DE Bekendmakingen. VOLKSPARLEMEKT. Zondag 22 Au gusli 1915 In oorlogstijd 5 centiemen het nummer 68s" Jaar N° 4667 RAT1I0LII R Ml LUS- E.V A YNROMMGINGSBLAD VAN DE PUTTE-GOOSSE\S DE BRANCARDIERS. De Heldendaden van een Loopjongen. Kronyke DENDERBODE Abonnementsprijs 3 frank 's jaars Men schrijft in te Aalst 31. KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 lr. twee maal 1,25 tr. Gewone annoncen 0.15 fr. de regel. Vonni.. en. sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 21 Augusti 1915. Degene die zich zonder de bepaalde loe- lating der Duilschn militaire overheid, I buiten het gebied van het 4e leger lie- geeft, zal mei gevangenis tol 5 jaar of geldboete tot 10,000 mark of met beide tegelijk gestraft worden, indien er vol gens de Duitsche wel gecno strengere straf vereischt wordt. Dezelfde straf wordt toegepast, in geval van poging, uitdaging of begunstiging. De gevangenisstraf kan vervangen worden door levenslangen dwangarbeid, indien hot de ovcrschrciding van de Hollandsche grens betreft. Degene die zonder toelating van de Duitsche militaire overheid, rijtuigen tot den landbouw behoorendgeeed schap van welken aard het zij paar den, vee, in lerend 0/ geslachten toe stand,strooi, voeder, of levensmidde len ran toelhen aafdhetzij. brandstof, hout en ruwe stoffen voor oorlogsbe hoeften uit het gebied van hel 4e leger uitvoert, wordt gestraft*met gevangenis tot 3 jaar of met geldboete tol 5000 mark, 1 f met beide gezamenlijk, in zoo verre er volgens dc Duitsche wet gee no hoogore straf bepaald wordt. Dezelfde straf wordt toegepast, in geval van po ging, uitdaging of begunstiging. Thielt, den 8 Augustus 1915. Der Oberbe/ehlshaber. Herzog Albrecht van Württemberg. Het verbod bonden op den openharen weg vrij te laten loopen wordt voor het ganscli E'appengebied vastgezet. Aan de strafbestemmingen wordt volgende ver ordening bijgevoegd Wanneer onachtzaamheid beslaat, zal met eene geldboete van 3 tot 900 Mark of met gevangenis van 1 dag tot 0 maanden gestraft worden. (Et. T. B. N° 324/10 Gent, den 11 Augustus 1915. De Elappen-kommandant, Voor hel Etappen- en Operatiegebied worden tot nader bevel de hoogste prijzen vastgesteld 1) Vee- en Vleeschprijzen. a) levend gewogen Runderen 1* kwaliteit 1 fr. 25 de kilo; id. 4e kwal, 1 fr. 30; id. 3 kwal. 1 fr. 40; Zwijnen, meer dan 100 kg. 1 fr. 80; id., minder dan 100 kg. 1 fr. 80; Kalveren 1 fr. 60; Hameien 1 fr. 50, h) slachtgeicickt Runder-soepvleescb 1* kwali teit 2 fr. 10 de kilo; id. id. 2« kwaliteit 2 fr 10; id. id. 3® kwaliteit 1 fr. 80; id. ribliMluk 3 fr. 10; Rundvlee'ch, gekapt 2 lr 20; Roastbeaf, zonder heenen 3 Ir. 40; Varkonsvleesch-koUeletten 3 lr 20; id. lendenstuk 2 fr. 50; vorsche worst 2 fr. 50; Kalfvleesclt, zonder beenen 2 fr. 90 met boenen 2fr. Uameleuvleesch 2 fr. 70; 2) Rijst fr. 0.95 de kilo; 3) Gedroogde Cbioorei- wortelen 25 fr de 100 kil 4) Chicorei zonder ver pakking fr. 0.57 de kilo; Chicorei met verpakking, lr. 0.60; O) Melk fr. 0.24 de liter; 7) Zout Ir. 0.14 de kilo; 8i Suiker gekristaliseerd ,m 't groot. 75 fr. de 100 kil iu 't klein fr. 0.90 de kilo; 9) Suiker in klompen of poeder(in 't groot) 80 li. de 100 kil in 't klein fr. 0 96 de kilo; 10) Margarine le kwaliteit 2 fr. 70; id. 2° kwaliteit 2 fr. 50; 11) Goede onge- roomde boter 4 fr. 20 voor 1 kilo, winkelprijs 4 Ir. 40; Zuivere Natuurboter 4 fr. voor 1 kilo, winkelprijs 4 fr. 20; 12. Meerachenhooi 8 Ir. de 100 kil.; 13) Klaverhooi 10 Ir. de 100 kilo; 11) Voersirooi 6 fr. de 100 kilo; 15) Eieren fr. 0.15 De boogste prijs, welke voor aardappelen vast gesteld is wordt opgeheven. Er mag alleen zuivere natuurboter verkocht worden, de verkoop van vermengde boter wordt gestraft. Eene overtreding dezer maxima-prijzen en de togenhaudeling tegen genoemde verordeningen, zal in elk afzonderlijk geval gestraft worden met eoue geldboete tot 10Ü0 Mark of eene daarmede overeen stemmende gevangenisstraf. (Et. T. B. 422,9.) Gent, den 8 Augusti 1915. De Etappenkommandant. De strijd is over bij het licht der starre, gaan ze over 't wijde slagveld weg en weer, en beurte om beurte bukken zij zich neer, en heffen een gekwetste, van de barre en hardgestreden aarde, op drie, vier sparren, met haast te zaant gekruist tot berrieleer, en gaan dan heen, en vleien zacht en teer hem in het stroo der witgehuifde karren.. Want elk van die gekwetsten is een aar. door Binder Dood, den grooten Zamelaar, verwaarloosd bij den oogst der volle gerven; en nu komt Ruth, dc zoete Moabiet, en gaat en keert, daar Booz van op zijn erven haar schijnsel bukkc' en beurtlings rijzen ziet (Legerbede) F. Fleerackers S. J. Trèze en Tonia. elk mot een z waren handdoek fruit, komen malkaar legen op de groole plesj, bij T standbeeld van zwarten Dirk Trèze Ne.m na, marinlika toch wie da me door hommen Hoe e"s 't mee a kind? 't Es 'n iewiglieid leen da 'k a gezien hem Toniu Zwooigt 'l er af, schoop lief, ne mensj zoe tegenwoordig goon onder d'eerde wooinen gelek as de mol len, 'n wore 'l uit; dammen toch van den hemelschen daa nie en kennen loeven, en onzen booik moeten villen. Trèze 't Es wel azooi kin I 'k Ben dor op de mert ienige kilo's prooi men goon holenze stoon 0011 ne liegen prois, en 'l esooik eten meeanen boetor- ham, want 't zal naa nog mor iest goon vried doen. Tonia En gien veranderink in 't zicht, Trèzo Ge zoil-er toch wel de kaa kersen van kroigen Alzooi ne los- heir van tien* oorlog. Trèze En alle dogen es 't e wat anders D'affichen kommen uit do mie ren gelèk 't gès uil de stienen van 'L bo- gooinhof 'l Es goe weer ver de drik- kers, mor de mensjen hemmen der ééren boik va vol Ik ben zékers dal onzen Dirk bier ooik al vieze smoelen sloon trekken éét Tonia Dal de maan ne kier kost spreken Trèze En dalton mocht sprcekeu, Tonia... Tonia Ja, 'l es woor ooik. We moeien tegenwoordig mee e slot op onzen bék zitten Wa zeilen de mensjen loter vèèl te vertellen hemmen, Trèze Ti èze Assemen'l ooverleven, schoop. Tonia Da mooi lemen toch vast hoepen W'hcmmon al van zoeveel vieze dingens gesoepeerd, en z'hemmen toch nog ons vel nie. Trèze - Jommer nie 's as 't Got blieft!... Mor Tonia, mondje dicht! 'k Geloif da 's z' ons hier afsjoeren. Tonia - 'k Hem 't ooik in de gooien. Allé kind, wc goon ze lollen ons hielen zien Tièze Ja, wel thoois. en de kom- plementen oon anen maan Het koppel trekt er met profijtige voeljes van onder, elk langs 'n ander strooi en miester Dirk, mee zijn pol- zworte loerzen oon, schijnt te grim me len. Zondagrust. Van 's middags tol middernacht, eenige dienstdoende apotheek, Zondag 22 Oogst, M. Megauck, Leopoldstraal. A merikaansch verhaal). (7e Vervolg). Het rijtuig liep reeds een uur, en ge durende dien tijd was «le regen veranderd in half gesmolten sneeuw die in zware vlokken neerviel, en aan alles vast plakte. Weldra daagden de rijen van werk manshuizen op, zoo kalm en stil als hunne bewoners. Eindelijk kwam het paard aan Broad Street, de bijzonderste straat van Philadelphia, die van het e<'iio uiteinde der stad naar het andere loopt en haar in. twee gelijke deelen snijdt Het rijtuig reed thans zonder gerucht over de sneeuw modder, en Gallecher dacht nog slechts aan die vermaarde uurplaat wel ke bij zoo vurig wenschle in 't oog te krijgen, toen een ruwe stem ineens riep: Hé daar HallStop klonk het. Do loopjongen wendde hel hoofd om en zag duidelijk dat die stem van onder een politiekap kwam; voor alle antwoord gaf bij zijn paard duchtig van de zweep zoodat liet uilschoot in vollen galop. Aanstonds daarop deed de politieman een schel fluitje ratelen, en een tweede gefluiPantwoordde hem van hooger «op. O-o-liop schreeuwde Gallecher on trok den toom hard lol zich. Het paard stopte, ving aan met gewel dig le blazen en' dikke dampwolken stegen van zijn flanken op. Waarom hebt gij niet stil gehouden toen ik u daartoe bevool vroeg de stem, nu heel dicht bij. Ik had u niet gehoord, verklaarde Gallecher onnoozel weg. Docli ik heb uw gefluit geboord en dal van uwen collega; alsdan heb ik gedacht dat dit alles misschien mijn persoontje betrof, en ik heb mijn paard tot staan gebracht. Gij hadl my zeer goed gehoord, herhaalde de stem. Waarom branden uwe lantaarns niet Moesten zij dan aangestoken zijn vroeg Gallecher, zich voorover buigend, en met eene schielijke belangstelling bekeek bij de lantaarns in kwestie. Gij weet dit zoo goed als ik. Of als gij het niet weet, dan is het 't bewijs dat gij op dien bok daar, mets te maken hebt. Ten andere gij zijl de koetsier niet. Waar hebt gij dit gerij vandaan gehaald? Dit gerij is vast en zeker 't mijne niet, zei Gallecher met een goedigeu kin derlach. Het is de huurkoets van Luke Mac Govern Hij had haar aan de deur van Cronin's laten slaan om er eentje te gaan drinken, maar op dil eentje zijn er veel andere gevolgd, en vader heeft mij liet paard weer doen op stal brengen. Ik hou de kléine Cronin. Mac Govern is niet meer in slaat te mennen. Gij kunt zelf zien hoe het met zijn paard is gesteld. Hij stall het bij den huurhouder Bachmau, en 't is daarheen dal ik thans rijd. - De verbazende kennis van den kleine nopens al die plaatselijke beruchte na men, stemde de strengheid van den waakseden agent een beetje gunstiger. Hij bleef op den knaap een doordringen den blik vestigen die menigeen in bange schoenen zou gezet hebben. Doch Gal lecher trok alleen licht zijn schouders op, alsof de koude hem deed rillen, terwijl bij met eene prachtig geveinsde onver t-chilligheid het antwoord afwachtte van den man met zijn langen regenmantel aan. Maar werkelijk, klopte zijn hart met felle slagen iu zijne borst, en hij werd gewaar dal zijn krachten hem gingen in don steek laten indien dit nog lang duurde. Eeu tweede schim, wil van den sneeuw, trad uil bel donker naar voren. Wat is er, Reeder vroeg de aan komende. Och, 't heeft weinig belang aan, antwoordde de eerste politieman. Doze deugoniet hier reed zonder licht. Ik riep hem dat hij moest staan, maar hij hing den doove uit en ik heb op u geschuifeld. Alles is thans in orde; hij brengt het paard bij Bachman. En op norschen toon voegde hij er bij Trek er maar uit Over zijn schouder wierp Gallecher een: goe'n avond meneer I terwijl hy vroolijk tot zijn paard fluisterde: vooruit beestje Het beest was terug op den loop en, naarmate de afstand tusschen hem en de twee agenten vergrootte, lachlte Gal lecher voldaan en innig blij omdat hij 't zoo goed ontkomen was. En dan stuurde hij heel wat scheldwoorden aan het adres van die twee stoinmerikken die den neus in andermans zaken kwa men steken. Hel ware bijna beter een mensch le viooden, dan hem aldus op de pijnbank te leggen door vrees en angst, zegde hij bij zich zelf, en hij trachtte weerom zijn gewonen spotzieken toon le vinden. Maar dit gelukte hein niet al te best. Eene zware loomheid zonk nu neer over zijn uitgeput gestel, liet was alsof iemand een spons, doortrokken van chloroform, onder zyu neus duwde, en hij moest wanhopig worstelen legen de slaperig heid die hem stilaan te lijve gmg. Vóór hem uit, als 't ware omwaasd van misl, bemerkte hij eene lichtende schijf die op eene volle maan scheen le gelijken, en waarin bij eindelijk de lang verwachte uurplaat erkende. Deze ver schijning had hem oen weinig uit zijne verdooving getrokken, en toen 'l g»rij den hoek van het Stadhuis omdraaide, schoot hel hein te binnen eenen blik lo werpen op liet ander groot uurwerk dat boven do statie was opgesteld. Een droeve zucht ontsnapte hem toen hij zag dat liet reeds 2 1/2 u. was. en dat hij dus nog slechts tien minuten tijd had. Door dit gedacht, alsook door de nlec- trische lichten die in steeds grooter ge tal door de nachtlucht golfden, en het zicht der hem zoo goed bekende monu menten, keerde hij halvelings terug tot een klaar besef van de plaats waar hij zich bevond en van den weinigen tijd waarover bij nog beschikte. Hij stond recht op den bok en schreeuwde tot zyu paard dat bij in dol len nt deed draven over de glijdende asphalt-laan. Enkel bekommerd met den tijd die verliep, en links noch rechts ziende, wierp hij'het rijtuig van uit de Broad Street in de Chesnul Slreet waar de bureelen van hot dagblad thans nog alleen op eeu afstand van zeven blokken huizen, van hem verwijderd waren. ('t Vervolgt.) of te Merckweerdige geschiedenissen 't sedert het jaar 1780 Keizer Jozef II komt aan het hoofd der Nederlanden. Inhuldiging van zynen gevolmachtigde te Brussel. Vuurwerk en ongelukken. 1780 - Den 4 Juli is overleden den gouverneur, prins Carolus van Lorey- nen. Den 29 November is overleden de kyserinnc Maria-Thcresia. Haeren op volger is geweest haeren zoone Josephus den II. Door eenen brief aen de Staeten der Nederlanden, maekle hy de dood van syne moeder kenbaer, hun beloovende en versekorende dal hy eene sonderlinge sorg zoude aenweuden, om hun in liet genot van hunne ivgteu, voorivgten en grondwetten te liandhaoven. ND. R.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1915 | | pagina 1