DE
Zondag 25 Juli 1915
In oorlogstijd 5 centiemen liel nummer
68sle Jaar N° 4665
KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD
Kennisgeving.
Inbeslagneming van ne nngsivruelten.
Paspoorten in België.
De Heldendaden
van een Loopjongen.
Kronyke
DENDERBODE
f AANKONDIGINGEN:
onnementsprijs 3 tranlc s jaars DRUKKER UITGEVER Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 fr.
.r. „1.4. r-i Gewone annoncen o.i'; fr. de regel.
Men schnjft m te Aalst VAN DE PUTTE-GOOSSENS Vonnissen, sttrf,c»r,l'l/n ent. fr. de ree
KORTE ZOÜTSTRAAT, 31 'J her.eilei, v.fe.-ns akkoord
Aalst, den 24 Juli 1915.
DegëÜeele nieuwe oogst van rogge,
tarwe, haver wordt, zooals het reeds met
het ho'oi geschiedde, aanstonds voorloo-
pig in beslag genomen. lederen verkoop
is op voorhand verboden. Tegenhande-
lingen worden -met verbeurdverklaring
en eene geldboete tot 506 mark gestraft.
De betaling voor de hoeveelheden,
welke door hot legerbestuur in beslag
genomen worden, zal door - Beitrei-
bungs-Anerkenntnisse (requisilie-bons)
plaats hebben. Deze bons zullen eerst
dan geschreven worden, wanneer de
hoeveelheden werkelijk aangenomen zijn.
I-Ioeveel door de legeroverheid opge-
eischt wordt, blijft aan verdere bestem
mingen voorbehouden.
Gerst zal niet aangeslagen worden.
Dezo mag vrij vervoerd worden, maar
alleen in het operatie- en etappen gebied
van de 4e armee en uitsluitend voor
BROUWERS. Iedere uitvoer is verboden.
Om speculaties en prijsvermecrdcrin-
gen to verhoeden worden wettige veror
deningen aller aard, betrekkelijk den
graan en hooioogst van dit jaar. in zoo
verre deze voor het in beslag nemen in
vraag komen, voor ongeldig verklaart.
I »eze verordening zal aanstonds in wer
king treden.
Gent, den 14 Juli 1915.
De Etappen-Kom.mandant.
In het blad L« Brëxellois van 10
dezer maand, is eene nota verschenen,
luidende dat er geene paspoorten meer
noodig zijn voor reizen in België.
Dat bericht is niet toepasselijk binnen
het Etappen- en Operatie- gebied van
het 4e leger. Aan de tot hiertoe bestaande
voorschriften nopens de paspoorten* bin
nen dat gebied is niets veranderd.
Hoe zeer ook de Duitsche overheden
de bemoeielijking van het verkeer door
de paspoorten betreuren, kan er evenwel
voorloopig van dien maatregel nog idet
worden afgezien.
Amerikaansch verhaal
(3* Vervolg).
Het weer was akelig. Het regende en
het sneeuwde, en het nat word aanstonds
ijs op den grond. De reporter verliet een
oogenblik het rijtuig om zijn briefje te
verzenden naar de bureelen van ons dag
blad. Dan, eene sigaar aanstekend en de
kraag van zijn overjas rechtzettend,
dook hij weg in een hoek van de koets.
0 Maak mij wakker als we zullen aan
gekomen zijn, zegde hij tot Gallecher
Hij wist dat de weg lang was, en dat
er dan veel werk op den winkel zou zijn,
en hij wilde wat uitrusten alvorens die
lastige karwei aan te pakken.
Gallecher dacht aan geen slapen hij
aanzag dit als een zonde op zulk een
oogenblik. De ophitsing en de verwach
ting welke de gebeurtenis meebracht,
deden zijn oogen schitteren. Het. topje
der sigaar van Dwyer gloeide min en min
in de duisternis en ging ten slotte heele-
maal uit hij was weldra in 't land der
droomen. De lichten der winkels wierpen
breede klaarte-vlakken op het ijs van
den weg, en de vlam der gaz-bekken
deed de wondere schaduw van 't rijtuig,
van 't paard en van den koetsier op die
blinkende oppervlakte meedansen.
Na een half uur droop Gallecher ook
stillekêns af naar zijn hoekje, en nam
een deksel dal hij om zich heen sloeg. De
koude werd bijtender een scherpe en
ijzige wind floot door de reten der por
tieren
Eene uur verliep. Het gerij moest ver
tragen op de hobbeligheid van sleclit-
geplaveide straten, enkele blokken
nieuw gebouwde huizen stonden eenzaam
te midden van een vlak terrein, bedekt
met hoopen assche en stapels briketstee-
nen. Bijwijlen, toen zij zichtbaar de uit
wijken der stad bereikt hadden, blonken
de'gekleurde bokalen eener apotlrekers-
vitrien aan het uiteinde van een groep
pas opgerichte huizen, en de caoutchouc-
frak van een politieman weerglansde in
het schijnsel eener lantaarn.
Ten langen laatste waren er zelf geen
huizen moer te zien, en het rijtuig ver
volgde zijnen weg door de velden waar
men niets meer kon ontwaren dan half
bevroren waterplassen, naakl-getakte
boomen en eindelooze hagen.
Het fiaker hield een of tweemaal stil,
en Gallecher hoorde den koetsier vloe
ken om het slecht weder, de slechte baan
en heel den hutsepot.
Zij kwamen eindelijk ter statie van
Torresdale aan. Zij scheen heelemaal
verlaten, en de enkele lamp die er aange
stoken was. schoot door het donker een
bundel bleeke stralen die een deel dei-
kaaien, de spoorbanen en as rlggels vol
regen-gegllnster, verlichtte. De beide
reizigers stonden aandachtig uit te
kijken, links en rechts, bij den toegang
der statie; en 't was slechts toen zij voor
de tweede maal in den licht-kring kwa
men dat een man uit de duisternis le
voorschijn trad, en hen met eene wijze
aarzeling groette.
-Ik hen M.Dwcyer, van liet dagblad X,
zegde de reporter op vasten toon. Deze
jongeling hier heeft Hade ontdekt, en
moer dan een reden laat ons veronder
stellen dat hij heden avond den boks
match zal bijwonen. Wij zouden begeeren
dat gij hem in stilte, en zonder in hot
minst opspraak te verwekken, bij den
kraag kondt vatten, en dit is u gemakke
lijk dank aan het aanhoudingsmandaat
dal gij op u draagt. Gij zoudt moeten
gebaren dat gij hem aanhoudt voor den
dief welke gij op dit oogenblik achter
volgt. Indien gij daarin toestemt,en er in
gelukt hem mee te voeren met den trein
voor New-York die om,één uur twintig
alhier voorbij stoomt, zonder dat iemand
vermoedtwie uw gevangene in der waar
heid is, zullen wij u vijf honderd dollars
van de beloofde premie afslaan. Doch,
indien een enkel ander dagblad, hoe het
ook heeten moge. van New-York, van
Philadelphia of elders, de aanhouding
van Hade verneemt, krijgt gij geen roo-
den duit. Begrepen
Hefilefiiiger begreep maar al te wel.
Hij was er geenszins zeker van dat de
man die het vermoeden van Gallecher
had gewekt, werkelijk Hade was; en hij
was bang eene buil op te loopen indien
bij de band kwam le leggen op eenen
eerlijken mensch. En in de veronderstel
ling dat Gallecher toch liet juiste spoor
beet had, vroeg hij zich af of de plaatse
lijke politie niet zoeken zou ook een rol
te spelen in die zaak.
Dwijer die ongeduldig begon te worden,
onderbrak hem vrij heftig
Wij hebben nu geen tijd om te rede
twisten, zei bij. Wij zijn bereid u Hade
aan le duiden onder de menigte. Als de
match gedaan is, houdt gij hem aan zoo
als ik hooger kom uit le leggen dit
werkje brengt u 500 dollars aan, en al
de verdienste der aanhouding is aan u.
Indien gij geen vrede hebt met ons voor
slei, zal ik don man zelf aanhouden en
ik voer hom mede naar Philadelphia
mijn revolver zal dan dienst doen voor
aanhoudingsmandaat.
Na een oogenblik overleg, verklaarde
Hefflefinger zich heel en gansch ter hun
ner beschikking.
Mei hun drieën stegen zij terug in het
rijtuig; doch, daar school hun ineens
eene moeilijkheid te binnen welke van
aard was om hun plan te doen in'duigon
vallen. Inderdaad, booging do opspeur-
der in de schuur kunnen binnendringer.,
aangezien niemand onder hen in het bezit
was der 250 dollars welke voor één
inkombiljet vereischt waren 1 Alsdan
dacht Gallecher op het venster met de
houten luik, waarvan de jonge Keppler
hem gesroken had....
In geval dat Hade, door vrees terug
gehouden,zich niet durfde vertoonen rond
den «rink" kwam men overeen dal
Dwijer zou uitgaan om Hefflefinger te
verwittigen. Indien, daarentegen, Hado
onder de toeschouwers was, zou Dwijer
aan zijne zijde blijven en hem met een
afgesproken leeken verraden.
Het rijtuig hield stil voor don donke
ren gevel van een huis waarvan al de
luiken dicht waren. Daar binnen scheen
alles doodsch, en't was van een woinig
gezelligen aanblik. Maar op bet geratel
der wielen ging de deur open, terwijl
door de spleet een warme verkwikkende
lichtstraal viel, cn men hoorde eene
mannenstem vragen
Wilt ge daar 8SRS die
uitblazen Waar denkt ge wel te zijn
Het was Keppler.
Hij heette M. Dwijer welkom met alle
mogelijke vriendschap. Dan sloeg de
deur op beide mannen weer dicht, en het
huis werd opnieuw somber en stil zooals
voorheen. Men hoorde niets dan den drop
van hel sneeuwwater dat van het dak
liep.
Gallecher en de opspeurder bliezen de
lantaarnen van het rijtuig uit, en brach
ten bet paard onder dak in eene lage
loods waar voertuigen van allen aard
verzameld stonden.
Gallecher vatte den koetsier bij don
arm, op het oogenblik dat hij het paard
bij de andere wilde uitspannen
Alzoo niet, kerol zei -hij. Als wij,
dagbladschrijvers, van bier zullen ver
trekken, hebben wij geen goesting te
moeten staan schilderen. Bind uw paard
bij de deur vast, en zie wel toe, als gij
ons naar Philadelphia terug voert, dat
gij niet denkt in een lijkstoet te rijden
Do daad bij liet woord voegend, hecht
te Gallecher zelf het paard met den toom
vast aan de ingangsdeur welke hij open
liet: op het gepaste oogenblik zou aldus
niels eene snelle afvaart naar Philadel
phia verhinderen.
De koetsier ging onder het portaal
schuilen, en Gallecher in gezelschap van
den opspeurder trok achter de schuur
weg.
- Dat is waarschijnlijk het vensier, zei
Hefflefinger en liij wees met de hand
naar een breed houten luik eenige voeten
boven den grond
Help mij om tot daar te stijgen, en
ik zal er kort werk mee maken ant
woordde Gallecher.
Do opspeurder boog hel bovenlijf naar
den grond voorover, en steunde met de
handpalmen op do knieën Gallecher,
op zijn schouders gestegen, hief met zijn
mes do klink op die hel veDster naar
binnen sloot, en trok het luik lot zich.
Dan,schrijlings le paard zittend op den
muuh, reikte tiij een hand aan zijn gezel
die hem in 't venster kwam vervoegen.
Ik doe gelijk een diefzegde Gal
lecher, hel hart van vreugde popelend,
toen hij zich zonder gerucht in de schuur
liet neerzakken. Hij had eerst het raam
weer gesloten.
('t Vervolgt),
Van het merkweirdigste dat er voorge
vallen is sedert de maend September 1792.
De vesting van Valencijn geeft
zich over. Acht poederwagens
ontploffen bij Brussel.
Den 28 dito (July 1893) heeft de
bezeltinge en citddelle van Valencyn, nae
eene belegeringe van 42 dagen, zich by
Capitulatie overgegeven aan de ver-
eonigde legers de voorseyde stad is
door hot schrikkelyk bombardement
eenon puynhoop geworden hetwelke een
alderdroefste aanschouwinge is.
Den 9 A ugusli om vyf ueren nae-
miildag, zyn op den steenweg van Ander-
lecht, een half quartier uers van Brussel,
eenige waegens gelaeden met busltruyd
en cartouchen, in de locht gesprongen.
De gebouwen daer omtrent zijn toene-
mael ingestort, en verscheydene men-
scheu zyn onder de puynhoopen begrae-
veu andore wooningen wat voorder
afgelegen, zyn geheel of ten deele ver
brand. De voerluyden, de-kanoniers, die
de wagei.s vorzolden en ten minsten
twintig peerden zijn in de locht gespron
gen. Men rekent dat dezen ongelukkigen
toeval aen meer dan vyftig menschen het
leven heeft gekost. Z K. H. onzen Gou
verneur Generael heeft zich seffens te
neerd ter plaetse begeven en beloofd
voor*0è ongelukkigs te zullen zorgen.
('t vervolgt).
in de Kronijk van Galcsloot vinden wij
over die ramp o. in. de volgende bijzonder
heden aangeteekend staan
Vrydag, wesende den 9 Augusti, is in
den naemiddag, buyten de Anderlegtsche
poort, omtrent Curegem, een droef malheur
opgestaan, ten opsichte dat er acht waegens
gelaeden met buyscruyt en cartytsen waeren
staende op den casseyde omtrent de brugge,
welck poeder in brand geraektis... Dit mal
heur is gebeurd nae den middag tusschen
4 en 5 uren, alwaer dat men rekent gebleven
te syn meer als 50 menschen, en omtrent 20
peerden, als ook eenige koeybeesten dewelke
in de -bygelegene weyden waeren staende.
De huysing der twee molens, en de huysing
der herberge genaemt Sint Huybrecht laegen
in eenen molhoop, door welck malheur de
burger Moerenhout syne huysvrouwe ver
loren heeft, en ook 3 kinderen, den welcke
met syn huysgezin was woonende op den
eersten molen.Op den tweeden molen woonde
synen broeder, denwelcke 4 kinders verloren
heeft... De deksteenen der brugge tusschen
de twee molens, waren 20 a 30 stappen
gevlogen in de naeste weyden. Het sal oock
aen den leser ongelooflyk scheynen dat er in
dien moment eenen waegen was staande op
den bygang der herberge genaemt Sint Huy
brecht, den welcken gelaeden was met terwe
en eenig volk dese waeren op den selven
bezig met drinken omdat sy de laetste terwe
van hunnen oogst op hunnen waegen hadden,
en syn allen overwagts met (te midden van)
volle vreugt in de locht gesprongen, ofte
hebben in 't drinken (terwyl sy dronken) hun
leven verloren. Welkers cadavers men daer-
nae gevonden heeft in de naeste weyden,
te vergelijken bij verbrande wilde verkens.
Het selve malheur is gebeurt aan den burger
Speltoir, den welcke hem in dien moment
begeven hadde naar de herberg Sint Huy
brecht sijnde gelaeden met eene kruyke gene-
vel; het selve is ook gebeurt aan den herber
gier, woonachtig in den Klcyncn Baert,
denwelcken ook in dien moment op den
selven cassyde was, alwaar hij ook zyn leven
verloren heeft, en soo voorts vele anderen
die ons onbekend zyn want men sag de cas
seyde en de bygelegene weyden vervuld met
cadavers soo van menschen als van bees
ten.... Men sag de kloosters ook daer naer-
toe begeven met hunne spuyten, gelyk in
dien tyde alhier 't gebruyk was, om het over-
blyvende poeder teenemaal uyt te dooven
Enz. enz.