DE
Bekendmakingen.
Zond:)"' 29 Augusti I9L">
In oorlogstijd 5 centiemen hel nummer
68s" Jaar JV° 4668
KATHOLIEK [\IEUVVS- EX AANKOXDIGINGSBEAD
VAIV DE PUTTE-GOOSSEXS
I)e Heldendaden
van een Loopjongen.
Onze historische Kromjkjes
Kronyke
EEN
BEETJE WETENSCHAP
VOOR IEDEREEN,
f
DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 frank 's jaars
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKERUITGEVER
AANKONDIGINGEN:
Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 Ir.
Gewone annoncen 0,15 fr. de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Aalst, den 28 Augusti 1915.
Bekendmaking betreffend het cast-
stellen van hel tijdslij) voor de maan
delijksche horenbedeeli ng
Hel afstaan van de maandelijksche
hoeveelheid koren aan hel Nationaal
Hulp- en Voeilingskomiteit geschiedt dooi
de Provinzial-Erntc-Kommissionen over
eenkomstig de aanwijzigingen der Zen-
tral Ernlc-Kommissiou op 15 van elke
maand, voor de eersle maal op 15 Sep
tember 1915.
Brussel, den 9 Augustus 1915.
Der Vorsitzende
dor Zentral-Ernte-Kommission
Graf Rantzau.
Bekendmaking betreffend de afba
kening van hel gebied der Provin zial-
Enitc-Kommission te Antwerpen en
Mons.
Do Zentral-Ernte-Commission heeft
met goedkeuring van zijne Excellonlie,
den Heer Generaalgouvernenr besloten,
dat de 10 in Oost-VIaanderen gelegen ge
meenten: Bazel, Be veren-Waes, Burcht,
Kaloo, Kruibeke, Haasdonck. Melsele,
Rupelmonde, Steondorp en Zwijndrecht
bij de Provinzial-Ernle Kommission Ie
Antwerpen en de 15 in West-Vlaanderen
gelegen gemeenten Aalbeko. Bossuyt,
Belleghem, Coyghem, Dottonijs, Spiere,
Helkijn, Herseeuw, Lauwe, Lowingen,
Marke, Rekkem, Moeskroen, Rolleghem
en St Denijs bij de Provinzial-Ernlo-
Kommissions te Mons ingedeeld'worden.
Brussel, den 9 Augustus 1915.
Der Vorsitzende
der Zentral-Ernle Kommission
Gral Rantzau.
(Niet geldend voor het Etappengebied.)
(Amerikaansch verhaal).
(8e Vervolg).
Wat gebeurde er op dit oogenblik
Gal lecher geraakte er nooit wijs uit.
Doch hij werd opeens door schreeuwende
lui overvallen aan alle kanten; zijn paard
werd achteruilgeworpen en bleef pal
staan, 011 twee huurkoetsiers welke den
toom vastgegrepen hadden, streelden het
dier en riepen het bij zijn naam. Andere
koetsiers omringden het rijtuig, vloekend
en tierend, gebaren makende gelijk gek
ken en dreigend met hunne zwecpen.
Zij zegden dat zij de koels van Mac
Govern erkenden; zij wilden weten waar
deze zich bevond en waarom hij niet op
den bok zal. Waar had Gallecher het ge
rij gestolen E11 wie had hem op het
uitzinnig denkbeeld doen komen van het
paard terug te brengen bij de vrienden
van den eigenaar Alle duivels een
koetsier kon dus niet meer van den bok
afspringen en een glaasje gaan drinken,
zonder gevaar te lijden zijn rijtuig te
worden ontnomen
En met veel misbaar riepen zij op ue
politie om den kleinen schelm te doen
aanhouden.
Gallecher meende eenen kwaden droom
gehad te hebben, en als schielijk ont
waakt, bleef hij een oogwenk spraakloos
en onbewegelijk zitten.
Het gerij bevond zich juist onder eene
elektrielie lamp, en de schelle licht
stroom viel helder als de dag op de ver
trappelde sneeuw en den groep schelden
de mannen.
Gallecher boog zich voorover en slin
gerde zijn luid-knal lende zweep om den
rug van het paard.
Laat rnij door! riep hij uil en trachtte
tevergeefs de teugels uit hun handen te
trekken. Ik zeg u van mij door te laten.
Ik hel) het rijtuig niet gestolen, en gij
hebt hel recht iiiet mij aan te houden
Dan begon hij te smeeken
Ik moet nog slechts tot aan de bu-
roelen van het dagblad X rijden, men zal
u dan de koets terug sturen. E11 men zal
u betalen. Gij ziol wel dat ik er niet wil
mede vluchten De koetsier is geknipt,
ziet j« En ik moet maar cenige meiers
meer rijden.
Hoort je mij dan niet bulderde bij
en zijn slem zwol aan en scheen te bre
ken in eene bui van woede en wanhoop
Gaat ge de teugels lossen Laat mij
door of ik dood u Hoort je Ik ,sla u
den kop in
En de zweep uit al zijn macht zwaaiend
goeselde hij duchtig het gelaat der koet
siers die zijn paard vasthielden.
Een hunner gelukte er in hem bij de
beenen te grijpen, en hem ineens naar
beneden trekkend, wierp hij hem op den
grond. Maar op 't zelfde oogenblik zat
Gallecher op zijn knieën, en met een
smeekend gebaar vatte hij de hand van
zijnen aanvaller
- Laat mij niet aanhouden mijnheer
praamde hij, ik bid er u om Laat mij
gaan Ik heb de koets niet gestolen mijn
heer Ik zweer het u Ik zegde waar
heid. Kom mede naar het dagblad X, en
gij zult zien Men verwacht er mij. Zij
zullen u betalen zooveel ge wiltNog
slechts een heel kleinen weg moet ik
afleggen, en ik ben van zóó ver geko
men, mijnheer Ik hid u doe mij niet
aanhouden
En hij snikte, en omvatte de knieën
van den man
Om de liefde Gods, mijnheer, laat mij
gaan
(Slot volgt).
Waarom geven wij die
Misschien zullen sommigen op
't eerste zicht gaan denken zijn dat
is nu toch eens eene droge lezing
Waartoe is het noodig al die dingen
welke over honderd jaren zijn ge
beurd, weer uit de doos te halen
Om dees eenvoudige reden dat het
altijd zoo nuttig als aangenaam is, te
weten wat er voor zijn tijd zoo al is
geschied.
Aangenaam, omdat iets meer weten
dan een ander, steeds een zeker genot
meebrengt.
Nuttig, omdat het verleden en het
heden zóó zeer gepaard gaan en ver
bonden zijn, dat de dichter terecht
zeggen mocht
In 't verleden ligt het heden,
in het nu wat worden zal.
De tijden groeien uit elkaar even
geleidelijk gelijk alles groeit en wast
in de natuur, en eene wonderbare
aaneenschakeling doet alles samen
hangen in de wereld de eeuwen en
de menschen.
Om tot den oorsprong van vele
zaken en feiten die ons op heden
treffen, terug te gaan, zal men soms
héél diep in 't verleden moeten
blikken.
Het is eigenlijk de taak van den
geschiedschrijver de sluiers van het
verleden op te lichten.
En hij zelf moet daarvoor archieven
en kronijken ontdekken en instudee-
ren. En wanneer dit is gedaan, is zijn
taak niet af, want zij begint dan nog
maar.
Doch, wij hebben het hier niet over
den 'rol van den geschiedschrijver
wij wilden enkel hierop wijzen het
is nuttig en aangenaam het verleden
te kennen.
En daarom roepen wij de aandacht
van al dezen die hiermede instemmen,
op de nieuwe Kronijk welke wij over
acht dagen in ons blad zijn begonnen.
Deze kronijk werd uitgegeven naar
het handschrift van een vermoedelij-
ken onderpastoor of pastoor van
O. L. V. Bijstand te Brussel, die van
af lyHo tot 1S27 getrouw alle gebeur
tenissen heeft opgeteekend.
In die jaren was ons land aan
houdend beroerd door oorlogen,
vervolgingen, oproeren enz en het
handschrift is daardoor op vele plaat
sen hoogst merkwaardig en belang
wekkend.
En ziedaar waarom wij het goed
geacht hebben deze Kronijk met
kleine brokken te laten verschijnen.
Bericht aan dezen die nog wat
leeren willen
ofte Merckweerdige geschiedenissen
't sedert het jaar 1780
inhoudende het bezonderste voorgevallen
ten tijde der Brabantsche en Fransche
Revolutiën, etc.
Eerste edikt van Jozef II
Afschaffing van kloosters.
Namen dier kloosters,
(le Vervolg.)
1782 Den 22 Meert is Syne Hey-
lighoid Pius VI te Weenen aangekomen,
by den kyser Joseplius. (1)
1783 Den 17 Meert is van wegens
den kyser Josephus II een placaert uit
gegeven, hebbende voor titel - Edict
aengaende de vernietinge van cenige
(soo by die noemde) onnoodige kloos
ters in het Nederland -, helwelck men
met droefheyd hoeft zien ton uytvoor
brengen. Korts daernae sag men de
commissarissen, in eenige kloosters bin
nen Brussel, van alles den inventaris
nemende, in de selve slellendc economs
(huishoudkundigen) tol dat de religieusen
daor uyl waren en alles verkogt was.
De naemen der kloosters binnen Brus
sel wacren dose de E. W. paelers
Carlhuysers, wiens klooster daernae is
veikogt en verandert in een fabriek,
mai-r de groole kerk is blyven stacn. (2)
Hel vrouwenklooster van Jerico,
waervan daernae een groot stuk is ver
kogt, verscheyde straeten doorgelrokken
en op die plaetsc oen nieuw graenmerekt
gemaekl, en de kerek verandert in een
baclcerye voor do militairen «le arme
Clarissen, van wiens klooster daernae is
gemaelU een hospitaal voor de militai
ren het klooster van de H. Magdalena,
genaemt Bethaniën, helwelck heel't ge-
dient voor eenen Amigode kerek is
verkogt en afgebroken in liet jaer 1798,
ten tyde der fransche republiek, en op
die plaetse is een vlecschhuys gebouwd
het klooster van de H. Elisabeth, wiens
kerek heeft gediend vooreenen peerden-
stal Sinte Peeter, van wiens klooster
is gemaekt een burgersgaslhuys de
Ar. 11 uncialen, de Capusienerssen, de Bri-
gielienen, de Clarissen-Urbanisten maer
dese hebben byna allen gedienl voor
caserne der militairen; de Carinclicter-
schen, aen de Coudenbergsehe poort,
wiens klooster tot den gronde is afgebro
ken en op die plaetse huyzen gebouwd.
(1) Deze reis maakte groote opschudding.
Het doel van den Paus was Jozef 11 af te
keeren van zijne vijandelijke plannen aan
gaande de geestelijkheid. Het volgende jaar
begaf de Keizer zich naar Rome Nota van
den uitgever.
(2) Zij werd afgebroken in 1820.
De abdyo van Coudenbergh. en hel vrou
wenklooster van Lorainen, syn korts
daernae door denzclven kyzer gesupri
meert (afgeschaft).
Den 22 December is den kyser Jo
sephus II in Hoornen gekomen bij Zyne
Heylighoyd Pius VI.
('t Vervolgt)
Donder en Onweders.
De donder, dit wonder natuurver
schijnsel, is een gesloten boek gebleven
lol op den dag dat Otto van Guérike,
burgemeester van Magdeburg, die de
pneumatische machien heeft uitgevonden,
bewees dat do electriciteit licht-verschijn
selen kan teweeg brengen.
Rond hetzelfde tijdstip, bemerkte
dokier Wall bij het wrijven van eenen
cilinder die uit amber was gemaakt, een
hevig licht vergezeld van een eigenaardig
geknetter.
Deze eerste electrische vonk welke uit
menschenhanden was gekomen, zou niet
alleen de uitwerksels van den donder
ontsluieren, maar bracht ook later eene
wonderbare wetenschap in 't leven,
welke geroepen was om don wereld van
aanzicht te doen veranderen. Dit licht
en dit geknetter, zegde Wall in zijne
Verhandeling welke in de Philosophical
Transactions werd opgenomen, schij
nen eenigermate den donder en den
bliksem voor te stellen.
Inderdaad, de gelijkenis was treffend,
en de levendige inbeelding van Wall had
haar oumiddelijk gevat. Doch, om het
bewijs van die gewaagde bewering te
leveren om die laboralorium-proef ge
lijk te stellen mot een natuurverschijnsel
dal. tot nog toe, den schrik had verspreid
onder alle volkeren, moest men liet
hemelvuur op de aarde doen dalen, eir
stoutmoedige natuurkundigen aarzelden
geen oogenblik 0111 dit plan te verwezen
lijken.
In Mei 1752, plaatste Dalibard in een
hof van Marly lange ijzeren staven, lood
recht geplant, en hij onweerstijden, ge
lukte hel hom er vonken uit te trekken
hij kon zelfs hiermede eene flesch van
Lcyde laden. 't Vervolgt.
De Familiën BLANCQUAERT en LIB-
BRECHT, melden Ued. met droefheid het
afsterven van hunnen zeer beminden broe
der, schoonbroeder, oom en grootoom,
MIJNHEER
Alexander, Joseph, Antoon, Marie
BLANCQUAERT
Echtgenoot van Dame
MATHILDE LIBBRECHT,
Eerste Schepen der gemeente Lede,
Oud Provinciaal Raadsheer,
Ridder in de Leopoldsorde,
geboren te St-Nikolaas den 23 Juli 1826 en
overleden te Lede den 26 Augustus 1915,
voorzien van de HH. Sakramenten der Kerk.
Den Dienst en Begraving zal plaats heb
ben den 30 Augustus, om 11 uur (M. E. TJ,
in de parochiale kerk van Lede.
Familiën, vrienden en kennissen worden
verzocht dit bericht als uitnoodiging te willen
aanzien.