ge ziet... un habit de cir-
coitstance.
Wij kennen allen geen Fransch
Bode Wat wilt dat zeggen
Dat beteekent dat ik een fraksken
draag naar de nieuwe snee, gemaakt vol
gens do omstandigheden... Met is wat
gekrompen maar de nood geeft tlians de
wet, en iedereen moet er zich naar
schikken.
Ja Bode zoo is 't! De wijsheid is
in uwen mond. En daarbij dat lente-
koslummeken mistaat u niet. Gij komt
er permentelijk mede voor de pinne ge
lijk verjongd en opgeknapt En brengt
ge ook wat mede in uw portefeuilloken
Goede menschen, ik zal voor u alle
weken mijn portefeuilleken komen leeg-
schudden. Die doet wal bij kan is een
eerlijk man
Justement Bode »- Gij klapt als
een boek. Maar mogen wij weten wat
voor nieuws gij ons aanbrengen zult
Veel oorlogsnieuws
Dat is navenant 't Is op onze da
gen al oorlog wat de klok slaat, en de
volkeren, ongeduldig en koortsig, vragen
en roepen gedurig naar nieuws nog
nieuws altijd meer nieuws Die
roep is bijna al zoo groot als de roep om
brood. In de oude lijden, bij de Ro
meinen. schreeuwden ze Panem et
circenses Brood en spelen
Thans is bet van Brood en nieuws
Bode ge zijt zeker eeu beetje
wijsgeerig geworden tijdens die lange
wintermaanden dat ge achter do stoof
hebt moeten zitten luierén
Wie weel Een beetje wijsgeerig-
heid ofte gezond cn kalm verstand kan
nooit schaden in 't leven. Vooral nu niet.
Bode heeft al veel dingen gehoord en
gezien... Hij beeft vele oorlogen weten
woeden.. Iiij heeft er over veel andere
hooron vertellen in zijn jongen tijd door
oude mannen die onder Napoleon cn
vroeger leefden... 't Waren toen ook
wreede tijden, menschen
Ja Bode vertel ons daarvan
wat
Datzai ik doen. Wekelijks,zoolang
ik op ronde mag gaan, zal mijn porte-
feuilleken goed voorzien zijn van anek-
dooljes, historische wetenswaardigheden-
en kronijkjes uit vroegere oorlogen in
ons land. Dat is leerzaam voor iedereen.
Bravo! Welgekomen goede «Bode»!
En zult ge dan ook wat vertellen over
dezen oorlog
Menschen lief, dat zijn andere pa
pieren Bode is noch een leger-gene-
raal, noch een weerprofeet. E11 er is
waarempel niet veel verschil tusscheiY{!e
weerprofeten en sommige gazetschrijvors
die thans in hun kop gekregen hebben
van ook te moeten gaan generaal spelen
on de veldslagen uil te leggen. De ecnen
evenals de anderen slaan er gewoonlijk
altijd nevens En de ware vaderlands
liefde heeft niets te maken met al die
oorzeggingen van generaals-met-de-pon,
hetzij dat hunne profetieën zwartgallig
zijn gelijk die van Jeremias, of vreugdig
klinken als de hoogliederen van Salo
mon
- Bode Bode - Waarin be
staat de vaderlandsliefde dan eigenlijk
wel
Kalm blijven... Met moed en hoop
de toekomst af wachten... Vast betrouwen
hebben in God, en in onze zaak...
Intusschen elkander steunen en troos
ten in leed, in nood ea armoe nu
verbroederen in '1 lijden, om later ook te
verbroederen in de vreugde... I)e leus van
eikendeen die land en volk lief heeft,
moet zijn Sursum cord a De harten
hoog
- Bode dal zijn schoone woor
den Geef ons de hand Ge spreekt als
het boek der Wijsheid.
De wijsheid is de kroon der oud
rienden lief. En nu stuurt Bode tut
u allen een hartelijke verkwikkende
saluwade. Tot de toekomende week
Ja Bode tot ziens En goede
reis, hoor
Geschiedkundige bijzonderheden
De indruk te Brussel. Het
verhaal van een ooggetuigene. -
Belangwekkende kronijken.
Een woordje als inleiding Na
de intrede der verbondene legers in
Parijs (30 Maart 1814) bevond Napoleon
zich te Fonlainebleau met een leger van
nog 66.000man.Doch de generalen waren
den oorlog moede, en velen zelfs hadden
reeds verraad gepleegd. Aldus had de
frausche generaal Murat. Italië over
geleverd aan de legers der bondgenooten
die tegen Napoleon te velde trokken.
Een andere generaal, Augereau, had hen
laten binnendringen in Lyon terwijl de
engelsche veldmaarschalk, Wellington,
Bordeaux had overmeesterd en België,
dat sinds 26 Juni 1794 (slag van Fleunis,
waai- de frausche veldoverste Jourdan,
onze vorige meesters de oostenrijkers
klopte) voor goed bij Frankrijk was
ingelijfd, blootgesteld stond aan den
inval der verbondenen. Zooals men ver
der zien zal in liet verhaal van een
ooggetuigene, kwam reeds in December
van 'tjaar 1813. eene voorhoede van
kozakken tot Brussel afgezakt, hetgeen
veel opschudding verwekte en in
Januari van het volgende jaar moesten
de franschen hier den aftocht blazen voor
de invallende russissche, duitsclie en
engelsche troepen. Na al deze gebeur
tenissen welke den val dor frausche
hoofdstad voorafgingen, zag Napoleon
zich gedwongen afstand te doen van den
troon hij toekende deze abdicatie te
Fonlainebleau, den 11 April 1814. Negen
dagen later vertrok hij, slechts gevolgd
van uenige trouwe dienaren, naar liet
eiland Elba waarover hij mocht rageeren
met don titel van keizer. Intusschen werd
do troon in Frankrijk bestegen door een
nieuwen koning Lode wijk XVIII, broe
der van Lodewijk XVI, die den 21
Januari 1793, zoo droevig aan zijn einde
kwpn op het schavot. (Over al deze
groote beroertens uit den tijd der bra-
bantsche en fransche revolutiën waarvan
ons landeken zooveel had te lijden, be
zitten wij hoogst belangwekkende kro
nijken welke wij hier ook zullen meede-
deelen.)
Den 3 Mei 1814 deed Lodewijk XVIII
zijn plechtige intrede in Parijs. Alles
verging goed en de volkeren ademdem
weerom rustig, toen eensklaps, in het
begin van 1815, Napoleon weerom van
zich deed hooren. Den 26 Februari, ver
liet hij op 't onverwachts zijn eiland
te midden van vijandelijke schepen-zeilde
hij onbemerkt en ongestoord naar de
fransche kusten. Het klein aantal sol
dalen dat hem was gevolgd, zat rond
hem op het dek van het schip verspreid,
en 't gmg daar lijk op een schrijfbureel.
Napoleon dikteerde zijne proclamalié's
welke hij ging richten tot zijn leger en
de soldaten, met een papier op hun
knieën, schreven op. Den
1 MAART 1815,
landde hij na die verwonderlijke reis, in
de golf Juan, nabij Cannes. Hij stond
terug op franschen grond Van hier uit
slingerde hij zijne beroemde proclamatie
welke liet volk en vooral het leger nog
maals electriseerde, en zijn tocht naar
Parijs was een zegetocht. Generaal Ney
(de vermaarde veldheer die nutteloos
wonderen van dapperheid zou doen to
Waterlog - was- uitgezonden om Napoleon
tegen te houden te Besangon maar pas
had hij zijn oude meester terug gezien, of
hij viel in zyne armen de soldaten
zwaaiden met hunne schako's, de vol
keren juichten toe, de stoden openden
vanzelf hunne poorten. Napoleon was
zonder leger in Frankrijk binnengevallen
en den 28 Maart, toen hij als heer en
meester van her het paleis derTuilleriëen
inParijs binnentrad,had hij zonder slag of
stoot weerom héél de fransche krijgs
macht voor zich gewonnen Lodewijk
XVIII was den dag te voren naar Gent
gevlucht. Als één man sprong gansch
Europa weerom te wapen. De laatste en
bloedigste der worstelingen welke een
einde ging stellen aan het fransche kei
zerrijk, moest nogmaals in ons landeken
plaats grijpen. Belgie was bedekt met
engelsche en duitsclie legers. Om heil
tegen te houden had Napoleon in aller-
liaast een leger van 150,000 man naai
den Samber gestuurd. Den 12 Juni ver
liet hij Parijs, en kwam zijn leger in
Belgie vervoegen. Rechts van hem had
hij de pruisen. onder het koimnando van
Bliicher wiens hoofdkwartier te Namen
was gevestigd. Links, stond de engelsche
macht, aangevoerd door Wellington
wiens hoofdkwartier in Brussel verbleef.
Napoleon, getrouw aan zijne taktiek,
wilde hunne legers verrassen en splitsen.
Op drie verschillende punten deed hij
zijne troepen over den Samber trekken,
en verjoeg over Fleurus (15 Juni) de
eerste duitsclie benden.
Bliicher. vond tijd en gelegenheid om
zijne scharen bijeen Ie trekken te Ligny.
Van zijn kant had Wellington de zijne
afgestuurd op Qnatro-Bras een be
langrijk krijgspunt dat nabij Waterloo
lag op eene kruising van wegen de
weg van Namen naar Nyvel, en die van
Brussel naar Charleroi. Napoleon die
insgelijks de strategische waarde dier
positie had ingezien, zond zijnen generaal
Ney ook af op Quatre-Bras Den 16
Juni kwam hij zelf den strijd leveren
aan Blüehor te Ligny na een lang en
zeer wisselvallig gevecht moesten de
duitsehers liet onderspit dolven, doch
hun aftocht kon veilig geschieden. Dit
was vooral te wijten aan de nalatigheid
van een der fransche generalen. Grouchy,
die de dringende en hei haalde voorschrif
ten van Napoleon niet gevolgd h
Wellington die aan de Quatre-Bras
stand'hield, redde het leger van Bliicher.
In den nacht verliet de engelsche veld
maarschalk.dié positie, en bezette den
St. Jans-berg. 'S anderdaags, zijnde den
17 Juni, vervoegde Napoleon de troepen
van Ney om de engelsclien te achtervol
gen op den wegnaar Brussel. Maar den
dag daarop, den 18 Juni die een Zondag
was, greep de beslissende en verschrik
kelijke slag van WATERLOO plaats.
Na deze voorafgaande historische her
innering, welke wij noodig achtten, om
orde en klaarte in i verhaal te brengen,
geven wij liet woord aan onzen kronijk-
schrijvcr.
Deze
CRONYKOFTE MERCKWEERDIGE
GESCHIEDENISSEN 't SEDERT HET
JA ER 1780,
Inhoudende het bijzonderste voorge
vallen ten tijd der
BRABANTSCHE EN DE FRANSCHE
REVOLUTIEN. ETC.
is verschenen in de uilgaven der Ver-
eeniging voor Belgische Geschiedenis. De
uitgever die deze kronijk ontdekt had,
(L. Galesloot, Sectie-Overste bij de Rijks-
Archieven) zegt in de voorrede dat'het
hem niet gelukt is den naam van den
schrijver op te speuren. Hij denkt l?t
het een pastoor of onderpastoor moet zijn
van de kerk van O. L. V. Bijstand te
Brussel, omdat die kerk herhaalde malen"
en met voorliefde aangehaald wordt in
de nota's vatfUèn k'ronijkschrijvor
Voor hel gemak van de lezers doen
wij de volgende uiltreksels een weinig
volgens de hedendaagsche schrijfwijze
drukken, want de oorspronkelijke tekst
is voor oningewijden nogal lastig om
lezen.
1813. Op liet laetste van de maend
November begon(st) men in Brussel groo
te beweging te zien, bestaende in ver-
scheyde vlugtelingen die hier door pas
seerden, alsook menigvuldige buyten-
menschen die inel hunne effekten gingen
vlugten uit de stad.
In de maend December moesten de bur
gers de wagten doen.
Vrijdag 17 December, kwamen de
Cosakken tot Cortenbergh, alswanneer
in Brussel groote beweging was maer
nae dat deselve op verscheyde plactsen
op den buyten geweest waeren, soo syn
sy wederom teruggegaen. In die daegon
sag men bynae niet als wagens met sie-
kenen en geblesseerden, hetwelck droef
om sien was van dewelcke dat er veele
gingen in het clooster van ter Camereh,
by Brussel, alwaerdat de siekte dusdae-
uig was dat er menigvuhligen stierven.
Al de geestelyken die daer biecht gaen
hooren hebben, evenals de doctoors en
chirurgyns, hebben al de siekte gekre
gen, van dewelcke dat er een groot getaj
syn gestorven maer niet alleen van ter
Ca meren, maer ook van de hospitalen
binnen Brussel, soo dat de siekte oock
onder de burgers begon(st) te komen.
IS 14 Maendag, wesende den
31 January, op den middag, kwamen de
Fransche troupen in menigte van peer-
denvolk met canons en poederwagens de
Lovensche poort in, en trokken in groote
haeste de Anderlegsche poort uyt.
uDynsdagwesende den 1 February,
het smorgens om 6 uren, trokken de
L. Delplace S. J. zegt op blz. 35 van zijn werk
La P'-lgique sons Napoleon in .•ene voetnota,
dat di «ronijk uitgegeven door ftalesloot moet ge
schreven zijn door den geleerden on bekenden
Jesuit Pater C. Smet uit Moorsel. Do reden waar
op hij zich steunt, is deze eene uittreksel uit een
der werken van Pater Smet.getiteld «De Roomse!i«
Catholyke Religie, begonsd, uitgebreyd, ras/ge-
sfehl cn be/caerd m Brabantstemt nog.il
goed overeen met een uittreksel der kronijk. Doel
wie verklaart ons dan hoe het komt dat in die kro-
n Ie gebeurtenissen van af het jaar 1780 tot
aar IS'17 getrouw vermeld staan, terwijl
Pater ömet reeds in 1812 (11 Februari) gestorven