DE Zondag 20 Juni 1915 in oorlogstijd 3 centiemen het nummer 68"' Jaar IV» 4658 KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAK DE PUTTE-GOOSSES PARLEMENT. Kronyke OORLOG in Belgie en in Frankrijk DENDERBODE Abonnementsprijs 3 frank 's jaar: Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKER-UITGEVER AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 fr. Gewone annoncen 0.15 fr. de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Ha, - Bode zijt je daar weer Pak 11e stoel en zet u wat. - Van geen refuus, vrien den liefHet kan met deze zomorsche dagen waarachtig hoet zijn langs de wegen. Wat dunkt er u van de vruchten j Bode T i Die regenbui van d'ander week heeft alom veel goed gedaan. De ver- brande gewassen stonden om regen te i smeeken gelijk de monschon om Vrede, en dan hebben zij met volle malscho stroomen hun dorst mogen lesschon. De groote Baas daarboven weet het altijd goed te schikken. Zoo is het. Hij steekt alle weerkun digen en alle weer-profeten de loef af 't Is nu oprecht een lust eens te kunnen wandelen door onze vlaandersche en bra- bantsche velden overal ziet men graan, tarwe en vlas in een teere mengelmoes van kleuren golven en wiegelen in de zon, en de pataters groeien ook schoon met hun weelde van helgroen loof. De volkoren hebben er heel veel gep'ant dit jaar. En do hop is ook weer van de partij. Eu iedereen die dacht loen de oor log uitbrak zullen er nu banden genoeg zijn om te ploegen en te zaaien En wie 7.aiïuógC-ü mSSic'.i Ja, wij stonden allen zoo paf ge slagen als van den donder, toen wij het zal weldra gaan verjaren dien laatsten nacht van Juli uit onzen slaap werden gewekt door bellemans en kla roenblazers, en onze straten weerklonken van dien akoligen roep Al-ge-meo-no Be-wa-pe-ning Och, Bode zwijgt er van 't Is alsof het nog maar gisteren gebeurd ware al die tafereelen blijven zoo klaar voor den geest staan gelijk een cinema- film die ontrold wordt.. Heel de zater- daagsche markt in vollen troebel. De boeren die mot hun sjeeskarren tegenge houden werden, en hun paarden uitge spannen... En dan ons piotjes die optrok ken zoo stil, zoo ernstig, velen bleek en weemoedig... En de moeders die meegin gen met hun schaapkens van kinderen die aan hun rokken hingen Ons statieplein was vol getreur ende lamentatie bij het afscheid van al die ge zinnen die uit elkander getrokken wer den... En de oorlogsgeruchten die op die dagen gelijk een reuk van poer in de lucht hingen... E11 de vaderlandsliefde die toch ook stilaan boven al die ellende uitsloeg en opflakkerde als cene schoonc vlam..? Bode» wie kan dat ooit vergeten Do nageslachten zullen er over spreken, maar zij die 't nooit gezien of gehoord hebben zullen altijd in hun verbeelding mijlen ver van de waarheid afstaan, even min als men een geschilderden brand kan vergelijken bij een werkelijk vuur. 't ls perincntolijk alzoo, vrienden Wie zal ooit den indruk kunnen weor- geven welke de volkoren govoelden, toon de gazetten voor het eorst meldden het kanon buldert? En als dan de berich ten toekwamen van het eerste bloed dat er op onzen grond gevloeid was, en van de eerste helden die sneuvelden En zeggen dat wij dit alles nu reeds zoovool maanden achter den rug hebben Ei, wat is er sedert dien nog al niet gebeurd Geen pon kan het somber genoeg beschrijven, en moest men al dat wee kunnen op papier brengen, 't zou rood zien van bloed en druipen van do tranen die gestort werden... Ja, de volkeren hebben in al dien tijd zooveel schrikkelijkedingen gehoord en gezien, dat hun harten op den duur gepantserd en versteend zijn geworden door de overtollige miserie Een oorlog maakt gewoon aan wreedheid en bloed. En dat er dan menschen gevonden werden die in hun domheid of hun blind heid kwamen verklaren dal al dien 00 r- logsgeosel een bewijs isdatergeen Voor zienigheid bestaat omdat de Voorzienig heid al dit kwaad toelaat Nochtans Bode heeft men niet gezegd dat de oorlogen straffen zijn waarmede do Heer in Zijn rechtvaardig heid de verstokte menschheid slaat Straffen ja, zooals de zonde eene straf is. Doch al het kwaad en de rampen die daarmede in de wereld zijn gekomen zijn louter werk van menschenhanden do menschen doen zich zelf al die miserie aan door hun dwaasheid, door hun ver blindheid. En die verblindheid laat de Heer toe, aldus toonende hoe diegenen welke dachten het licht van 't Geloof te kunnen missen, gevallen zijn in de diepste en de dikste duisternissen duisternissen voor het verstand en hot hart welke de zonde en de'barbaarschheid der oorlogen medebrengen Bode - ge klapt als een predikant! 't En zijn ook mijn woorden niet. maar ze komen uit de pen en den mond van een onzer grootste belgische kansel redenaars, Kardinaal Dechamps, aarts bisschop van Meehelen. En wat zegde die geleorde man ai zoo Naar aanleiding van den Oorlog van '70, schroei bij - Men had ons ge zegden duizendmaal herhaalddal de oorlogdie pest van vroegere eeu- ioen, niet meer te duchten was in de onze dat het vredig streven der we tenschap, de zachtheid der zeden, voortaan de oorlogen, en vooral de lange oorlogen gingen onmogelijk ma liën dat die geesel uit barbaarsche tijden eindelijk afgeweerd, was door den vooruitgang van den rhensche- lijken geest. Eilaas, hoe dikwijls had men ons dat ook niet wijs gemaakt En toch. gaat de groote man voort, toch is die geesel van God weer voor ons opgerezen... In zijne over moedigheid dacht de wereld dal zij aan zich zelf genoeg had zij wilde God wegcijferen. Om dien uitzinnige» hoogmoed te straffen heeft God haar laten begaan. Die hoogmoed is uil- zinnig, want 'l is dwaas van te den hen clat de weienschap, de macht, en al de stoffelijke vooruitgang in staal zijn den vrede aan de wereld leschen- Tten. Dat is een groote waarheid, wy vatten T nu beter dan vroeger. Luistert verder De oorlog is de vrucht van de driften, de d,riften der volkeren en de driften der vorsten. En om de driften in te toornen, is er wal anders noodig dan de schittering van stoffelijhen vooruitgang, van welen- schap en machtde vreeze Gods is er noodig Dat zijn wijze, diepzinnige woorden: de vreeze Gods En waar was zij nog te vinden op onze dagen Nergens, vriondon, nergens En ziedaar waarom de wereld nu weerom boeten moet. God geve dat hel de laatste maal zij, en dat volkeren en koningen toch eens hun oogen zouden gaan openen, en andere wegen inslaan. Ach, mochte dal zoo wezen 1 Ik moet voort. Tot ziens, en goei coeragie Van 's gelijken hoor Bode Leest en verspreidt «DE DENDERBODE. Van het merkweirdigste dat er voorge vallen is sedert de maend September 1792. Het decreet der Fransche Natio nale Conventie wordt te Gent afgekondigd. Koning Lodewijk den XVI sterft op het schavot. Den 3 January 1793,\s binnen Gend tegen den middag, het Decreet der Fran sche Nationale Conventie van den 15 De cember 1792, afgekondigt onder den Vryhcydsboom op do Vrydag-markt. Den 21 dito is des vooriniildags het uytgesproken doodsvonnis tegen Louis den XVI volbragt geworden. De bevelen, doorden commandant-generaelSanterre gegeven tot algcmcyne ruste en vylig- heyd, behelsden bynae dezelve inaelre gelen, als op den dag der verschyninge van den gewezen koning voor de barre der Conventie. Alle de Nationale Opregtingen wac- ren bewaerd door sterke detachementen; op alle dc openbare plaetsen waeren menigvuldige stukken kanon geplant in iederen wyk waeren talryke corps de reserve op de hoon 25 welgewapende en geoefende mannen, elk voorzien van zestien cartouchen, waeren uyt iederen wyk gekozen, on maokten eene wacht van 1200 mannen die Louis den XVI voorgingen en volgden. Louis verwagte de uere van syne dood met kloeken moedMalesherbt'S wierp zich voorleden vrydag aen syne voeten, smiltende in traenen. Louis drong dien grysaerd tegen sy 11 lierl, en trachtte hem te troosten. Indien gy my bemind, lieven Males- herbes, zeyde hy tot hem waerom benyd gy my dc eenigste schuylplaelse, die my nao zoo vele ongelukken over- blyft Ach, Sire 1 zeyde Males- lierbes al weenende, daar is nog hope, het volk is edelmoedig en rechlvoirdig. Neen, neen, zeyde Louis, daer en is geen hope meer, ik ben volkomentlyk ter dood bereyd lieven Malesherbes weent niet, wy zullen elkanderon waer- schynelyk zion in een gelukkiger wei reld. Louis heeft des avonds voor syne dood met goeden eetlust het rnael geno men, en den nacht lusschen zondagen maendag heeft hy gerust geslaepen. 's Morgens om zeven ueren is hy schielyk ontwackt en van syn bedde gesprongen, heeft zich gekleed zonder le spreken, eu hy is omtrent 9 ueren uyt den Temple naer de gerechtplaelse vertrokken in het ryluyg van den Meyer,die hem heeft ver gezeld, benevens synen biechtvader en eenen officier der gendarmerie. Op den geheelen weg die men heeft genomen langs de boulevards, heeft hy niet een woord gesproken hy was als in een diep gepeys, inaer niet neerslachtig overal heeft de grootste slilzwygendheyd plaelse gehad, alleonlyk by het uyttrek- ken van den Temple hebben eenige stem men genade - geroepen. Om tien ueren en twintig minuten aen den voet van hot schavot, op de plaetse van de revolutie (voor dezen plaetse van Louis den XV) gekomen zynde, is Louis omtrent vier a vyf minu ten in hel rytuig gebleven, stillekens sprekende tegen zynen biechtvader, waer- nao hy is uytgekomen met een kloek moedig gelael hy was gekleed in het bruin met eene witte veste, zwarte broek en zwarte kousen, en hy was gecoiffeerd. Alswanneer hy op het schavot was ge klommen, heeft de scherprechter hem het haar afgesneden, hetwelk hem een weinig heeft ontsteld zich vervolgens naer het volk koerende, hetwelk de gé- faeele plaetse vervulde, heeft hy eene aenspraeke willen doen en met eene zeer kloeke stemme gezeyd Fransche, ik sterve ontpligtig 't is van op het schavot en bereyd om voor God te verschynen, dat ik U. L. deze waerheyd zegge ik vergeve aen myne vyanden, ik wensche dal Frankrijk... Hier is Louis in syne aenspraeke belot geworden door het groot gerucht van de trommels en het geschal der trompetten, waer door ook verdoofd zyn eonige stemmen die ge nade -> riepen hy hoeft zelf zynen hals band losgedaen en zich aen den doodslag overgegeven, 011 om thien ueren tweo-en- twintig minuten is zyn hoofd ^evallen. I)e scherprechter heeft hetzelve op genomen en is daermede tweemaal rond het schavot gegaen om het te loonen aen hot volk, hetwelk van alle kanten uyt- iep - Lang leve de Natie Lang leve de Republiquo - Syn lichaem is in 'i ryluyg, hetwelck aen den voet van het schavot wachtte, ge voert naer de kerke van de H. Mag- dalena, alwaer hetzelve begraeven is lusschen de personen, die om 't leven waeren gekomen ten tyde van zyn hou- welyk, eu lusschen de Zwitsers gedood den 10 Augusti laestleden. ft Vervolgt.) Duitsche Berichten van het Groot Hoofdkwartier. Westeiijk krijgstooueei BERLIJN, 12 Juni. 's middags. Wij hebben vijandelijke aanvallen in de dui nen, ten Noord-Oosten van Nieuwpoort en in de nabijheid van Mannekensverre, op de Oostelijke hoogte van Lorette en in het gewest van Souchez afgeslagen. Ten Noorden van Ecurie, in den Laby rinth hebben de Franschen tijdens de lijf om lijf gevechten, twee maal verschc troepen ter hplp hunner vechtende sol daten gezonden wij zyn er 's namiddags in gelukt volledig den vijand uit onze stellingen te verjagen 's avonds her nieuwden de Franschen hunne aanvallen inaar hunne pogingen mislukten ten ge volge van ons aanhoudond geschut en geweervuur. De vijand, die zich in allerijl terugtrok, heeft zeer aanzienlijke verliezen geleden. Dicht bij Serre, ten zuid-Oosten van Hébuterne, herwinnen wij veld door onze stellingen van 2* lijn te verlaten. BERLIJN, 13 Juni. In de nabijheid an Nieuwpoort, Diksmuide, ten noorden van Arras en bij Hébuterne, hebben er artilleriegevcchten plaats gehad. Flauwe aanvalspogingen in de duinen zijn afgeslagen geworden. Ton Zuid-Oosten van Hébuterne zijn nog steeds voetvolk gevechten aan gang. De militaire versterkingswerkeu rond Lunéviile zijn door eenen stortvloed bom men bestookt geworden. BERLIJN, 14 Juni ('s avonds). Op het front van Lievin naar Arras. hebben de Franschen gisteren eene groote neder laag ondergaan. Nadat, gedurende gansch den dag, hunne aanvalskolommen verscheidene malen werden uit elkaar geslagen door ons kanonvuur, op het oogenblik dat zij storm wilden loopen, ondernamen zy bij het vallen van den avond twee zware aanvallen in gesloten gelederen tegen onze stellingen, langs de twee kanten dei- hoogten van Lorette en op hot front van Neuville te Roclincourt. Overal word de vijand afgeslagen sterke verliezen ondergaande al de aangeval len stellingen zijn volkomen in ons bezit. Flauwere aanvallen werden afgeslagen in de nabijheid van het IJzeikanaal. Ten Zuid-Oosten van Hébuterne heb ben de voetvolk-gevechten tot geenen hoegenaamden uitslag van ceuig belang geleid.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1915 | | pagina 1